Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, taxichauffeurs kunnen worden beschouwd als een soort publieke ambassadeurs van steden en gemeenten. Zij zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor velen en zouden dan ook idealiter vlot en zelfstandig in het Nederlands klanten verder moeten kunnen helpen.
Die vereisten liggen niet decretaal vast. Het decreet Personenvervoer vermeldt geen taalvereisten en geeft die bevoegdheid aan de steden en gemeenten om de voorwaarden voor het exploiteren van een taxidienst verder in te vullen en te bepalen in reglementen, uiteraard binnen de grenzen die werden bepaald door de Vlaamse Regering.
De aanleiding voor deze vraag om uitleg was de verstrenging in de stad Antwerpen, waarbij een aantal bepalingen werden opgenomen in een aanvullend gemeentelijk reglement. Daarbij vraagt men aan taxichauffeurs – of beter, de bedrijven die ook meedingen voor die vergunningen op Antwerps grondgebied – dat de chauffeurs een attest kunnen voorleggen dat bewijst dat ze het Nederlands machtig zijn. Dat is ook van toepassing op chauffeurs die hun taxibrevet willen hernieuwen. Antwerpen staat daarin niet alleen. Ik heb enig veldwerk verricht. We zien dat ook in andere steden regelmatig werk wordt gemaakt van die taalkundigheid van de taxichauffeurs.
Er zijn verschillende systemen gekend. In Lier, Gent, Oostende, Brugge enzovoort moeten kandidaat-chauffeurs slagen voor een examen, waar dan de taalvaardigheid wordt bekeken, maar ook de basiskennis van de toeristische trekpleisters. In Antwerpen is het systeem enigszins anders, daar is net de taalvaardigheid of de kennis van het Nederlands uit het examen gehaald en moet men een attest kunnen voorleggen alvorens dat men aan het examen, dat dan andere vaardigheden peilt, kan deelnemen. Ik heb vastgesteld dat er in Kortrijk een aantal vereisten zijn opgenomen in een nieuwe vergunning die men kan krijgen. Die vereisten gaan over de kleding van de chauffeur en de kwaliteit van het voertuig. Daar is het vooral de grootste aanbieder die zelf de taaltesten afneemt. In Kortrijk ligt het dus bij het taxibedrijf zelf.
Er zijn dus veel verschillende systemen. In vele steden en gemeenten vragen ze dat men het Nederlands machtig is, maar zeker nog niet overal. Het lijkt mij dan ook een goede praktijk te zijn die navolging verdient in de rest van Vlaanderen.
Minister, hoe zullen we dat aanpakken? We zien namelijk dat er in vele steden en gemeenten op dit ogenblik nog geen vereisten worden gesteld. Minister, hebt u zicht op het aantal gemeenten dat reeds een taalvereiste heeft opgenomen in de lokale taxireglementering? Om hoeveel gemeenten gaat het? Bestaan er evaluaties van gemeenten die die taalvereisten hebben ingevoerd? Wat zijn daarvan de conclusies?
Bent u er voorstander van om die minimale taalvereisten Nederlands decretaal op te leggen aan taxichauffeurs in heel Vlaanderen en niet meer over te laten aan de al dan niet lokale invulling door de steden en gemeenten? Heeft daarover reeds overleg plaatsgevonden met de taxisector?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, het decreet Personenvervoer bepaalt zeer duidelijk dat een taxivergunning wordt verleend door de lokale overheid en dat er bepaalde voorwaarden kunnen worden opgelegd aan de exploitant zoals een onderzoek van de zedelijke waarborgen, de beroepsbekwaamheid en de solvabiliteit. Dit zijn voorwaarden voor de exploitant en niet voor de chauffeurs.
Een aantal steden en gemeenten meent dat het huidige Vlaamse kader niet afdoende is om een kwaliteitsvolle dienstverlening af te dwingen. Gemeenten trachten dit vandaag te ondervangen via hun eigen gemeentelijke reglementen. Deze mogelijkheid wordt decretaal geboden. Meestal gaat het om afspraken rond belastingen, de tarieven, de regeling over de standplaatsen en de handhaving. Een aantal lokale besturen hebben reeds taalvoorwaarden opgelegd aan de chauffeurs. Zo legt de stad Antwerpen bijvoorbeeld op dat taxichauffeurs dienen te beschikken over een zogenaamd taxibrevet. Kandidaten kunnen het taxi-examen enkel afleggen als zij een bewijs kunnen leveren het Nederlands voldoende machtig te zijn. Het taxibrevet kan bij wijze van sanctie ook worden ingetrokken. Ik heb begrepen dat een aantal gemeenten in de rand rond Antwerpen het stedelijk reglement willen kopiëren. De stad Brugge heeft in haar taxireglement eveneens een taalvereiste opgenomen waarbij een examen wordt georganiseerd.
Niet alleen grotere steden nemen een taalvereiste op: ook Torhout, Kortrijk, Leuven, Mechelen en Lier hebben een bepaling ter zake opgenomen in hun reglementen. Ook de stad Gent beschikte destijds over een eigen taxi-reglement met taalvoorwaarden. Dit werd aangevochten voor de Raad van State en men heeft toen de bepaling aangepast. De auditeur bij de Raad van State was van oordeel dat lokale besturen niet de bevoegdheid hebben om voorwaarden op te leggen aan taxibestuurders. Een uitspraak ten gronde is er evenwel nooit geweest.
Een echte evaluatie van de opname van vergunningsvoorwaarden, bijvoorbeeld wat Antwerpen betreft, werd nog niet uitgevoerd. Uit eerdere steekproeven bleek dat tot 16 procent van de kandidaten het Nederlands onvoldoende machtig was. In die zin is de regeling dus enigszins succesvol te noemen.
Op basis van de bevindingen in de stad Antwerpen, de case in Gent en de vragen die ik van lokale besturen heb gekregen om een duidelijk wettelijk kader te creëren, ben ik alvast bereid om in het nieuwe decreet en het uitvoeringsbesluit specifieke voorwaarden op te nemen ten aanzien van de taxichauffeurs. Ook taalvereisten horen daar wat mij betreft bij. Ik vind dat maar de evidentie zelve. We weten dat er een problematiek is. Willen we voldoen aan een zeker kwaliteitsniveau op het vlak van onthaal en zeker van veiligheid, dan mogen we de kennis van het Nederlands vereisen van wie met een taxi rijdt. Op die manier alligneren we ons met voorbeelden in het buitenland. De verplichting geldt ook in Nederland en in Duitsland.
De aangekondigde hervorming van de Vlaamse taxiregelgeving biedt mogelijkheden om hier gevolg aan te geven. Bedoeling is daarbij te komen tot een algemeen Vlaams kader van minimumvergunningsvoorwaarden ten aanzien van de chauffeurs. De lokale besturen blijven evenwel bevoegd voor de toepassing en uitvoering, met name de organisatie van een examen als voortraject en de handhaving ervan. Het idee van de invoering van een Vlaams kader met minimumvoorwaarden voor chauffeurs heb ik ook al afgetoetst en besproken met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de stad Antwerpen en de stad Gent.
Ook de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur (GTL) toonde zich voorstander van een regeling met minimumvoorwaarden ten aanzien van chauffeurs om op die manier te komen tot een meer uniform speelveld over de verschillende gemeenten heen, weze het dat er nog een marge blijft voor de gemeente zelf om op te treden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord waarmee ik tevreden ben. Het is een goede zaak en de evidentie zelve – om uw woorden te gebruiken – dat taxichauffeurs die actief zijn op ons grondgebied ook de taal van dat grondgebied spreken, zijnde het Nederlands. Ik kijk het nieuwe decreet Personenvervoer en de verschillende besluiten tegemoet. Het is belangrijk met het oog op de grotere rol die we de taxisector willen geven binnen het concept basisbereikbaarheid, omdat we hen zo toch een beetje in het openbaar vervoer zullen trekken. Laat ons nog even de proeftuinen afwachten, maar het zou toch een goede zaak zijn om ook te werken aan een goede, degelijke taalverankering en aan de kennis van het Nederlands.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, kunt u ook zeggen wanneer er zal kunnen worden geland met de modernisering inzake de regelgeving voor taxi’s? Een aantal mensen hebben een voorstel van resolutie ingediend om aan te dringen op een modernisering. Ik denk dat de mensen meer wakker liggen van de aanpassing van de regelgeving omdat ze hopen dat de kostprijs van taxi’s in de toekomst zou kunnen dalen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eind van dit jaar een conceptnota hebben. Het is een moeilijke evenwichtsoefening omdat er enerzijds de lokale autonomie is en de vraag om zelf regels te mogen opleggen evenals tarieven en de actieradius, en anderzijds de vraag naar meer uniformiteit, naar meer level playing field, naar het verlagen van de drempel om taxidiensten te kunnen aanbieden. En je moet proberen meer mensen te verleiden om die taxi’s te gaan gebruiken. Het is geen eenvoudige oefening die we momenteel maken, maar ik hoop eind dit jaar met een conceptnota naar de Vlaamse Regering te kunnen gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.