Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, door de nationale betoging van het vakbondsfront op donderdag 29 september reed naar schatting een op twee bussen en trams van De Lijn niet uit.
TreinTramBus klaagt aan dat de communicatie hieromtrent niet transparant genoeg is voor de reiziger. Elke entiteit geeft op een andere manier aan of een rit verzekerd is dan wel niet uitrijdt. De provincie Antwerpen geeft een overzicht van alle gereden ritten. Vlaams-Brabant en Limburg geven een overzicht van de niet-gereden ritten. Oost-Vlaanderen geeft voor alle ritten aan of ze gereden worden of niet. West-Vlaanderen geeft per verbinding een graad van verstoring aan en dat dan op een schaal van een tot zeven.
Dat maakt dat de informatie voor de reiziger verwarrend en onduidelijk is. De ene entiteit geeft enkel de gereden ritten aan, de andere de niet-gereden ritten. Een derde pakt uit met een graad van verstoring. Op vrijdag 7 oktober werd de reiziger van De Lijn opnieuw geconfronteerd met deze situatie tijdens de vakbondsacties die vooral voelbaar waren bij De Lijn.
Door het ontbreken van een efficiënt realtimesysteem is het voor de reiziger tijdens een dag met hinder op de lijnen vaak zoeken naar een bus en wachten aan een halte of de bus ook effectief verschijnt. Niet alleen tijdens stakingsdagen of betogingen is dit het geval, maar ook bij extreme weersomstandigheden, sneeuwval bijvoorbeeld.
TreinTramBus vraagt om mogelijke uitval minstens tien dagen op voorhand aan de reizigers te melden, en volgens mij moet dit mogelijk zijn, behalve in het geval van wilde stakingen. Dit is misschien een element om mee te nemen in de nieuwe beheersovereenkomst, naast het element van gegarandeerde dienstverlening.
Minister, bent u van plan om aan De Lijn te vragen te opteren voor een transparanter communicatiemodel waarbij elke afgeschafte bus of tram op eenzelfde manier gemeld wordt in elke entiteit? Wat betreft de realtime-informatie zijn er vele softwareproblemen gerezen bij de halteaankondiging en heeft De Lijn een slimme mobiliteitsapp gelanceerd, waarbij men zelfs een signaal krijgt wanneer men de halte bereikt heeft. Deze app is een handig hulpmiddel, maar is niet voor elke reiziger even gebruiksvriendelijk. Wat betreft de realtime-informatie in de bus, tram of aan de halte is bij de eindevaluatie van de aflopende beheersovereenkomst in de commissie van 14 juli 2016 gesteld dat men een andere technologie, namelijk een lightversie, bekijkt in een marktverkenningsfase.
Wanneer zal hier meer duidelijkheid over zijn en zal er effectieve realtime-informatie aan de reiziger kunnen worden aangeboden in elk voertuig? Wordt deze app bij rituitval voldoende up-to-date gehouden en kunnen reizigers en gebruikers hierop vertrouwen?
Minister Weyts heeft het woord.
De te diverse communicatie per entiteit is al een tijdje een bezorgdheid van mijnentwege. De informatie die ter beschikking wordt gesteld, varieert naargelang de provincie. Het is wel met de beste bedoelingen. Er wordt altijd dezelfde doelstelling nagestreefd, namelijk uit de beschikbare informatie de meest bruikbare informatie voor een zo groot mogelijke doelgroep puren en vervolgens helder communiceren. Ik stel wel vast dat het feit dat communicatie over de verschillende entiteiten heen wat afwijkt, ook geldt voor operationele zaken, naast afgeschafte bussen. Dan denk ik aan omleidingswegen, investeringsprojecten of wijzigingen aan de dienstverlening. Daarom heb ik uitdrukkelijk aan De Lijn gevraagd om meer uniformiteit tot stand te brengen in de communicatie en de organisatie van de gehele communicatiedienst. Er was bijvoorbeeld geen hiërarchische band tussen de nationale communicatiedienst en de regionale entiteiten. Er was dus ook geen uniformiteit.
Er is nu ook een momentum, in die zin dat er een wissel van de wacht is en er diverse woordvoerdersfuncties vacant zijn gekomen in de recente periode. Dat is bij toeval omdat mensen andere horizonten hebben opgezocht. Dat was voor mij een aanleiding om te vragen om de concrete herinrichting van de communicatiedienst gestalte te geven. Dat is ook gebeurd. Er is een nieuwe communicatiestructuur opgesteld en besproken binnen het benoemingscomité eind augustus 2016. Daarin is vastgelegd dat de centrale woordvoerder voortaan rechtstreeks aan de directeur-generaal rapporteert en dat er rechtstreekse aanstuurlijnen zijn van de centrale naar de entiteitswoordvoerders, zeg maar de regionale woordvoerders. Zij moeten veel meer worden aangestuurd door Mechelen.
Dit laat ook toe om werk te maken van geijkte communicatiesystemen die in heel Vlaanderen gevolgd kunnen worden. Ik wil natuurlijk niet overdrijven. Er zijn natuurlijk regionale verschillen, en daar blijft ruimte voor bestaan.
Wat betreft specifiek de communicatie rond afgeschafte bussen, ga ik ervan uit dat die nieuwe communicatiestructuur ook moet toelaten dat er een gelijklopend centraal kader is voor de problematiek die u terecht aanhaalt. Ik merk wel op dat de notie ‘afgeschafte bus’ in die context inderdaad niet steeds voor de reizigers het meest bruikbare uitgangspunt vormt in de communicatie. De Lijn tracht als relevant uitgangspunt naar de reiziger op ritniveau in realtime te communiceren. Momenteel hebben we op dat vlak een nieuw initiatief genomen dat nu in een proefopstelling loopt, namelijk een nieuw platform op de website waarop de reiziger via een zoekfunctie in realtime de meest recente status van zijn of haar rit kan opvragen. Een eerste versie is ontwikkeld. Er moeten nog een paar testen lopen, en dan kunnen we het lanceren. Dat is wel een vooruitgang.
Ik kom tot de realtimeborden aan de haltes en de lightversie. Herinner u de discussie in de commissie waarbij collega Vandenbroucke dit een paar keer heeft aangehaald. We hebben een ‘downscaling’ gedaan naar een lightversie. In functie van de werkbaarheid van die realtime-informatieborden gaan we een offerte uitsturen in het voorjaar van 2017 om te kunnen toewijzen in het najaar. Ik laat ook bekijken hoe we de nodige budgettaire ruimte kunnen vrijmaken om zo snel mogelijk naar een verandering op het terrein te kunnen gaan en de borden zo snel mogelijk te kunnen vervangen. Dat is enigszins afhankelijk van wat in de markt de scherpste prijs zal zijn voor de offerte.
Tot slot zijn er de halteaankondigingen op de voertuigen. Dat hebben we in de commissie al besproken in de marge van de evaluatie van de beheersovereenkomst. Dat is enigszins gekoppeld aan het ReTiBo-project (registratie-, ticketing- en boordcomputer). Door de downsizing van het project zitten we nu op het veranderde schema. We hebben de ambities en het tijdspad bijgesteld. Nu zitten we op het gewijzigde tijdspad. Vooralsnog zit dat goed. De ReTiBo-kaarten worden uitgerold.
Betreffende de app die de juiste halte aankondigt: de apps worden effectief up-to-date gehouden, voor zover de onderliggende data in Hastus, de plannings- en beheerstool die De Lijn gebruikt, worden bijgehouden en geüpdatet.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, we zijn andermaal elkaars bondgenoten: communicatie hier begrijp ik vooral in termen van het zakelijk informeren wanneer er acties gepland zijn, en men weet dat op voorhand. Je kunt het niet vaak genoeg herhalen naar potentiële reizigers. Het blijft me ook altijd een raadsel dat bij stakingen die dagen op voorhand zijn aangekondigd, toch nog altijd mensen, die nochtans begrijpelijk Nederlands spreken en er ook ontwikkeld uitzien, staan te wachten en het raar vinden dat de bus niet komt. We moeten de kansen niet onverlet laten om dat toch op voorhand in de mate van het mogelijke aan mensen te communiceren.
De Lijn was een huis met vele kamers waar iedereen zowat zijn eigen koninkrijk had, zelfs op het communicatieve vlak. Dat klinkt negatiever dan ik het bedoel. Maar als je in 2016 een van de topdienstverleners van de Vlaamse overheid wilt zijn, is er eenheid van aanpak en stroomlijning nodig.
Want de ene zegt wat wel rijdt, de andere wat niet rijdt en een derde heeft het dan over hinder die wordt ingeschaald. We zullen daarover nooit een discussie krijgen met elkaar. Gewoon door het te schetsen, begrijpt iedereen dat je op een zeker ogenblik mensen van hun eiland moet halen om hen een beetje de eigen relativiteit te doen bevatten. Ik denk dat dat goed zit.
In de mate van het mogelijke zouden we vooraf geen kans onverlet moeten laten om acties en onderbrekingen in de dienstverlening zo breed mogelijk uit te smeren, zodat mensen dat ook weten en geen tijd moeten verliezen. Vaak zijn die mensen dan nog in het gezelschap van kleine kinderen. Dan leef je mee en voel je plaatsvervangende schaamte. De mensen moeten goed worden geïnformeerd.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
In het vermaledijde boetesysteem – ik kom er nog eens op terug – zien we ook onbegrijpelijke verschillen tussen de verschillende entiteiten. Ook daar is het blijkbaar moeilijk om hen te bewegen naar enige uniformiteit en transparantie. Het is goed dat nu een en ander zal worden gestroomlijnd en dat er een hiërarchie zal worden ingebracht in de communicatie.
Ik wil graag verwijzen naar de resolutie die we met de meerderheid hebben goedgekeurd. Daarin hadden we, visionair als we waren, aandacht voor de terechte en begrijpelijke bekommernis van TreinTramBus. Het was trouwens naar aanleiding van dat artikel dat de vraag is gesteld. We hebben enerzijds aandacht voor de noodzaak om de technologische mogelijkheden maximaal te benutten, zeker ook in communicatie met de reiziger. We vragen daarvoor ook aandacht in de nieuwe beheersovereenkomst. Anderzijds nemen we ook het aspect van de gegarandeerde dienstverlening mee, met een vraag om die verder uit te werken in de beheersovereenkomst. Dat hangt natuurlijk ook samen met de betrouwbaarheid van De Lijn, de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer en de voorspelbaarheid van bepaalde lijnen en minimale diensten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik vind het een interessante vraag. Het is natuurlijk zo dat een reiziger die ’s morgens op de radio hoort dat er hinder te verwachten is bij De Lijn in bijvoorbeeld Vlaams-Brabant, graag wil weten of zijn bus nu wel of niet rijdt. Dat is een beetje het vervelende wanneer de ene helft van de bussen rijdt en de andere helft niet. Op dat vlak zou de technologie ons toch echt moeten kunnen helpen. Een nieuwe communicatiestructuur met de woordvoerders die allemaal op dezelfde manier gaan werken binnen Vlaanderen is dus zeer belangrijk.
U verwees naar het nieuwe zoekplatform met realtime-informatie dat De Lijn uitprobeert. Hopelijk zal dat op termijn rechtstreeks via een app of op een gemakkelijke manier te consulteren zijn op de smartphone. Op die manier kunnen we vooraleer we thuis vertrekken even checken of onze bus al dan niet rijdt. Daarop moeten we aansturen. Zo kunnen we bij de mensen de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer garanderen. Anders dreigt het openbaar vervoer zichzelf onderuit te halen met dit soort halfslachtige acties. In zekere zin is dat nog vervelender voor de reiziger dan dat hij weet dat er geen enkele bus rijdt – waar we ook niet voor zijn, versta mij niet verkeerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.