Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, collega’s, ik wil inderdaad graag vragen naar een stand van zaken van de verhandelbare ontwikkelingsrechten en de planologische ruil. Het is al een paar keer aan bod gekomen in deze commissie, en het stond ook in het regeerakkoord en de beleidsnota: woonuitbreidingsgebieden die het best niet meer ontwikkeld worden, wil men een nieuwe planologische bestemming geven. Men wil dat eventueel doen door de verhandelbare bouwrechten en planologische ruil als instrument te gebruiken.
Minister, u hebt in 2016 al aangegeven in de commissie dat reeds in september 2015 de opdracht werd gegeven aan Ruimte Vlaanderen om een onderzoek rond de verhandelbare ontwikkelingsrechten aan te vatten. U hebt toen aangegeven dat u, zodra dat onderzoek finaal zou zijn afgerond, samen met een groep experten binnen Ruimte Vlaanderen en binnen de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), zou nagaan hoe men dat verder zou kunnen aanpakken. Men zou ook samenzitten met verschillende andere maatschappelijke actoren en een aantal concrete pilootcases onderzoeken.
Het is alleszins de bedoeling om met die planologische ruil te zorgen voor de omwisseling van de gebiedsbestemmingen en ook voor omruiling van de eigenaars en gebruikers om zo tot een beter en optimaler grondgebruik te komen.
Enerzijds weten we dat er rond die planologische ruilen al maatregelen worden genomen. Anderzijds horen we minder van de verhandelbare ontwikkelingsrechten. We hadden begrepen dat dat klaar zou zijn tegen de zomer van 2016.
Minister, wat is de stand van zaken in verband met de verhandelbare ontwikkelingsrechten?
Wat waren de resultaten van dit onderzoek en hoe zal dit in werking treden? Wat waren de bevindingen van de experten? Is er al een finaal advies op beleidsniveau, zodat we kunnen bekijken hoe men dit verder gaat aanpakken?
Wat is de relatie met het huidige instrumentarium? We denken aan planbaten-planschade, of aan het financiële luik, de opmaak van RUP’s. Hoe zal dit opgenomen worden in het Instrumentendecreet?
Minister, we zouden uiteraard ook heel graag een timing zien van wanneer men met het instrument van de verhandelbare bouwrechten naar buiten zou kunnen treden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Peeters, het onderzoek naar de krijtlijnen en randvoorwaarden voor het invoeren van een systeem van verhandelbare ontwikkelingsrechten (VOR) werd eind juni afgerond. De expertenadviezen zijn opgeleverd en de stuurgroep heeft zich daarover uitgesproken. De inzichten van het expertenteam, de workshops die daarover werden georganiseerd en de stuurgroep werden door onze diensten in een synthese samengebracht.
Het systeem kan ingezet worden om een ruimtelijk beleid te voeren, ondersteund door financiële verevening. Het systeem laat toe om meerwaarden van winstgevende ruimtelijke ontwikkelingen te capteren en in te zetten als vergoeding voor het opleggen van een bouwverbod.
Ten opzichte van een planbaten-planschadesysteem is binnen een zuiver VOR-systeem het voordeel dat niet alles via de overheid moet worden geregeld: ook de private partners kunnen een belangrijke rol spelen.
Op basis van die inzichten hebben mijn diensten een aantal scenario’s geformuleerd waarbij de mogelijkheden van een VOR-systeem of daarop gebaseerde systemen bekeken worden in relatie tot het bestaande instrumentarium.
Op dit moment wordt al die informatie grondig bekeken. Het is de bedoeling dat uit de aanbevelingen beslissingen voortvloeien. We zijn dat nu nog aan het afwegen. Wanneer het wordt toegepast, zal dat uiteraard aanleiding geven tot decretale regelgeving. Daarmee kan dan ook rekening worden gehouden in het Instrumentendecreet.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, zouden wij de aanbevelingen die in die adviezen zijn opgenomen, al kunnen krijgen? Zo zouden wij dat kunnen opvolgen.
Minister, u zegt dat u het mee gaat opnemen in het Instrumentendecreet. Kunt u ons zeggen tegen wanneer we dat zouden kunnen verwachten?
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, u zegt dat bij verhandelbare bouwrechten eventueel ook zou kunnen worden onderzocht hoe de private spelers het planbaten-planschadeluik zouden kunnen reguleren, of hoe hun daarbij een rol zou kunnen worden gegeven. Kunt u verduidelijken wat u daarmee bedoelt?
Los van de verhandelbare bouwrechten, is vandaag ook de planologische ruil mogelijk. Daarbij worden twee bestemmingswijzigingen in één RUP gecompenseerd. In welke mate wordt dat vandaag al toegepast, in het bijzonder in het licht van onze gedeelde ambitie op de open ruimte maximaal te vrijwaren?
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, ik heb u in april in verband met het Instrumentendecreet een vraag gesteld, specifiek over planbaten-planschade. U zei toen dat u bezig was met een globale visie met betrekking tot de harmonisering, dat u een opdracht had uitgeschreven die zou lopen tot 1 oktober, en dat u in het najaar met een ontwerp van decreet naar de Vlaamse Regering zou komen. Dat gaat waarschijnlijk over dat Instrumentendecreet waarin alle instrumenten beschreven staan. We zijn nu al oktober. Wanneer kunnen we dat verwachten? U had immers beloofd dat u daarmee in het najaar naar het parlement zou komen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik heb altijd gezegd dat er het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen is. Dat wordt op dit moment besproken in de schoot van de Vlaamse Regering. Er is de ambitie om de inname van de open ruimte terug te dringen. Als je dat wilt realiseren, heb je instrumenten nodig. Mevrouw Pira, het najaar is nog bezig. Meer kan ik daar niet over zeggen, want ik heb uiteraard ook geen glazen bol. Het Instrumentendecreet moet die ambitie helpen om te zetten in de praktijk. Het verrichte onderzoek moet ertoe bijdragen dat nu een aantal knopen op politiek niveau worden doorgehakt. Er zijn al een aantal instrumenten, de heer Ronse verwees er al naar. Die kunnen nu al worden gebruikt. De heer Vandaele stelde daar ook al vragen over, naar aanleiding van vragen over de woonreservegebieden.
Het is te vroeg om nu al concreet vooruit te lopen op het wat of hoe. U moet ons nog een beetje tijd geven om dat politiek uit te klaren.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het best noteren dat we dat Instrumentendecreet in het najaar zullen mogen ontvangen, en dat we daarin sowieso het luik van de verhandelbare bouwrechten opgenomen zullen zien. We zien dat ook in het kader van de andere instrumenten die lopende zijn, de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening (SARO) regelmatig opmerkingen maakt over de ruimteboekhouding. Daarom is het belangrijk dat we dit verder kunnen opvolgen, ook de aanbevelingen van de experten met betrekking tot hoe men dat instrument effectief wil inzetten en welke financiering daaraan gekoppeld is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.