Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over onverdoofd slachten in de economische en Europese context
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, u hebt gevolg gegeven aan de parlementaire suggestie om een bemiddelaar aan te stellen in het dossier van het onverdoofd slachten. De keuze is gevallen op gewezen Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche, die voordien ook het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) heeft geleid in de moeilijke omstandigheden waarin hij een antwoord moest bieden op de dioxinecrisis.
Er werd met andere woorden duidelijk een pragmatische keuze gemaakt in de aanstelling van een bemiddelaar die de dialoog met de verschillende geloofsgemeenschappen in het dossier van het onverdoofd slachten moet voeren, in de hoop het pad te effenen naar de invoering van een algemeen verbod op het onverdoofd slachten van schapen en andere dieren. Voor onze partij is de dialoog met alle geloofsgemeenschappen heel belangrijk.
Het advies van de Raad van State toont trouwens aan dat enkel een pragmatische aanpak kans op slagen heeft opdat het algemeen verbod op onverdoofd slachten niet zou botsen met het grondwettelijke recht op godsdienstvrijheid. Het feit dat Vanthemsche, zelf dierenarts van opleiding, ervaring heeft opgedaan in Nederland, waar hij medeauteur is van een studie over (on)bedwelmd slachten in opdracht van de Nederlandse overheid, is alvast een pluspunt.
Vanuit zijn ervaring als Boerenbondvoorzitter bereikte hij ook al een akkoord met Global Action in the Interest of Animals (GAIA) over een meer diervriendelijke huisvesting van konijnen. In 2005 werd hij aangeduid als regeringscommissaris om de vogelgriep aan te pakken. Naar we vernemen via de pers wordt van de heer Vanthemsche een verslag over zijn werkzaamheden verwacht in het voorjaar van 2017.
Minister, op welke manier werd Piet Vanthemsche geselecteerd en aangeduid als bemiddelaar in het dossier van het onverdoofd slachten? Werden hierover vooraf contacten gelegd met de betrokken geloofsgemeenschappen om hen te polsen naar hun inschatting van Piet Vanthemsche als bemiddelaar? Zo ja, wat waren de reacties? Wat is zijn precieze opdracht? Op welke manier zal de bemiddelaar te werk gaan? Krijgt de bemiddelaar budgettaire middelen en/of administratieve ondersteuning te zijner beschikking? Zo ja, welke? Wanneer precies loopt zijn opdracht af? Klopt de timing van voorjaar 2017 zoals we in de pers konden lezen? Wat moet precies in het verslag aan bod komen en geregeld worden?
Minister Weyts heeft het woord.
De capaciteiten van Piet Vanthemsche staan buiten kijf. Als dierenarts en als voormalig gedelegeerd bestuurder van het voedselagentschap kent hij de kant van veehouderij, slachthuizen en retailers door en door en heeft hij zeer veel ervaring in het voeren van onderhandelingen en dialogeren. Voeg daarbij zijn expertise in verband met het slachtproces, want hij heeft een gelijkaardige opdracht uitgevoerd in Nederland. Het was vooral dat dat me over de streep trok om hem aan te duiden als tussenpersoon in het debat over het onverdoofd slachten.
Ik heb daarover niet vooraf met de geloofsgemeenschappen overlegd, voor zover dat mogelijk is trouwens, want het is niet altijd duidelijk tot wie men zich moet richten. Ik wou snel schakelen, en dat zou toch enkel oponthoud veroorzaakt hebben en discussie over wie wel en wie niet.
De opdracht van de heer Vanthemsche is om in de eerste jaarhelft van 2017 een rapport op te leveren waarin hij de problematiek en de techniek van het onbedwelmd slachten correct duidt, weerstanden en gevoeligheden in kaart brengt en voorstellen van oplossingen aanreikt met het oog op een significante verbetering van het dierenwelzijn bij de praktijk van het ritueel slachten en de overgang naar een algemeen verbod op onbedwelmd slachten. We hebben een overeenkomst afgesloten en hij krijgt een vergoeding die alle kosten dekt.
De elementen die de heer Caron aanhaalde, namelijk economische argumenten die opgeld zouden maken, kunnen geen excuus of verantwoording zijn voor dierenleed. Ik ben vanzelfsprekend een absoluut voorstander van een Europees verbod op onverdoofd slachten, hoe ruimer hoe beter, maar het ziet er op dit moment niet naar uit dat Europa hier op korte termijn een initiatief zal nemen. Integendeel, op het vlak van dierenwelzijn is Europa een beetje aan het terugtreden ten opzichte van eerder aangegane engagementen. Dat uit zich trouwens ook in budgettaire besparingen op dat domein.
De Europese landen waar al een verbod op onverdoofd slachten geldt, hebben ook bewezen dat dit mogelijk is zonder grote economische gevolgen. Het systematisch verdoven van alle dieren heeft trouwens ook economische voordelen: verdoven laat toe om het slachtritme te verhogen en één uniforme slachtlijn te hebben.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ook mijn fractie twijfelt niet aan de capaciteiten van de heer Vanthemsche, maar ik las toch wel reacties in de media. We zijn zeer positief ingesteld. Wij vinden de dialoog heel belangrijk. We gaan ervan uit dat de heer Vanthemsche alle partijen aan tafel zal krijgen. Bij de hoorzittingen is dat niet gelukt, we hopen dat het bij hem wel zal lukken, en dat er een positief gevolg aan zal worden gegeven.
Ik heb begrepen dat het verslag precies wordt verwacht in de eerste jaarhelft van 2017, dus niet in het voorjaar zoals in de media stond. We kijken daar zeker naar uit. U weet dat het voor mijn partij zeer belangrijk is om te evolueren naar een verbod. We hopen daar deze legislatuur nog een beslissing over te kunnen treffen, maar u weet ook, en dat hebben we altijd beklemtoond in alle discussies die we gehad hebben, dat de dialoog met de geloofsgemeenschappen voor ons zeer belangrijk is. Wij zijn hoopvol. Wij kijken uit naar het verslag dat ons in de eerste jaarhelft van 2017 zal worden overgemaakt.
Minister, ik heb een aansluitende vraag in verband met het voorbije Offerfeest. Is het mogelijk een evaluatie daaromtrent te maken? We hebben immers vernomen, weliswaar niet via officiële weg maar vanuit verschillende provincies en andere gewesten, dat er meer illegaal geslacht zou zijn. Ik hoop dat we daar toekomstgericht nog over kunnen praten, want dat is juist wat we niet willen. We willen een positieve evolutie in het verminderen van dierenleed en zeker geen achteruitgang. Ik zou daar graag toekomstgericht in deze commissie over willen spreken.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, wat mij betreft, zijn er nog een paar onduidelijkheden die ik graag uitgeklaard wil horen. Wat de duur betreft, vind ik het storend dat er geen exacte einddatum vastligt: ‘de eerste helft van 2017’ klinkt bijzonder vaag voor mij.
Ik vraag me af waarom het zo lang moet duren. Ik begrijp dat de heer Vanthemsche moet overleggen met de verschillende gemeenschappen, maar waarom zou die opdracht niet voor het eind van dit jaar afgerond kunnen worden? Uiteindelijk hebt u dat in juli aangekondigd, het lijkt me realistisch om de heer Vanthemsche daar enkele maanden tijd voor te geven, maar dat moet toch niet bijna een jaar duren. Ik zou daar graag nog een reactie op krijgen.
Een tweede zaak, misschien nog belangrijker, gaat over de inhoud van de opdracht. Eerlijk gezegd, minister, vind ik nergens een echte beslissing terug. Bijvoorbeeld in de databank Doris II vind ik er niets over terug. Het is dus niet als mededeling aan de Vlaamse Regering overgemaakt. Ik heb de exacte opdracht opgevraagd en ik krijg ze niet vast.
Ik zou graag willen, minister, dat de exacte beslissing van die aanduiding en motivering wordt overgemaakt aan de leden van deze commissie, dat lijkt me nogal evident.
Het is me ook niet helemaal duidelijk wat de exacte inhoud is van de opdracht. Als het gaat over de timing van de invoering van een algemene verdoving, als het gaat over het onderhandelen over de verdovingstechnieken, dan vind ik dat prima. De heer Vanthemsche is ongetwijfeld een expert ter zake, maar hij gaf zelf in interviews aan dat hij openstond voor alternatieven voor verdoving, en dan begint er bij mij een belletje te rinkelen. Die opdracht, hoe ruim is die eigenlijk? Gaat het alleen over verdoving als duidelijk einddoel, met een duidelijke timing, en is er alleen nog discussie over technieken? Of zijn er nog alternatieven zoals hij ze noemt, bijvoorbeeld post-cut stunning, in de running?
Minister, ik hoop dat u iets meer details kunt geven en de exacte inhoud van de opdracht wilt overmaken aan de commissieleden.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, ik heb altijd een beetje moeite met de term bemiddelaar. Zoals u in alle communicaties ter zake hebt aangegeven, fungeert de heer Vanthemsche als tussenpersoon om te komen tot een algemeen verbod op onverdoofd slachten. Dat is een antwoord op de vraag en dat is de samenvatting. Ik wil hier geen polemiek starten of alle discussies opnieuw opengooien. Ik hoop dat die man in de luwte zijn werk kan doen. Ik wil de zaak niet op de spits drijven. Voor ons is het zeer duidelijk: hij is een tussenpersoon die moet gaan naar het algemeen verbod op onverdoofd slachten.
De heer Janssens heeft het woord.
Collega’s, we weten met z’n allen waarom Vanthemsche uiteindelijk als bemiddelaar is aangesteld, namelijk zodat de meerderheidspartijen tijd kunnen kopen om elkaar of vooral CD&V – en nu schuift ook plots Open Vld op richting totaalverbod – richting een compromis te masseren, of richting een decretaal initiatief voor een totaalverbod op ritueel slachten te bewegen.
Minister, wat als deze bemiddelingsopdracht mislukt? Want waarom zou deze bemiddeling, deze opdracht van de heer Vanthemsche wel lukken, waar eerdere bemiddeling, eerder overleg of pogingen tot overleg met de geloofsgemeenschappen altijd mislukten?
Verwijzend naar de vragen van de heer Caron, waarop u geantwoord hebt zonder dat ze gesteld werden, over de Europese aanpak van een totaalverbod, mag ik ervan uitgaan dat u daar in Vlaanderen niet gaat op wachten, dat u eigen initiatieven gaat nemen, dat Vlaanderen inderdaad in dezen een voortrekkersrol kan spelen, dat u maximaal de eigen bevoegdheden gaat benutten zonder daarvoor op Europa of andere landen te wachten.
Minister, ten slotte komt er toch heel wat onverdoofd geslacht vlees op de markt. Kan daar op basis van de huidige wetgeving tegen opgetreden worden? De huidige wetgeving laat alleen onverdoofde slacht toe voor religieuze doeleinden, toch stellen we vast dat er heel wat ander onverdoofd geslacht vlees op de markt komt. Kan daar met de huidige wetgeving tegen opgetreden worden? Zo ja, hoe? En hoe wenst u dat dan te doen?
De heer Caron heeft het woord.
Ik ga mijn vragen niet opnieuw stellen. Minister, ik denk dat u mijn vragen mee beantwoord hebt. (Opmerkingen)
Maar ik heb een punt van orde.
Wat dat betreft, de minister moest ook al elders geweest zijn. Als het over de regeling van de werkzaamheden gaat, stel ik voor dat op het einde te doen. Als u nog iets bijkomend wenst te onderstrepen, dan kan dat.
Minister Weyts heeft het woord.
Er wordt gevraagd naar de evaluatie van de offerfeesten. Dat kan vanzelfsprekend. Ik heb natuurlijk geen cijfers, laat staan die van de andere gewesten, met betrekking tot het illegaal slachten.
Er werd gesteld dat er geen einddatum is bepaald. De eerste jaarhelft van 2017, 30 juni, dat is wel degelijk een einddatum. Dat kan vroeger. Er is wel een marge.
Wat het contract aangaat, dat moet ik bekijken. We moeten rekening houden, en gelukkig maar, met de vertrouwelijkheid. Als ministers van de Vlaamse Regering hebben we een zekere delegatiebevoegdheid. Niet alles moet naar de regering worden gebracht. Het is zo al beperkt genoeg. Hiervoor heb ik een delegatie. Ik heb dat juridisch laten nagaan. Ik kan wel degelijk een dergelijk contract sluiten met een andere partij. Ik heb niets te verbergen. De opdracht heb ik hier heel duidelijk omschreven. Ik heb letterlijk uit het contract geciteerd. Er zit geen ruis op. Ik wil u daar best inzage in geven, maar ik weet niet hoe dat vertrouwelijk kan gebeuren. We moeten dat maar eens aftoetsen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, wat de illegale slachtingen betreft, is de vraag hoe die werden gecontroleerd. Ik zal dat zeker nog op de agenda zetten. Het is belangrijk dat het Offerfeest, dat net achter de rug is, wordt geëvalueerd.
Het standpunt van onze partij is zeer duidelijk. We hebben hierover al meermaals gedebatteerd. Ons standpunt is en blijft hetzelfde. De dialoog vinden we belangrijk. We kijken uit naar het einde van de eerste jaarhelft om het verslag van de heer Vanthemsche in de commissie te bespreken.
De heer Caron heeft het woord.
Ik wil nog een klein element toevoegen. Ik heb de discussie niet gevolgd. Wat ik niet graag zie gebeuren, is dat deze discussie verdronken wordt in een Europees discours, alsof alleen de Europese Unie eerst moet beslissen over de richtlijn, die dan wordt omgezet in de eigen regelgeving. Ik zie de minister nee knikken. Ik hoop dat hij het juist voor heeft. Laten we de vis niet verdrinken. Ik weet dat die uitdrukking in dit kader heel cynisch klinkt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.