Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Recent kwam de dierenrechtenorganisatie Animal Rights naar buiten met schokkende beelden van wantoestanden in een West-Vlaamse leghennenhouderij. Heel wat kooikippen vertoonden duidelijke letsels en waren fysiek in zeer slechte toestand. Daarnaast waren er ook duidelijke voorbeelden van slecht management waarbij kadavers niet werden opgeruimd en ontsnapte kippen in de stal aan hun lot werden overgelaten.
Ondanks de dierenwelzijnsinspanningen van heel wat pluimveehouders zijn er blijkbaar toch rotte appels die hun kippen in erbarmelijke omstandigheden in leven houden. Daarnaast staan ook kooisystemen geregeld zelf ter discussie. In Duitsland werd vorig jaar nog beslist deze stalsystemen tegen 2025 te verbieden.
Aangezien de meeste legkippenhouders in 2012 hun infrastructuur hebben vernieuwd, is een verbod op korte termijn niet realistisch in Vlaanderen. We hebben dat debat al eens gevoerd in de commissie. Daar moeten we vandaag niet verder over uitweiden. Maar op langere termijn is een verschuiving van de legkippenhouderij naar alternatieve systemen wel wenselijk want dit biedt immers meer mogelijkheden om het natuurlijke gedrag na te bootsen en biedt het meeste potentieel voor een goed dierenwelzijn.
Minister, hoeveel controles zijn er de afgelopen drie jaar op kippenbedrijven uitgevoerd? Om de hoeveel tijd wordt elk bedrijf minstens gecontroleerd? Welke parameters worden daarbij nagegaan? Zijn de controles aangekondigd of niet? In hoeveel gevallen kwamen er na een controle dierenwelzijnsproblemen aan het licht, zoals bij het genoemde West-Vlaamse bedrijf? Zijn deze overtredingen recurrent in de sector? Hoe wordt daartegen opgetreden?
In de commissievergadering van oktober gaf u aan dat een evaluatiecommissie zich opnieuw zou buigen over kooihuisvesting. De resultaten van dit onderzoek werden intussen gepubliceerd. Welk traject hanteert deze commissie? Zijn er overlegmomenten geweest? Welke conclusies kwamen daaruit?
Minister Weyts heeft het woord.
De eerstelijnscontroles op het dierenwelzijn in de landbouwsector worden uitgevoerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Om geen dubbel werk te doen, hebben we een protocol afgesloten. Het FAVV moet veel frequenter aanwezig zijn. Het zou dan wat gek zijn dat de ene inspectiedienst passeert en er vervolgens nog een andere komt. Er is ook een financieel engagement van ons: we betalen dus voor die dienstverlening. Dat wil zeggen dat de waarnemingen door het FAVV worden bezorgd aan de Inspectiedienst Dierenwelzijn. Hiervoor bestaat een protocol met de andere gewesten.
In 2013 werden in Vlaanderen 54 legbedrijven gecontroleerd, in 2014 ging het om 31 bedrijven en in 2015 om 22 bedrijven. Deze controles zijn niet aangekondigd en hierbij wordt de hele dierenwelzijnsregelgeving die van toepassing is op legkippen overlopen. In 2012 werd een heel groot deel van de legkippensector gecontroleerd omdat toen het verbod op de klassieke batterijkooi in werking trad. Daarbij werden wel wat problemen vastgesteld, maar die aanpassingen werden aangepakt met de omschakeling in 2012.
Verder werden er in 2013 bij legkippenhouders overtredingen vastgesteld. Het ging om 25 non-conformiteiten op 9 bedrijven, in 2014 om 4 non-conformiteiten op 2 bedrijven en in 2015 om 2 non-conformiteiten op 1 bedrijf. De aard van deze non-conformiteiten varieert, van een te hoge bezettingsdichtheid of een tekort aan zitstokken tot problemen met de registers, dus met het schriftelijk bijhouden van de gegevens. Als er overtredingen worden vastgesteld, worden die sinds de regionalisering gemeld aan onze inspectiedienst.
De discussie over het verbod op de verrijkte kooi dan. De evaluatiecommissie die daarvoor is opgericht, heeft zich in de periode 2007-2009 gebogen over de vraag of er een verbod moest komen op de verrijkte kooi. In 2009 werd geconcludeerd dat er op dat moment onvoldoende elementen waren om een definitieve keuze te maken tussen het ene of het andere huisvestingssysteem.
De evaluatiecommissie zou daarna om de vijf jaar opnieuw samenkomen. Dit is ook gebeurd in 2014, maar dat was in de periode van de bevoegdheidsoverdracht. Op dat moment was het onderzoek van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek naar die specifieke problematiek lopende. De kwestie van de alternatieve huisvestingssystemen was nog niet afgerond. Ondertussen is dat wel gebeurd. De resultaten van dit onderzoek zijn niet eenduidig. Er zijn argumenten pro het volièresysteem en er zijn er ook pro het kooisysteem. Dat was dus geen eenduidige conclusie. Dat belet ons echter niet om dat opnieuw voor te leggen aan de betrokken evaluatiecommissie, die toch vrij ruim is samengesteld. Ik heb gevraagd dat die zich daar opnieuw over zou buigen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, de controles zijn wel verminderd. In 2013 waren er nog 54, in 2015 nog 22. Dat is niet eens de helft meer. Is daar een oorzaak van? Zijn er minder bedrijven of zijn er gewoon minder controles? Het is wel positief dat de non-conformiteit enorm is gedaald. Die is bijna te verwaarlozen. In 2013 nog 25, in 2015 nog 2. Het is goed als iedereen in orde blijkt te zijn en is dus enkel positief te noemen. Maar hoe komt het dan dat de controles zijn gehalveerd?
Het is inderdaad toch opvallend dat er een opmerkelijke daling is in het aantal controles. Als u het hebt over het type van non-conformiteiten, haalt u de te hoge bezettingsgraad aan, toch iets cruciaal voor het welzijn van die dieren. Ik hoop dat de controles in de komende jaren zeker niet zullen verminderen. Het mag gerust nog wat stijgen. Ik begrijp dat in 2012 met het verbod op de klassieke kooien misschien wel een piek van controles heeft plaatsgevonden, maar dat neemt niet weg dat het vaak over veel meer gaat dan dat, die non-conformiteiten.
Wat de verrijkte kooien betreft – we weten dit allemaal en dat wordt erkend door internationale experts –, het kunnen vertonen van natuurlijk gedrag is cruciaal vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. Ik zie niet in hoe zo’n dier in een verrijkte kooi een natuurlijk gedrag kan vertonen. (Opmerkingen van Bart Dochy)
Een verrijkte kooi heb ik eerlijk gezegd nog niet fysiek gezien, wel op foto. Als het dier nauwelijks kan bewegen in die verrijkte kooi … Het gaat over een beperkte toename van ruimte voor dat dier. Beweert u, mijnheer Dochy, dat het dier in een verrijkte kooi in een goed welbevinden kan leven? Bent u daarvan overtuigd? U knikt.
Mijnheer Sanctorum, de vragen worden in een commissie aan de minister gesteld.
Ja, maar als ik een vraag krijg van een collega, ben ik zo sympathiek om daarop te reageren. Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn is zo’n verrijkte kooi geen goede optie. Het is jammer dat daarover geen klaarheid wordt gecreëerd, ook op het politieke niveau.
Minister, we moeten achter elke stap vooruit staan inzake dierenwelzijn die we kunnen boeken. Ik begrijp daarom niet goed dat u de discussie niet wilt herbeginnen over het al dan niet invoeren van een verbod, want dat is niet aan de orde. Anderzijds zegt u dat we op de lange termijn moeten verschuiven naar de alternatieve systemen. Ik vraag me af hoe je dat doet als we niet spreken over een verbod. Misschien ben ik daar niet naïef genoeg in.
Los daarvan, wat de afnemende controles betreft en de non-conformiteit die bijna niet meer wordt vastgesteld, kan er misschien een opsplitsing worden gemaakt in inbreuken op dierenwelzijn. Administratieve inbreuken zijn iets minder belangrijk dan inbreuken op dierenwelzijn.
Er zijn heel wat controles gebeurd, en die zijn afgenomen. Het is ook logisch dat een bedrijf waar er geen problemen zijn, niet jaar na jaar opnieuw wordt gecontroleerd. Het gaat ook over een beperkt aantal bedrijven. Het aantal leghennenbedrijven in Vlaanderen is niet zo groot.
Minister, hebt u een opdeling tussen de verschillende staltypes? Ik neem aan dat die controles gebeuren zowel op bedrijven waar de verrijkte kooi aanwezig is, als op bedrijven waar volièrestallen zijn. Er zijn studies die aantonen dat die volièrestallen de perfectie ook niet benaderen. Er zijn soms problemen met dierenwelzijn, zoals pikgedrag tegen elkaar. Dat is dus ook niet ideaal. Er is altijd iets. Er worden in elk geval zeer veel inspanningen gedaan om het dierenwelzijn te optimaliseren binnen de mogelijkheden die er zijn.
Straks stel ik een vraag om uitleg in de commissie Landbouw over de import van eieren uit Oekraïne. Ik maak me daar veel meer zorgen over. In Vlaanderen worden er veel inspanningen gedaan door bedrijfsleiders. Er zijn controles, maar ik vraag me af hoe dat daar gebeurt. Ik maak me veel meer zorgen over de toestand waarin die dieren daar leven dan over de toestand in Vlaanderen, omdat er hier al veel inspanningen gebeuren.
Mijn boodschap is dus dat we de kip met het ei niet mogen weggooien en dat we in elk geval moeten opletten wanneer beelden uit de context worden getrokken of in elk geval gefragmenteerd. Ik ontken niet dat er hier en daar een probleem kan zijn, maar je mag niet veralgemenen wanneer dergelijke fragmentarische beelden worden verspreid. We moeten daar heel omzichtig mee omspringen. Anders kunnen we ook de bedrijfsleiders die het goed doen, niet blijven motiveren.
Minister Weyts heeft het woord.
Dit is geen zwart-witdiscussie, dat is duidelijk. Het gaat over de vraag of de beste beschikbare techniek wordt toegepast, ja of neen. Vandaar de permanente evaluatie en de idee om die commissie regelmatig en met een vaste periodiciteit te laten samenkomen. Dat zal opnieuw gebeuren.
De frequentie van de inspecties dan. Vooral in de nasleep van 2012 is er een intensieve inspectieronde geweest die nog gevolgen heeft gehad in 2013. Dan is het verbod er gekomen op de legbatterijen. Het is vooral daarvan een uitloper.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Ik hoop dat ik niet de indruk heb gegeven dingen te veralgemenen. Ik heb alleen gevraagd hoeveel controles er werkelijk zijn gebeurd in Vlaanderen. Ik heb wel een aantal bedrijven bezocht, ook met verrijkte kooien. Ik ben de eerste om te zeggen dat veel bedrijven wel degelijk begaan zijn met dierenwelzijn en inspanningen leveren. Sommige bedrijven werken vandaag met verrijkte kooien en zetten nog minder dieren per kooi. Ze nemen zelf initiatieven om het dierenwelzijn nog te verbeteren.
Mevrouw Robeyns, op de lange termijn moeten we inderdaad naar alternatieven gaan. We mogen ook de inspanningen van de sector niet onderschatten. Rome is ook niet op één dag gebouwd. In 2012 is iedereen omgeschakeld naar verrijkte kooien. In 2016 kunnen we niet zeggen dat de verrijkte kooien weg moeten. Op de lange termijn is er een evolutie. Er zullen aanpassingen komen, maar de sector moet wel kunnen volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.