Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, ik kom terug op een dossier dat hier al een paar keer aan bod kwam, het dossier van de Saeftinghezone. Ik wil nog eens wijzen op het belang van onze Vlaamse havens, meer bepaald de haven van Antwerpen. Meer dan 150.000 gezinnen, rechtstreeks of onrechtstreeks, hangen af van de haven voor hun broodwinning.
Antwerpen manifesteert zich de laatste jaren als de sterkste groeier in de Hamburg-Le Havre-range. De indicatie is dat het die positie zal kunnen blijven behouden, dat die curve kan worden aangehouden. Dat hoop ik natuurlijk ook, dat Antwerpen de meer dan gemiddelde groei kan aanhouden. De voorwaarde daartoe is een voldoende handelingscapaciteit: nautisch, qua terminals en qua hinterland. We riskeren tegen de maximumcapaciteit aan te donderen. Er ligt een vraag voor naar meer behandelingscapaciteit. Dat brengt ons dan heel concreet bij de wenselijke plannen rond het Saeftinghedok.
We hebben het dossier hier procedurematig gevolgd. Deze zomer gebeurde er wat nieuws. De verschillende adviezen werden aangevraagd. In functie van een definitieve uitspraak over het verzoek tot vernietiging van het GRUP voor het zeehavengebied van de haven van Antwerpen heeft de Raad van State advies gevraagd aan het Europees Hof van Justitie, dat op zijn beurt advies vroeg aan de Europese Commissie.
De Europese Commissie uitte in een advies haar bezorgdheid over de natuurcompensatieplannen, omdat ze niet zouden overeenstemmen met de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn. Het Europees Hof van Justitie stelde vervolgens de proactieve natuurontwikkeling van Vlaanderen in vraag. Dat is niets nieuws. We wisten al dat daar een mogelijk probleem was. Wat gaat er gebeuren met het GRUP? Gaat de Raad van State het vernietigen of niet?
De Vlaamse Regering wachtte niet af – en dat vind ik een goede zaak – en besliste om het GRUP te hernemen via de procedure in het decreet Complexe Projecten. De echte kern van het probleem is de discussie over de wettigheid van de ‘proactieve natuurontwikkeling’ waar we in Vlaanderen zo prat op gaan, en of dat gaat om milderende maatregelen of compensatie.
Minister, bent u na de uitspraak van het Europees Hof gestart met een onderzoek over een aanpassing van het Natuurdecreet? Zo ja, wat is de stand van zaken? Zo neen, waarom niet? Dat is nog iets anders dan de herneming van de procedure in het decreet Complexe Projecten.
Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over de stand van zaken van de hernomen procedure Complexe Projecten? Hoe zit het met de timing? Hopelijk leidt dat niet tot vertraging in de procedure.
In welke mate zal met de toepassing van het decreet Complexe Projecten een antwoord geboden worden op de problematiek van de natuurcompensatie en proactieve natuurontwikkeling? Dat is de grote vraag in dit dossier en daar moeten we een afdoend antwoord op bieden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, ik ben het met u eens dat onze haven en de werkgelegenheid bijzonder belangrijk zijn, dat we daar zorg voor moeten dragen, maar u zult het met me eens zijn dat ook natuur belangrijk is, en dat we ook daar grote zorg voor moeten dragen. Daarom zoeken we altijd een gezond evenwicht tussen die economie en die ecologie.
Het arrest van het Europees Hof heeft betrekking op het gegeven dat bepaalde maatregelen in het GRUP strijdig zijn met artikel 6, punt 3 en punt 4 van de Habitatrichtlijn, doordat de maatregelen in kwestie volgens het Hof beschouwd moeten worden als compenserende maatregelen, terwijl niet de procedure wordt gevolgd voor het GRUP.
In een aanpassing van het Natuurdecreet is al voorzien in het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw, dat op 15 juli 2016 een eerste keer principieel is goedgekeurd door de Vlaamse Regering. In dat ontwerp van decreet was voorzien in enkele interpretatieve bepalingen bij artikel 36ter van het Natuurdecreet om daar zo aan tegemoet te komen, met name door te voorzien in de mogelijkheid dat onder welbepaalde voorwaarden proactieve instandhoudingsmaatregelen mee in beschouwing kunnen worden genomen bij het uitvoeren van een passende beoordeling en de beslissing die daarop volgt over een bepaald plan of programma.
De inhoud van het arrest van het Europees Hof op 21 juli 2016, nauwelijks een week na de eerste goedkeuring van het ontwerp van decreet, maakt echter duidelijk dat de voorziene interpretatieve bepalingen bij het Natuurdecreet eveneens in strijd zijn met artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Het Hof oordeelt dat instandhoudingsmaatregelen waarvan de ontwikkeling pas zal worden voltooid na de beoordeling van een plan of programma niet in aanmerking kunnen worden genomen bij die beoordeling. Op deze hindernis is inmiddels ook gewezen in het gemeenschappelijk advies van de Minaraad en de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Er zit dus niets anders op dan de interpretatieve bepalingen bij het Natuurdecreet uit het verzameldecreet te halen.
De Vlaamse Regering nam op 15 juli 2016 de startbeslissing over de opstart van het complex project ‘Realisatie van extra containerbehandelingscapaciteit in het havengebied Antwerpen’. Via dit project beogen we de realisatie van extra containerbehandelingscapaciteit om de verwachte groei tot 2030 te kunnen accommoderen. De ontwikkeling van industriële/logistieke gronden en de multimodale ontsluiting tot aan het hoofdnet worden mee bekeken.
Deze startbeslissing geeft groen licht voor de onderzoeksfase, waar het de bedoeling is om de beste oplossing te filteren uit de mogelijke alternatieven. Daarvoor worden de verschillende oplossingen op een geïntegreerde manier onderzocht.
Op 6 oktober organiseert het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, de trekker van het complex project, een gespreksavond over de economische noodzaak van bijkomende containerbehandelingscapaciteit. Er zijn ook nog andere stappen gepland.
Als u er de startbeslissing op naslaat, zult u zien dat de natuuraspecten mee verantwoordelijk zijn voor de complexiteit van het project, en ook de scope ervan in belangrijke mate mee bepalen. Een groot deel van het zeehavengebied op de linkerscheldeoever ligt binnen speciale beschermingszones (SBZ’s) van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn.
De procedure van de complexe projecten is bij uitstek een geïntegreerd planproces, en dus wordt ook de integratie van de natuurproblematiek meegenomen. Die is dus ‘inbegrepen’.
U ziet dat wij inderdaad niet hebben stilgezeten. We hebben al proactief gewerkt, maar komen verschillende hindernissen tegen. We hopen die snel te kunnen nemen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u bevestigt dat de haven belangrijk is. Natuur ook, uiteraard, u hebt me niets anders horen zeggen. Dat is trouwens een speciaal verzoeknummer van mijn collega Vandaele. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
U hoort ons uiteraard niets anders vertellen. Dat betekent niet dat we hier niet voluit mee voort moeten. U hebt getracht aan het Natuurdecreet een interpretatieve lezing of verduidelijking te geven, maar die is ook gesneuveld. Hoe wordt dan specifiek gewerkt aan een antwoord daarop?
Het zijn twee aparte zaken. Met de complexe projecten kan men verder. Er is groen licht voor de onderzoeksfase, men gaat alternatieven onderzoeken, maar men zal nog altijd op de Europese vraag stuiten naar de natuurcompensaties en de proactieve natuurontwikkeling. Hoe reageert u daar concreet op? U gaat dat er weer uit halen, hoor ik net. Hoe gaat u met dat aspect verder?
Wat betekent dit qua timing voor de complexe projecten? Komt er een vertraging? U zei dat we de maximale capaciteit zullen bereiken begin de jaren 2020. De bijkomende vraag die de jaren daarop zal volgen, betekent een heel strakke timing. Om dat te halen en niet op een muur te botsen, om geen capaciteitsproblemen te krijgen, is de timing cruciaal. Graag enige duidelijkheid daaromtrent. Zal de oorspronkelijke timing behouden blijven? Wat betekent de opstart van nul van zo’n dossier complexe projecten voor de haalbaarheid van de timing?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Los van dit dossier zou ik willen opmerken dat we moeten opletten dat het decreet Complexe Projecten, waar we met heel veel zorg aan gewerkt hebben over de partijgrenzen heen, niet de perceptie gaat meekrijgen dat het dient om dossiers die op de een of andere manier vastzitten, weer vlot te krijgen. Het uitgangspunt van het decreet Complexe Investeringen was om van in den beginne heel breed te bevragen om uiteindelijk tot een meer gefundeerde besluitvorming te komen. Los van het feit of het hier al dan niet opportuun is, wou ik deze opmerking maken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw De Ridder, voor elke stap die we gezet hebben, hebben we ook overlegd binnen de Vlaamse Regering. We vonden dat we verschillende sporen moesten volgen, dat hebben we ook gedaan. Dat lijkt me de meest veilige parachute. We stellen vast, op basis van de uitspraak, dat proactief wellicht niet kan en dat het richting compenserende maatregelen zal gaan. Dat maakt nu ook juist deel uit van het onderzoek dat momenteel loopt binnen het complexe project. Dat project moet er zo snel mogelijk komen. We proberen de timing aan te houden. De trekker is trouwens Openbare Werken. Ik veronderstel dat zij er alles aan doen om het in goede banen te leiden, en dat vooruit te doen gaan.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik ben blij met de stappen die gezet zijn, maar ik verwacht van u evengoed dat u zich er volledig achter zet. Ik mag daar toch van uitgaan? U zegt heel fijntjes dat Openbare Werken de trekker is, maar u bent bevoegd voor het hele procedureverloop. Ik hoop dat de regering dit collegiaal aangrijpt als een zeer belangrijk project. Het is een cruciaal project voor de verdere groei van de Antwerpse haven. Ik hoop dat men op zoek gaat naar een oplossing.
Het complexe project loopt. U wilt niet dat het gezien wordt, mijnheer Ceyssens, als remediërend. Maar laat ons met ons allen vaststellen dat hier geremedieerd moet worden. De procedures van het verleden hebben niet altijd tot het verhoopte succes geleid, of hebben niet geleid tot een doorstart of de realisatie van een project. Dat zal hopelijk nu wel gebeuren met de complexe projecten, die uiteraard zeer breed gaan met het onderzoek naar alternatieven en zo. Maar vandaar ook mijn vrees dat een en ander tot vertraging zou kunnen leiden, en dat moet toch vermeden worden.
We gaan dus volop door met de complexe projecten. We bekijken wat er nog moet gebeuren in die omgeving zoals met het Deurganckdokdecreet. Ik kan me voorstellen dat er nog aanpassingen noodzakelijk zijn. Misschien is het nuttig dat u daarover op korte termijn opnieuw rapporteert of een stand van zaken geeft, gelet op het belang van het dossier.
De vraag om uitleg is afgehandeld.