Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, recent is mijn aandacht getrokken door een persbericht van de Belgische Petroleummaatschappij waarin wordt gesignaleerd dat het Bodemsaneringsfonds voor Tankstations (BOFAS) momenteel 150 miljoen euro aan reserves heeft. Dat bedrag zou tegen 2019, als het fonds ten einde loopt, tot 200 miljoen euro oplopen.
Tijdens de vorige en de huidige legislatuur is herhaaldelijk gesuggereerd de overschotten van het BOFAS aan te wenden voor de financiering van een intergewestelijk instrument voor de subsidiëring van de aanpak van de private stookolietankvervuiling. Uiteindelijk is een meerderheidspartij in de Federale Regering gaan dwarsliggen.
Naar aanleiding van een vraag om uitleg van de heer Dochy is dit onderwerp vijf maanden geleden in deze commissie ter sprake gekomen. Ook toen zat er nog geen schot in de zaak. De Federale Regering neemt niet de tijd om een standpunt in te nemen over de functionering en de budgettering van een stookoliefonds.
Minister, volgens het antwoord dat u op 3 mei 2016 op een vraag om uitleg van de heer Dochy hebt gegeven, zou de Federale Regering toen opnieuw hebben beloofd zeer binnenkort een standpunt in te zullen nemen. Indien dit tegen eind mei 2016 nog niet het geval zou zijn, zou u dit punt opnieuw op de agenda van de volgende Interministeriële Conferentie Leefmilieu plaatsen.
Minister, heeft de Federale Regering haar standpunt ondertussen toegelicht?
U hebt in uw antwoord op 3 mei 2016 vermeld dat een communautaire discussie het belangrijkste knelpunt zou zijn. Kunt u in dit verband wat duiding en toelichting geven?
Is de problematiek van de vervuilde stookolietanks in Vlaanderen relatief gezien even groot als in de andere gewesten? Is er daar misschien een verschil?
Wat is het standpunt van beide andere gewesten over de financiering van een stookolietankfonds? Zitten ze op dezelfde lijn als Vlaanderen? Zijn ze vragende partij om die enorme overschotten, die tegen 2019 nog zouden oplopen, te gebruiken om een systeem op poten te zetten om andere problemen, zoals de sanering van particuliere stookolietanks, aan te pakken? We kunnen niet ontkennen dat het BOFAS een succes is. De middelen daarvoor komen van de petroleumindustrie, maar ook van ons. Wij betalen 16 eurocent per tankbeurt om dat fonds te subsidiëren. Zitten de andere gewesten op dezelfde lijn als Vlaanderen? Wensen ze hiervoor een oplossing te vinden?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, ik moet helaas even terugkeren in de geschiedenis. In 2013 hebben de drie gewesten een ontwerp van samenwerkingsakkoord met betrekking tot een stookolietankfonds principieel goedgekeurd. Waar zit dan het knelpunt? Er is nog steeds geen standpunt van de Federale Regering. Dat is er dus ook na 2013 niet gekomen. Ik voel aan dat het muurvast zit. De zaken zitten geblokkeerd.
Volgens de gegevens waarover ik beschik, zijn de problemen in de drie gewesten relatief gezien even groot. Het in verbruik stellen van petroleumproducten speelt zich af op de Belgische markt. Alle heffingen en bijdragen met betrekking tot petroleumproducten zijn een federale materie. De gevolgen voor de particuliere eindgebruiker met betrekking tot de kosten die aan door petroleumproducten veroorzaakte bodemverontreiniging zijn verbonden, zijn gewestoverschrijdend.
Daar doet het feit dat bodemonderzoek en -sanering een gewestelijke materie is geen afbreuk aan. Elke particulier in België die zich met dergelijke problematiek geconfronteerd ziet, verdient een tegemoetkoming via het beoogde stookolietankfonds.
Dat zit ook nog altijd federaal geblokkeerd. Ik heb geen bewijzen van de discussie, maar ik stel vast dat het federale standpunt niet op de tafel komt.
Minister, ik kan alleen maar samen met u betreuren dat we in een impasse zitten. Als ik al die dossiers zie die ook vandaag in de commissie passeerden, moeten wij wel samen een grote pleitbezorger zijn van het confederalisme. Op deze manier komen we natuurlijk geen stap vooruit.
We zijn een fonds aan het voeden waar de problemen eigenlijk opgelost zijn. We zitten met een wachtlijst van driehonderd particulieren die vragende partij zijn voor een financiële injectie om hun oude stookolietank te saneren. Toch slagen we er na al die jaren niet in.
Ik las dat de Vlaamse Regering in 2009 al een engagement is aangegaan om het stookolietankfonds op te richten. Is het niet met federale middelen, dan met eigen middelen, maar ik snap dat men daar veel middelen voor nodig heeft en dat het absurd is dat er middelen zijn die men niet kan aanwenden om vooruitgang te maken, wetende dat de problematiek van die tanks alsmaar erger en duurder wordt. De sanering van lekken in stookolietanks kost met de tijd meer.
Ik hoop dat u bij de Federale Regering aandringt om er eindelijk eens werk van te maken. We kunnen blijven wachten op hun standpunt, maar we kunnen ook druk op de ketel zetten. De federale verantwoordelijke, minister Peeters, is een partijgenoot van u en behoeder van het fonds. Het zou toch mogelijk moeten zijn om daar een oplossing voor te vinden.
Mijnheer Nevens, ik ben het volledig met u eens dat de middelen bestaan, dat de bijdrage geleverd is, dat we zoveel gezinnen zouden kunnen helpen en dat dat niet gedeblokkeerd geraakt. Die bevoegdheid zit niet bij minister Peeters. Dit werd binnen de Federale Regering al herhaalde malen op tafel gelegd, wellicht ook door uw partij, in elk geval door de mijne. Ik hoop dat het snel gedeblokkeerd geraakt, misschien al in de komende dagen. Het is heel belangrijk om daar bij de Federale Regering sterk op aan te dringen.
Ik hoop hetzelfde met u. Ik heb me geïnformeerd op het federale niveau en daar heeft men mij gezegd dat de minister van Economie de BOFAS-bijdragen int via de FOD Economie. Ofwel ben ik verkeerd ingelicht. Kunt u dat nog eens checken? Misschien kunnen we via die piste een oplossing vinden om de middelen vrij te maken en te verdelen over de gewesten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.