Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de ratificering van het klimaatakkoord van Parijs
Vraag om uitleg over de uitwerking van het Belgische klimaatakkoord
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, eind vorig jaar heeft de Europese Unie tijdens de Klimaattop in Parijs beloofd de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 40 procent te verminderen. Volgens de nieuwe klimaatdoelstellingen van de Europese Commissie moet België de uitstoot van broeikasgassen in het gebouwenbestand, de transportsector en de landbouw tegen 2030 met 35 procent terugdringen.
Minister, u hebt in de media verklaard dat de komende maanden concreet zal worden nagegaan hoe de verschillende Europese lidstaten deze doelstellingen kunnen realiseren. U hebt ook het belang benadrukt van een billijke verdeling tussen de lidstaten en van een gelijk speelveld.
Bovendien is tijdens de zomer het bericht gekomen dat de EU het klimaatverdrag van Parijs zonder België zal ratificeren. Op 6 september 2016 heeft een federaal woordvoerder laten optekenen dat de ratificatieprocedure in België niet voor 6 oktober 2016 zal worden afgerond. Dat valt pas tegen het einde van het jaar te verwachten.
Minister, op welke manier zal een billijke verdeling tussen de verschillende lidstaten en een gelijk speelveld worden gezocht? Welke timing is voorzien om het voorstel van de Europese Commissie door het Europees Parlement en door de verschillende lidstaten te laten ratificeren? Wat is de timing voor de ratificatie van het verdrag in het Vlaams Parlement? Hoe verhoudt dit zich tot de ratificatie in de andere parlementen in dit land? Zult u overgaan tot het afsluiten van een nieuw intra-Belgisch klimaatakkoord met een nieuwe verdeelsleutel? Zo ja, op welke manier en met welke timing zal dat gebeuren?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag om uitleg is gelijklopend. Ik moet echter zeggen dat de vraag om uitleg ondertussen een beetje gedateerd is. Vandaag heeft het Europees Parlement ingestemd met het verdrag zoals het voorligt. In principe is de EU nu medeondertekenaar en ondersteunende partij om dit bijzonder belangrijk verdrag straks uit te voeren. Daarvoor waren 55 landen nodig die samen 55 procent van de uitstoot vertegenwoordigen. Met de goedkeuring in het Europees Parlement is die drempel overschreden. Het verdrag van Parijs kan, allicht veel vroeger dan iedereen had verwacht, in werking treden.
Als ik de pers mag geloven, zat dit in feite vorige week al in de pijplijn. U hebt hiervoor in de ministerraad het licht op groen gezet. Dit heeft onrechtstreeks tot een ander historisch feit geleid. Er is een eerste tweet verschenen waarin de heer Sanctorum positief was over uw beleid en uw acties. (Gelach)
Dat is een vooruitgang. Hoe dan ook is dit een belangrijke dag. Dankzij de ratificatie op het niveau van de EU namens de 28 lidstaten kan het akkoord in werking treden. Ondertussen hebben 7 lidstaten hun huiswerk al afgerond. Wij horen daar om evidente redenen niet bij. We gaan er echter van uit dat dit zo snel mogelijk in orde zal komen.
Daarnaast zijn er binnen en buiten Europa een aantal kleine donderwolken verschenen. De discussie binnen Europa met Polen is klassiek inzake klimaatbeleid, maar ook buiten Europa heeft de nieuw verkozen president van bijvoorbeeld de Filipijnen al verklaard dat hij het klimaatakkoord niet heeft ondertekend. En presidentskandidaat Trump heeft al aangegeven dat hij, mocht hij president worden, het klimaatakkoord van Parijs zou terugdraaien. Leonardo di Caprio heeft daarop gereageerd dat mensen die zulke uitspraken doen geen publiek mandaat mogen bekleden, maar het zal de Amerikaanse kiezer zijn die beslist. Vandaar dat een snelle inwerkingtreding van dit verdrag bijzonder belangrijk is en de stap die Europa heeft gezet bijzonder relevant is.
Maar dan nog blijft er huiswerk over voor ons, minister. Is er al duidelijkheid over wanneer Vlaanderen het akkoord van Parijs zal ratificeren? Wanneer kan België het ratificeren?
Heeft er al overleg plaatsgevonden tussen de verschillende klimaatministers van ons land?
Wanneer zal het ratificatieproces van het akkoord van Parijs rond zijn? Is er op dat moment nog voldoende tijd voor het afwerken van de procedure bij de Europese Unie? Uiteraard, dat is intussen gebeurd.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik ga even terug in de tijd, namelijk naar begin december 2015. Toen was de Klimaattop in Parijs al van start gegaan, en kwamen de verschillende regeringen in ons land in de Nationale Klimaatcommissie tot een akkoord om de inspanningen te verdelen om de doelstelling van 2020 te halen. Zo’n akkoord had er al zes jaar moeten zijn, dus een reden voor euforie was het vergelijk niet, wel een opluchting om eindelijk een doorstart te kunnen maken met het klimaatbeleid en de 400 miljoen euro te kunnen aanwenden die geblokkeerd blijft zolang er geen intra-Belgische verdeling is.
Volgens dat akkoord werd de Nationale Klimaatcommissie, in 2016 onder federaal voorzitterschap, belast om binnen een termijn van maximum twee maanden een ontwerp van samenwerkingsakkoord voor te leggen. Tien maanden later is het politieke akkoord echter nog steeds niet omgezet in een functioneel samenwerkingsakkoord. De technische onderhandelingen zouden bovendien sinds mei enige tijd hebben stilgelegen. Intussen is wel al duidelijk dat 2016 – na de twee vorige jaren – voor een nieuw warmterecord zal zorgen. Daarmee wil ik zeggen dat klimaatverandering geen ruimte biedt voor slome onderhandelingen. Integendeel, de onderhandelingen over de doelstelling van 2030 zouden al op kruissnelheid moeten zitten, dat is waar de vorige twee vragen over gingen.
Zonder functioneel akkoord blijft een deel van het Vlaamse klimaatgeld helaas geblokkeerd. Ook de Belgische bijdrage aan het Green Climate Fund laat zo op zich wachten. Opnieuw staan treuzelende klimaatministers op de rem van hun eigen beleid.
Daarom heb ik de volgende vragen, minister. Wat is de stand van zaken van de technische onderhandelingen over het politieke intra-Belgische klimaatakkoord? Wanneer zal dit akkoord eindelijk in werking treden? Vanaf wanneer kan Vlaanderen het vrij te komen geld inzetten voor een versterkt klimaatbeleid?
Hoe stelt Vlaanderen zich op in de gesprekken die het akkoord moeten uitwerken? Welke maatregelen neemt u om de twistpunten zo spoedig mogelijk te ontzenuwen? Wat zijn die belangrijkste twistpunten?
Hoever staan de onderhandelingen over de klimaatdoelstellingen van 2030? Wanneer gingen deze precies van start? Wanneer verwacht u hierover een politiek akkoord?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Op 20 juli 2016 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor de verdeling van de niet-ETS-inspanningen (emissions trading system) voor de periode 2021-2030 over de Europese lidstaten. Dit voorstel vertrekt van de relatieve financiële draagkracht van de lidstaten, uitgedrukt in bbp per capita. Volgens deze verdeelsleutel moet België een doelstelling van -38 procent halen ten opzichte van 2005. Voor de lidstaten met een bbp per capita boven het Europese gemiddelde – wij zijn daar bij – voorziet het voorstel in een correctie van de doelstelling op basis van het kostenefficiënt potentieel van deze lidstaten. In het geval van België bedraagt deze correctie 3 procent. Samen leidt dit voor België dus tot een doelstelling van -35 procent.
Voorts bevat het voorstel de mogelijke inzet van een aantal instrumenten om de kostenefficiëntie van de inspanning op Europees niveau te verhogen. De specifieke eigenschappen van deze instrumenten worden momenteel verder besproken in de Raad en het Europees Parlement.
Dit voorstel van verordening wordt nu besproken in raadswerkgroepen en zal volgens de gewone wetgevingsprocedure behandeld worden in de Raad en het Europees Parlement. De Commissie liet reeds verstaan dat ze mikt op een akkoord tegen ten laatste eind 2017.
De ratificatie van het Klimaatakkoord van Parijs is prioritair voor Vlaanderen. Binnen het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid werd een intra-Belgische taskforce ‘Ratificatie Overeenkomst van Parijs’ opgericht. De diensten belast met de opmaak van de instemmingdossiers op de verschillende niveaus wisselen informatie uit over de op te maken stukken en de te volgen procedures.
Wij hebben daar niet op gewacht. De Vlaamse Regering heeft op 15 juli 2016 het instemmingsdecreet principieel goedgekeurd en het advies gevraagd aan de Minaraad. Nadat de Minaraad had laten weten geen advies uit te brengen, werd onmiddellijk het advies van de Raad van State aangevraagd zoals dat moet, procedureel gezien: procedures moeten in een democratie gevolgd worden. Op 26 september ontving ik het advies van de Raad van State.
Momenteel wacht ik op een beslissing van de werkgroep gemengde verdragen, die moet nagaan of de opmerking in het advies van de Raad van State over het dubbel gemengd karakter van de overeenkomst effectief moet leiden tot een herkwalificatie van de bevoegdheden. Dat zal de Vlaamse procedure evenwel niet vertragen omdat het gewest en de gemeenschap op Vlaams niveau gefusioneerd zijn. Dat wil zeggen dat in Wallonië wel verschillende procedures moeten worden doorlopen en er wel vertraging zal zijn. Het dossier staat vrijdag weer op de agenda van de Vlaamse Regering, zoals het hoort.
Het Waalse Gewest heeft het instemmingsdecreet principieel goedgekeurd vóór het zomerreces, maar bij de Federale Regering en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gebeurde dat pas midden september. Die zijn dus wat later van start gegaan. Nogmaals, als het advies zou aantonen dat er ook van de gemeenschappen een instemming moet zijn, zal het in Wallonië nog langer duren.
De Raad Leefmilieu heeft vrijdag een raadsbeslissing aangenomen om de Europese Unie toe te laten versneld te ratificeren. Het Europees Parlement heeft daar vandaag mee ingestemd: dat komt dus goed, we zullen de timing halen. Heel wat andere lidstaten kunnen dat ook wegens procedurele voorschriften en democratische beslissingen niet tijdig ratificeren. We zijn niet de enigen. Ik heb met mijn Nederlandse collega gesproken en vernomen dat het door het Nederlandse tweekamerstelsel ook heel wat tijd kost om dat allemaal te doorlopen.
Indien zou blijken dat de Overeenkomst van Parijs in november 2016 effectief in werking treedt – en die kans is heel groot – is de Europese Unie alvast stemgerechtigd lid bij beslissingen over de Overeenkomst van Parijs tijdens de Klimaattop in Marrakesh. Ondertussen kunnen de lidstaten op basis van hun nationale procedures hun ratificatie voortzetten.
Net zoals voor de periode 2013-2020 zal de Belgische non-ETS-doelstelling verdeeld moeten worden tussen de gewesten, ondersteund door een federale inspanning.
Ik vind het opportuun om deze gesprekken zo snel mogelijk aan te vatten. U weet dat ik voorstander ben van een vaste verdeelsleutel, zodat men niet bij elk voorstel opnieuw moet onderhandelen. Het grote probleem daarmee is dat niet iedereen die rond de tafel zit, ervan overtuigd is dat dit de meest aangewezen manier is: niet elk gewest wil op dezelfde manier te werk gaan.
Wat betreft de ‘burden sharing’ voor de periode 2013-2020 verstrekte de Nationale Klimaatcommissie op 18 januari 2016 een mandaat aan een ambtelijke werkgroep die ermee belast werd om een ontwerp van samenwerkingsakkoord op te stellen. Op 15 maart 2016 leverde deze werkgroep een eerste ontwerpakkoord af aan de federale voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie – dat is momenteel federaal minister Marghem. Begin juli heeft de werkgroep een juridische en technische verfijning afgerond. De tekst is volledig rond behalve op één punt, en dat is hernieuwbare energie. De ministers bevoegd voor de energie proberen om daar zo snel mogelijk uit te geraken.
Dit jaar wordt de Nationale Klimaatcommissie voorgezeten door de federale overheid. Er is al enkele keren aangedrongen op een nieuwe vergaderdatum, maar dat loopt niet van een leien dakje. In oktober is er nu een datum geprikt waarop de commissie zal samenkomen. Eindelijk heeft de federale voorzitter een datum vastgelegd.
Het klopt dat de federale overheid nog altijd geen euro heeft gestort in het Vlaams Klimaatfonds. Dit is in tegenspraak met het politieke akkoord. Alle gewesten hebben hun ongenoegen hierover al meermaals geuit, maar ik stel vast dat ondertussen bijna een half miljard euro op het federale niveau zonder meer geblokkeerd blijft. Dit dossier werd in juli onder de aandacht gebracht van het Overlegcomité, maar ook dat heeft er niet toe geleid dat het bedrag gestort werd.
Ondertussen geef ik, samen mijn collega’s van de Vlaamse Regering, verder uitvoering aan ons klimaatbeleid en wacht ik niet op een ontwerp van samenwerkingsakkoord. Om te verzekeren dat we de Vlaamse 2020-doelstellingen realiseren en om een doorkijk te doen naar 2030 zijn er extra inspanningen noodzakelijk. De Vlaamse Klimaattop gaf daartoe de aftrap. We maken intussen werk van specifieke klimaatrondetafels; mijn collega’s doen dat voor hun bevoegdheden. We zullen op 1 december op de Klimaattop dan ook met concrete engagementen komen. We hopen natuurlijk dat de ministers van Energie ook snel tot een akkoord kunnen komen, zodat ook voor de hernieuwbare energie de tekst gefinaliseerd kan worden en het akkoord definitief kan worden afgerond.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Uiteraard kijken we uit naar de Klimaattop van 1 december.
Minister, kunnen wij een kopie krijgen van het advies van de Raad van State van 26 september? (Instemming)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, wat betreft de burden sharing erger ik me – net als u heb ik de indruk – aan het federale getreuzel. Het is goed dat er nu een datum vastligt.
Kunt u nog wat meer toelichting geven rond het knelpunt van hernieuwbare energie? Hoe zit dat juist, en hoe kan dat worden opgelost?
Het is natuurlijk belangrijk dat u inderdaad niet wacht en dat er bijkomend klimaatbeleid wordt gevoerd met de Klimaattop van 1 december als publiek moment om de intenties van Vlaanderen duidelijk te maken.
Inzake het Akkoord van Parijs volgt u de snelst mogelijke weg, dat is zeer positief. Er moet uiteraard rekening worden gehouden met de Raad van State, maar gezien de manier van werken in Vlaanderen zullen wij alvast geen vertraging opleveren voor de goedkeuring van dit belangrijke verdrag. Zeker met wat u samen met uw Europese collega’s hebt afgesproken rond de ratificatie op Europees niveau hebben we een duidelijk signaal gegeven, zowel vanuit Vlaanderen, België als Europa.
België heeft bij de verdeling van de doelstellingen -35 procent toebedeeld gekregen. Mijn fractie hoopt dat er geen nieuwe derde processie van Echternach komt. Er was er eentje in paars-groene tijden en eentje in de vorige en in deze legislatuur. Dit is niet meer voor herhaling vatbaar. Wat ons betreft, als er geen bereidheid is om tot een andere vaste verdeelsleutel te komen, dan moet elke deelstaat zelf maar zorgen voor een reductie van 35 procent met de middelen en bevoegdheden die ze heeft. Dat lijkt me de meest duidelijke afspraak om de engagementen ten aanzien van Europa na te komen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik zie ook enkele lichtpuntjes, maar het grote licht aan het einde van de tunnel zie ik nog niet.
Ik heb enkele bijkomende vragen. Minister Marghem hangt natuurlijk een heel ander discours op over de problemen. Ze zegt dat het probleem tussen Vlaanderen en Wallonië ligt. Wat is dan het knelpunt? Waarom kan de technische werkgroep niet landen? Het is belangrijk om het akkoord vóór Marrakesh helemaal af te ronden zodat het geld kan vrijkomen en we aan een versterkt klimaatbeleid uitvoering kunnen geven. Dat is heel erg belangrijk, anders riskeren we weer de risee te worden.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, mijn waardering voor het feit dat zowel Vlaanderen als België zich achter de Europese ambitie heeft geschaard om het Akkoord van Parijs zo snel mogelijk te ratificeren. Dat is symbolisch zeer belangrijk, al blijft het in de eerste plaats natuurlijk symbolisch. Die symboliek betekent natuurlijk weinig als niet elke lidstaat zelf overgaat tot ratificatie. Ik mag hopen, en daarin deel ik de mening van de meeste collega’s, dat we dat ook in eigen land snel kunnen doen. De vraag is dan natuurlijk ook wat wij doen.
Ik zou ook graag toelichting krijgen bij de knelpunten die er nog zitten rond dat samenwerkingsakkoord. Ik onderschrijf de stelling van de heer Bothuyne dat dit een aanslepend probleem is, die interne Belgische lastenverdeling. Waar zit men vast? Wat is uw visie op de engagementen die Vlaanderen gaat nemen in de komende periode inzake de lastenverdeling?
Het idee dat iedereen zelf maar voor die -35 procent moet zorgen, is op zich niet fout. Als Vlaanderen dat voor de huidige lopende engagementsperiode doet, is het probleem misschien al opgelost, maar dat is natuurlijk speculatie, gelet op uw antwoord. In elk geval mag ik hopen dat we niet – en ik hoor graag van u hoe dat kan – opnieuw vastzitten in een systeem waarbij elke lidstaat onderhandelt om zo weinig mogelijk te doen. Ik had begrepen dat Vlaanderen er voordeel bij heeft om zo veel mogelijk te doen. Misschien zou dat een deel van de oplossing zijn van het aanslepende onderhandelingsprobleem. Graag wat toelichting rond de precieze knelpunten.
De heer Vandaele heeft het woord.
Wat betreft de lastenverdeling tot 2020 sluit ik aan bij de vraag van de heer Danen. U geeft aan dat de eindstreep in zicht is en dat er enkel voor het onderdeel energie nog een knelpunt bestaat.
Als ik het goed heb, zijn er twee onderdelen. Er is de CO2-reductie – dit zit bij u – en de verdeling daarvan op basis van jaarlijkse afrekeningen, en er zitten schommelingen tussen de deelstaten en Brussel en federaal. Begrijp ik het goed dat dit onderdeel afgewerkt is? Het tweede onderdeel is energie: dat zit bij minister Tommelein. Ik denk aan de afspraken van december vorig jaar. We zien dat Wallonië snel naar een overschot van groene energie gaat. Toen werd gezegd dat Vlaanderen een voorkooprecht zou krijgen. Het is beter dat ze hun overschot aan ons verkopen dan aan het buitenland, het liefst met korting. Ik dacht dat dit toen werd toegezegd. Kunt u bevestigen dat dit nog het enige discussiepunt is? Kunt u erbij zeggen of die beloftes van vorig jaar behouden blijven? Of is er nu een andere toon? Stapt men af van het voorkooprecht met korting? Of gaat dat door?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, de heer Bothuyne zegt dat er nog huiswerk is. Dat lijkt me een understatement. Zoals u zelf aangeeft, ligt het een beetje aan onze constitutie dat die ratificatie nogal traag verloopt. Op dat vlak kunnen we weinig verwijten maken.
Ik ben blij, mijnheer Bothuyne, dat de Europese ministers uiteindelijk een creatieve manier hebben gevonden om vooruit te geraken met die ratificatie zodat het Akkoord van Parijs wereldwijd in werking kan treden.
Wat betreft de doelstelling voor de periode 2021-2030 ben ik het eens met de suggestie van een vaste verdeelsleutel. De heer Bothuyne spreekt zelfs over de toekenning van de reductie van 35 procent aan elke participerende overheid. Wat mij betreft, is dat allemaal oké, maar we weten dat al die scenario’s in de vorige jaren ook op tafel hebben gelegen en men geraakte er niet uit. De discussie gaat dan over een rechtvaardige verdeelsleutel waar iedereen zich achter kan scharen, en daar geraakte men niet uit. Finaal blijft het bij wat getouwtrek zodat er iets op tafel komt waar iedereen zich voorlopig in kan vinden.
Zo kom ik bij het intra-Belgische klimaatakkoord voor 2013-2020. Minister, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat men onder druk bijna een jaar geleden een politiek akkoord heeft verkregen, maar dat men de angels heeft onderschat. Hernieuwbare energie is een mooi voorbeeld. Blijkbaar is er nog altijd discussie over het verwachte overschot in Wallonië en het verwachte tekort in Vlaanderen, en hoe dat precies geregeld zal worden. Ik hoop dat men er snel uit geraakt. Blijkbaar is men eruit geraakt inzake het overbrengen van Kyoto 1 naar Kyoto 2, namelijk de 2,5 procent ‘clean development mechanism’ (CDM).
Deze zaken zijn op het eerste gezicht zeer technisch, maar ze dragen een zeer belangrijke politieke component, en dat heeft men duidelijk onderschat. Ik hoop dat men diezelfde fout niet gaat maken met de onderhandelingen voor de periode 2021-2030.
Het was duidelijk, minister, dat u de federale overheid verwijt dat ze de klimaatmiddelen niet deblokkeert. Daarmee geeft u duidelijk aan dat de middelen niet geblokkeerd zijn op een rekening. U zegt dat de federale overheid de middelen gewoon niet doorstort. Klopt dat? Is dat onwil of is het een juridisch-technische kwestie? Dat zou ik graag uitgeklaard zien.
Minister Schauvliege heeft het woord.
We zullen het advies van de Raad van State graag overmaken, mevrouw De Vroe.
Mijnheer Danen, we kunnen onmogelijk alles rond hebben tegen Marrakesh. Dat is een ‘mission impossible’. Het is in september besproken op de vergadering van de ministerraad van de Federale Regering. Daarop volgt een hele procedure, en dan moet het nog naar het federale parlement. (Opmerkingen van Johan Danen)
Oké, want als u de ratificatie bedoelt, dan kan dat gewoon niet. Dat is eigen aan ons systeem, en er zijn nog veel lidstaten die dat niet rondkrijgen. Ik ben gerust dat u niet de ratificatie bedoelt. Als de Vlaamse Regering de beslissing vrijdag neemt, moet deze nog in het Vlaams Parlement komen en moeten we de procedures nog doorlopen.
U vroeg naar het resterende knelpunt. We hebben vorig jaar in december een akkoord bereikt. Daarin staat uitdrukkelijk een solidariteitsclausule, vooral wat de hernieuwbare energie betreft. Daar ging de discussie vooral nog over. Er is eerst heel veel gesleuteld aan de teksten. Aan de eerste tekst van de juridische diensten van de federale overheid hebben we gigantisch veel werk gehad. We hebben al die teksten moeten herschrijven zodat ze juridisch correct waren. Dat werk van onze diensten is echt niet te onderschatten. De tekst hing juridisch gezien niet zo goed aan elkaar.
De tekst is er. Hij is zo goed als gefinaliseerd, maar er is momenteel nog discussie over de hernieuwbare energie. Er waren oorspronkelijk inderdaad twee discussies: over de broeikasgassen en over de hernieuwbare energie. Er moest nog een pak berekeningen gebeuren om te weten wat dat concreet betekende. De broeikasgassen zijn nu volledig ambtelijk berekend. De grote discussie nu gaat dus over de hernieuwbare energie en de berekeningen daaromtrent. De solidariteit wordt op zich niet in vraag gesteld, maar hoe en wanneer dat in de prakrijk moet worden uitgevoerd, daar is nog discussie over. Er zijn uiteraard ook heel wat bilaterale gesprekken tussen de ministers van Energie.
Verder kan ik niet ingaan op die knelpunten en de details. Dat zou de beste manier zijn om het nooit te laten lukken.
Wat betreft de nieuwe doelstelling van de -35 procent: ik vind het niet zomaar uit dat men naar een soort sleutel kan gaan. Binnen Leefmilieu zijn er heel wat domeinen waar we die sleutels al hebben. Voor een inbreukprocedure vanuit Europa hebben we al sleutels afgesproken. Ze worden altijd op die manier toegepast. We zouden dat kunnen doortrekken voor het klimaatbeleid, maar zoals gezegd, is niet iedereen daarvan overtuigd. Mij lijkt het gemakkelijker om zulke sleutels af te spreken als er nog geen concrete doelstellingen vastliggen. Dan wordt er minder gerekend en minder naar de concrete gevolgen gekeken. Dat maakt het dan altijd complexer. Eigenlijk was mijn oproep een paar maanden geleden al – voor die indicatie van de Europese Commissie –: laat ons werk maken van die sleutels. Helaas is dat niet gelukt, niet in de Nationale Klimaatcommissie en niet in de Senaat. Ik zag dat een beetje als een opdracht voor de Senaat. De Senaat heeft hoorzittingen gehouden rond klimaat. Ook daar is nog niets gebeurd. Ik zie enkele collega’s knikken. (Opmerkingen)
Misschien komt dat nog aan bod. (Opmerkingen. Gelach)
De federale middelen zijn – voor de goede orde – niet zomaar geblokkeerd. Er is geen technisch-juridische hindernis die de storting onmogelijk maakt. De federale overheid kan die middelen al overmaken mocht ze dat willen. Men heeft – denk ik – principieel de houding aangenomen dat ze eerst een samenwerkingsakkoord wil en dan pas wil storten, maar in principe kan het wel.
De heer Danen heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid, mijn vraag ging vooral over de inwerkingstelling van de doelstellingen 2020 en de inspanningen daarvoor. Ik wou niet aansturen op een vlugge ratificatie binnen de paar weken. Ik weet dat dit onmogelijk is.
Ik hoop wel dat we uit het traject van de voorbije jaren geleerd hebben om de volgende verdeling alleszins wat sneller te laten gebeuren, want we hebben echt geen goed figuur geslagen op dat vlak. Ik hoop dat we van de fouten in de voorbije jaren hebben geleerd om het de volgende keer beter te doen. De klimaatverandering biedt inderdaad geen ruimte voor slome of langdurige onderhandelingen, zeker niet zoveel jaar na datum.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.