Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
We kennen allemaal het fenomeen van cyberpesten. Het is een zeer complexe problematiek, die onze continue beleidsaandacht en een transversale aanpak vraagt vanuit een ‘multistakeholders governance’-perspectief – het idee van iedereen samen in bad om het probleem op een integrale manier aan te pakken.
In antwoord op mijn actuele vraag over de aanpak van cyberpesten van 24 februari 2016 hebt u te kennen gegeven dat er reeds verschillende bakens uitgezet werden om, over de verschillende beleidsdomeinen heen, tot een aanpak van cyberpesten te komen. Ik herhaal even kort wat u toen hebt gezegd: “Cyberpesten is een bijzonder complexe problematiek, die – met het oog op een structurele aanpak ervan – nog meer uitgebreid en bij verschillende doelgroepen onderzocht moet worden. Daarbij zou aandacht moeten uitgaan naar de nieuwe vormen die het fenomeen – gezien de constante technologische evoluties – aanneemt en gefocust worden op strategieën die slachtoffers het best hanteren, sensibilisering van omstaanders en de meest aangewezen manier om daders aan te pakken.” Op de vraag hoever het staat met het uitschrijven van wetenschappelijk onderzoek naar cyberpesten, antwoordde u dat er een budget is om dat wetenschappelijk onderzoek te organiseren. Voorts gaf u aan dat het reeds lang aangekondigde kennisplatform ‘integriteit minderjarigen’, dat de bestaande strategieën, methodes, instrumenten en interventies die kunnen bijdragen tot het verhogen van het welbevinden in het algemeen en tot het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en misbruik in het bijzonder, inventariseert, ontsluit en beheert, eerstdaags opgericht zou worden. Tot slot verklaarde u zich bereid om na te gaan of de aanpak van cyberpesten opgepikt dient te worden in het interministerieel overleg met de federale overheid.
We zijn nu ondertussen meer dan een half jaar verder, en schriftelijke navraag leert mij dat van uw bovenstaande engagementen weinig in huis lijkt te komen. Immers, er blijkt helemaal geen budget geoormerkt te zijn voor wetenschappelijk onderzoek naar cyberpesten, wat blijkt uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 605. De oprichting van het kennisplatform ‘integriteit minderjarigen’ – dat sowieso slechts minimale aandacht heeft voor de zeer specifieke problematiek van cyberpesten – lijkt volledig in het slop te zitten. Er werd geopteerd voor een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, waarbij de overheidsopdracht op 11 april gelanceerd werd via een schriftelijke uitnodiging aan vijf organisaties, gekozen door de werkgroep integriteit, doch geen enkele van de aangeschreven organisaties is op die uitnodiging ingegaan. Zij werden vervolgens uitgenodigd voor een overleg om te bekijken hoe zij verder hun medewerking kunnen verlenen. Dat blijkt eveneens uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag.
Minister, komt hiermee de oprichting van het kennisplatform ‘integriteit minderjarigen’ in het gedrang? Zo niet, welke maatregelen worden getroffen om dit zo snel mogelijk te operationaliseren? Zo ja, welke alternatieven worden door u naar voren geschoven om de bestaande strategieën, methodes, instrumenten en interventies, die kunnen bijdragen tot het verhogen van het welbevinden in het algemeen en tot het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en misbruik, in het bijzonder te inventariseren, ontsluiten en beheren?
Waarom werd voor de oprichting van het kennisplatform ‘integriteit minderjarigen’ geopteerd voor een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking? Werd deze voorafgegaan door een informele kwalitatieve selectieronde? Hoe werd de keuze voor de geselecteerde organisaties, zijnde Sensoa, Vigez, Tumult, ICES en Jong & Van Zin, gemotiveerd?
Ondertussen heeft wellicht een overleg plaatsgevonden met de geselecteerde organisaties. Hebben zij hun beweegredenen toegelicht om niet over te gaan tot het indienen van een offerte? Zo ja, van welke aard zijn die beweegredenen en welke maatregelen plant u om deze in de toekomst op te vangen?
Kunt u toelichten waarom u het niet noodzakelijk acht om – ondanks uw claims in de plenaire vergadering eerder dit jaar – specifiek onderzoek te laten voeren naar het fenomeen cyberpesten?
Kunt u duiden of er ondertussen een overleg heeft plaatsgevonden met de collega’s van de federale overheid met betrekking tot de aanpak van cyberpesten? Ik denk dan met name aan de afstemming van het beleid met de initiatieven van het Centrum voor Cybersecurity België, het onderzoeken van hoe cyberpesters uit de anonimiteit gehaald kunnen worden, en de sensibilisering van politiediensten rond dit thema, maar ook aan de ontwikkeling van een gezamenlijke strategie om sociale media- en telecombedrijven aan te manen werk te maken van een anti-cyberpestbeleid, onder andere door safety by design en actiever optreden bij meldingen van cyberpesten.
Ondertussen hebben we in de pers mogen vernemen dat er een integraal actieplan rond cyberpesten komt, waarvoor hoera. Enkele maanden geleden was dat nog niet nodig omdat er reeds voldoende gebeurde. Uiteraard had ik dat ook graag toegelicht gezien.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De oprichting van het kennisplatform integriteit komt niet in het gedrang. Op 29 juni vond in dit kader een verkennend overleg plaats met de aangeschreven organisaties, aangevuld met het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. Uit dat overleg bleek dat de Ambrassade en het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk interesse toonden om bij te dragen tot een dergelijk platform. Zij toonden zich bereid in te staan voor de digitale infrastructuur die nodig is voor een kennisplatform: het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk met zijn kennisplein.be enerzijds, Ambrassade met zijn jeugdinfotheek.be anderzijds. Op 15 september vond een vervolgoverleg plaats met het Steunpunt en de Ambrassade, wat resulteerde in de beslissing om het ‘Kennisplein’ als sokkel te nemen voor de ontwikkeling van het platform. Alle aangeschreven organisaties zijn bereid mee te werken aan het project dat uitmondt in een kennisplatform via een begeleidende stuurgroep. Medio oktober 2016 wordt werk gemaakt van een subsidiebesluit.
Ik kom tot uw tweede vraag. Dit is de gangbare procedure voor dit soort opdrachten. We opteerden voor deze procedure en het aanschrijven van de genoemde partners Sensoa, Vigez, Tumult, ICES en Jong en Van Zin. Dit gebeurde in samenspraak met de beleidsdomeinen Jeugd, Sport en Onderwijs. Dit gebeurde in de werkgroep integriteit die instaat voor de monitoring van het Vlaams actieplan. De bedoeling was een betrokkenheid te verkrijgen vanuit de verschillende beleidsdomeinen. Zoals reeds gezegd in het antwoord op de eerste vraag, wordt nu gekozen voor de piste van een subsidiebesluit. Met die piste vervalt de claim dat het kennisplatform eigendom wordt van de Vlaamse overheid.
We plannen in 2017 een wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot geweld op kinderen. De aansturing daarvan ligt bij het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De voorbereiding en opvolging zullen gebeuren via een stuurgroep waaraan onder meer de administraties Onderwijs, Sport en Jeugd zullen participeren. De problematiek van het pesten en het cyberpesten zal deel uitmaken van dit kwantitatief wetenschappelijk onderzoek.
De problematiek van het cyberpesten wordt op het overleg van 14 oktober voorbereid door onze administraties met de FOD Justitie en staat op de agenda van november van het Vlaams Forum Kindermishandeling, waar ook alle partners waaronder politie en justitie deelnemen.
– Peter Persyn treedt als voorzitter op.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het is goed om een update te krijgen, maar eigenlijk maakt ze ons niet zo veel wijzer, of neemt het mijn bezorgdheid niet weg dat we veel te weinig doen om cyberpesten echt integraal te bestrijden. Het is goed dat er wetenschappelijk onderzoek komt, maar in het onderzoek rond geweld op kinderen is cyberpesten een heel klein onderdeeltje. Kennisplein doet ook al zoveel. Als zij dat er nog moeten bijnemen, wordt het ook moeilijk. U blijft opteren voor korte, kleine acties en blijft overal wat cyberpesten bijsteken, maar die specifieke problematiek en de specificiteit van het cyberpesten wordt door experten erkend als iets waar we nog niet genoeg van afweten, waarvoor we verder wetenschappelijk onderzoek nodig hebben. Daarin neemt u voorlopig geen actie.
Ik wil graag aandringen op het belang van wetenschappelijk onderzoek. We hebben dat al meermaals benadrukt. Ten tweede, de integrale ‘whole school approach’ moet er absoluut komen. Vorige week heeft Mediawijs een platform gelanceerd rond cyberpesten. Het verwonderde me een beetje dat u daar niet naar hebt verwezen. In dat platform staan heel zinnige zaken. Heidi Vandebosch heeft daarvoor de tekst geschreven. Er staat ook in hoe belangrijk de whole school approach is. Ze wijst ook op het belang van overleg met de federale overheid, met de politie. Daarop hebt u ook geen antwoord gegeven, dus ik veronderstel dat u daarvoor ook nog geen aanstalten hebt gemaakt, bijvoorbeeld voor safety by design. Ook het overleg met de internetbedrijven is essentieel voor de inbouw van safety by design.
De integrale aanpak waarvoor ik heb gepleit in de resolutie van mijn fractie werd weggestemd omdat u al genoeg deed. Ik blijf op mijn honger, want ik zie nog geen begin van een uitvoering, terwijl de meerderheid ook al eenzelfde resolutie heeft ingediend. Over die resolutie zei men dat ze geen moment te vroeg kwam. Ik vrees dat her en der in een aantal bestaande projecten een hoofdstuk over cyberpesten opnemen, niet genoeg zal zijn.
U hebt ook gezegd dat het integrale actieplan van cyberpesten er gaat komen. Wat zijn uw verdere stappen daarin? Ik heb nu gehoord wat u gaat doen, maar wat zijn uw verdere stappen om eindelijk tot een integrale aanpak te komen?
Ik heb me natuurlijk proberen te houden aan uw vragen, die dateren van augustus 2016. Ondertussen is inderdaad een en ander gebeurd. Mediawijs heeft ook al initiatieven genomen. Ik zal zeker eens checken of het wetenschappelijk onderzoek dat geprogrammeerd is, voldoende ruimte laat om de specificiteit van cyberpesten aan bod te laten komen. Dat lijkt me een terechte bekommernis. Ik zal u proberen te informeren over op welke manier cyberpesten in zijn specificiteit erkend wordt.
Het Vlaams Forum gaat bijeenkomen. Er zijn heel wat zaken die met de politie en met Justitie moeten worden besproken. We hebben daar een geëigend forum voor. Zoals gezegd, de agenda wordt voorbereid. De problematiek van het cyberpesten staat op de agenda van 14 oktober.
Dank dat u de openheid laat en de bereidheid toont om te kijken waar het wetenschappelijk onderzoek een heel specifiek hoofdstuk over cyberpesten kan invoeren. Ik herhaal nog eens hoe belangrijk ik het vind om specifiek wetenschappelijk onderzoek alleen rond die problematiek verder te verdiepen, omdat de problematiek zo specifiek is. Zo heeft de Europese COST-actie, waaraan Heidi Vandebosch heeft meegewerkt, heel wat inzichten opgeleverd. Dat ligt nu stil. Dat dient verder vervolging te krijgen. Ik dring er nog eens op aan hoe belangrijk het is om specifiek onderzoek te doen.
Ik ga u blijven bevragen naar de concrete opvolging en de uitrol van uw actieplan tegen cyberpesten, waar ik voorlopig eigenlijk weinig van zie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.