Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, zoals iedereen weet, werd op 1 april de kilometerheffing ingevoerd in de drie gewesten. In Wallonië werd er gelijktijdig een commissie opgericht door de Waalse Regering en de federaties samen, met als doel de administratieve en technische problemen te bespreken en passende oplossingen aan te reiken. De commissie kwam een eerste keer samen op 22 april 2016 en ondertussen werd er al vier keer vergaderd. De vijfde vergadering is gepland voor begin oktober.
Om de problemen op een goede manier te bespreken, zitten naast de Waalse overheid, in de persoon van de minister, ook Viapass en Satellic mee aan tafel. Van de kant van de federaties gaat het om Febetra, de Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke Ondernemers (UPTR), Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV), het Collectif des transporteurs indépendants en de Union Wallonne des Entreprises.
Tijdens de vergaderingen kan alles worden besproken. Het gaat over de boetes, de betalingsproblemen en de werking van het systeem, maar het kan evenzeer gaan over de aantallen en registraties. Kortom, dit is voor de sector een belangrijke vergadering voor informatie en bijsturing.
In Vlaanderen is er tot op heden nog geen dergelijke commissie, als ik me niet vergis. Vandaar mijn vragen. Minister, waarom werd er niet zo’n commissie opgericht waarin de drie gewesten samen met de federaties de dialoog aangaan? Op welke manier, eventueel gestructureerd, hebt u overleg met de sector om de problemen zowel technisch als administratief te bespreken? Plant u de oprichting van een dergelijke commissie in Vlaanderen?
Minister Weyts heeft het woord.
Enerzijds heb je natuurlijk Viapass, de interregionale entiteit die is opgericht op basis van het samenwerkingsakkoord van januari 2014. Viapass bewaakt de operationele werking van het systeem in naam van en voor rekening van alle drie de gewesten. De raad van bestuur van Viapass is samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie gewesten en Viapass overlegt ook zeer regelmatig met de sector.
Daarnaast is het zo dat men binnen Vlaanderen in de aanloop naar de invoering van het systeem zowel op ambtelijk als op politiek vlak herhaaldelijk aan tafel heeft gezeten met de voornaamste betrokken sectoren, en dat uiteindelijk, denk ik, zo goed mogelijk rekening is gehouden met de realistische verzuchtingen en de vragen naar bijsturing, ook achteraf. Dat zijn nu niet bepaald de meest stilzwijgende of onmondige sectorfederaties, dus als daar iets mis is, dan hoor ik het wel. Trouwens, tevoren heeft het overleg ook plaatsgevonden als deel van de diverse werkgroepen in het kader van het coherente logistieke beleid dat medio 2015 door de Vlaamse Regering werd aangekondigd.
Het overleg binnen Vlaanderen met de sectorvertegenwoordigers én in aanwezigheid van Viapass werd bovendien sterk geïntensifieerd rond 1 april, dus het moment van de invoering. Binnen die werkgroepen heeft men ook meermaals rond de tafel gezeten met de sector. Ik heb het alleen over het Vlaams niveau. Ik denk dat we een tiental keren rond de tafel hebben gezeten om thematisch alle bezorgdheden over het systeem uit te wisselen en ook specifieke problemen te melden. Ik heb zelf ook na de invoering van die kilometerheffing vertegenwoordigers van de betrokken sector ontvangen. Toen hebben ze ook nog wel enkele problemen gemeld. We trachten die maximaal te verhelpen.
Er is ook een werkgroep die regelmatig vergadert en die zich toespitst op administratieve vereenvoudiging en het optimaliseren van processen in het kader van de kilometerheffing. Daarin zetelen vertegenwoordigers van zowel Viapass en de Vlaamse Belastingdienst als de transportfederaties. Het is immers wel belangrijk dat die elkaar toch regelmatig blijven zien met betrekking tot concrete bezorgdheden en formaliteiten die worden gemeld. Die werkgroep komt samen op het moment dat een van de partijen de noodzaak daartoe aangeeft. Als een van de partijen dus zegt te willen bijeenkomen over bepaalde problemen die vandaag praktisch bestaan, dan wordt zo’n vergadering ook onmiddellijk gehouden, al dan niet met extra specialisten.
Ik meen dus niet dat we nood hebben aan zo’n extra commissie. De momenten van overleg zijn er en voor zover ze nog niet gepland zijn, kunnen de betrokken transportfederaties altijd een seintje geven, ofwel in het kader van de werkgroep die ik schetste, ofwel desnoods gericht aan het politieke niveau, en dan zal ik hen ook wel zien.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet ook wel dat de sectoren redelijk mondig zijn. U zegt hen te zullen uitnodigen voor een vergadering als ze roepen. Ik vind het toch wel een beetje een gemiste kans dat dat niet structureel gebeurt, zoals in Wallonië. Dat gebeurt gewoon op afroep.
Ik heb die verslagen ook doorgenomen. Daar staat heel veel informatie in, cijfers, noem maar op. Ik denk dat de sectoren er misschien ook wel mee gediend zouden zijn om dat op een structurele manier te doen. Ik ben toch wel blij te horen dat u bereid bent om, als er problemen zijn, naar hun diverse problemen te luisteren.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Vorige week hadden we ook de discussie over de kilometerheffing. U hebt toen gezegd dat de diverse wegen bij ons via een decreet moesten worden aangepast. Moet dat ook in Wallonië op dezelfde manier worden beslist?
Ik had vorige week in de commissie ook aangekaart dat er in de streek van Diksmuide al tellingen waren gebeurd, dat daar een enorme toename was van het vrachtverkeer op niet-betalende wegen, tot 14 à 20 procent. U hebt toen geantwoord dat u zou wachten tot alle tellingen en evaluaties zouden zijn gebeurd. Waarschijnlijk zou er pas in het voorjaar van 2017 een aanpassing kunnen gebeuren. Nu heb ik als plichtsbewust parlementslid die informatie doorgegeven in de Westhoek. Ik moet zeggen dat de burgemeester van Diksmuide nogal ontgoocheld was, omdat ze van u in augustus een brief had gekregen waarin stond dat u onmiddellijk en in nauw overleg zou ingrijpen als er maatregelen zouden moeten worden genomen. Misschien hebt u niet echt duidelijk gecommuniceerd ten overstaan van de Westhoek. Daar gaat men ervan uit dat, als er problemen worden gemeld, dat vrij snel kan worden aangepast. Vorige week zei u echter in de commissie dat dat pas in zijn geheel zou gebeuren na de evaluatie of na de tellingen van de diverse meetpunten. Misschien kan dat ook nog eens worden verduidelijkt.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik ben ook niet gewonnen voor een vaste commissie. Ik denk dat regelmatig overleg altijd toegevoegde waarde kan hebben. Ik zou dat niet vast institutionaliseren.
Axxès biedt nu ook on-boardunits (OBU’s) aan. Kunnen zij ook worden uitgenodigd op die overlegmomenten?
Minister Weyts heeft het woord.
Het overleg gebeurt structureel én op ad-hocbasis. Dat is twee keer gewonnen, denk ik. Dat is een goede zaak. Het is goed dat de Waalse overheid structureel overleg heeft daarover. Wij hebben dat ook.
Wat de officiële tellingen betreft, u verwijst naar een schrijven dat me nu niet volledig bekend is. Indien we het betolde wegennet willen aanpassen, dan is daarvoor echter een decretale wijziging nodig. Dat hebt u zelf mee goedgekeurd in dit parlement. Het hele betolde wegennet is immers letterlijk opgenomen in de bijlage bij het decreet. Daarom moeten we dat in één beweging doen. We hebben zelf officiële tellingen georganiseerd. Die worden momenteel uitgevoerd. Dat is een postanalyse. We hebben dat echter ook gedaan vóór de invoering van de kilometerheffing. Op basis van die resultaten nemen we initiatieven. Dat sluit niet uit dat lokale overheden infrastructurele maatregelen kunnen nemen. Het staat hen vrij om een verkeersstroom te reguleren. Dat is en blijft dus mijn stelling. Ik denk ook dat het de beste manier van werken is. Ik kan natuurlijk niet reageren op tellingen die door wie dan ook zijn uitgevoerd. Ik weet immers ook niet of dat allemaal correct is verlopen, of er eerst een voorafgaande telling heeft plaatsgevonden. Ik kan enkel afgaan op die officiële tellingen die wij ook hebben georganiseerd, zij het via een derde partij.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik kan u straks misschien de brief overhandigen die u zelf hebt ondertekend en waarin staat dat u onmiddellijk en in nauw overleg zult bekijken welke maatregelen er kunnen worden genomen.
Is dat niet de grote bereidwilligheid die ik aan de dag leg? Het tegenovergestelde zou u toch moeten verbazen, en zou u enigszins mogen ontstemmen.
Als u ‘onmiddellijk’ bedoelt, dan stel ik voor dat u onmiddellijk naar Diksmuide gaat en met het gemeentebestuur van Diksmuide gaat overleggen over de vraag welke maatregelen er kunnen worden genomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.