Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, Antwerpen, Gent, Sint-Niklaas en Brussel kennen een grote instroom uit de Romagemeenschap. Om het samenleven tussen oude en nieuwe bewoners te bevorderen, worden in de wijken waar het samenleven het felst onder druk staat, buurtstewards ingezet. De centrale doelstelling is het overbruggen van de afstand tussen de reguliere stadsdiensten en de Romabevolking.
Sinds 2013 zijn er zestien buurtstewards actief: vier in Brussel, vier in Antwerpen, zes in Gent en twee in Sint-Niklaas. De financiële ondersteuning vanuit Vlaanderen zou aanvankelijk lopen tot augustus 2016. De projecten werden positief geëvalueerd: het spijbelgedrag bij Romakinderen verminderde, het contact tussen de ouders en de school verbeterde en de stap naar de stadsdiensten en -voorzieningen verkleinde. Na augustus 2016 was het de bedoeling dat de steden de buurtstewards zouden opnemen in hun reguliere werking indien men het project wou voortzetten.
In april 2016 besliste de minister echter om de ondersteuning vanuit Vlaanderen te verlengen tot 2020. Het gaat om een jaarlijks bedrag van 800.000 euro dat verdeeld wordt onder de vier steden.
Minister, wat zijn de voornaamste redenen waarom de buurtstewards nog niet werden opgenomen in de reguliere werking van de steden? Is het de bedoeling dat ze in 2020 volledig geïntegreerd zijn in het beleid van de steden? Zo ja, wordt hiervoor in begeleiding of een stappenplan voorzien? Op welke manieren worden andere steden ondersteund die de methodiek van brugfiguren willen gebruiken?
Minister Homans heeft het woord.
Dames en heren, op vorige vragen over dit onderwerp heb ik altijd gezegd dat dit goede project was geïnitieerd door mijn voorgangster in 2012. Dat is toen heel duidelijk afgesproken bij het afsluiten van de desbetreffende convenant met de steden Sint-Niklaas, Gent, Antwerpen en de VGC. Het waren projecten voor vier jaar. Daarna, in 2016, moesten die worden geïntegreerd in de reguliere werking. We hebben afgeweken van die beslissing omdat er de eerste jaren van de gesubsidieerde periode heel veel werk is verzet en dat er sterk moest worden ingezet op het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de Roma. Vanuit een specifieke focus werd daarna gewerkt aan een betere participatie aan het onderwijs – dat was van toepassing in Antwerpen, Brussel en Sint-Niklaas – of aan het bestrijden van overlast – dat was van toepassing in Gent, Sint-Niklaas en Brussel.
U weet dat het meestal gaat over multiprobleemgezinnen die de buurtstewards op een intensieve manier moesten begeleiden. Ze moesten vaak ook een toeleidingsrol opnemen naar diverse voorzieningen inzake onderwijs, werk, gezondheid, participatie en huisvesting. Dit was dus veel ruimer dan de oorspronkelijke projectfocus die was gelegd in 2012. De intensieve werking met de gezinnen en het inspelen op de dringende noden, de eerstelijnswerking, maakte dat er te weinig kon worden ingezet gedurende de eerste subsidieperiode op een integrale aanpak waarbij de reguliere diensten en voorzieningen voldoende betrokken werden en verantwoordelijkheid konden opnemen.
De integrale aanpak is absoluut belangrijk. In het begin waren er ontzettend veel problemen. Het opbouwen van een vertrouwensband is zeer belangrijk, alsook het toeleiden van multiprobleemgezinnen naar onderwijs. Ik heb het er daarnet al over gehad. Het mag niet zijn dat de buurtstewards worden gepercipieerd als een soort van klusjesman of een persoon die de kinderen naar school zal brengen als de ouders het zelf niet willen. Dat gebeurde wel aan het begin van de projectoproepen. Daar hebben ze wel enige tijd aan moeten spenderen. De kennis en expertise over de Romadoelgroep moet worden verankerd binnen de reguliere diensten, organisaties en voorzieningen, zodat die beter in staat zijn om met de Romadoelgroep te werken.
Is het de bedoeling dat de werking in 2020 volledig geïntegreerd zal zijn in het beleid van de steden? Dat is inderdaad de bedoeling. Dat was ook al de bedoeling in 2016, maar is niet gelukt. Gelet op het feit dat het waardevolle projecten zijn, heb ik opnieuw 800.000 euro vrijgemaakt. Tegen 2020 moet het echt wel gebeurd zijn. De vier projecten moeten hiervoor ook een stappenplan opstellen. Zonder zo’n plan kun je weinig garanties inbouwen om tot een integrale aanpak te komen.
We hebben het stappenplan opgenomen als voorwaarde voor de subsidie. Daarin moet men aangeven hoe de verankering zal worden georganiseerd en hoe de afstemming met het lokale integratiebeleid met daarin onder andere de samenwerking met het Agentschap Integratie en Inburgering en het lokale armoedebeleid, zal worden gerealiseerd. Het stappenplan wordt uitgewerkt op maat van de respectieve steden, rekening houdend met de lokale situatie, de schaalgrootte van de stad en de specifieke lokale noden en via een klankbordgroep waarin de verschillende projectuitvoerders en daarnaast het Agentschap Binnenlands Bestuur en het Agentschap Integratie en Inburgering vertegenwoordigd zijn. Zij zorgen voor de structurele intervisie in dit proces.
U vroeg hoe steden die geen gebruik kunnen maken van deze subsidies, ook ondersteuning kunnen krijgen. Steden en gemeenten die de methodiek van brugfiguren willen gebruiken en hierover vragen hebben, kunnen steeds terecht bij het Agentschap Integratie en Inburgering. Ze hebben brochures en staan altijd ter beschikking. Zo stellen lokale besturen nogal eens de vraag of een brugfiguur eigenlijk wel de juiste persoon is om te voldoen aan bepaalde noden. Een andere vraag is hoe de taak van een brugfiguur kan worden afgebakend. Ik heb daarnet het voorbeeld gegeven van een klusjesman of iemand die braaf en vriendelijk genoeg is en heel veel verstand heeft om de kleine op tijd naar school te brengen. Moet dat per definitie in de taakomschrijving van een brugfiguur staan? Met dergelijke vragen kunnen ze terecht bij het Agentschap Integratie en Inburgering.
Het was noodzakelijk en een goede beslissing om bij de budgetaanpassing 2016 opnieuw 800.000 euro vrij te maken, hoewel dit in tegenspraak was met de afspraken van 2012. Het zijn waardevolle projecten in die vier steden, die voortgezet moeten worden. Ik zal er nu wel goed op toezien dat ze tegen 2020 kunnen doen wat ze al in 2012 hadden beloofd.
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u dit verder steunt omdat het erg belangrijk is om een vertrouwensrelatie op te bouwen. Ik heb er een beetje ervaring mee omdat we in het district ook een kleine gemeenschap hebben. Een dergelijke relatie is inderdaad niet gemakkelijk op te bouwen. Als die er eenmaal is, wordt het nut van die brugfiguren ook duidelijk. Ik hoop dat ook de steden daar het nut van gaan inzien en dat ze het stappenplan volledig zullen volgen en misschien zelfs finetunen. Op die manier kunnen ze die gemeenschap nog meer betrekken in de reguliere werking van de steden zonder de brugfiguren en is alles er peis en vree.
De vraag om uitleg is afgehandeld.