Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, voor de collega’s die zouden denken dat het gaat over een vraag over een lokaal of regionaal dossier wil ik eerst stellen dat de stormvloedkering in Nieuwpoort past in de versterking van de hele Vlaamse kustlijn, ter bestrijding van een mogelijke superstorm of duizendjarige storm. Daarom is het in het belang van heel Vlaanderen dat de kust wordt beschermd.
Hier gaat het specifiek over Nieuwpoort. Blijkbaar zijn daar deze maand dus de werken gestart in de havengeul voor een splinternieuwe stormvloedkering. Het doel is natuurlijk duidelijk, namelijk Nieuwpoort en de gemeenten gelegen aan de IJzer beschermen tegen het wassende water. Het gaat over een budget van 50 miljoen euro. Daarmee wordt dat eigenlijk het pronkstuk, als ik dat woord hier mag gebruiken, van het hele Masterplan Kustveiligheid. In de schriftelijke neerslag van de vraagstelling staan een aantal specifieke technische kenmerken van hoe de kering zal worden georganiseerd, maar ik ben geen ingenieur van opleiding en denk dat dit ook minder relevant is voor de vraag. Ik veronderstel echter dat de collega’s die geïnteresseerd zijn in de vraag, die vraag ook hebben gelezen.
Minister, ik denk dat we het met zijn allen eens zijn over de noodzaak van de bescherming. Alleen heb ik in mijn vraag, zonder me eigenlijk specifiek uit te spreken pro of contra, toch gesteld dat er vanwege een instantie en een persoon toch wel wat kritiek is op de keuze voor een nieuwe stormvloedkering. Zo is er de studie van het Waterbouwkundig Laboratorium, trouwens op bestelling van de afdeling Kust. Daarin wordt de vrees geuit dat de jachthaven van Nieuwpoort haar aantrekkelijkheid zou kunnen verliezen “indien de aanwezigheid van de stormvloedkering de toegankelijkheid van de haven onmogelijk maakt op sommige momenten van het getij”. Minister, ik weet niet of u de jongste tijd nog in Nieuwpoort bent geweest, maar ik kan erbij vertellen dat de manier waarop Nieuwpoort zich de jongste jaren heeft ontwikkeld eigenlijk fenomenaal is. Dan gaat het niet alleen over de stad, maar ook over de jachthaven. Ik denk dat die uitbreiding van de jachthaven ook perfect past in een van uw andere beleidsdomeinen, namelijk Toerisme.
Misschien nog belangrijker in mijn vraagstelling is de kritiek van een specialist inzake de ruimtelijke ordening, professor Georges Allaert, die toch in heel scherpe bewoordingen de keuze voor de stormvloedkering afkeurt. Hij zegt: “Die stormvloedkering dreigt weggesmeten geld te worden. Het is een oplossing op korte termijn, die misschien niet eens nodig zou zijn.” Hij noemt het een “oplossing van ingenieurs”.
De professor heeft niet alleen kritiek. Hij geeft ook een aantal alternatieven waarmee men volgens zijn mening dit dossier kan aanpakken, zoals een strekdam die in de zee ligt en het verduinen en verhogen van de zandbanken. U hebt daar al op gereageerd, en ook de professor heeft opnieuw gereageerd. Hij stelde dat het de Vlaamse Regering wat de hele bescherming van de Vlaamse kust betreft, en zeker met betrekking tot de keuze die hier wordt gemaakt, eigenlijk ontbreekt aan een totaalvisie gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Hij verwijst daarvoor naar Nederland, waar het Deltaprogramma eigenlijk jaarlijks wordt aangepast aan nieuwe inzichten. Misschien heeft hij daar wel een punt.
Er zitten hier klimaatspecialisten in de zaal. Ik denk dat men eigenlijk op basis van gegevens van vijf jaar geleden niet oordeelkundig een oordeel kan vellen, omdat de situatie natuurlijk continu verandert. Vandaar de insteek van de professor, die zegt dat ook Vlaanderen eigenlijk continu het programma zou moeten aanpassen. Hij zegt verder dat de keuze voor de stormvloedkering eigenlijk de verkeerde keuze is.
Minister, vandaar mijn vragen. Wat is nu eigenlijk de argumentatie om toch voor de waterkeringsmuur te kiezen? Hoe reageert u op de kritiek van het instituut en van de professor? Kunt u bevestigen dat het installeren van de stormvloedkering geen enkel nadelig effect zal hebben voor de jachthaven van Nieuwpoort en de verdere uitbreiding ervan? Is er geen gevaar voor hoge baggerkosten wegens de dreigende verzanding rond de kering?
Minister Weyts heeft het woord.
Eerst wil ik benadrukken we hier spreken over een unieke en zeer grote investering. Het is namelijk zo dat de jachthavens als het gaat over kustbescherming zo’n beetje de zwakke plekken zijn in heel onze kustverdediging. Voor het eerst bouwen we in Vlaanderen een stormvloedkering. Nieuwpoort is zeer kwetsbaar. De kaaimuren rond de haven liggen eigenlijk te laag. Dat is in wezen het probleem. Het is nu al zo dat er zelfs bij een geringe storm al zandzakken moeten worden aangedragen om te verhinderen dat de kaaimuren overlopen en het achterland zelfs tot ver in de polders zou overstromen. Het lijkt me hoog tijd dat we ter plaatse iets ondernemen, en we zijn daar ook al heel lang mee bezig. Ook voorgangers van mij zijn met die plannen bezig geweest. De beslissing om een stormvloedkering te bouwen, werd al in 2011 door de Vlaamse Regering genomen. Als we starten met het bouwen van de kering in 2017, denk ik dat dat geen minuut te vroeg is. Er is ook veel studiewerk voorafgegaan aan die beslissing van de Vlaamse Regering. Verschillende planalternatieven zijn afgewogen ten opzichte van elkaar, zoals de optie van stormmuren versus een stormvloedkering. Dat is de fundamentele discussie die hier wordt aangehaald.
Dat is gebeurd aan de hand van een plan-MER, aan de hand van een maatschappelijke kosten-batenanalyse en restrisicoberekeningen. Het alternatief van een stormvloedkering kwam daar als beste uit. Ik ken van dat alles technisch niet het fijne, maar we gaan natuurlijk voort op die studies. Daarvoor bestaan ze ook. De geraamde kostprijs is vandaag ongeveer 49 miljoen euro, dus veel geld. De totale investeringskostprijs voor het alternatief van stormmuren rondom de volledige haven zou trouwens nog hoger komen te liggen. Bij de raming van de kosten van de bouw van stormmuren rondom de volledige haven moeten daar immers ook nog eens de investeringskosten voor de aanpassing van het sluizencomplex, met drie sluizen en drie stuwen, aan De Ganzepoot en twee uitwateringsconstructies langs de havengeul worden bijgerekend. Aangezien er in 2011 werd gekozen voor de oplossing van een stormvloedkering, zijn er geen aanpassingen aan De Ganzepoot en aan die uitwateringsconstructies meer nodig.
Het bouwen van havendammen biedt hier geen oplossing. Het grootste probleem is trouwens de stijging van de waterstand, waardoor de bestaande kaaimuren overlopen, zoals ik daarnet zei. Zelfs als je dan toch havendammen zou bouwen, dan moet je nog steeds de ingang tot de haven afsluiten of muren rondom de volledige haven bouwen. Wel is het zo dat met het alternatief met een strekdam dat naar voren wordt geschoven, ook wel mogelijke commerciële voordelen zouden kunnen worden geboden. Op die installatie zou je immers ook andere gebouwen of dergelijke kunnen neerpoten. Dat is echter geen overweging geweest. Bij ons is het in eerste instantie natuurlijk gegaan over kustbescherming en over veiligheid. Dat zijn de doorslaggevende argumenten geweest.
Ik wil toch ook de kanttekening maken dat de uitbreiding van de jachthaven in Nieuwpoort, waarnaar u verwees, wel degelijk op de agenda staat. Ter zake kijken we echter vooral naar een oplossing landinwaarts, in de vorm van een uitbreiding op de rechteroever, waarbij we trouwens ook een grote rol voor de privésector en voor de huidige grondeigenaars zien. Er werd dus gekozen voor de meest efficiënte en meest veilige oplossing, namelijk voor de bouw van een stormvloedkering aan de ingang van de haven. In het voorbereidingstraject na 2011 werd een eerste studie door het Waterbouwkundig Laboratorium uitgevoerd. Die studie werd aangereikt aan het ingenieursbureau Arcadis, dat werd aangeduid voor het concrete technische ontwerp van die stormvloedkering, dus de volgende stap. Dat bureau heeft ook de stromingsmodellen die door het Waterbouwkundig Laboratorium werden gebruikt, verder verfijnd. Er werden zelfs testmetingen gedaan en stromingsmetingen ter plaatse uitgevoerd. Dat is dus echt wel up-to-date.
Na afstemming met diverse partners en na veel overleg, ook met de jachthavenclubs, werd de doorvaartbreedte op 38 meter bepaald. De gebruikers van de jachthaven zijn reeds lang aan het varen door zo’n haveningang. Met de breedte van 38 meter worden enkel in uitzonderlijke omstandigheden stroomsnelheden ter hoogte van de kering verwacht die net 3 knopen kunnen overschrijden. Dat is bovendien ten zeerste beperkt, zowel qua grootte als qua tijdsduur. Dit komt dus al slechts uitzonderlijk voor, en het houdt ook heel beperkt aan. Ik denk dat die resultaten voldoen aan de criteria inzake stroomsnelheden die werden afgestemd met de jachtclubs. De jachthaven van Nieuwpoort zal met andere woorden altijd haar functie kunnen blijven vervullen.
Wat uw laatste vraag betreft: mijn administratie heeft me verzekerd dat de invloed van de stormvloedkering op de sedimentatie en/of de erosie lokaal, dus de zandafzetting, verwaarloosbaar en niet-significant zal zijn.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is natuurlijk een unieke investering. We spreken hier over 49 miljoen euro, zoals u zegt. U hebt gelijk als u zegt dat de jachthavens, en zeker in het bijzonder Nieuwpoort, eigenlijk de zwakke schakel zijn in het hele kustverdedigingsproject. Ik heb dat ook gesteld in mijn vraagstelling.
Zoals ik ook heb gezegd, zijn wij allemaal overtuigd van de noodzaak van het nemen van maatregelen. Ook daar hebt u een punt als het gaat over zowel het voorkomen als de frequentie van superstormen of een eventuele duizendjarige storm. Dat er veel studiewerk aan is voorafgegaan, weet ik. Ik heb daarover ook in de vorige legislatuur vragen gesteld aan andere ministers, waaronder minister Crevits. Ik ben wel tevreden met uw antwoord als u stelt dat de belangen en de verdere uitbreiding van de jachthaven niet worden tenietgedaan door het installeren van een stormvloedkering. We zullen natuurlijk moeten afwachten wat dat in de toekomst zal geven. Laten we hopen dat we niet in de problemen komen.
Ik zou toch het advies van de professor in kwestie willen opnemen om toch een regelmatige evaluatie van de vooruitzichten, van de gewijzigde omstandigheden te maken, om waar nodig in te grijpen.
Ik heb een algemene vraag. Dit project past in het hele masterplan kustverdediging. Hoe zit het met de evolutie van het totale project van dit masterplan? Als u daar vandaag niet op kunt antwoorden, wil ik gerust een nieuwe vraag indienen.
Minister Weyts heeft het woord.
Momenteel is men, en dan vooral Arcadis, alles aan het volgen. De meest actuele stromingsmodellen worden gebruikt door het Waterbouwkundig Laboratorium, en men verfijnt die nog verder. Ter plaatse worden testmetingen, stromingsmetingen uitgevoerd. Ik heb er wel vertrouwen in dat we in dezen goed handelen, zeker gelet op de expertise die we in Vlaanderen op dat vlak naar voren kunnen schuiven.
De heer Sintobin heeft het woord.
Het is natuurlijk goed dat Vlaanderen alle mogelijke maatregelen neemt om calamiteiten te voorkomen, maar we zitten met twee grenzen aan onze kust, Nederland en Frankrijk, waar misschien niet de nodige maatregelen worden genomen aan de grens. Vandaar mijn bijkomende vraag of er ook overleg is met de Fransen en de Nederlanders wat betreft de verdediging van de kustlijn. Ik geef een voorbeeld: in Cadzand is er weinig of geen verdedigingslinie tegen mogelijke stormen. Ook aan de andere kant, juist voor Calais, is er niets om een storm tegen te houden, die misschien ook effect kan hebben op Vlaanderen. Daarom mijn vraag naar overleg wat dat dat betreft.
Minister Weyts heeft het woord.
De problematiek van de kwetsbaarheid situeert zich vooral in noordelijkere of oostelijkere richting, dus meer richting Nederland. In het kader van het project Vlaamse Baaien denken we wel verder na over een concrete efficiëntere kustbescherming. Dat is in eerste instantie de zwakte vanaf de zeehaven naar oostelijke richting. Op dat vlak lopen er wel gesprekken met de Nederlanders. Daar is dus betrokkenheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.