Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega’s, iedereen zal het zich nog voor de geest kunnen halen: in de laatste volledige week van augustus vielen er een aantal zware verkeersongevallen te betreuren op de Vlaamse autosnelwegen, namelijk de E40, de E313 en de E314, met zowel blikschade als menselijk leed tot gevolg en vele files als bijkomend lastpunt. De oorzaken van elk ongeval waren zeer divers, en in de kijkfiles gebeurden ook enkele ongevallen. Minister, waarschijnlijk was het vooral een combinatie van het uitzonderlijk mooie weer en de gebruikelijke tocht naar de kust enerzijds en het einde van de vakantie voor heel wat werkende mensen en de bijhorende grotere drukte op de autosnelwegen anderzijds.
Ondanks de snelle takeling door de goed uitgerust FAST-ploegen (Files Aanpakken door Snelle Tussenkomst) en de calamiteitenroutes, die overal duidelijk aangeduid zijn, blijkt eens te meer dat een ongeval op de Vlaamse autosnelwegen vrijwel onmiddellijk tot grote files leidt. Zitten de FAST-ploegen ook vast in de files? Zijn de calamiteitenroutes te onbekend bij de automobilisten? Of rijden de meeste mensen rond zonder gps-toestel waarop ongevallen en alternatieve routes worden weergegeven?
Toch tonen die ongevallen vooral aan dat er op het vlak van verkeersattitudes, dus het omgaan met een verkeersongeval en de daarbij horende kijkfiles, nog een hele weg is af te leggen. In dit geval is dat een heel mooie uitdrukking. Deze week is het de ‘Week zonder Vluchtmisdrijf’. Dat is een initiatief van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) en de vzw Rondpunt. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor de reactie van mensen na een ongeval. Dit soort campagnes spelen in op attitudes die noodzakelijk zijn na een ongeval. Vluchten hoort daar niet bij, maar gebeurt spijtig genoeg bij een op de tien ongevallen wel.
Minister, neemt u initiatieven om de calamiteitenroutes meer bekendheid te doen krijgen? Zijn er afspraken met producenten van gps-toestellen gemaakt om die routes op te nemen in hun kaarten? Al blijkt uit recente cijfers dat veel mensen hun gps-kaarten nooit updaten, bestaat er een mogelijkheid om dit item mee op te nemen in de campagnes van uw departement? Met betrekking tot de calamiteitenschermen, om kijkfiles te voorkomen, heeft dit parlement in 2013 een voorstel van resolutie goedgekeurd. Uw voorganger, minister Crevits, heeft in datzelfde jaar een proefproject op poten gezet. Ondertussen is ter zake verder weinig ondernomen. Hebt u nog de intentie om verder te gaan met dit soort schermen, of zijn er alternatieven mogelijk om kijkfiles te beperken?
Minister Weyts heeft het woord.
De calamiteitenroutes worden inderdaad gebruikt als omleidingsroute, vooral bij ongevallen waarbij de snelweg voor langere tijd wordt geblokkeerd. Iedereen kent die borden. Er wordt ook altijd een letter gebruikt. Zodra een calamiteitenroute actief wordt, zal het Vlaams Verkeerscentrum ook zowel via de radio als via dynamische borden boven de weg meedelen welke routeletter je dan moet volgen. Vanaf de afrit word je dan via de meest geschikte gewestwegen omgeleid naar de volgende oprit, waar je terug de snelweg op kan om je oorspronkelijke weg te kunnen voortzetten. Algemeen geldt dat hoe meer data de aanbieders van gps-toestellen ter beschikking hebben, hoe beter ze natuurlijk ook in staat zijn om de weggebruikers op een correcte manier te gaan sturen. Concrete afspraken om die calamiteitenroutes mee op te nemen in hun kaarten zijn niet gemaakt in het verleden, maar we zijn daar op administratief niveau wel mee bezig.
Als het gaat over sensibiliseringscampagnes ben ik minder mee, omdat we die campagnes natuurlijk in eerste instantie vooral richten op de grootste killers in het verkeer. U kent die. Initiatieven met betrekking tot het beter bekend maken van calamiteitenroutes willen we via dat kanaal niet zozeer gaan promoten. Het is ook zo dat het inschakelen van die calamiteitenroutes vooral ook onder politiebegeleiding gebeurt. Het is op suggestie van de verkeerspolitie dat we dat doen. Het blijft ook nog altijd een back-upmaatregel. Gelet op de routes die soms ook worden gesuggereerd, willen we dat dat een uitzondering op de regel blijft. We willen dat niet promoten als een alternatief op permanente basis, maar enkel als er daadwerkelijk calamiteiten gebeuren.
In 2013 heeft mijn voorganger een haalbaarheidsstudie inzake calamiteitenschermen uitgevoerd. Er werd bekeken of het raadzaam is om ook in Vlaanderen gebruik te maken van zulke schermen. Daarbij is men ook naar het buitenland gaan kijken. Ik denk dat die studie is uitgevoerd door het Agentschap Wegen en Verkeer. Er werd gekeken naar de soorten schermen die werden gebruikt, de geschikte locaties en de kosten en de baten.
De conclusie van de studie was, als men de kosten en de baten tegen elkaar afwoog in negatieve zin, dat het ervoor zou kunnen zorgen dat kijkfiles in principe gedeeltelijk zouden kunnen afnemen. Men wees op enkele structurele problemen, beperkingen en negatieve aspecten.
Bijvoorbeeld is er wat betreft de organisatie in het buitenland een belangrijke taak weggelegd voor de wegeninspecteurs. In Vlaanderen zijn er maar een beperkt aantal, die in hoofdzaak andere taken hebben zoals controle en technische keuring langs de weg. Dat zouden we dan door een andere instantie moeten laten doen. Er werd ook gedacht in de richting van de Civiele Bescherming, maar ook daar was men niet onmiddellijk vragende partij.
Wat betreft het aspect van veiligheid vereist het plaatsen van calamiteitenschermen dat extra mensen op de ongevalslocatie aanwezig zijn en dus zelf risico lopen. Wat betreft het gebruik kunnen calamiteitenschermen slechts in een beperkt aantal gevallen worden ingezet. Men moet eerst aan heel wat voorwaarden voldoen, namelijk inzake afhandelingstijd, meer dan 2 of 3 uur, weersomstandigheden, locatie, vlak terrein en geen inname van een extra rijstrook, intensiteiten, druk verkeer dat verwacht wordt, veiligheid, waarbij het opstellen op een veilige manier kan gebeuren, en toelating, waarbij de discussie is of men een akkoord van politie en hulpdiensten nodig heeft vooraleer die calamiteitenschermen kunnen worden opgesteld.
Wat betreft de kostprijs: doordat elke set calamiteitenschermen slechts enkele keren per jaar ingezet zou worden en ook het aantal aanbieders beperkt is, zou de kostprijs heel hoog kunnen uitvallen. Daarom heeft mijn voorgangster met het idee gespeeld van een proefproject. Dat spoor heeft men verlaten omdat de Civiele Bescherming, die verantwoordelijk is voor de logistieke ondersteuning in geval van calamiteiten, zich niet kon of wou engageren om de calamiteitenschermen op te stellen na een oproep van de wegpolitie.
De heer Keulen heeft het woord.
Wat het verhaal van het gebruik van de alternatieve routes, de calamiteitenroutes, betreft, zegt u dat men moet oppassen dat je geen institutioneel sluipverkeer tot stand brengt. Dat is de bottomline van uw verhaal. Ik denk wel dat het goed is dat mensen er op een of andere manier op worden gewezen dat dat bestaat. Heel veel mensen hebben zelfs niet helemaal door hoe op dat vlak hun gps werkt en dat er wel mogelijkheden zijn. Vandaag wordt het net verkeersonveilig omdat sommige van die files letterlijk kilometers lang zijn en ook in tijd tot een half uur of een uur kunnen oplopen, waardoor er een stuk verkeersonveiligheid ontstaat, net vanwege de lengte van de file. Mensen moeten op een of andere manier worden geattendeerd op de techniek zoals die vandaag bestaat, op het ogenblik dat een dergelijke monsterfile zich voordoet. Dat gebeurt toch minstens een keer per week ergens in Vlaanderen. Ik ga er seffens op door als het gaat over de calamiteitenschermen. Heel wat mensen zijn daarover onwetend. Ook daar is het ideaal de vijand van het goede. Je moet oppassen dat je geen institutioneel sluipverkeer organiseert op de gewestwegen en dus op de plaatsen waar de mensen wonen. Je moet mensen attenderen in geval van een dergelijk incident en van een grote file, dat er alternatieven mogelijk zijn en dat de gps kan helpen om die te vinden zodat men zijn verplaatsing daarlangs veilig voort kan zetten, niet alleen omwille van het beperken van economische schade en tijdverlies maar ook omwille van verkeersveiligheid. Lange files geven ook weer aanleiding tot andere verkeersgevaarlijke situaties.
De calamiteitenschermen bestaan in Nederland. Ik begrijp dat daar het wegbeheer op een andere manier is georganiseerd, met andere taken. Ik vind het heel veel uitleg om iets niet te moeten doen, waar men uiteraard wel altijd een plausibele uitleg voor heeft. Ik denk dat het hier gaat om een hoger belang: het gaat hier om een stuk economische schade te beperken. Tijdverlies is niet te schatten. Het gaat ook over de verkeersveiligheid.
Ik geef twee voorbeelden waar ikzelf getuige van ben geweest en tegelijkertijd ook lijdend voorwerp. Afgelopen maandag was ik op weg naar het partijbureau van Open Vld. Ter hoogte van Aarschot op de E314, was een heel zwaar ongeval gebeurd. De cabine van de betrokken truck was afgescheurd. Er waren drie of vier wagens op de landerijen langs de weg gekatapulteerd. Alleen al het kijkspektakel heeft de file ongelooflijk verlengd.
Terwijl we in de file stonden, werd omgeroepen dat er in de staart van de file ter hoogte van Bekkevoort een nieuw accident was gebeurd. Het is een verhaal van economische schade aan de ene kant en van verkeersveiligheid aan de andere kant.
Twee weken daarvoor op maandag was ik op weg naar het Bureau van het Vlaams Parlement. Ter hoogte van Bertem op de E40 was een vrachtwagen met koekjes op zijn zij gevallen. Dat heeft een halve dag geduurd. Iedereen die ten oosten van de Zenne woont in Vlaanderen, heeft daarmee te maken gehad. Die koekjes moesten worden geruimd. De kijkfile, het tijdverlies en dan weer de onveilige situaties in de staart van een dergelijke file, dat is reëel. Iedereen van ons kan daar spijtig genoeg week na week illustraties van geven. Vandaar mijn pleidooi voor de calamiteitenschermen.
Het blijft me om het even hoe men dat organiseert. Er is altijd wel een reden om het niet te moeten doen. Het kan de economische schade en het tijdverlies die ermee samenhangen vermijden en vooral de verkeersveiligheid bevorderen, want stilstaan op een autostrade is aartsgevaarlijk, dat weten we allemaal, omdat een aantal mensen niet doorheeft dat het verkeer is stilgevallen ten gevolge van een accident. Daarom is het absoluut noodzakelijk om rond de uitrol van die calamiteitenschermen te gaan samenzitten met verschillende diensten en te kijken hoe men dat wel kan organiseren. Ik wijs niemand met de vinger, maar de voorbeelden die ik geef, zijn uit het leven gegrepen en illustreren de ernst van de situatie.
Dus, minister, voor de calamiteitenschermen moet u het gaspedaal induwen en erop doorzetten. De gps-routes en het feit dat dat voorhanden is, moet u op een of andere manier via sensibilisering aan mensen duidelijk maken, om op die manier de doorstroming een kans te geven en de verkeersveiligheid te bevorderen door te vermijden dat mensen lang stilstaan op een autosnelweg.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de schermenproblematiek betreft, heb ik de afweging tussen de kosten en de baten gegeven.
Het is een strikt persoonlijke overweging dat ik niet weet in welke mate de plaatsing van schermen geen afbreuk doet aan de onhebbelijkheid van de menselijke natuur om toch nog te proberen over het muurtje te kijken. Misschien verhoog je nog de aantrekkelijkheid en het aanzuigeffect wanneer je schermen plaatst. Mensen hebben nog meer de neiging om over het muurtje te kijken om toch iets te zien. Als je calamiteitenschermen plaatst, zal dat er in ieder geval voor zorgen dat bij elk incident kijkfiles zullen ontstaan. Ik denk niet dat calamiteitenschermen automatisch tot gevolg hebben dat er geen kijkfiles meer zullen zijn.
Wat de calamiteitenroutes betreft, zijn we de gps-aanbieders momenteel aan het bekijken met de administratie. Ik bekijk ook in welke mate dat aan bod kan komen in de rijopleiding. U hebt daarin een punt: het systeem moet beter bekend worden. Er zijn nog veel chauffeurs die het niet kennen. Aan jezelf ken je de halve wereld: ik wist vroeger ook niet waarvoor die gele borden met die letter op dienden. Ik dacht dat het iets voor vrachtwagens was. Het bestaan van het systeem, waar je als chauffeur alleen maar van kunt profiteren, moeten we meer voor het voetlicht plaatsen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik vind het een goed antwoord, zeker het laatste deel. Wat betreft het ‘curieuzeneuzen’ bij accidenten en de calamiteitenschermen, denk ik altijd dat Nederlanders ongelooflijk zakelijk zijn, zelfs als iets heel emotioneel wordt. Als zij het wel doen, denk ik dat daar vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid, van doorstroming en het beperken van tijdverlies en dus ook economische schade, winst valt te puren. Neem dat alstublieft mee, begraaf die calamiteitenschermen niet te snel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.