Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de opgedoekte campagne rond het verdwijnen van de praatpalen
Verslag
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, de ongeveer 1350 praatpalen die Vlaanderen rijk is en die sinds 1960 de autosnelwegen sieren, gaan met pensioen. Om dat aan te kondigen en de burger te informeren werd langs de Vlaamse wegen een informatiecampagne gelanceerd. Die campagne heeft ongeveer 10.000 euro gekost en werd door uw diensten gelanceerd op 6 september met als kernboodschap: ‘Bij pech bel je voortaan 112’.
Een dag later gaf u als bevoegde minister de opdracht om deze campagne te verwijderen. Ook federaal minister Jan Jambon die verantwoordelijk is voor de noodcentrales, stelde heel duidelijk in de pers dat het niet de bedoeling kan zijn om ingeval van pech het nummer 112 te bellen. De noodcentrales zijn nu al overbelast, men denkt dan ook beter drie keer na te denken vooraleer dat nummer te bellen, aldus Jambon.
Er heeft dan een overleg plaatsgevonden tussen uw kabinet en dat van minister Jambon, wat natuurlijk beter eerder was gebeurd, en waarbij is afgesproken die campagne stop te zetten. Deze situatie had kunnen worden vermeden maar dat is het verleden, we kijken nu naar de toekomst.
Minister, hoe komt het dat het urgentienummer 112 in deze campagne werd voorgesteld als te contacteren instantie bij pech op weg? Was daarvoor goedkeuring gegeven? Ik ben zelf ook uitvoerend actief in de politiek, ik neem dan ook aan dat er eerst overleg is geweest tussen diensten en beleidsverantwoordelijken. In welke mate is er effectief vooraf overlegd over deze campagne?
U zei te willen nagaan of een andere campagne nodig zou zijn. Is hier ondertussen meer duidelijkheid over?
Waar kunnen autogebruikers terecht na het verdwijnen van de praatpaal wanneer er bijvoorbeeld obstakels zijn op de weg, bij pech enzovoort? Plant u een nieuwe campagne? Krijgt u de automobilisten tijdig ingelicht over dit alles voor de eerste palen in november verdwijnen?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik zal niet herhalen wat de heer De Clercq al heeft geschetst, met name de context van de campagne die bij het uitrollen ervan werd ingetrokken.
Hoe kan het dat pas bij het in het straatbeeld verschijnen van een campagne over het gebruik van het nummer 112, de bevoegde minister van Binnenlandse Zaken reageert door te zeggen dat die campagne minstens suggereert dat het nummer 112 kan worden gebruikt voor minder dringende zaken terwijl dat nummer al overbelast is?
Wie heeft beslist dat het nummer 112 kon worden gebruikt na het verdwijnen van de praatpalen? Is daar overleg over gepleegd? Is er in het kader van de opstart van die campagne overleg gepleegd? Wie heeft het fiat gegeven voor die campagne en hoeveel heeft ze gekost?
Waar zullen mensen voortaan terechtkunnen wanneer de praatpalen effectief zijn verdwenen? Hoe zult u het publiek daarover informeren?
Minister Weyts heeft het woord.
Langsheen de Vlaamse snelwegen staan zo’n 1300 praatpalen. Gelet op het dalende gebruik ervan, gelet op buitenlandse voorbeelden waar men een gelijkaardige politiek voert – in de Verenigde Staten is men daar volledig mee gestopt – en gelet op de onderhoudskost van deze palen, namelijk 750 euro per stuk per jaar, een zotte kost in budgettair barre tijden, hebben wij besloten die praatpalen te verwijderen. Daar wordt binnenkort mee gestart. Bedoeling is dat zij midden 2017 verdwenen zijn.
Op de vragen wie wanneer gekozen heeft voor het nummer 112 kan ik verwijzen naar een overleg van mijn administratie met het federale niveau, meer bepaald met de federale wegpolitie. Dat leek ons de meest aangewezen gesprekspartner. Daarbij was er geen vertegenwoordiger van de noodcentrale aanwezig. Onze diensten hebben in dezen volledig te goeder trouw gehandeld.
Tijdens dit overleg werd gezamenlijk beslist om het nummer 112 te vermelden op de bordjes die langs de pechhavens zouden komen te staan. Deze bordjes vermelden de weg waarop men zich bevindt, bijvoorbeeld de R0, en het kilometerpunt. Zo zou men een ankerpunt hebben om door te geven. Dit bordje moest ook vermelden dat het nummer 112 bij pech of ongeval gebeld kon worden.
Men had ook overwogen om een ander nummer te hanteren, maar dat is niet gebeurd om een wildgroei aan nummers te vermijden en met het oog op de uniformiteit. Daarnaast zou het ook meer verwarring creëren bij de burger waardoor de afhandeltijd van een mogelijk incident zou kunnen stijgen. Tot slot is het aantal praatpaaloproepen op dit moment zo sterk gedaald dat dit geen extra zware belasting voor het Communicatie- en Informatie Centrum (CIC) zou betekenen.
Dat was de overweging. Gelet op dat gegeven vonden we dat we met een campagne moesten starten om mensen diets te maken dat er een alternatief is voor de praatpalen, namelijk 112, zoals besproken met de federale politie. Allemaal goed en wel, die campagne startte begin september. Het was de bedoeling dat die tot 10 oktober zou lopen, maar dat is dus iets korter geweest, tot 14 september, nadat mij werd meegedeeld door de 112-centrale zelf dat men al zo onderbemand en overbelast was. Daar heeft men wel een punt: misschien zou de door onze administratie uitgewerkte campagne nog meer mensen naar dat nummer 112 leiden, ook als er sprake zou zijn van kleinere ongevalletjes of kleinere pech. Het bedrag van de initiële campagne was 10.000 euro. Dan waren er natuurlijk nog de kosten voor het drukken en plakken. Dat was goed voor een totaal van 44.000 euro. Ik erken dus dat men ter zake misschien een inschattingsfout heeft gemaakt, omdat de 112-centrale zelf niet mee aan tafel zat. Aan onze kant ging men er echter van uit dat, aangezien men sprak met de federale politie, men langs die weg dus ook sprak met de betrokken centrale.
Het was natuurlijk niet de bedoeling om ‘reclame’ te maken voor het nummer 112. Bij een lekke band of een autopanne is het nog steeds de bedoeling dat men niet 112, maar de pechdienst contacteert. Ik kan wel begrijpen dat men die campagne ook in een andere zin zou kunnen interpreteren. Dat moet ik erkennen.
Of het noodnummer nog zal worden vermeld op de bordjes langsheen de pechhaven, zoals oorspronkelijk overeengekomen met de federale politie, bekijk ik nu samen met het kabinet van mijn collega, minister Jambon. We hebben dat dus nu enigszins naar dat niveau getild, om toch te zien dat we daarover volledige overeenstemming hebben op alle niveaus. Anderzijds moet ik zeggen dat we er dankzij de commotie over de campagne absoluut in geslaagd zijn om enige ruchtbaarheid te geven aan het verdwijnen van de praatpalen. In dat opzicht is dat wel geslaagd en hebben de gedane kosten dat doel alleszins wel bereikt, blijkens mijn mailbox: mensen hebben begrepen dat de praatpalen gaan verdwijnen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U erkent inderdaad dat dit bijzonder onnozel is, dat dat echt te vermijden is. Je kunt er eens mee lachen, maar eigenlijk is het intriest dat men niet op voorhand weet dat men dat nummer niet moet opgeven, dat dat niet eens opkomt bij iemand in de diensten. Men weet toch dat dat een speciaal nummer is. Dat is al overbezet en nu gaat men dat ook gebruiken voor kleine dingen. Men had 44.000 euro kunnen uitsparen. Een burger verwacht toch van de overheid dat er wat efficiëntie is, dat er overleg is. Ik vind dit dus eigenlijk niet voor herhaling vatbaar. U vindt dat uiteraard ook. Het is goed dat u dit naar u toe trekt, met collega Jambon, want dat is absoluut niet voor herhaling vatbaar. Er werden overheidsmiddelen verspild, terwijl de burger een efficiënte overheid verwacht.
Minister, wat gebeurt er nu in de toekomst? Dat wordt nu bekeken, begrijp ik. Gaat er nu nog een andere campagne komen of niet? Ik heb begrepen dat men nu nog de praatpaal kan benutten, tot medio 2017. Dat zal stelselmatig worden afgebouwd. Ik ga akkoord met de insteek dat men die praatpalen vervangt als ze te veel kosten met zich meebrengen en te weinig worden benut. Dat is het punt niet. Wat is gebeurd, is echter niet voor herhaling vatbaar.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Van een inschattingsfout is er inderdaad minstens sprake. Misschien is het zelfs een beetje een onzorgvuldigheid, gelet ook op het feit dat men bij 112 alle moeite van de wereld doet om mensen te verhinderen om voor een prulletje te bellen. Een op de vier oproepen is namelijk niet dringend.
Wat me niet helemaal duidelijk is aan de hand van uw antwoord, is bij wie je terechtkomt als je vandaag gebruikmaakt van zo’n praatpaal, en waarnaar mensen in de toekomst dan wel moeten bellen indien er geen dringende assistentie van politie of brandweer nodig is, indien het niet 112 is.
Minister Weyts heeft het woord.
Je komt dus terecht bij de CIC’s. We bekijken dus of we, conform de eerder gemaakte afspraak met de federale politie, alsnog doorgaan met het gewoon aanbrengen op die kilometerpaaltjes dat 112 moet worden gecontacteerd als er sprake is van een zwaar ongeval, afhankelijk van de omschrijving. Daarover zijn we momenteel in gesprek. Dat bekijken we.
We hebben de affiches verwijderd, we hebben die gerecycleerd en we hebben ook onmiddellijk een andere campagne die we planden, want we doen dat maandelijks, naar voren getrokken. Ik denk dat het thema ervan het aanpassen van de maximale snelheid bij wegenwerken is. Die affiches hebben we zo snel mogelijk aangebracht.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.