Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, de twee belangrijkste operatoren in ons land, Telenet en Proximus, kondigden onlangs de uitrol van zogenaamde ‘targeted advertising’ aan. Al enkele jaren is men daarop aan het broeden. Het betekent gewoon reclameboodschappen op maat van de kijker. Targeted advertising lijkt de oplossing en een noodzakelijke zet om adverteerders opnieuw warm te maken voor televisiereclame en aldus het fragiele Vlaamse media-ecosysteem te ondersteunen, zo wordt betoogd.
Het systeem bevindt zich nog in een testfase, maar uit de aanpassing van het privacybeleid van de respectieve operatoren valt nu al af te leiden dat een loopje zal worden genomen met de gegevensbescherming van hun klanten. Volledig ontsnappen aan het systeem blijkt nagenoeg onmogelijk en ook wie slechts een minimum aan gegevens wil prijsgeven aan de operator, moet daarvoor zelf actie ondernemen. Vorige week ontving ik zelf als Telenetklant een mail waarin werd aangekondigd dat mijn privacy zou worden beschermd. Hoera! Het heeft me wel 10 minuten gekost om te veranderen van niveau 3, waar je automatisch in staat, naar niveau 1. Er wordt ook gekozen voor de zogenaamde opt-out, waar echte privacy op zou moeten inzetten.
Los van het feit dat het logisch lijkt dat consumenten – die reeds een deftige som neertellen voor een abonnement bij de dienstenverleners – de keuze moeten hebben om zelf te beslissen of ze meestappen in een systeem waarbij hun persoonlijke gegevens, kijk- en zelfs (mobiel) surfgedrag in kaart gebracht en gecommercialiseerd worden, zijn dergelijke praktijken ook in strijd met de nieuwe EU-verordening over de verwerking van persoonsgegevens.
De Privacycommissie stelt dan ook duidelijk dat “in het licht van de huidige en nieuwe op til staande privacywetgeving dergelijke verwerking van persoonsgegevens een duidelijke keuze van de klant vereist. Hierbij is vereist dat de betrokkene een actieve handeling stelt, zoals het aanvinken van een keuzemogelijkheid in de algemene voorwaarden”. Daarnaast stelt de Privacycommissie dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen bestaande en nieuwe klanten: bestaande klanten zouden zelf expliciet toestemming moeten geven – de zogenaamde opt-in –, terwijl enkel voor nieuwe klanten met een opt-outmogelijkheid kan worden gewerkt, ervan uitgaande dat ze weten welk contract ze sluiten met hun operator.
In mei gaf de minister in de commissie aan dat er op korte termijn overleg zou plaatsvinden met de federale overheid en de gemeenschappen over de implementatie van de Algemene Verordening Gegevensbescherming in ons land. Hoewel de lidstaten tot 2018 de tijd hebben om dit legislatief proces af te wikkelen, illustreert de intrede van ‘targeted advertising’ op onze televisieschermen dat we hier best zo snel mogelijk vorderingen in maken.
Minister, kunt u een stand van zaken geven van het overleg met de collega’s van de federale overheid en gemeenschappen met betrekking tot de implementatie van de EU-verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens? Is er ondertussen wel een timing vooropgesteld? Wat zijn de belangrijkste resultaten van het overleg tot dusver? Bent u inzake ‘targeted advertising’ op televisie voorstander van extra regelgeving om de privacy en consumentenrechten van kijkers beter te beschermen? Zo ja, welk voorstel zal u op het gemeenschappelijk overleg naar voren schuiven? Indien u daarentegen van mening bent dat het huidig wetgevend kader volstaat, had ik dit standpunt graag toegelicht gezien.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Segers, op vraag van het kabinet van de minister-president organiseerde het departement Kanselarij en Bestuur op 30 juni een intern overleg. De secretaris-generaal van het departement Kanselarij en Bestuur stuurde vervolgens op 12 juli een bericht naar zijn collega’s over de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming met de vraag tot screening van de eigen regelgeving in functie van een mogelijke impact. Een van de vervolgafspraken van dat intern overleg betrof een gewenst overleg met de federale overheid. Dat vond op 19 september plaats.
Aan het overleg met de federale overheid namen medewerkers deel van de federale overheidsdienst (FOD) Justitie, van het agentschap Informatie Vlaanderen, van de Vlaamse Toezichtcommissie, van het kabinet van de minister-president, van het Facilitair Bedrijf, en van de departementen Kanselarij en Bestuur en Mobiliteit en Openbare Werken.
Het overleg op 19 september was in essentie een vrij open informatie-uitwisseling. Op federaal niveau ligt de focus momenteel voornamelijk op de hervorming van de Privacycommissie. Eind 2016 zou een wetsontwerp op het niveau van de administratie gereed zijn. Privacywetgeving is, zoals u weet, dominant federaal.
De Vlaamse overheid organiseert daarnaast op 7 november een studiedag over de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming. De studiedag is een samenwerking van het agentschap Informatie Vlaanderen en het Facilitair Bedrijf. Dit moet wellicht ook het startschot zijn voor de verdere omzettingsactiviteit binnen de Vlaamse overheid.
De Vlaamse en federale overheid zullen elkaar op de hoogte houden van relevante activiteiten. Een volgend Vlaams-federaal overleg wordt eind dit jaar gepland.
Ik ben het eens met de stelling van de Privacycommissie dat bij dergelijke verwerking van persoonsgegevens voor ‘targeted advertising’ een duidelijke keuze van de klant noodzakelijk is en dat hierbij een actieve handeling van de betrokkene vereist is. Dit is ook de lijn die federaal staatssecretaris De Backer volgt. Klanten moeten zelf expliciet de toestemming geven.
Wat de vraag over extra regelgeving betreft, die haalde ik zonet indirect aan. De algemene principes van de wettelijkheid van de verwerking van persoonsgegevens gelden hier en die worden vandaag bepaald door de (federale) Privacywet. Daarnaast loopt ook de screening rond de impact van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming op Vlaanderen. Ik volg dit verder op.
Wat betreft de advertenties zelf: ‘targeted advertising’ is ‘advertising’ en blijft dan ook onderworpen aan alle bepalingen van het Mediadecreet inzake commerciële communicatie en televisiereclame, opgenomen in Hoofdstuk IV van het Mediadecreet. Zij bieden voldoende waarborgen inzake consumentenbescherming. Nieuwe regels over audiovisuele commerciële communicatie, die specifiek gelden voor targeted advertising, zijn mijns inziens dan ook niet nodig. Het is dus geen kwestie van regelgeving, maar van handhaving. Zoals u weet, is het ook de taak van de regulator om de naleving van de regels rond commerciële communicatie te bewaken.
Ik deel dus zeker uw bezorgdheid en zeg niet dat er geen nieuwe wettelijke contexten zullen worden geschapen, hetzij federaal, hetzij zelfs Vlaams, al houd ik dit laatste op het ogenblik nog af. We monitoren dit alles actief en daarom is het ook goed dat uw eigen ervaring, die wellicht door vele andere Vlamingen wordt gedeeld, voldoende bekend is, bij consumentenverenigingen en bij de overheid, zodat het voor u als consument makkelijker moet zijn om te doen wat u wenst te doen, zonder dat u tien minuten nodig hebt voor een actieve opting-in of opting-out. We zijn waakzaam – en misschien mag het van u nog iets meer zijn – en we zijn in volle omzetting van de Europese richtlijn. De komende maanden zullen we nagaan hoe we dit op de voet kunnen volgen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik heb u deze vraag gesteld in de hoop dat u me dit antwoord zou geven. Op dit punt zitten we alvast op dezelfde lijn. We zijn er allebei van overtuigd dat de zelfbeschikking van de consument cruciaal is. Hij moet zelf weten wat er precies met zijn gegevens gebeurt en moet zelf een keuzemogelijkheid hebben om zijn privacygegevens al dan niet weg te geven.
Ik ben ook blij te horen dat er al stappen zijn gezet. Ik begrijp dat de aandacht van de federale overheid vooral gaat naar de hervorming van de Privacycommissie. We hebben echter ook een Vlaamse Privacycommissie waaraan eveneens aanpassingen moeten gebeuren. Ik heb in het Vlaams Parlement trouwens een vraag ingediend, maar die werd jammer genoeg niet ontvankelijk verklaard wegens niet beleidsrelevant. Voor mij is dat totaal onbegrijpelijk en ik zal ze dan ook opnieuw indienen, want ook in Vlaanderen zal er decretaal werk nodig zijn. U gaf voorzichtig aan dat er misschien ook in Vlaanderen decretaal werk moet gebeuren rond zelfbeschikking en privacy van de consument. Voor mij is dat althans duidelijk. Wellicht bent u ervan op de hoogte dat iMinds-SMIT net een onderzoek heeft afgerond naar de kennis van de Vlaamse bevolking van het Vlaamse mediabeleid en -regelgeving. Daaruit blijkt duidelijk dat de Vlamingen argwanend kijken naar de manier waarop mediabedrijven met hun gegevens omspringen en aangeven dat de overheid daarop moet toekijken. Van hen wil 86 procent ook meer weten over het privacybeleid. Ook de Vlaming is duidelijk vragende partij voor meer kennis en een beleidskader.
Tot slot heb ik nog twee bijkomende vragen. Hebt u ook al met de telecomoperatoren zelf contacten gehad of vindt u dat in dit stadium niet nodig? U spreekt twee keer over een facilitair bedrijf. Waarover heeft u het dan precies?
Dat is een interne dienst van de Vlaamse overheid.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid van collega Segers over de grenzen van de privacy. Ik behoor toch nog de generatie van mensen voor wie big brother werd geportretteerd als een absoluut gevaar voor onze manier van samenleven, maar ook als iets futuristisch dat wel nooit werkelijkheid zou worden. Intussen weten we wel beter, en ik heb het gevoel dat dit onderwerp de komende jaren niet meer van de agenda zal verdwijnen. We zullen steeds opnieuw worden geconfronteerd met systemen van gepersonaliseerde reclame die telkens weer de grenzen opzoekt van wat we wel en niet aanvaardbaard vinden. Er is dus zeker werk aan de winkel voor het beleid om dat nauwkeurig in de gaten te houden.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het voornemen om langs de digiboxen gepersonaliseerde reclame op de mensen los te laten, stond natuurlijk in de sterren geschreven. Het lijkt me een van de middelen om de advertentiemarkt een beetje onder controle te houden en in ons land te houden. We weten dat Facebook en dergelijke grote concurrentie vormen. We zien echter dat de dienstenleveranciers Telenet en Proximus zich meer en meer als omroepen beginnen te gedragen.
Ik heb een bijkomende vraag die losstaat van het hele debat over privacy. We moeten dit zeker in het oog houden, want dat zal ook in andere domeinen, zoals mobiliteit, een rol spelen. Los daarvan moet deze commissie zich de vraag stellen hoe het nu zit. Voorlopig gaat het bij Telenet enkel om testen met VIER en VIJF. Wat zal gebeuren met de andere omroepen die in hun basispakket zitten? De zenders van de VRT horen hierbij, maar die zitten met hun plafond. Het gaat niet in de eerste plaats om de VRT. Medialaan is een voorbeeld. Indien dit zich verder ontwikkelt, zullen ze dan ook de vruchten van deze nieuwe advertentiewijze kunnen plukken? Zullen ze hierbij worden betrokken? Zullen ze een gedeelte van de inkomsten krijgen of gaat dat gedeelte naar de distributeurs? Dat zijn vragen die ik me stel.
Minister, we weten het niet. We zouden het aan Telenet moeten vragen. Hebt u hier al een mening over? Zult u met de distributeurs en dergelijke vergaderen om dit van naderbij te bekijken?
Minister, ik wil me ook nog even bij deze legitieme en goede vraag om uitleg aansluiten. De dag waarop ik die mail van Telenet heb ontvangen, heb ik meteen mijn instellingen veranderd. Ik zou nog met de idee van targeted advertising kunnen leven indien ik daar zelf over had mogen beslissen. Dat dit voor mij werd beslist, irriteerde me echter mateloos.
Ik wil het even nuanceren. Ook VTM en Proximus werken hieraan. Het gaat dus niet enkel om Telenet. In het geval van Telenet komt er echter nog een commerciële kwestie bij. Telenet is voor de helft eigenaar van SBS. Dit leidt tot een marktverstrengeling die de commerciële belangen voor een partij groter maakt. Het gaat dan niet om Telenet als dienstverlener en als distributeur van een signaal, maar om Telenet als eigenaar van SBS. Die groep kan in dit systeem worden bevoordeeld.
Die bijkomende dimensie moet worden onderzocht. Dit is het gevolg van een discussie die we hier, naast de discussie over de privacy, in het verleden al vaak hebben gevoerd. Het gaat om de verstrengeling van belangen in de keten en om de verticale en horizontale cross-over van belangen die hier een rol begint te spelen.
Ik denk soms zelfs dat de markt door spelers onder elkaar wordt verstoord. Ik weet het niet precies. Ik waarschuw er enkel voor. We moeten die dimensie van de zaak in de toekomst zeker eens nader onderzoeken.
Minister, ik heb nog een kleine aanvullende vraag. U hebt in uw antwoord vermeld dat het hier om reclame gaat en dat alle regels in verband met reclame dan ook van toepassing zijn. Volgens mij kunnen we hier volledig mee akkoord gaan. De vraag is dan natuurlijk hoe het zit met controle en handhaving. We hebben daar de juiste organen voor. Het gaat nu echter om een gepersonaliseerd aanbod. De vraag is hoe we dit op elkaar kunnen afstemmen. Het is flink te stellen dat de regels van toepassing zijn, maar als er geen instrumenten zijn om dit te controleren of af te dwingen, staan we redelijk zwak. Dat is een element waarmee we verder rekening moeten houden.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik heb momenteel geen gesprekken met de telecomoperatoren gepland. De privacywetgeving is van toepassing. Dat is een federale wet. Decretaal is het aan de regulator om op te treden indien bepaalde regels al dan niet worden overtreden.
Mijnheer Caron, ik heb het nu enkel om de targeted advertising. U hebt een dimensie aan het debat toegevoegd. Bepaalde veronderstellingen en waarschuwingen kunnen tijdens een politiek debat interessant zijn. Ik beweer niet dat ze niet kunnen worden hardgemaakt, maar in dat geval bestaan er juridische mechanismen om dit al dan niet te bestrijden. Tot nader order hebben we het hier echter over targeted advertising, wat een bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap is.
Ik herhaal mijn punt, ik weet niet of er in de toekomst federaal dan wel Vlaams bijkomende regels nodig zijn, maar op dit moment is dat niet zo. Ik ben een tegenstander van microregulering, ik ben een voorstander van handhaving. In die zin zal ik op de laatste vraag van mevrouw Bastiaens ingaan door aan de regulator te vragen hoe zij dit nu doen. Het is niet aan mij om hun te zeggen 'je moet dit doen', want ze moeten dit doen. We willen wel zicht krijgen op de manier waarop zij dit doen en hoe ze dit kunnen doen. Daar zal ik bijkomende informatie over vragen.
Ik neem aan dat de regulator daar ook enige tijd voor krijgt, ook voor hen is de vraag hoe daar greep op te krijgen. Dat is de voornaamste vraag voor mij.
Mevrouw Segers heeft het woord.
De kwestie van onze privacy en zelfbeschikking in een digitale wereld, op het internet en alle schermen zal de komende jaren nog een groot debat worden. We moeten volop de kaart trekken van de zelfbeschikking van de consument, de vrijheid om te beslissen wat er met onze data gebeurt. Sommige aspecten van privacy die we vrijgeven, komen ons goed uit. Persoonlijk heb ik ook absoluut niets tegen ‘target advertising’. De kwestie is de zelfbeschikking.
Er is nog de kwestie van VIER en VIJF van Telenet. Ik heb in De Standaard in een opiniestuk het ballonnetje opgelaten dat we ons daar in de komende tijd sterk moeten over buigen. Als het systeem van Telenet haarfijn afgestemd zou staan op de zenders VIER en VIJF maar onvoldoende de kijkersprofielen van de andere zenders in kaart brengt, dan hebben we een probleem. Telenet blijft natuurlijk grondig opgevolgd worden door Europa inzake de procedure die daar liep. Ze zullen daar hopelijk ook wel de nodige omzichtigheid hanteren. Ze zullen hopelijk bereid zijn om met hun kijkers mee te gaan als ze van hen een signaal krijgen.
Alleszins, we hebben hier nog veel voer voor debat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.