Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Minister, in uw actieplan 2014-2019 ‘Naar een (e)-Zorgzaam Vlaanderen’ geeft u aan dat de soft- en hardware die de ICT-sector ontwikkelt, cruciaal is om de informatisering van de woonzorgsector te laten slagen. Woonzorgcentra kunnen diverse trajecten voor de informatisering van het bewoners-en zorgdossier hanteren. Om te garanderen dat deze trajecten uniform zijn, werden de algemene principes voor elk traject uitgewerkt in een roadbook ‘Informatisering Woonzorgcentra’.
De pilootprojecten ‘eWZC’ zijn een eerste stap in de realisatie van het roadbook. Op 14 december 2012 keurde de Vlaamse Regering een besluit goed tot toekenning van een subsidie aan de koepelorganisatie Ouderenzorg Vlaanderen voor de ontwikkeling en implementatie van informatiseringstrajecten in de woonzorgcentra.
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Federatie der Rustoorden van België (FERUBEL), het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (VLOZO) en Zorgnet-Icuro ontvingen een subsidie van in totaal 1,2 miljoen euro voor vijf projecten in verband met de informatisering in woonzorgcentra. Het eerste project is Homelink v2, een communicatieprotocol tussen apotheker en woonzorgcentrum. Het tweede is eTCS of een gegevenstransfer tussen woonzorgcentrum en ziekenhuis bij opname en ontslag. Het derde project Prestaties en Zorg Kwaliteitsmanagementsysteem (PREZO) gaat over de informatisering van het PREZO-kwaliteitssysteem. BeLRAI gaat over de implementatie voor Care Solutions in samenwerking met het Wit-Gele Kruis. Het laatste project betreft de BeLRAI-implementatie door een softwareleverancier van Healthcare, Corilus.
De projecten zijn een samenwerking tussen telkens drie woonzorgcentra enerzijds en softwareleveranciers anderzijds. De projecten liepen oorspronkelijk tot 31 december 2015, maar werden verlengd tot 30 juni 2016, zodat zij de nodige ruimte kregen om te worden afgerond.
In het kader hiervan hebben de koepelorganisaties, het consortium eWZC, zich geëngageerd om tegen midden 2016 een door de sector gedragen actieplan te ontwikkelen dat de verdere gegevensdeling met de woonzorgcentra beoogt en aansluit bij de evaluatie van de pilootprojecten eWZC.
Minister, kunt u de resultaten van de vijf projecten over informatisering in woonzorgcentra toelichten? Waaraan werd de subsidie concreet besteed? Wat zijn de huidige uitdagingen en obstakels met betrekking tot informatisering in woonzorgcentra?
Welke opvolging zult u geven aan de resultaten van de pilootprojecten? Hoe zal de kennis over de informatiseringstrajecten verder in de woonzorgcentra geïmplementeerd worden? Welke timing stelt u daarbij voorop?
Hoe evalueert u de informatisering binnen de woonzorgcentra op vandaag? Zit de evolutie op schema of moet er worden bijgestuurd? Wat is de stand van zaken van het aangekondigde actieplan over gegevensdeling in woonzorgcentra?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het eWZC-programma omvat twee hoofddoelstellingen. De eerste doelstelling is de verdere opbouw van de IT-functionaliteiten voor procesbeheersing en gegevensdeling. Voor de functionaliteitsuitbouw werd een projectoproep uitgeschreven die werd afgesloten op 15 mei 2014. Het objectief was vooruitgang te realiseren in vier domeinen. Het eerste domein is de transmurale zorg: informatiedoorstroming tussen de voorzieningen en met de zorgverstrekkers. Het tweede domein is de zorgplanning: multidisciplinaire samenwerking binnen de muren van het WZC. Het derde domein is het kwaliteitsbeleid: ondersteuning van het kwaliteitsbeleid door ICT-toepassingen. Het vierde domein is de apotheek: informatiseren van het intern medicatieproces, dit wil zeggen voorschrijven, bewaren, distribueren en toedienen.
Tijdens de selectie van de projecten is ernaar gestreefd de realisaties van de verschillende projectvoorstellen maximaal op elkaar af te stemmen. Daarom beschrijf ik de functionele en technische realisaties van het gehele eWZC-programma. Eén: de twee meest belangrijke IT-pakketten voor elektronisch bewonersdossier van Care Solutions en Corilus zullen geïntegreerd zijn met het Vitalink-medicatieschema. Hierdoor zullen zorgactoren uit de woonzorgcentra medicatieschema’s van bewoners kunnen delen met andere zorgactoren, zoals apothekers en artsen. Bovendien kunnen ze die informatie ook gebruiken in andere IT-oplossingen, zoals de Pyxima BelRAI tools.
Twee: er is een automatisatie gerealiseerd van de communicatie tussen apotheek en woonzorgcentrum voor bestellingen, facturatie, stockbeheer en formulariumbeheer van medicatie. De directe drijfveer voor die functionaliteit is om de werking af te stemmen op de nieuwe wetgeving voor de tarifering per eenheid.
Drie: zorgactoren kunnen op een gebruiksvriendelijke manier BelRAI-assessments opstellen en delen met andere zorgactoren binnen én buiten het woonzorgcentrum. Zo wordt in een van de projecten samengewerkt met de thuiszorgdiensten van het Wit-Gele kruis. Het nationale BelRAI-platform heeft dankzij dit programma, naast een webportaaltoegang, ook een webservicetoegang voor directe integratie met IT-oplossingen. In principe kan nu de hele zorgsector en elke leverancier daarvan gebruikmaken.
Vier: er is gewerkt aan de verdere uitbouw van het PREZO Woonzorg kwaliteitssysteem en de integratie ervan in het elektronische bewonersdossier. Door operationele informatie door te geven aan het PREZO Woonzorg kwaliteitssysteem en, achteraf, de actiepunten van het kwaliteitsbeleid terug te geven naar het elektronische bewonersdossier, is de cyclus van dagdagelijkse zorgwerking en kwaliteitsverbetering rondgemaakt.
Vijf: er is een eForms-bibliotheek uitgewerkt die toelaat gestandaardiseerde berichten te ontwikkelen voor gebruik met de eHealthBox. De gebruikers van de twee toepassingen elektronische bewonersdossiers kunnen nu aan de hand van de eHealthBox communiceren met alle zorgactoren die gebruikmaken van deze eHealth-dienst, gebruikmakend van de gestructureerde berichten uit de centrale eForms-bibliotheek.
Zes: het woonzorgcentrum kan zo door middel van een transferdocument op een gestructureerde wijze communiceren met het ziekenhuis. Het transferdocument bevat de zorg- en medische informatie die noodzakelijk is bij een acute of geplande opname in het ziekenhuis.
Zeven: de huisarts kan in zijn elektronisch medisch dossier (EMD) een liaisonfiche opstellen met medische gegevens, zorgafspraken en een aantal algemene gegevens en die vervolgens op een veilige manier doorsturen naar het woonzorgcentrum. Dit document wordt in leesvorm bewaard binnen het elektronisch bewonersdossier. Deze liaisonfiche wordt ook gebruikt om medische informatie bij een ziekenhuisopname door te geven. Het ziekenhuis ontvangt zo in één communicatie alle relevante informatie over de bewoner.
Acht: het woonzorgcentrum kan aan de hand van korte berichten de huisarts op de hoogte houden van de meest vitale parameters, zoals bloeddruk en glycemie, op kritieke momenten.
Negen: administratieve, zorg- en medische informatie moeten slechts eenmaal worden ingeven. Dit is een investering in de gebruiksvriendelijkheid en is ook een van de belangrijke toegevoegde waarden van de eWZC-projecten. Het is ook een van de belangrijkste succesfactoren voor het gebruik en de brede uitrol van de IT-oplossingen in de zorg.
Tien: er is de ontwikkeling van een referentiekader voor informatieveiligheid in de woonzorgcentra.
De tweede doelstelling is de bewustmaking van de woonzorgcentra met betrekking tot informatisering. Er werd ook sterk ingezet op de communicatie naar de sector en alle verbonden stakeholders om een draagvlak voor verdere informatisering uit te bouwen. Er zijn hierbij belangrijke realisaties gebeurd. Ten eerste: de opleidingssessie over informatieveiligheid bij woonzorgcentra, waarbij de huidige ontwikkelingen en evoluties aan bod kwamen en relevante begrippen werden uitgelegd. Ten tweede: de communicatiedag op 21 juni 2016 met betrekking tot de informatisering van de woonzorgsector waarbij de resultaten van de pilootprojecten maximaal in de kijker werden gezet en de toekomstige beleidsdoelstellingen voor de informatisering van de woonzorgsector werden gepresenteerd. Ten derde: de stuurgroep van het eWZC-consortium ontwikkelde zich tot een belangrijk forum voor duidelijke communicatie en efficiënte softwareontwikkeling door de vertegenwoordiging van zowel overheid en koepels, als de businessvertegenwoordigers uit de projecten en de softwareleveranciers. Deze werkwijze is dusver zeer positief gebleken.
Ik kom tot het gebruik van de toegekende subsidie. Het totale subsidiebedrag bedroeg 1.236.000 euro, vastgelegd op de budgetten van Zorg en Gezondheid. Hiervan werd 797.811,8 euro toegekend aan de vijf pilootprojecten. Die pilootprojecten bepalen zelf waaraan de toelagen worden besteed. Er werd ongeveer een 50/50-verdeling gehanteerd waarbij 50 procent van het budget naar IT-leveranciers ging voor hun ontwikkelingen en 50 procent naar de business, de organisatie van de woonzorgcentra voor behoefteformulering, het testen van de functionaliteit, uitrol en projectmanagement.
De opvolging van de projecten gebeurde aan de hand van de ingediende projectplannen door een stuurgroep die technisch en budgettair kan bijsturen. De Vlaamse overheid zit deze stuurgroep voor, waarin naast de koepels ook de coördinator, architect en informatieveiligheidsconsulent aanwezig zijn. De projecten worden verder maandelijks opgevolgd door een projectmanagementgroep, waarin eveneens alle stakeholders vertegenwoordigd zijn. Ten slotte is er op geregelde tijdstippen een disseminatiesessie waarop de projectpartners de voortgang van hun project kunnen toelichten en de ontwikkelingen binnen andere projecten kunnen becommentariëren.
Aan de hand van die opvolging en de behaalde doelstellingen werd de projectsubsidie uitbetaald in verschillende schijven. De toekenning en uitbetaling van de laatste schijf gebeurde in de maand juni. Het restbedrag, 438.188,2 euro, werd besteed aan: het programmamanagement, onder andere de aanstelling van een veiligheidsconsulent, projectmanager en IT-architect; de organisatie van de opleiding over informatieveiligheid; de organisatie van de communicatiedag voor de informatisering van de woonzorgcentra; studiewerk, met een aantal rapporten die moesten worden bekeken; werkingskosten van het consortium; en overleg met de eHealth-diensten. Er is nog een restbedrag van 115.200 euro, dat dient voor de ondersteuning bij de uitrol van de pilootprojecten, het actieplan voor de informatisering van de woonzorgcentra en verdere ondersteuning van gerelateerde projecten zoals rond de financiën, de kwaliteitsindicatoren enzovoort.
Wat zijn de obstakels en de huidige uitdagingen voor de informatisering? Ik overloop enkele ‘lessons learned’ uit de pilootprojecten. Eerst en vooral is er het belang van de basis-ICT. Een groot aantal woonzorgcentra zal eerst de basisinfrastructuur en -applicaties willen of moeten aanpakken, alvorens grote stappen te zetten op het vlak van gegevensdeling. Dat geldt ook voor het opbouwen of aantrekken van de basiscompetenties. Ten tweede is er de informatieveiligheid. Binnen eWZC is er bijzondere aandacht gegaan naar informatieveiligheid. Voordat gegevensuitwisseling kan plaatsvinden, dient een voorziening de nodige waarborgen te geven op het vlak van de informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en de zorgverlener en het respect van het medisch beroepsgeheim. We stellen op dit moment vast dat de kennis die nodig is om deze materie aan te pakken, binnen de woonzorgcentra niet altijd toereikend is. Dat vormt een belangrijke hinderpaal in de uitrol van de verschillende toepassingen, aangezien telkens een individuele benadering nodig is.
Een volgende ‘lesson learned’ is dat bij kleine voorzieningen de IT-capaciteit relatief beperkt is. Naast de grote groeperingen en ondernemingen zijn er een groot aantal woonzorgcentra die als relatief kleine, individuele organisatie een beperkt absorptievermogen hebben als het over proces- en technologische vernieuwing gaat. We moeten erover waken dat de sector niet in een spreidstand komt te staan op het vlak van informatisering.
Een volgende observatie is dat we de betaalbaarheid moeten garanderen. Bij verdere ontwikkelingen dient ook steeds de betaalbaarheid in rekening te worden gebracht, zonder de efficiëntiewinsten en baten op lange en middellange termijn uit het oog te verliezen. Bovendien zullen de kosten voor ICT, gezien de uitdagingen, de komende jaren gevoelig toenemen.
Er zal ook aandacht moeten zijn voor multidisciplinaire changemanagementtrajecten. Het bleek cruciaal om vanaf het begin in te zetten op de betrokkenheid van alle personeelsleden, maar ook andere zorgactoren. Zo dient het woonzorgcentrum met een zeer groot aantal huisartsen een goede samenwerking op te bouwen vooraleer gegevensdeling mogelijk is.
Er is verder ook een duidelijke communicatie nodig naar zowel de softwareleveranciers als de voorzieningen. Er is nood aan duidelijke en begrijpbare informatie, het liefst beschikbaar in een eenduidige en centrale bron, die de nodige informatie op een overzichtelijke manier aanbiedt en waar de verschillende partijen naar kunnen verwijzen. Dat is bijvoorbeeld belangrijk ter ondersteuning bij het aanvragen van een eHealth-certificaat.
Ten slotte is schaalvergroting van IT-oplossingen noodzakelijk, in plaats van individuele functionaliteiten. De huidige EBD-oplossingen (elektronische bewonersdossiers) zijn gebaseerd op een client-serverprincipe met veel lokale installaties in de woonzorgcentra. Een totaaloplossing moet dus steeds in elke voorziening apart worden ingericht. Dat vraagt veel IT-knowhow en men kan zich de vraag stellen of dat een kerntaak is van een woonzorgcentrum. In de toekomst moeten pistes als schaalvergroting en as-a-service-oplossingen, zoals de ‘cloud’, bekeken worden in het kader van die problematiek.
De opvolging van de pilootprojecten en de uitrol ervan zijn opgenomen in het actieplan voor de informatisering van de woonzorgcentra. Het actieplan past binnen het federale plan eGezondheid 2016-2018, meer bepaald onder actiepunt 7. Het uitgangspunt van dat actieplan zijn de reeds verworven inzichten inzake informatisering uit de eWZC-pilootprojecten, gecombineerd met de noden en opportuniteiten die de sector vandaag vaststelt. Het actieplan geeft de verdere uitdagingen aan voor informatisering en tracht maximaal aan te sluiten bij de prioriteiten die in overleg met de koepels en na bevraging van de woonzorgcentra naar voren worden geschoven.
De uitrol van het actieplan zal verder passen binnen het eWZC-programma. De komende periode is het vooral zaak om de opschaling van de pilootprojecten te realiseren en de woonzorgcentra daarvoor klaar te stomen. De huidige overlegstructuur van het eWZC-consortium blijft bestaan en wordt structureel voortgezet en eventueel uitgebreid naar andere zorgverstrekkers of stakeholders.
Belangrijk daarbij is aandacht te hebben voor de randvoorwaarden die naar boven kwamen bij de pilootprojecten. We denken daarbij aan informatieveiligheid. De vereisten voor informatieveiligheid blijken een zeer moeilijk te nemen horde voor de uitrol van functionaliteit met betrekking tot gegevensdeling. Omdat we willen dat de gegevensdelingsstromen op een veilige manier gebeuren, verwachten we aanzienlijke inspanningen van de woonzorgcentra op dat vlak. We willen de woonzorgcentra dan ook ondersteunen in dat veranderingstraject. Het materiaal dat werd aangereikt in de eWZC-pilootprojecten, kan daarbij als voorbeeld worden gebruikt.
Het actieplan vormt de verdere leidraad voor acties rond informatisering die de woonzorgcentra en de Vlaamse overheid zullen ontplooien, in de eerste plaats voor de periode 2016-2018, hoewel het ook duidelijk is dat voor de realisatie van een groot aantal onderdelen er een ruimer tijdsbestek nodig zal zijn.
Het eWZC-programma is zeker een succes, niet enkel op het vlak van technische realisaties, maar des te meer op het vlak van bewustmaking omtrent informatisering bij de Vlaamse woonzorgcentra. Het eWZC-programma heeft het thema van de informatisering op de kaart gezet. Men merkt dat dit onderwerp leeft in de sector. Er waren dan ook zo’n 240 deelnemers uit de sector aanwezig op de communicatiedag voor de informatisering van de woonzorgsector op 21 juni.
Ook de online-enquête die dit voorjaar plaatsvond naar aanleiding van het schrijven van het actieplan, werd gekenmerkt door een hoge respons. De resultaten uit deze enquête zijn representatief voor 399 Vlaamse woonzorgcentra, zowat de helft van alle erkende woonzorgcentra.
Deze enquête polste niet enkel naar de prioriteiten van woonzorgcentra op het vlak van informatisering, maar ook naar de huidige digitaliserings- en informatiseringsgraad. Uit de resultaten kunnen we volgende conclusies trekken. Nagenoeg alle woonzorgcentra beschikken over een elektronisch bewonersdossier. Ook het proces van bestellen en beheer van medicatie met de apotheek verloopt voor de meeste voorzieningen geïnformatiseerd. Ondersteunende processen, zoals logistiek beheer, kwaliteitsbeheer, personeelsbeheer en documentbeheer, kennen een ruime marge voor verdere informatisering. Slechts in uitzonderlijke gevallen is de gegevensuitwisseling met het ziekenhuis een geïnformatiseerd proces of heeft de huisarts rechtstreeks toegang tot het elektronisch bewonersdossier. Er zijn aanzienlijke noden op het vlak van informatieveiligheid. Ongeveer 50 procent beschikt over een informatieveiligheidsbeleid en slechts 30 procent over een veiligheidsconsulent.
Deze resultaten liggen in de lijn van de vooropgestelde verwachtingen. Er zijn grote stappen voorwaarts gedaan op het vlak van interne IT-infrastructuur, maar er zijn bijkomende verbetertrajecten nodig op het vlak van informatieveiligheid en transmurale communicatie. De kennis en ervaring opgebouwd tijdens het eWZC-programma vormen echter een solide startpunt voor verdere verbetertrajecten. Er is een positieve evolutie, die we dan ook graag willen voortzetten.
Het voorstel tot actieplan is tijdig opgeleverd aan de IKW eGezondheid en wordt nu verder gevalideerd. De prioriteiten uit dit actieplan werden ook gecommuniceerd aan de sector op de communicatiedag voor de informatisering van de woonzorgsector, die plaatsvond op 21 juni 2016. De uitrol van het actieplan wordt verder opgevolgd door het eWZC-consortium.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw inderdaad bijzonder uitvoerig antwoord. Ik kan dan ook niets anders dan bevestigen dat de budgetten voor de pilootprojecten voor eWZC meer dan goed besteed zijn.
Het gaat om een proces, waarbij de omslag van de papieren versie naar het digitale tijdperk niet alleen bij de woonzorgcentra, maar ook in de hele administratie dient te gebeuren. U hebt terecht aangehaald dat informatieveiligheid en gegevensdeling in dit soort administratie nog een hele uitdaging voor de toekomst vormt.
Het belangrijkste is dat stappen vooruit werden gezet, dat heel veel deelnemers aanwezig waren op de communicatiedag waarop de resultaten van de pilootprojecten werden bekendgemaakt. Dit toont aan dat ieder woonzorgcentrum geïnteresseerd is en zoekt naar de beste oplossing voor zowel gegevensdeling als kwaliteitssystemen, software, e-communicatie, evenals de samenwerking met het Wit-Gele Kruis en Care Solutions, evenals de BelRAI-implementatie.
Ik hoop dan ook dat deze middelen de sector geprikkeld hebben om de omslag naar het digitale systeem in de woonzorgcentra te realiseren. Dit betekent ook dat wat u hebt opgenomen in het actieplan, gelukt is, en ik hoop dat de knowhow in Vlaanderen zo goed mogelijk kan worden uitgerold.
De vraag om uitleg is afgehandeld.