Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, innovatie in de media zit te paard op twee commissies. Innovatie is een van mijn stokpaardjes en heeft ook de belangstelling van de commissie Media.
Innovatie is terecht een van de speerpunten van het beleid van de Vlaamse Regering, ook inzake mediabeleid, want de mediasector is bij uitstek een snel wijzigende en zeer innovatieve sector: “Innovatie is een hefboom voor een kwalitatief sterk en lokaal verankerd medialandschap. Daarom moet de werking van het media-innovatiecentrum MiX aangepast worden. De geïnvesteerde middelen moeten terechtkomen bij kleine, startende innovatieve ondernemingen,” aldus het Vlaams regeerakkoord.
Jammer genoeg werd de werking van het media-innovatiecentrum MiX niet aangepast, maar werd het centrum opgedoekt ondanks enkele interessante concrete realisaties die uitvoerig bejubeld werden in de beleidsnota Media. Er is nog steeds geen duidelijkheid over een opvolger voor het MiX, met andere woorden over het nieuwe media-innovatiebeleid in het kader van het nieuwe innovatieclusterbeleid.
Ook de innovatiesteun voor de openbare omroep werd in 2015 stopgezet. In de nieuwe beheersovereenkomst 2016-2020 werden volgende afspraken gemaakt. Ten eerste, de VRT werkt mee aan Vlaamse en Europese co-innovatieprojecten, al dan niet in triple-helixvorm. Ten tweede, de VRT schrijft zich in het innovatieclusterbeleid van de Vlaamse Regering in en participeert actief in een Vlaamse mediaclusterorganisatie. Ten derde, de VRT kan zich voor de medefinanciering van innovatieprojecten wenden tot de reguliere Europese en Vlaamse steunkanalen voor onderzoek en innovatie conform de daarin omschreven modaliteiten. De Vlaamse Regering werkt eventuele juridische obstakels daartoe weg.
Ik heb via een schriftelijke vraag aan u en collega Gatz gevraagd naar het beleid inzake media-innovatie in 2014 en 2015, maar kreeg enkel een globaal overzicht van de projecten en de budgetten. In 2014 ging het om 5,5 miljoen euro voor acht projecten en in 2015 om 2,1 miljoen euro voor zeven bedrijfsprojecten. Ik had graag geweten waarover het precies gaat en wat er de voorbije twee jaar is gebeurd.
Ik had minister Gatz dan op 16 juni, dus niet zo lang geleden, een stand van zaken gevraagd met betrekking tot het huidige en toekomstige beleid inzake media-innovatie, maar hij verwees wat een aantal aspecten betreft gewoon fijntjes naar u door.
Minister, welke initiatieven hebt u in 2014, 2015 en eventueel ook 2016 genomen om de doelstelling uit het regeerakkoord te realiseren? Welke projecten werden er precies gesteund en voor welke bedragen? Is daarbij rekening gehouden met de conclusies uit de evaluatie van de werking van MiX, vooral met betrekking tot de nood aan een specifieke financieringsmethodiek voor kleine innovatieve mediabedrijven?
Hoe zullen de private mediasector, dus de grote maar toch ook dan weer die kleinere innovatieve mediabedrijven, én de openbare omroep kunnen participeren aan het nieuwe innovatieclusterbeleid? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de mediaclusterorganisatie? Wie neemt zo’n beetje die coördinerende rol op zich na de stopzetting van MiX? Wat is de rol van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)? Hoe is de samenwerking geregeld met universiteiten en hogescholen bij dergelijke onderzoeksprojecten?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het dossier dat door MediaNet Vlaanderen, een conglomeraat van een aantal mediabedrijven waar ook de VRT deel van uitmaakt, werd ingediend voor een innovatief bedrijfsnetwerk bij het VLAIO?
We zijn onlangs met de commissie Media bij de VRT op bezoek geweest. We konden daar kennismaken met een aantal heel interessante kleine projecten van start-ups in het kader van de VRT Sandbox. Mocht u die nog niet hebben gezien, dan zou het goed zijn dat u daar ook eens langsgaat. Zijn er nog juridische obstakels die moeten worden weggewerkt om de VRT toe te laten zich te wenden tot zowel Europese als Vlaamse reguliere steunkanalen voor onderzoek en innovatie? Nu betaalt de VRT dat immers gewoon uit de dotatie, en zoals u weet, is die ook al verminderd. Dat is dus toch allemaal geen evidentie. We zijn natuurlijk al zeer blij dat ze dit doen. Is er al een of ander dossier aangemeld bij de Europese instanties?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, mevrouw Brouwers, de generieke kanalen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen voor steun aan innovatie zijn bottom-up en staan dus zeker ook open voor mediabedrijven. In 2015, het laatste werkingsjaar van MiX, is ingezet op het begeleiden naar aanvragen in dit steunkanaal. Ik denk dat collega Gatz in zijn antwoord op uw vraag van 17 maart een overzicht heeft gegeven van alle gesteunde projecten en de toegekende budgetten. U zei dat overigens ook. Voor de lijst van de gesteunde projecten verwijs ik voor de rest naar de jaarverslagen van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Op hun website kunt u alles terugvinden wat de gesteunde projecten betreft.
Wat die specifieke financieringsmethodiek voor kleine mediabedrijven betreft, wil ik toch benadrukken dat ik niet meteen een verschil zie tussen die bedrijven en andere innovatieve bedrijven. We bieden hetzelfde aan als voor andere start-ups en kmo’s, namelijk de kmo-innovatieprojecten, met steun tot 250.000 euro en een steunpercentage van 45 procent. Vroeger waren er de kmo-haalbaarheidsstudies, die nu geïntegreerd zijn in de kmo-groeisubsidies. Dat gaat dan over 50.000 euro, waarvan 25.000 euro voor ondersteuning en 25.000 voor aanwerving, met een steunpercentage van 50 procent. Ze kunnen dus op dezelfde manier als andere groei- en startende bedrijven een beroep doen op de steunmaatregelen die daarvoor bestaan. Ik denk ook niet dat we iets specifieks daarvoor moeten doen. Je zou zo voor elke sector specifieke maatregelen kunnen gaan uitwerken, maar dat lijkt me niet raadzaam.
Met het clusterbeleid willen we de strategische samenwerking tussen bedrijven, sectoren en onderzoekers stimuleren, met als doel de economische impact gevoelig te doen stijgen. Dat is dus die triple helix. Innovatieve bedrijfsnetwerken zullen zich vooral richten op toekomstig potentieel en opkomende markten. Daarvoor zullen ze onder andere de bedrijven uit hun doelgroep begeleiden in de richting van de bestaande instrumenten. Bij de bedrijfssteun blijft samenwerking met onderzoeksgroepen uiteraard mogelijk.
Voor mij ligt de coördinerende rol voor innovatie in de mediawereld momenteel bij MediaNet Vlaanderen, een sectororganisatie met een brede ledenbasis die voorheen ook al actief was in de programmacommissie van MiX. Daarnaast kan MediaNet net zoals alle individuele bedrijven uit de sector terecht bij iMinds, dat een aantal kernpersonen van MiX in zijn ondersteunende diensten heeft opgenomen. Op die manier is er volgens mij wel een vlotte toegang tot de onderzoeksgroepen en is op dat vlak de samenwerking verder verzekerd.
Binnen dat clusterbeleid heeft men 33 voorstellen voor innovatieve bedrijfsnetwerken overgehouden. Daarbij zit ook het projectvoorstel met betrekking tot media en entertainment dat wordt getrokken door MediaNet Vlaanderen. Zoals u wellicht weet, gebeurt die evaluatie door het beslissingscomité van het Hermesfonds. Momenteel bevindt men zich in de tweede fase, waarbij een aantal van die 33 voorstellen zullen worden geselecteerd. Dat zou midden juli gebeuren.
Er zijn geen belemmeringen meer voor de VRT om zich te wenden tot Europese reguliere steunkanalen. Wat de Vlaamse reguliere steunkanalen betreft: u weet beter dan ik dat de VRT een nv van publiek recht is, en tot voor kort kon geen enkele organisatie met een dergelijk statuut innovatiesubsidies krijgen, maar in 2015 hebben we een aantal stappen gezet om ter zake toch een opening te bieden. In de eerste fase hebben we ervoor gezorgd dat de VRT onderzoeks- en innovatiesteun kon krijgen voor deelname aan projecten binnen het kader van het Media Innovatie Centrum. Vervolgens hebben we dit in interactie met de VRT ook opengesteld voor de ICON-call van iMinds voor projecten in de mediasfeer.
In een laatste stap is dit generiek gemaakt voor alle ondernemingen van publiek recht, en voor alle vormen van bedrijfssteun.
Het is wel zo dat het niet mogelijk is voor ondernemingen van publiek recht om als enige partner aan projecten deel te nemen. Dit is een expliciete keuze geweest bij het openstellen van de bedrijfssteun voor ondernemingen van publiek recht. Ik denk dat u dat wel begrijpt. Een onderneming van publiek recht zou zo van verschillende walletjes kunnen eten, en dat zou de transparantie van de financiering niet ten goede komen.
Het kan niet de bedoeling zijn om een niet-transparant financieringssysteem op te zetten waarbij overheidsgefinancierde organisaties hun budget uit verschillende potjes – moeten – samenstellen.
Een van de speerpunten van het huidige clusterbeleid is samenwerking. Binnen die context hebben we er dus voor gezorgd dat ondernemingen van publiek recht, zoals de VRT, zeker niet uitgesloten zijn. Ik vind dat heel belangrijk. Ze hebben een ervaring en specifieke kennis die in een samenwerkingsverband met andere, een meerwaarde kunnen zijn.
De projecten die binnen de VRT Sandbox lopen, zijn veelal projecten van externe bedrijven, die gebruik maken van de infrastructuur en/of content en/of het netwerk van de VRT. Het is een mooi initiatief. Het is ook een unieke kans om real-life relevante feedback te krijgen van eindgebruikers, om prototypes te challengen en/of showcases uit te bouwen. Een zeer nuttig initiatief dus, met zeer veel waarde voor de sector.
Deze projecten worden dus uitgevoerd door derde partijen. De VRT levert, via hun Sandbox, infrastructuur en ondersteuning. Strikt genomen is de VRT een onderaannemer voor de derde partijen. Mochten zij hier een kost voor aanrekenen, is dat zeker een steunbare kost, als het bedrijf hiervoor een project met innovatiesteun ingediend en goedgekeurd gekregen zou hebben. De VRT kan dus op die manier betaald worden door die bedrijven. De hulp en steun die de basisfirma’s inroepen en betalen, kan worden ondersteund.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw interessant antwoord. We waren toch een beetje bevreesd dat de innovatie in de media twee jaar had stilgelegen. Dat blijkt niet zo te zijn. Ik zal het jaarverslag eens moeten lezen om de concrete projecten te kennen. Van de 33 projecten is er dus ééntje ingediend door MediaNet Vlaanderen. Ik hoop dat ze half juli slagen in hun opzet, maar daar heeft het parlement niet veel aan te zeggen. Media is bij uitstek een sector waar innovatie belangrijk is.
Ik vertelde net aan mijn medewerker dat we bij ons bezoek aan de Sandbox iets op ons hoofd kregen waardoor we een film volledig rondom ons zagen. Het was zeer speciaal. Je hebt zulke dingen nodig om dit uit te proberen. Laten we hopen dat het project dat is ingediend, erdoor geraakt.
Minister, ik ben het met u eens dat als de VRT als onderneming van publiek recht gebruik wenst te maken van een aantal subsidiemogelijkheden, ze moet inzetten op samenwerking, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. We moeten het wel stimuleren.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, mag ik uit uw antwoord concluderen dat we – en innovatie is belangrijk – geen aparte innovatiereglementering per sector gaan maken, maar dat het over innovatie in het globaal gaat? (Instemming van minister Philippe Muyters)
Dat was net de reden van de vraag. Deze regering heeft beslist het te clusteren waardoor het is weggehaald van de sectoren. Ik vind dat we wel moeten weten hoe het gaat met de innovatie in een welbepaalde sector, en de mediasector is zeker een belangrijke sector. We wachten af.
De vraag om uitleg is afgehandeld.