Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, de huidige overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Stichting BVN loopt nog tot eind december 2016. BVN-TV is, zoals u weet, een publieke televisieomroep via satelliet voor Vlamingen en Nederlanders in het buitenland. Deze ochtend lazen we in de krant dat het nu ook via een app kan. BVN biedt een selectie uit het aanbod van de Nederlandse en de Vlaamse publieke omroep.
Minister, we hebben uw beleidsbrief Cultuur 2015-2016 hier besproken. U gaf toen aan dat de voortzetting van het project voor u buiten kijf staat, maar dat het precieze format nog zou afhangen van de evaluatie. Ik heb dan ook nog eens een schriftelijke vraag gesteld. U hebt naar aanleiding daarvan een aantal elementen gegeven die belangrijk zouden zijn bij die evaluatie. Het gaat onder andere over het Vlaamse aandeel in het programmaschema, het bereik van BVN enzovoort.
Conform artikel 16 van de beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en het bestuur van BVN horen beide partners in het tweede kwartaal van 2016, dus al heel snel, een beslissing te nemen over de verlenging van die overeenkomst. Minister, kan het evaluatieverslag van BVN worden bezorgd aan het parlement? Stemmen de resultaten van de evaluatie u tot tevredenheid of niet? Werden de evaluatiegesprekken intussen opgestart? Welke concrete voorstellen liggen ter tafel? Wat zijn de concrete aandachtspunten voor u in functie van de voortzetting van BVN? Wanneer komt de finale beslissing over de voortzetting er? Welke houding neemt de andere partner aan wat BVN betreft? Dat is natuurlijk niet onbelangrijk in grensoverschrijdende dossiers.
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, ik schets eerst de stand van zaken met betrekking tot de bepaling over de voortzetting in de overeenkomst met de Stichting BVN alvorens ik tot uw vragen kom. Het klopt dat de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en BVN, meer bepaald artikel 16 over de voortzetting van de Vlaamse deelname aan BVN, stelt dat de Vlaamse Gemeenschap en het bestuur van BVN in het tweede kwartaal van 2016 een beslissing nemen over een verlenging van die overeenkomst. Ze doen dat op basis van een evaluatie, die eind mei 2016 zou geschieden en waartoe BVN alle relevante gegevens aanreikt aan de Vlaamse Gemeenschap. Het gaat inderdaad over cijfers over het bereik, de beeld- en klankkwaliteit, de reacties van het publiek, onderzoek naar de wensen van het publiek, de herkomst van het publiek, met name wat de Vlaamse kijkers betreft. Dat finale evaluatieverslag waaraan u refereert in uw vraag en dat ik ook heb aangestipt in mijn antwoord op uw schriftelijke vraag, heeft mijn administratie recent, op 1 juni 2016 ontvangen.
Ik kom tot uw eerste vraag. Het evaluatieverslag van BVN is een onderdeel van de evaluatie, maar is niet het enige element op basis waarvan een beslissing zal worden genomen over de samenwerking in de toekomst. Ik moet nog even onderzoeken in hoeverre het bedrijfsgevoelige gegevens bevat, en dan ben ik wel van plan om het rapport vrij te geven. Geef me daar nog enkele dagen voor. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)
Neen, ik stel voor dat we daar midden volgende week op terugkomen. Dat moet mogelijk zijn.
De finale conclusie met betrekking tot de evaluatie van BVN kan pas worden getrokken wanneer ook de evaluatiegesprekken hebben plaatsgevonden. Ik kom daar zo meteen toe. Zoals ik op uw recente schriftelijke vraag heb geantwoord, kan ik echter wel elementen uit het rapport aangeven over programmering en bereik, Vlaamse herkenbaarheid, bestuurlijke deelname en financiën. Ik haal ze even aan. Er is het streven naar een Vlaams aandeel in het programmaschema van minimaal het Vlaamse aandeel in de financiering van BVN, zoals bepaald in artikel 5 van de geldende beheersovereenkomst. Dat is vanaf 2013 jaarlijks ruimschoots gehaald. Het aandeel van de VRT-programma’s in de BVN-programmering was 35,42 procent in 2013, 34,96 in 2014 en 30,96 in 2015. Daarmee wordt dus voldaan aan artikel 5 van de beheersovereenkomst. BVN beschikt over een glasvezelverbinding met Brussel, zodat de beeld- en klankkwaliteit van de doorgestraalde programma’s, zoals dan weer bepaald in artikel 7 van de beheersovereenkomst, overeenkomt met de door de VRT met uitzendkwaliteit aangeleverde programma’s. Wat het bereik betreft, is BVN sinds eind 2015 ook 24 uur op 24 online te bekijken. Na de beëindiging per 1 januari 2013 van de participatie door de Wereldomroep in BVN zijn de BVN-statuten aangepast aan de nieuwe verhoudingen. De Nederlandse publieke omroep verricht vanaf 2013 diensten ten behoeve van de Stichting BVN als uitvoeringsorganisatie. In de raad van bestuur zetelen, zoals u wellicht weet, twee vertegenwoordigers van de VRT en drie vertegenwoordigers van de NPO. Inzake de financiële deelname in BVN wordt jaarlijks een begroting en een afrekening bezorgd, conform de bepalingen in de overeenkomst.
Ik kom tot uw tweede vraag. De gesprekken hebben momenteel nog niet plaatsgevonden. Wat de evaluatie betreft, is een gesprek met de VRT een belangrijk onderdeel, aangezien de openbare omroep in praktijk de partner is binnen BVN. Daarbij kijk ik ook naar de bepalingen in de nieuwe beheersovereenkomst. Onder strategische doelstelling 1 ‘Voor iedereen relevant’ staat daarin het volgende: “De VRT voorziet in een aanbod voor Vlamingen in het buitenland via haar online aanbod van de verschillende merken. Daarnaast is er een aanbod via een lineair televisie-aanbod dat door het samenwerkingsverband BVN verzorgd wordt. De huidige overeenkomst, die tot eind 2016 van kracht is, wordt door de Vlaamse overheid en de VRT geëvalueerd zes maanden voor het verstrijken ervan. De VRT voorziet eveneens in een aanbod voor buitenlanders in Vlaanderen.”
Er is volgende week een gesprek met de VRT gepland. Er volgt op korte termijn ook een gesprek met BVN. Concrete punten kan ik u nog niet meedelen, maar vanzelfsprekend zijn de uitgangspunten van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT en de evaluatie van BVN daarbij een belangrijk vertrekpunt.
Zoals aangehaald in mijn antwoord op uw schriftelijke vraag zal de format van doorgifte een van de aandachtspunten zijn bij de verdere bespreking met BVN. Technologische mogelijkheden brengen het medialandschap continu in beweging. Dat weten we. Dat geldt ook voor BVN. Getuige daarvan is de start van BVN Live op de BVN-website begin dit jaar en de prille lancering gisteren van de gratis app waarmee iedereen via smartphone en tablet in het buitenland 24 uur per dag BVN-programma’s kan volgen.
De meeste contracten op basis waarvan programma’s worden geleverd aan BVN, voorzien in een techniekneutraal geformuleerd BVN-recht. Dat dezelfde organisatie tegelijkertijd per satelliet en via internet streamt, zou dan geen verschil moeten of mogen uitmaken. Maar het zou, aldus BVN, juridisch niet uit te sluiten zijn dat er claims kunnen komen omdat de exploitatie via een nieuwe techniek gebeurt per internet, waarover nog weinig jurisprudentie bestaat. Het verzekeren van het wereldwijde bereik, de grote meerwaarde van BVN, hangt uiteraard met deze discussie samen.
De tevredenheid van de kijkers, het Vlaamse aandeel in de programmatie en de financiële bijdrage zijn eveneens belangrijke aspecten binnen de overeenkomst. De huur van satellieten is een grote uitgave voor BVN. In die zin zijn technische en financiële aspecten uiteraard aan elkaar verbonden.
De huidige beheersovereenkomst loopt af op 31 december 2016. Het is mijn bedoeling de nieuwe beheersovereenkomst te kunnen finaliseren na het zomerreces, om dan het dossier voor te leggen aan de Vlaamse Regering.
Langs de kant van Vlaanderen zijn we met twee partners: de Vlaamse Gemeenschap zelf en de VRT. De evaluatie en de houding van de VRT ten opzichte van BVN is een belangrijke factor bij het opstellen van de volgende beheersovereenkomst. Zoals eerder aangehaald, zal met de VRT gesproken worden. Aangezien de VRT verantwoordelijk is voor het Vlaamse aandeel in het programma-aanbod, zijn de visie en participatie van de openbare omroep essentieel.
Tot op heden is de samenwerking tussen onze openbare omroep en de Stichting BVN steeds positief verlopen. Aan de zijde van Nederland is er geen overeenkomst met BVN, zoals dat bij ons het geval is. Immers, in de Nederlandse mediawet staat vervat dat de publieke omroep alle Nederlanders in het buitenland moet bereiken. Die opdracht is financieel vertaald in het budget ‘Landelijke publieke omroep’, een onderdeel van de begroting van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De bijdrage voor BVN vanuit de mediabegroting daar komt neer op een bedrag van circa 1,5 miljoen euro voor 2016. Ik heb op dit ogenblik geen zicht op de Nederlandse begroting voor 2017. Maar de houding van onze noorderburen ten aanzien van BVN komt beslist ook aan bod in de gesprekken. Die schijnen goed te verlopen.
Ik vat samen. Ik heb u de stand van zaken gegeven. Uw vraag was zeker op tijd, maar het is voor mij nog te vroeg om dieper op uw vragen in te gaan. Ik laat u in elk geval zo snel mogelijk weten hoe ik het rapport dat u opvraagt, kan vrijgeven. Ik stel voor dat wij de discussie wellicht na de zomer voortzetten. Alles tekent zich goed af.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, u vergeeft mij mijn argwaan als het erop aankomt rapporten vrij te geven die met de Nederlands-Vlaamse samenwerking te maken hebben. Ik neem aan dat dit inderdaad onverwijld zal gebeuren.
U zegt dat de aanwezigheid van het Vlaamse aandeel terugloopt, maar dat het nog binnen de perken van de afspraken blijft. Ik dacht dat de financiering één derde versus twee derde is. Ik denk dat dat goed zit. We moeten ook niet met de apothekersweegschaal in de weer gaan.
Ik was indertijd beroepshalve betrokken bij het advies dat geleid heeft tot het opstarten van BVN. Dat is alweer een tijdje geleden. Toen was er inderdaad alleen de satelliet als mogelijkheid voor een internationale aanwezigheid van dat Nederlands-Vlaamse aanbod in derde landen. We zijn nu een stap verder met online, enzovoort. Ik kan mij voorstellen dat die technologie met de voortschrijdende technologische evolutie op een gegeven ogenblik helemaal kan worden omgezet. Op een gegeven ogenblik zullen we ook in de brousse, zonder satelliet maar via andere kanalen, dat aanbod kunnen ontvangen. Dat zal uiteraard een heel ander kostenplaatje met zich meebrengen, en het zal het allemaal wat gemakkelijker maken. Maar voor het ogenblik is dat niet zo, en moeten we voortdoen zoals we bezig zijn, met dat satellietaanbod.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik kijk uit naar de evaluatie die u ons onverwijld zult bezorgen, en naar de andere elementen in het dossier, die de komende weken aan bod zullen komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.