Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, in het rapport ‘World Heritage and Tourism in a changing climate’ waarschuwt UNESCO voor de bedreiging die de klimaatverandering vormt voor het werelderfgoed. Het rapport neemt niet alleen natuursites onder de loep, zoals het Grote Barrièrerif, de Waddeneilanden of nationale parken over de hele wereld, maar ook cultuurhistorisch erfgoed in alle delen van de wereld.
In Vietnam loopt de historische havenstad Hoi An gevaar door de stijging van de zeespiegel. Hetzelfde lot treft het werelderfgoed van Lunenburg in Canada. Dichter bij huis en waarschijnlijk beter bekend kampt Venetië met dezelfde problematiek. Daar lopen niet alleen de gebouwen schade op, maar intussen ook al het cultureel erfgoed in die getroffen gebouwen.
Het rapport geeft aanbevelingen mee aan het adres van de internationale gemeenschap, sitebeheerders en beleidsmakers. UNESCO vraagt lidstaten, zoals overeengekomen in de 16e sessie van de Algemene Vergadering van de Werelderfgoedconventie, er alles aan te doen om de oorzaken en impact van de klimaatverandering op werelderfgoed op hun grondgebied aan te pakken. Het in kaart brengen van het meest kwetsbare erfgoed, aangepaste monitoring en preventieve maatregelen zijn essentieel, aldus het rapport. Het beheer van de sites moet worden getoetst aan de klimaatstrategie. Betere dataverzameling wordt aanbevolen, net als campagnes rond bewustwording en publieksparticipatie.
Vlaanderen wordt in het rapport niet letterlijk genoemd, maar het lijkt me logisch dat de bedreigingen op erfgoedsites in regio’s met gelijkaardige klimaatwijzigingen vergelijkbaar zijn. De aanbevelingen lijken me daarom ook voor uw beleid nuttig te zijn.
Dat brengt me tot volgende vragen. Is er in het Vlaams erfgoedbeleid voldoende oog voor en kennis over de mogelijke gevolgen van de klimaatproblematiek? Zo niet, plant u hierover overleg en met wie dan? Op welke manier zult u gevolg geven aan de aanbeveling om het meest kwetsbare Vlaamse erfgoed te identificeren en aangepaste monitoring en preventieve maatregelen uit te werken? Hoe zal dat gebeuren, door wie en wanneer? Zijn er indicaties dat ook ons erfgoed bijkomende bescherming nodig heeft om bestand te zijn tegen de gevolgen van de klimaatwijzigingen?
Welke lessen kunnen Vlaanderen en het onroerenderfgoedbeleid in Vlaanderen uit het rapport trekken? Welke rol wil Vlaanderen als belangrijke donor van UNESCO spelen in de mondiale bewustwording van de klimaatproblematiek versus de onroerenderfgoedzorg?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega, het UNESCO-rapport dat u aanhaalt, is niet het eerste rapport over de mogelijke gevolgen van het veranderende klimaat op werelderfgoed. In 2007 al publiceerde de organisatie een eerste rapport met als titel ‘Predicting and Managing the Effects of Climate Change on World Heritage’. Ook mijn administratie publiceerde hierover in 2011 een uitgebreid artikel in het tijdschrift M&L.
Algemeen wordt ervan uitgegaan dat het onroerend erfgoed in Vlaanderen niet zwaarder te lijden zal hebben onder de klimaatverandering dan andere gebouwen of terreinen. De grootste problemen situeren zich enerzijds in de stijging van de zeespiegel, waardoor gebieden dreigen onder te lopen, en anderzijds in veranderende weerfenomenen, met grote neerslag en overstromingen tot gevolg.
De inspanningen die we doen om ons grondgebied en onze inwoners te beschermen, komen automatisch ook het onroerend erfgoed en werelderfgoed ten goede. De adaptatiemaatregelen die de Vlaamse overheid neemt – en daarvoor verwijs ik naar de collega’s – hebben uiteraard een effect op alle onroerende goederen, ook die die onroerend erfgoed zijn. Daarnaast werken wij ook aan mitigerende maatregelen. In dat verband zijn er wel een aantal specifieke acties in Erfgoed. Ik verwijs naar de conceptnota ‘Energiezuinigheid en onroerend erfgoed’, die ik hier al heb toegelicht op 23 mei 2016 en waarin verschillende initiatieven worden vermeld die het energieverbruik in beschermde gebouwen moet verlagen. Mijn administratie bereidt momenteel ook verschillende afwegingskaders voor. Die zijn ook al toegelicht bij de conceptnota. Ze gaan over het aanbrengen van dakisolatie in beschermd erfgoed; over het plaatsen van zonnepanelen op beschermd erfgoed en het omgaan met historisch schrijnwerk. Ook loopt er een studie naar ‘Energiezuinige maatregelen in monumenten met woonfunctie’ en de opleiding van energieconsulenten Onroerend Erfgoed is gestart. Er wordt tevens nagegaan hoe energiezuinige maatregelen aan beschermd erfgoed financieel en fiscaal gestimuleerd kunnen worden, in afstemming met alle maatregelen vanuit Energie.
Momenteel dringen zich geen specifieke acties voor het beschermde onroerend erfgoed in Vlaanderen op.
Vlaanderen is, zoals u aangeeft, al jaren een belangrijke donor van UNESCO via de twee trustfondsen die gecreëerd werden. Er is een fonds met een focus op hydrologie, oceanografie en biodiversiteit, en een fonds met de klemtoon op erfgoed en Afrika. Via beide fondsen heeft Vlaanderen de afgelopen jaren al actief ingezet in de strijd tegen de klimaatopwarming en het effect op erfgoed, bijvoorbeeld door steun aan een tentoonstelling waarin de impact van klimaatverandering op UNESCO-werelderfgoedsites werd getoond aan de hand van satellietbeelden. Deze actie werd aangevuld met onderwijsmateriaal voor scholen. De tentoonstelling werd getoond tijdens de Klimaatconferentie in Cancun in 2010, en daarna ook aan het hoofdkwartier van UNESCO in Parijs. Sinds 2012 ondersteunt Vlaanderen ook het ‘African Nature Project’, waarbij concreet ingezet wordt op capaciteitsopbouw van beheerders van werelderfgoedsites met betrekking tot onder meer klimaatverandering en de uitdagingen voor de natuurlijke werelderfgoedsites. Ook financiert Vlaanderen reeds verschillende jaren het mariene werelderfgoedprogramma, die bijna als eersten met de problematiek geconfronteerd werden.
Ik verwijs nog kort naar het bezoek dat ik op 4 en 5 april aan Cuba bracht. Ik heb toen met de Cubaanse minister van Cultuur afgesproken om via het Vlaamse Unesco Trustfonds steun te geven aan de Jardines de la Reina, erfgoed dat uit meer dan zeshonderd eilanden bestaat. Het is nog geen werelderfgoed, maar aan de hand van een beheersplan dat wij mee ondersteunen, zal het worden voorgedragen als werelderfgoed. Het is een typisch voorbeeld van bedreigd erfgoed waarvoor actie zal moeten worden ondernomen, in de eerste plaats om de zeespiegel niet verder te laten stijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.