Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, met ingang van 1 januari 2017 zou de wijziging van de federale wetgeving van 26 december 2015 om de dividenden die uitgekeerd worden door vastgoedbevaks of de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, in zoverre zij investeren in onroerende goederen waarvan minstens 60 procent uitsluitend of hoofdzakelijk voor aan gezondheidszorg aangepaste woonzorgeenheden aangewend worden of bestemd zijn, te onderwerpen aan 27 procent roerende voorheffing in plaats van 15 procent, teruggedraaid worden. In mensentaal: investeringen in zorgvastgoed zullen opnieuw kunnen genieten van een verlaagde roerende voorheffing van 15 procent in plaats van een roerende voorheffing van 27 procent. Een tiental dagen geleden heeft de Federale Regering hierover een ontwerp goedgekeurd.
Voormelde wijziging van de roerende voorheffing noopte onder meer sommige OCMW’s of gemeenten die met zulke vennootschappen samengewerkt hebben voor bijvoorbeeld de bouw van woongelegenheden voor bejaarden, extra kosten ten laste te nemen, of erger, deze extra kosten door te rekenen aan de eindgebruiker, de zorgbehoevende bejaarde. Ook uw collega Van Overtveldt, de federale minister van Financiën, erkent dit nu, want hij haalt de hogere facturen voor de bewoners van die zorgvoorzieningen, aan als reden om die verhoogde roerende voorheffing terug te draaien. Het kan gaan om een aanzienlijk bedrag per maand. Minister, u hebt dit deels ook al beantwoord in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van 17 maart 2016.
Prijsverhogingen van voorzieningen voor senioren kunnen alleen maar wanneer die afdoende gemotiveerd worden. Voor prijsverhogingen gelieerd aan voormelde wijziging van de fiscale wetgeving, vervalt vanaf januari 2017 derhalve de motivering.
Minister, wat is uw standpunt over het federale voornemen om de dividenden die uitgekeerd worden via voormelde vastgoedbevaks of zorgvennootschappen, opnieuw te laten dalen naar 15 procent? Zult u er mee over waken dat recente prijsverhogingen, met motivatie onder meer de gestegen roerende voorheffing, teruggedraaid worden opdat de betrokken bejaarden genieten van voormelde geplande wijziging van de federale wetgeving en ze geen prijsverhoging krijgen op basis van regelgeving die niet meer bestaat omdat de roerende voorheffing wordt teruggedraaid?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De Federale Regering heeft inderdaad eind 2015 beslist om de dividenden die uitgekeerd worden door de gereglementeerde vastgoedvennootschappen, vanaf 1 januari 2016 te onderwerpen aan een eenvormige roerende voorheffing van 27 procent in plaats van 15 procent. Het betrof een van de maatregelen rond de taxshift, die een verschuiving van de lasten op arbeid naar de inkomsten uit kapitaal beoogt. Deze beslissing volgt op een eerdere wetswijziging uit 2012, die de oorspronkelijke vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden van de bevak schrapte. Met andere woorden: 3 jaar geleden was dat nog 0 procent.
Deze verhoging van de roerende voorheffing heeft gevolgen voor de private en openbare besturen die samen met Care Property Invest, het vroegere Serviceflat Invest en 100 procent zorgvastgoedbedrijf, 1988 serviceflats realiseerden. Het had immers als onbedoeld neveneffect dat deze tariefverhoging door Care Property Invest via een verhoging van de canon doorgerekend wordt aan het initiatiefnemende OCMW, de OCMW-vereniging of de vzw. Dat betekent dat zij dat op hun beurt in hun budget moesten verwerken.
Care Property Invest werd op initiatief van de Vlaamse Regering op 30 oktober 1995 opgericht onder de naam Serviceflats Invest NV, met als doel de bouw en financiering van serviceflats voor OCMW’s en sociale vzw’s. Care Property Invest heeft sinds 25 november 2014 het statuut van een openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap naar Belgisch recht. In de overeenkomst tussen Care Property Invest en de initiatiefnemer van een serviceflatcomplex staat gestipuleerd dat bij een stijging van de dividendtaks, de huurinkomsten of de door de initiatiefnemer te betalen canon, evenredig worden verhoogd, zodat de aandeelhouder geen nadeel ondervindt.
Federaal minister van Financiën Van Overtveldt heeft vrijdag laatstleden aangekondigd dat investeringen in zorgvastgoed – de residentiële vastgoedvennootschappen – opnieuw zullen kunnen genieten van een verlaagde roerende voorheffing van 15 procent en dit vanaf 1 januari 2017. De nieuwe verlaagde dividendtaks zou gelden voor alle gereglementeerde vastgoedvennootschappen die voor 60 procent belegd zijn in zorgvoorzieningen. Concreet gaat het om Aedifica en Care Property. Dat is informatie die we kregen van een bank.
Vele OCMW-besturen schreven ons inderdaad een brief waarin zij hun bekommernis uitten over de gevolgen van de verhoging van de dividendtaks van 15 naar 27 procent en het mogelijke effect ervan op de dagprijs van de bewoners van de serviceflats. Als minister bevoegd voor het ouderenbeleid ben ik natuurlijk bekommerd om de betaalbaarheid en toegankelijkheid voor de bewoners en gebruikers van de residentiële ouderenzorgvoorzieningen. Ik heb dan iedereen aangeraden om met betrekking tot deze problematiek bij minister Van Overtveldt te pleiten voor een afwijking voor deze specifieke dossiers.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat vastgoedinvesteringen in de zorgsector worden aangemoedigd en gestimuleerd door een verlaagde roerende voorheffing op de opbrengsten uit aandelen van deze gespecialiseerde gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Het is dan ook met tevredenheid dat ik kennis heb genomen van de terugschroeving.
We hebben reeds in kaart gebracht voor welke serviceflatgebouwen die met Care Property Invest gerealiseerd werden er sinds 1 januari 2016 een dagprijsverhoging werd aangevraagd met motivatie van de sinds 1 januari 2016 gestegen roerende voorheffing. Het betreft hier tot en met de maand mei 2016 3 van de in totaal 75 serviceflatgebouwen die met Care Property Invest gerealiseerd werden, in Zulte, Deinze en Roeselare. Voor de 3 betrokken voorzieningen werd een goedkeuring voor de verhoging van de dagprijs verleend. Ik laat de cijfers toevoegen aan het verslag.
Het spreekt voor zich dat beheerders van deze serviceflats enkel een dagprijsverhoging kunnen aanvragen bij het agentschap Zorg en Gezondheid, wanneer zij aantoonbaar maken dat zij door deze verhoogde dividendtaks verliezen lijden. Zodra de aangekondigde wijziging van de wet van 26 december 2015 zal zijn goedgekeurd, zal mijn administratie de betrokken besturen dan ook contacteren met een verzoek om vanaf de ingangsdatum van deze wetswijziging een dagprijsaanpassing door te voeren ten belope van een vermindering met het aandeel van de sinds 1 januari 2016 gestegen roerende voorheffing in de goedgekeurde dagprijsverhoging. Voor andere vormen van woongelegenheden waar er vaak gestegen roerende voorheffing actief is, werden tot op heden nog geen aanvragen tot dagprijsverhoging ingediend ten gevolge van de verhoging van de dividendtaks voor woonzorgcentra.
Zoals u weet, is Vlaanderen ten gevolge van de zesde staatshervorming, sinds 1 januari 2015 ten volle bevoegd voor het dagprijzenbeleid van de residentiële ouderenzorgvoorzieningen. We hebben de criteria die de federale overheid hanteerde, geactualiseerd. Er zijn twee belangrijke elementen in het kader van het voorliggende onderwerp, met name ten eerste: indien een voorziening subsidiëring bekwam met betrekking tot een investering die eerder aanleiding gaf tot een dagprijsverhoging, dan dient achteraf een dagprijsverlaging te worden toegepast. Ten tweede zijn er beschermende maatregelen uitgevaardigd voor de bestaande bewoners. Zo mag bijvoorbeeld voor de bestaande bewoners bij een aanvraag tot dagprijsverhoging met toepassing van rubriek B tot en met E de dagprijs niet meer toenemen dan 10 procent en dit verspreid over twee jaar.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik ben blij dat u ook tevreden bent dat die stijging van de roerende voorheffing teruggedraaid wordt. U bent er uw antwoord mee begonnen, het was een maatregel in het kader van de taxshift, een maatregel om inkomen uit kapitaal te belasten. Ik denk dat u die woorden gebruikt hebt. (Opmerkingen van minister Jo Vandeurzen)
Daar wil ik toe komen, minister. Er is een hele discussie aan de gang over eerlijke en rechtvaardige fiscaliteit. Ik ben er niet voor, en u ook niet neem ik aan, dat maatregelen met betrekking tot eerlijke fiscaliteit en kapitaalsbelasting worden doorgerekend aan de zwakkere eindgebruiker, hier de zorgbehoevende bejaarde die de factuur doorgerekend krijgt in zijn dagprijs.
Ik ben blij – voor de tweede keer – dat u terecht zegt dat u die dagprijsverhogingen, voor de drie die u genoemd hebt, teruggeschroefd moeten worden indien de motivatie voor de verhoging wordt tenietgedaan door het goedkeuren van de federale wetgeving. Dat zal deze zomer gebeuren want het zit geloof ik in de Programmawet.
Minister, kunt u proactief communiceren zodat vermeden wordt dat er nog andere dan die 75 die u genoemd hebt, een dagprijsverhoging aanvragen voor de resterende maanden van dit jaar? Kunt u proactief communiceren dat het niet wenselijk is, van mijnentwege en ik hoop ook van uwentwege, dat er een dagprijsverhoging wordt gevraagd naar aanleiding van die nog tijdelijk bestaande maatregel van de stijging van de roerende voorheffing? Het is dan ook een beetje bizar, het had wel gekund in het kader van de fiscale wetgeving, dat sommige mensen, tot mijn spijt, die dagprijsverhoging één jaar moeten dragen. Het is spijtig dat ondanks de acties van de OCMW’s, u hebt het zelf gezegd, minister Van Overtveldt deze maatregelen voor de zorgvastgoedvennootschappen niet retroactief heeft teruggedraaid tot 1 januari 2016. Het gaat hier niet om grote bedragen, maar het symbool dat een kapitaalsbelasting wordt doorgeschoven naar een zorgbehoevende bejaarde, sluit als een tang op een varken en strookt helemaal niet met rechtvaardige fiscaliteit.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik vind dat we de federale minister een pluim moeten geven omdat hij die maatregel terugschroeft.
Ik had uit het antwoord begrepen dat dit met retroactieve kracht zou gebeuren, maar dat is niet zo. In ieder geval ben ik blij en ben ik het eens met de vraagsteller en de minister dat er toch een sociale reflex is, zowel aan Vlaamse als aan federale zijde. Ik ben ook blij dat het maar over 4 procent van de aanvragen gaat, 3 van de 75, maar goed, het zijn er 4 te veel.
Als iedereen het ermee eens is, ik ben bereid een motie in te dienen bij de Federale Regering met de steun van deze commissie om dat retroactief te doen tot 1 januari 2016. Als dat de vraag is: graag, heel graag!
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik wil het dubbele geluksmoment van collega Bertels niet bederven. We kunnen toch waarderen dat de Federale Regering die maatregel stopzet.
Want u hebt dat terecht aangehaald: mocht dat zijn doorgegaan, hadden we toch een issue gehad. Ik denk dat we er dus tevreden over mogen zijn dat het gebeurt. Ik vind dat de heer Persyn gelijk heeft. Op dit ogenblik zijn er drie dossiers die ons bekend zijn. Ik zal contact opnemen met het agentschap om na te gaan op welke manier zij, gelet op deze informatie, zullen omgaan met vragen die er theoretisch nog zouden kunnen komen. Eerlijk gezegd: het jaar is halfweg. Als je dat nog moet doen, lijkt mij dat een eigenaardige redenering van de initiatiefnemer, aangezien dat effect binnen een halfjaar al geneutraliseerd is. We zullen die drie er zeker op attenderen dat we verwachten dat ze dan ook dienovereenkomstig de verminderingen toepassen op het moment dat die fiscale issues van de baan zijn.
De heer Bertels heeft het woord.
Het is inderdaad een goede zaak dat het wordt teruggedraaid. Het had ook retroactief kunnen worden teruggedraaid, maar kom.
Minister, ik wil u verzoeken om dat na te gaan, alleen voor die drie die dat effectief vragen wegens specifiek die motivatie. U riskeert nog een aantal vragen te krijgen – en ik ken er zo eentje – waarbij er een combinatie is van verliesregeling – waarnaar u zelf hebt verwezen in uw betoog – en deze stijging van de roerende voorheffing. Daarbij zal men een combinatie maken om facturen door te schuiven naar de bewoner van de ouderenvoorziening.
De vraag om uitleg is afgehandeld.