Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, schenkingen in het algemeen zijn de voorbije jaren steeds populairder geworden. Dat geldt ook voor schenkingen met het behoud van vruchtgebruik. Zo kan een alleenstaande ouder bijvoorbeeld zijn woning schenken aan zijn enig kind, maar er toch nog in blijven wonen zolang hij leeft. Dat heeft dan heel wat voordelen ten opzichte van het gewone erven in het geval de alleenstaande ouder zou overlijden.
Dergelijke schenkingen gelden ook voor roerende goederen. Een schenking van roerende goederen met voorbehoud van vruchtgebruik is een van de klassieke technieken geworden in een familiale planning. De geschonken goederen maken dan geen deel meer uit van de nalatenschap van de schenker en er is dan ook geen erfbelasting op verschuldigd. De schenker behoudt wel de controle over de geschonken goederen en blijft genieten van de inkomsten ervan.
Zoals dat dan gaat, werd er in de procedure naar achterpoortjes gezocht om aan de schenkbelasting te ontsnappen. Als je schenkt via een notaris in België, betaal je immers wel degelijk schenkbelasting. Een uitweg die vooral bij grensbewoners dichtbij Nederland wordt gebruikt, is het verlijden van de schenkingsakte via een Nederlandse notaris, omdat je dan die schenkbelasting niet betaalt. Tot nog toe werd dat ook aanvaard door de fiscus. Sinds 1 juni, zeer recent dus, zou de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) die deur hebben gesloten, althans in het geval van schenking van roerende goederen met voorbehoud van vruchtgebruik.
Met het gewijzigde standpunt van VLABEL zou men niet meer kunnen ontsnappen aan de erfbelasting. VLABEL heeft immers zijn standpunt nummer 15004 van 21 maart 2016 aangevuld. Volgens dit standpunt zouden vanaf 1 juni alle gesplitste inschrijvingen van effecten en geldbeleggingen worden geacht een bevoordeling te zijn en derhalve belast worden in de erfbelasting bij het overlijden van de schenker, zelfs na het verstrijken van de driejarige wachttermijn.
Dat nieuwe standpunt lijkt volgens sommige juristen, en niet de eersten de besten, in strijd met de wet. Juristen betwisten ook het feit dat VLABEL de gesplitste inschrijving van effecten of geldbeleggingen op dezelfde wijze wil behandelen als de gesplitste aankopen van onroerende goederen aangezien beide onder de toepassing van hetzelfde artikel uit de Vlaamse Codex Fiscaliteit zouden vallen. Die juristen zouden zich daarvoor zelfs beroepen op cassatierechtspraak.
In elk geval lijkt het me aangewezen, minister, dat in een aantal zaken duidelijkheid wordt verschaft. Nu wordt de belastingplichtige immers geconfronteerd met standpunten van VLABEL die voor discussie vatbaar zijn.
Minister, gaat de Vlaamse administratie met haar gewijzigde standpunten haar boekje te buiten door in de schoenen van de decreetgever te gaan staan?
Vindt u dat er in het licht van de gewijzigde visie van VLABEL een decreetwijziging nodig is?
Ben u van mening dat deze gewijzigde mening opportuun is in het licht van de gewenste rechtszekerheid die men aan burgers zou moeten geven, zeker in dergelijke fiscale materie?
Erkent u dat er door de gewijzigde regelgeving in de praktijk belangrijke verschillen zouden kunnen ontstaan tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel? De wetteksten zijn nog wel dezelfde maar de Vlaamse administratie zou die anders interpreteren dan de Brusselse of de Waalse.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Janssens, in uw vraag geeft u zelf al een uitgebreide technische toelichting. Zonder al te diep op de juridisch-technische aspecten van de problematiek in te gaan, zou ik een mogelijk misverstand alvast de wereld willen uithelpen.
In de media werd het beeld gecreëerd dat VLABEL de zogenaamde Nederlandse piste, het opmaken van een schenkingsakte door een Nederlandse notaris, zou willen afblokken door altijd de betaling van de schenkbelasting te eisen. Standpunt nummer 15004 van 21 maart 2016 heeft deze verregaande draagwijdte niet. Het beoogt enkel een verduidelijking te bieden bij het tegenbewijs dat kan worden geleverd ter weerlegging van het vermoeden van bevoordeling zoals dit wordt beschreven in het artikel 2.7.1.0.7 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Bij roerende of onroerende goederen die werden aangekocht door de erflater voor het vruchtgebruik en door een erfopvolger voor de blote eigendom worden geacht voor de volle eigendom in de nalatenschap aanwezig te zijn en door de erfopvolger als legaat te zijn verkregen, is de erfbelasting verschuldigd over de waarde van de volle eigendom van deze goederen. Hetzelfde principe geldt voor inschrijvingen van effecten of geldbeleggingen op naam van de erflater voor het vruchtgebruik en op naam van een erfopvolger voor de blote eigendom. Maar de erfbelasting zal niet verschuldigd zijn wanneer dit vermoeden van bevoordeling kan worden weerlegd. De tekst van de bepaling maakt daarbij geen onderscheid tussen een gesplitste aankoop en een gesplitste inschrijving. VLABEL gaat er bijgevolg van uit dat de vereisten van het tegenbewijs voor beide verrichtingen identiek zijn. VLABEL volgt hiervoor het standpunt dat de Federale Overheidsdienst Financiën vroeger heeft ingenomen en past dit dan toe op beide soorten verrichtingen.
Het standpunt zal slechts gelden voor gesplitste inschrijvingen die zijn verricht vanaf 1 juni 2016. Zo wil VLABEL voorkomen dat rechtmatig gecreëerde verwachtingen bij belastingplichtigen zouden worden doorkruist.
Het standpunt heeft in de vakpers maar ook in de ruimere media aanleiding gegeven tot commotie. Ook de FOD Financiën heeft in het verleden met deze problematiek geworsteld waarbij standpunten meermaals werden bijgesteld. Om de zaken voor eens en voor altijd duidelijk te stellen wil ik graag de optie van een decretale oplossing bekijken.
Dat er tussen de verschillende regio’s verschillen ontstaan, lijkt me geen probleem, ook niet voor u, mijnheer Janssens. De drie gewesten hebben sinds de Lambermontakkoorden hun bevoegdheden ten volle benut en de tarieven, grondslagen en vrijstellingen ingevoerd en gewijzigd met Vlaanderen als beste van de klas, mijnheer Lantmeeters, zoals u daarnet hebt gezegd. Een gezonde en loyale fiscale concurrentie zal de belastingplichtige alleen ten goede komen.
Sinds de overname van de belastingdienst kunnen we in Vlaanderen ook de procedurebepalingen wijzigen en uiteraard wil ik deze opportuniteit optimaal benutten.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, u noemt het een misverstand dat in de media zou zijn ontstaan. Er zijn inderdaad een aantal artikelen verschenen in de media, maar ik heb me vooral gebaseerd op een aantal juridische websites. Daar ging het niet over misverstanden: het tegenbewijs waarnaar u verwijst en dat een van de elementen is dat tot discussie heeft geleid, is vooral een doorn in het oog van heel wat juristen. Het is niet aan ons om dat in deze commissie uit te klaren, juristen zullen zich daar wel over buigen. De vraag is echter of wij VLABEL de plaats van de decreetgever laten innemen. Dat is immers een van de elementen waar juristen naar verwijzen: VLABEL zou met deze belastingverhoging in de plaats treden van de decreetgever.
U zegt dat u een decretale optie wilt bekijken, en dat lijkt me inderdaad nodig, al was het maar om toekomstige procedures uit te sluiten. Ik lees op juridische websites dat erfgenamen bereid zullen zijn om tegen deze procedure, tegen dit gewijzigde standpunt van VLABEL, juridische stappen te ondernemen. Een minister die de burger rechtszekerheid wil geven, moet dat zeker voorkomen. In dit geval kan dat best gebeuren via decretale weg.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik wil niet te technisch worden, maar ik verwijs wel al naar de vraag om uitleg die ik straks zal stellen over het algemene kader. Ik wil ook benadrukken dat ik geen enkel probleem zie in de vraag over de eventueel grote verschillen die er zouden ontstaan tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Ik kan dat alleen toejuichen, ik ben voorstander van verschillen zodat we gebruik kunnen maken van onze fiscale concurrentiepositie om Vlaanderen op de kaart te zetten en aantrekkelijk te maken voor investeerders en bewoners.
Minister, VLABEL mag geen standpunten innemen die niet in overeenstemming zijn met het decreet. En dat is wat ik ook straks in mijn vraag wil aankaarten. Dat is ook de achterliggende reden waarom daar in de vakpers al een tijdje discussie over bestaat.
Ik verwijs naar de constructieve samenwerking die we hadden met voormalig minister Turtelboom. Telkens wanneer het probleem zich voordeed, werd dat in deze commissie besproken. Daarbij werden de standpunten van VLABEL gewijzigd.
Ik wil hier nu niet verder op ingaan omdat ik daar straks zelf een vraag over stel. Wel moet de concurrentiepositie worden uiteengezet en moeten we ervoor zorgen dat er geen onduidelijkheid is en vooral belang hechten aan het Vlaams Parlement.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik wil benadrukken dat de FOD Financiën daar bepaalde interpretaties aan gaf. Het is niet alleen VLABEL die dat doet. Ik vind echter niet dat daar interpretaties moeten zijn. Als daar discussie over bestaat en als de meningen onder juristen verdeeld zijn, dan is de beste optie die hier decretaal vast te leggen zodat daar duidelijkheid over bestaat. Ik heb bij mijn aantreden met de leidinggevenden van VLABEL besproken dat interpretaties zoveel mogelijk moeten worden vermeden. Als daar discussie over bestaat, moeten wij in dit parlement een decretaal initiatief nemen, hetzij via een voorstel van decreet, hetzij via een ontwerp van decreet. Maar één ding is duidelijk: u hebt het laatste woord.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, wat die verschillen tussen de gewesten betreft, gaat het er niet om dat Vlaanderen betere tarieven zou hanteren dan de andere gewesten, dat lijkt me alleen aan te moedigen. De vrees was inderdaad dat indien VLABEL zijn zienswijze verstrengt terwijl dit niet geldt in Brussel en Wallonië, Vlamingen eventueel een verhuis van gewest zouden overwegen. Dat was een van de elementen van discussie in de vakpers.
De insteek van deze vraag om uitleg was inderdaad om willekeur of rechtsonzekerheid door nieuwe standpunten die worden ingenomen door VLABEL te voorkomen. Wanneer men de route via de Nederlandse notaris van dergelijke schenkingen wil afsluiten, moet dat inderdaad gebeuren via decretale weg. We zullen dan zien, minister, of u zelf het decretale initiatief neemt of de meerderheid die daar in dezen het beste voor is geplaatst, en dan kijk ik vooral in uw richting, mijnheer Lantmeeters, als jurist met kennis ter zake.
De vraag om uitleg is afgehandeld.