Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het televisieaanbod voor personen met een visuele beperking groeit de laatste jaren zienderogen. Dat is een goede zaak, zodat ook deze mensen ondanks hun beperking toch kunnen genieten van de sterke televisie die we in Vlaanderen maken. Zeker de VRT, als openbare omroep, moet het nodige doen om haar aanbod toegankelijk en gebruiksvriendelijk te maken voor slechtzienden en blinde mensen. Dit werd dan ook reeds enige tijd opgenomen in de beheersovereenkomst.
Tot mijn grote tevredenheid bleek tijdens het werkbezoek dat we met de commissie Media aan de openbare omroep brachten, dat de VRT hier sterk op inzet en ook het engagement opneemt om in de toekomst haar aanbod uit te breiden. Voor televisie is er audiodescriptie, en ook voor het radio- en digitale aanbod werden de voorbije jaren stappen vooruitgezet.
Op het vlak van het aanbod is er dus niet meteen een probleem. Waar er wel een en ander spaak loopt, is bij de dienstenverdelers. Bij sommige settopboxen, de decoders, blijkt de software immers niet echt makkelijk te bedienen om bepaalde instellingen aan te passen aan de visuele beperking. Op die manier ondervinden blinden en slechtzienden de nodige hinder om hun televisiesoftware goed in te stellen en zijn ze bijna afhankelijk van andere mensen om hen daarbij te helpen.
Minister, erkennen de dienstenverdelers dit probleem? Wat kunt u, eventueel in samenspraak met het federale niveau, doen om deze problematiek op te lossen? Moet er volgens u een toegankelijkheidsverplichting voor dienstenverdelers opgenomen worden in het Mediadecreet om ervoor te zorgen dat het morgen wel degelijk mogelijk is voor mensen met een beperking om daar op een goede manier gebruik van te maken?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik dank u voor uw vraag. Het probleem dat u aanhaalt, is mij bekend, en ik neem aan ook de meeste commissieleden. Ik wil nog even aangeven wat ik in mijn beleidsnota daarover heb opgenomen: “De komende regeerperiode zal ik verder werken aan de maximale toegankelijkheid voor personen met een sensoriële handicap en ouderen van het kwaliteitsvol media-aanbod dat in Vlaanderen aanwezig is. Dit impliceert ook de toegankelijkheid van digitale decoders. (…) Digitale televisie biedt veel mogelijkheden op het gebied van het toegankelijk maken van televisieprogramma’s, mits ook bijzondere aandacht wordt besteed aan de toegankelijkheid van de eindapparaten. De impact van ondertiteling, gesproken ondertiteling en audiodescriptie zou veel groter kunnen zijn indien reeds bij de productie van de gebruikte decoders rekening zou worden gehouden met toegankelijkheid. Ik zal het gesprek met de dienstenverdelers aangaan betreffende de auditieve toegankelijkheid van hun eindapparaten en dit zowel voor de bediening van het apparaat zelf (incl. de elektronische programmagids), als voor de ondersteuning van televisieprogramma’s door middel van gesproken ondertiteling (GO) en audiodescriptie (AD) bij binnenlandse en buitenlandse televisiekanalen.” Dat is een passage die u al wel zult hebben gehoord in deze commissie en waar ik zo meteen op terugkom.
De dienstenverdelers zijn zich wel degelijk bewust van de problematiek en laten hieromtrent het volgende weten. Proximus onderstreept het belang van een vlotte toegankelijkheid tot programma’s voor kijkers met een zintuiglijke handicap en doet er naar eigen zeggen alles aan om deze kijkers ruimere en makkelijke toegangsmogelijkheden aan te bieden. Proximus biedt de DVB-ondertiteling (Digital Video Broadcast) aan voor slechthorenden. De technologie van audiodescriptie voor slechtzienden vereist nog altijd een specifieke navigatie via het tv-scherm met bijkomende manipulaties die de slechtziende moet uitvoeren op zijn afstandsbediening. Proximus heeft reeds pogingen ondernomen om de navigatie naar audiodescriptie via het tv-scherm te vergemakkelijken door het aantal navigaties te beperken.
Ook Telenet heeft inzake het toegankelijk maken van audiodescriptie inspanningen geleverd door ervoor te zorgen dat de instellingen van hun eindapparaten een eenmalige manipulatie vereisen. Ook op hun website is hierover informatie terug te vinden. Voor de programma’s waar beschrijvend Nederlands wordt aangeboden, bestaat die keuzemogelijkheid ook in het infomenu, laat Telenet weten.
Wat kan ik doen om de zaak nog te verbeteren in samenwerking met het federale niveau? Zoals ik al aankaartte in mijn beleidsnota 2014-2019, wil ik de gesprekken met de dienstenverdelers voortzetten en uitdiepen. De dienstenverdelers zijn zich, zoals zonet gezegd, bewust van mogelijke toegankelijkheidsperikelen van hun eindapparaten. Er werden al inspanningen gedaan. Ik plan om de gesprekken intensiever te maken in het komende zittingsjaar. Tot nu toe hebben we dat wat oppervlakkiger gedaan. Dat moet ik toegeven. Aangezien de beleidsnota wel degelijk legislatuurlang is, gaan we na de zomer de hand aan de ploeg slaan. Meer zult u in de beleidsbrief voor het komende jaar terugvinden.
U vraagt of er een toegankelijkheidsverplichting voor dienstenverdelers opgenomen moet worden in het Mediadecreet. De Vlaamse quota en subsidies voor toegankelijkheid van televisiediensten vinden hun rechtsgrondslag in artikel 151 van het Mediadecreet en in het uitvoeringsbesluit van 14 december 2012 dat een tijdspad en quota bevat voor het toegankelijk maken van omroepprogramma’s en dat het verstrekken van subsidies regelt. Wat de VRT betreft, wordt de uitwerking van artikel 151, paragraaf 1, van het Mediadecreet geregeld in de beheersovereenkomst die wij recent hernieuwd hebben, zoals u weet.
Momenteel is er geen toegankelijkheidsverplichting voor dienstenverdelers opgenomen in het Mediadecreet. In eerste instantie ben ik nu niet geneigd om dit op de agenda te plaatsen. Ik wil eerst de gesprekken met de dienstenverdelers hieromtrent voeren en toch nog een klein beetje afwachten.
Ik wil van dit moment en deze vraag gebruikmaken om de stappen in de goede richting naar toegankelijkheid die er tijdens deze legislatuur al zijn gezet, nog eens kort en explicieter aan te halen. Zoals door de vraagsteller gezegd, is er de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT 2016-2020, die ambitieuzer is ten aanzien van de toegankelijkheid van het aanbod, en dit inderdaad op al haar platformen: televisie, radio en internet. In de nieuw onderhandelde beheersovereenkomst staan onder de opgesomde performantiemaatstaven de specifiek na te komen toegankelijkheidscriteria ten aanzien van personen met een auditieve en visuele beperking.
Ik citeer: “De VRT maakt haar aanbod ook toegankelijk voor personen met een auditieve/visuele beperking. Gesproken ondertiteling bij alle niet-Nederlandstalige programma’s en programmaonderdelen (uitgezonderd specifieke archiefbeelden). Audiodescriptie: minstens 1 (kwaliteits)fictiereeks per jaar, met tegen 2020 audiodescriptie van alle zondagavondfictie. Alle websites gebruiksvriendelijk, zo toegankelijk mogelijk en, daar waar de specificiteit van het aanbod het toelaat, conform het Anysurferlabel. T888” – die pagina blijft wel degelijk bestaan – “in 95% van de Nederlandstalige programma’s (oplopend tot 100%) (uitz. hosting, trailering, commerciële communicatie en muziekprogramma’s). Daarbinnen 100% ondertiteling van nieuws- en duidingsprogramma’s. Progressieve groei naar 90% ondertiteling van video (uitz. hosting, trailering, commerciële communicatie en muziekprogramma’s) op websites tegen 2020. Een journaal voor volwassenen en het kinderjournaal worden via open net met een tolk Vlaamse Gebaren Taal aangeboden.”
Tot daar de afspraak die we met de VRT in de beheersovereenkomst gemaakt hebben.
VRT biedt bij haar fictiereeksen op zondagavond de nieuwe aflevering met audiodescriptie gelijktijdig aan op Eén en op Eén+ met open audiodescriptie voor iedereen. De uitzending met audiodescriptie is ook beschikbaar via ‘Net gemist’. Wat betreft het toegankelijker maken van het aanbod van Vlaamse bioscoopproducties, moeten Vlaamse speelfilms die majoritair ondersteund worden door het VAF-Filmfonds vanaf april dit jaar verplicht voorzien worden van audiodescriptie en van een in het Nederlands ondertitelde Digital Cinema Package (DCP) bedoeld voor bioscoopprojectie. Per film voorziet het Vlaams Audiovisueel Fonds hiervoor in een financiële tegemoetkoming van 5000 euro. De technologie achter audiodescriptie laat individuele gebruikers toe om dan via een gratis app, genaamd Earcatch, op hun smartphone of tablet, in combinatie met een in bioscoopverband verplicht oortje, toegang te krijgen tot Nederlandstalige audiodescriptie.
Tot slot, de belangrijke verplichtingen op basis van artikel 151 van het Mediadecreet inzake de toegankelijkheid van televisieprogramma’s zorgen dat omroeporganisaties ook de komende jaren blijven investeren om de ondertitelingsgraad, zoals vooropgesteld in het uitvoeringsbesluit, te behalen. De ondertitelingsverplichtingen voor de regionale televisieomroeporganisaties zijn eveneens vastgelegd in artikel 151. Zij moeten hun journaals op weekdagen vanaf ten laatste 20 uur ondertitelen.
Ik heb nog even een overzicht gegeven van de inspanningen die al gebeurd zijn en nog verder zullen worden uitgebouwd, maar geef me nog even tijd om te kijken hoe we met de dienstenverdelers de volgende stap kunnen zetten.
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, dank u voor uw zeer uitvoerig antwoord. De realiteit is dat in het buitenland vandaag de dienstenverdelers wel degelijk in staat zijn om daarin te voorzien en dat men via audio wordt begeleid naar de stappen die men moet ondernemen. Dat is een knopaanpassing. Dat heeft men tijdens het werkbezoek aan de VRT naar voren gebracht.
Dergelijke zaken in het buitenland bestaan, en er is een nieuwe generatie settopboxen en dergelijke meer. Zowel bij Telenet als Proximus heeft men dat uitgelegd. Ik denk dat dat in principe een heel kleine ingreep is voor die bedrijven, maar die zou er wel voor zorgen dat die mensen met een beperking daar een veel betere gebruikservaring door zouden krijgen. Ik hoop dat u inderdaad verder in gesprek gaat met die dienstenverdelers. Ik zou daar gewoon een datum op zetten en zeggen: tegen die periode is het de bedoeling dat jullie overschakelen en ervoor zorgen dat er een mogelijkheid bestaat voor mensen met een beperking om daar gebruik van te maken. Of anders brengen we dat in het Mediadecreet naar voren, waardoor er een verplichting ontstaat voor de dienstenverleners. Dat zou mijn insteek zijn, maar ik ben daar misschien iets te streng in. Gezien het feit dat dat in het buitenland bestaat en dat de VRT er al verschillende malen op gewezen heeft bij de verschillende dienstenverleners dat het goed zou zijn mochten ze die overschakeling doen, vind ik dat we geen genoegen mogen nemen met het antwoord dat zowel door Telenet als door Proximus gegeven is. Ik vind dat eerlijk gezegd jammer.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik dank collega De Gucht om die vraag te stellen. We hebben bij ons werkbezoek aan de VRT inderdaad gezien welke fantastische inspanningen de VRT doet naar toegankelijkheid van haar programma’s en ook de websites. De VRT kaart het al verschillende jaren aan bij de dienstenverleners. Er zijn ondertussen inderdaad nieuwe modellen van settopboxen. Als ze het nog niet hebben opgepikt uit vrije wil, zullen ze het niet doen uit vrije wil, vrees ik. Dan kijken we naar u, minister, om met hen aan de slag te gaan en hen daartoe aan te sporen, zacht gezegd.
De heer Vandaele heeft het woord.
Toegankelijkheid van onder meer tv-aanbod is een belangrijk stokpaardje voor onze partij. Inderdaad, er worden behoorlijk wat inspanningen geleverd, en het is ook verankerd in de beheersovereenkomst wat de VRT betreft. Er zijn ambitieuze doelstellingen inzake ondertiteling, op tv en online, audiodescriptie en Vlaamse Gebarentaal.
De discussie tot nu toe ging vooral over het toegankelijk maken van inhoud, maar collega De Gucht voegt er nu een nieuwe dimensie aan toe, namelijk toegankelijk maken van de techniek. Minister, ik denk dat het goed is dat u overlegt met de distributeurs, de dienstenverdelers, en dat u dat doet vanuit het Vlaamse niveau, de Vlaamse Regering. Het is goed dat u dat dossier trekt.
Ik zit me af te vragen of bij het aanpassen van die settopboxen het misschien een eerste stap kan zijn dat de distributeurs een aantal toestellen aanmaken in een eerste fase voor die mensen die het nodig hebben, en later in een tweede fase ze dat hopelijk kunnen veralgemenen en zorgen dat alle beschikbare settopboxen bruikbaar zijn voor mensen met een beperking. Misschien kan men een eerste stap zetten en een aantal dingen maken die beter werken dan wat vandaag voorhanden is.
Ik wil me nog kort aansluiten bij het feit dat ook de problematiek van de websites van de dienstenverdelers werd aangekaart in dat verband en dat die toegankelijkheid ook beter moet. Het gebruik van het toegankelijkheidslabel is nog zeer onvolkomen. Als persoon met een beperking kun je bijvoorbeeld niet altijd surfen op de programmaschema’s die je digitaal krijgt van de dienstenverleners en die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Er moet nog werk gebeuren aan die kant.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik wil zeker bekijken hoe we lessen kunnen trekken uit de buitenlandse voorbeelden, zowel technologisch als juridisch. Met juridisch bedoel ik of het al dan niet verplicht is. Daar wil ik toch minstens bij een aantal buurlanden een beter zicht op krijgen. Wat is de technologie die maakt dat het in het buitenland wel beter kan dan bij ons? Dat zal de basis vormen van de gesprekken met de dienstenverdelers die, zoals gezegd, verder zullen worden uitgediept.
Twee jaar ministerschap hebben me echter geleerd dat ik geen deadlines meer zet waar ik niet volledig zelf meester over ben. U mag van mij absoluut een inspanningsverbintenis verwachten en ook een resultaatsverbintenis op een gegeven moment, maar ik ga geen scherpe deadlines stellen. Ik neem zeker akte van de kamerbrede steun om dit probleem de komende periode zo niet definitief te regelen dan toch substantieel vooruit te helpen. We gaan ons erachter zetten.
De heer De Gucht heeft het woord.
Bedankt voor uw inspanningen. Eigenlijk kunt u hen alleen maar aanzetten tot stappen zetten. Per slot van rekening zijn het de bedrijven zelf die die stap moeten zetten. Ik ben ervan overtuigd dat een bedrijf in de 21e eeuw uit zichzelf dergelijke stappen zou moeten zetten. In het buitenland gebeurt dit ook. Ik hoop dat het feit dat het hier in de commissie wordt aangehaald en dat de verschillende collega’s het steunen, hen daar verder toe kan bewegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.