Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, mijn oog viel vorige week op een online artikel van De Standaard met als titel: ‘Weg ligt open voor rijbewijs met punten’. Ik vond dit goed nieuws want er is toch een kamerbrede consensus dat de invoering van het rijbewijs met punten een serieuze bijdrage kan leveren aan de verbetering van de verkeersveiligheid. Dat blijkt uit tal van studies en uit de ervaring van buurlanden.
Het blijkt nu om een uitspraak van u te gaan, minister. U hebt die gedaan naar aanleiding van het feit dat er eindelijk een databank in de maak is, een databank met verkeersovertredingen. De ministers Geens en Jambon zijn daarmee bezig. Eind vorig jaar is dit ook al eens aangekondigd. Nu zou ze er effectief komen. Het klopt dat in het verleden de invoering van het rijbewijs vaak werd uitgesteld of werd tegengehouden bij gebrek aan een dergelijke databank.
De afgelopen twee jaar hebben we helaas ook geleerd dat niet alleen het gebrek aan een dergelijke databank het rijbewijs met punten in de weg staat, maar dat er meer bepaald bij regeringspartij MR geen enthousiasme is. Men blijft excuses zoeken.
Minister, mijn vraag is eigenlijk waarom u die uitspraak hebt gedaan. Betekent dit dat er een doorbraak aankomt op het niveau van de Federale Regering? Of werkt u aan een Vlaamse variant? Dat zou natuurlijk verre van evident zijn. Sinds de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen de bevoegdheid om een aantal verkeersregels vast te stellen en een handhavings- en bestraffingsbeleid te ontwikkelen. Het is wel allemaal niet zo eenduidig. Als het over snelheid gaat, gaat het bijvoorbeeld over snelheid op gewestwegen. Voor dat type van overtredingen kunt u een soort van puntengerelateerd bestraffingssysteem opzetten. Ik weet het niet, maar ik dacht het tussen de regels te kunnen lezen in het artikel, of het werd toch door de auteur van het artikel gesuggereerd.
Minister, acht u, ondanks de verklaringen van minister Bellot, die recent nog laten weten heeft dat er mogelijk ongewenste effecten en dergelijke gepaard kunnen gaan met de invoering van een rijbewijs met punten, toch een doorbraak op korte termijn voor de invoering van een rijbewijs met punten mogelijk? Bent u van plan om zelf met iets te komen, een soort Vlaamse variant? Hoe ziet u dat dan? Wat is de stand van zaken van de databank voor verkeersovertredingen? Zal die binnenkort effectief operationeel zijn? Welke stappen moeten hiervoor nog worden gezet?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, die uitspraak kwam er naar aanleiding van de berichtgeving van dezelfde krant dat de centrale databank concreet gestalte zou krijgen en dat de ministers Geens en Jambon er een punt van zouden maken.
Mijn kabinet is uitgenodigd op een voorstelling op het kabinet van minister Geens waarbij men de aanpak heeft toegelicht. De timing zou wel twee jaar zijn. Ik heb onmiddellijk van de gelegenheid gebruikgemaakt, na de aanstelling van minister Bellot, om ook daarover met hem een gesprek aan te gaan. Ik heb u al verteld dat ik met een fles Geuze op zijn drempel stond. Ik heb dat punt onmiddellijk gemaakt in de hoop dat er een andere houding zou zijn ten aanzien van die materie. Ik was aanvankelijk niet negatief gestemd.
De verklaringen later in de media waren op dat vlak meer ontnuchterend van aard. Ik heb hem gezegd dat het niet gaat over de modaliteiten van een en ander. Het gaat over het principe van de invoering. Dat is het belangrijkste. Daarna kun je nog discussiëren over wat je doet met de professionals, en met de vergrijpen die je gaat vatten. Voor welke overtreding verlies je dan een punt? Dat moet allemaal nog besproken worden. Het belangrijkste is dat je het signaal geeft dat je niet meer zomaar elk vergrijp kunt afkopen met een boete. Daar gaat het uiteindelijk over. Een van de consequenties op de kortere termijn zal een daling van het aantal verkeersdoden met 20 procent zijn. Ook al vermindert dat effect in de loop der jaren. In Vlaanderen gaat het om tachtig doden op vierhonderd. De vraag zou dan zijn voor hoeveel doden je het dan wel doet.
Ik zal erop blijven hameren, elke keer dat we elkaar zien. Ik heb het eens laten bekijken of we regionaal het voortouw zouden kunnen nemen. Maar ik vrees dat we onszelf dan een beetje in de voet zouden schieten. Het zou zo complex zijn dat je de tegenstanders misschien nog meer munitie zou geven dan iets anders. En bovendien zijn we maar bevoegd voor een aantal overtredingen, bijvoorbeeld snelheidsovertredingen, maar dan niet op de autosnelweg, wat dan de belangrijkste categorie zou zijn. Roodlichtnegatie is ook een federale materie, dat zou er dan uit vallen. Dat zou heel vreemd zijn. De mensen zouden het niet snappen. Dat zou veel te complex zijn. Zonder een volwaardig rijbewijs met punten, wat een federale bevoegdheid is, zijn die gewestelijke punten zonder voorwerp. Dat is dus niet de weg om te gaan. Ik heb hem verkend, dat geef ik toe, maar ik kom tot de conclusie dat dat weinig soelaas biedt en dat wij het op federaal niveau moeten proberen te bewerkstelligen om dit alsnog gerealiseerd te zien.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik stel voor dat wij met z’n allen druk blijven zetten om dat puntenrijbewijs zo snel mogelijk in te voeren. Het is interessant om te vernemen dat u de piste van een Vlaams instrument hebt onderzocht. Ik heb het zelf ook eens juridisch laten nakijken. Dat blijkt inderdaad bijzonder complex. Het is inderdaad misschien niet zo evident om daar verder op door te gaan.
Ik vind het wel opmerkelijk dat u zegt dat men voor die databank van verkeersovertredingen met een timing van twee jaar rekening houdt. Eind vorig jaar wist minister Geens ons nog te verblijden met een andere timing. De verkeersovertredingendatabank Mercurius zou eind 2016 operationeel zijn, zei hij in december 2015. Nu blijkt die timing niet haalbaar te zijn. Maar het is goed dat die databank er komt, en laat ons ondertussen verder druk zetten op de invoering van het rijbewijs met punten.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik ben het absoluut eens met uw antwoord. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar voor mezelf een hele transitie heb doorgemaakt. Ik ben vandaag pro. Maar je zult een paar dingen moeten afwegen, zoals hoe je de categorie van de beroepsrijders aanpakt. Wat als ze een hele periode verkeersovertredingenvrij rijden? Kunnen ze dan amnestie krijgen voor fouten uit het verleden? En zo zijn er nog wel een paar andere dingen te bedenken. Je moet dat interfederaal aanpakken. We hadden het in het begin van de vergadering over de kilometerheffing voor vrachtwagens. Stel dat je dat alleen in Vlaanderen zou doen. En dan heb je nog de homogeniteit van de bevoegdheid. Hier zit je dan nog alleen met datgene wat op het gewestelijke niveau kan worden afgerekend, zowel wat de wegen als wat het type van overtreding betreft. Het wordt nodeloos complex. Ik denk dat vandaag in een modern verkeersveiligheidsbeleid ook het aspect van het rijbewijs met punten een instrument moet zijn. Wij zijn bereid om daar mee aan de kar te helpen trekken.
Ik vind het wraakroepend dat we in ons land nog altijd geen rijbewijs met punten hebben. De wetgeving dateert van 1990. We zijn 26 jaar later. Het is een van de belangrijkste instrumenten om het aantal verkeersdoden naar beneden te krijgen. Minister, ook van mijn fractie krijgt u alle steun om daar op het federale niveau druk op te zetten. Het idee om dat op Vlaams niveau aan te pakken, klinkt voor mij als N-VA’er wel zeer aanlokkelijk. Maar als je kijkt naar de huidige bevoegdheidsverdeling, is dat inderdaad geen oplossing.
De heer Ceyssens heeft het woord.
We zitten hier allemaal op dezelfde golflengte. Ook wij vinden dit belangrijk. Minister, ik deel uw analyse. Ik ga ervan uit dat wij allemaal op federaal niveau de handen in elkaar kunnen slaan om alsnog tot het gewenste resultaat te komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.