Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft, zoals bekend, de ambitie om elektrische wagens te promoten. Dus moet er in Vlaanderen een laadpaleninfrastructuur worden uitgebouwd. Laadpalen kunnen immers niet worden losgekoppeld van het promoten van elektrische voertuigen. Bedrijven gaan daarin uiteraard een cruciale rol spelen. Op basis van een Europese richtlijn werkt de Vlaamse overheid met een beleidskader voor duurzame mobiliteit, het ‘Clean power for transport’. Dit actieplan onderzoekt de meest geschikte mobiliteits- en energiesystemen, met aandacht voor onder meer de vergroening van het wagenpark. Dit moet bijdragen tot het behalen van de klimaat- en energiedoestellingen. Het voorzien van een efficiënte en uitgebreide laadinfrastructuur vormt daar een belangrijk onderdeel van.
Eind maart heeft de Vlaamse Regering het voorontwerp van besluit om de termijn voor de call voor laadpalen voor bedrijven, de ecologiepremie, met twee jaar te verlengen, principieel goedgekeurd, en wel voor de bedrijven die al bij de eerste call waren ingeschreven. Daarbij werd enkel de investeringsperiode verlengd voor de bedrijven die eerder hebben ingetekend. De technologieën moeten dezelfde blijven.
Recente initiatieven, zoals het actieplan ‘Clean power for transport’, de vergroening van de fiscaliteit en de premie voor zero-emmissievoertuigen maken dat de call voor laadpalen bij bedrijven aantrekkelijker zal worden.
Er zijn ook diverse initiatieven om de laadpaleninfrastructuur in Vlaanderen uit te breiden. Zo hebben de netbeheerders de opdracht om een basisoplaadinfrastructuur uit te bouwen. Die bestaat uit twee delen. Het gaat enerzijds over het artikel 6.4.2. uit het Energiebesluit, waarbij men een aanbesteding zal lanceren vanuit de distributienetbeheerders indien de mogelijkheid bestaat om voor installatie, onderhoud en commerciële exploitatie te kunnen opteren. Indien dat niet zou kunnen, is er anderzijds artikel 6.4.3., waarin het gaat over het onderhoud en de commerciële exploitatie, en daar zijn een aantal randvoorwaarden aan verbonden. De netbeheerders moeten dus die aanbesteding uitschrijven. Volgens mijn informatie zullen ze die twee aanbestedingen gelijktijdig doen. Artikel 6.4.2. staat boven artikel 6.4.3.: het eerste is nog altijd het meest cruciale. De investering moet gebeuren door de spelers op de markt, waardoor er, bij manier van spreken, geen bijkomende kosten zijn voor de distributienetbeheerder.
Minister, om een beter overzicht te hebben van de laadpalen in Vlaanderen kondigde u een databank aan en wordt er een meldingsplicht voor laadpalen ingevoerd. Dit moet dan resulteren in uw ambitieus laadpalenplan.
Alle initiatieven moeten uiteraard maximaal op elkaar worden afgestemd. U hebt dan ook een coördinerende rol in functie van het actieplan ‘Clean power for transport’. Op welke manier zult u de initiatieven voor de laadpaleninfrastructuur met het oog op een goede spreiding in Vlaanderen coördineren? Op welke manier past de call voor laadpalen, de ecologiepremie, binnen een ambitieus laadpalenplan in Vlaanderen? Uit cijfers van minister Muyters blijkt dat diegenen die al de eerste keer hadden ingetekend, beweren dat er zeker nog een potentieel is voor 1200 laadpalen. Hoe zal de ecologiepremie worden afgestemd op de initiatieven van de netbeheerders? Hoe zult u ervoor zorgen dat bedrijven in het algemeen worden gestimuleerd om te investeren in laadpaleninfrastructuur?
Minister Tommelein heeft het woord.
Het besluit van 25 maart 2016 voorziet onder meer dat de distributienetbeheerders een basisinfrastructuur van vijfduizend publiek toegankelijke oplaadpunten in Vlaanderen realiseren tegen 2020. Uit alle studies blijkt immers dat het ontbreken van voldoende oplaadpunten op goed bereikbare plaatsen een serieuze belemmering is voor mensen om zich een elektrisch voertuig aan te schaffen. Ik heb vorige week al gezegd dat er drie belangrijke hindernissen zijn. In mijn beleid probeer ik op alle fronten eerst de hindernissen weg te werken. Op de aankoopprijs van een elektrische wagen heb ik niet veel invloed. Maar ik geef wel aanmoedigingspremies, en de verkeersbelasting is nul. Dan is er natuurlijk de duurtijd van de batterijen. Daar hoop ik op wetenschappelijke innovatie en op verbetering van de batterijen. We zullen daar wel geraken. Maar wat we zelf in handen hebben, zijn die laadpalen. Ik noem dat de ‘kip-of-ei-problematiek’. Als je geen kip hebt, heb je geen ei, en omgekeerd.
Het gaat hier in hoofdzaak om oplaadpunten die mensen occasioneel zullen gebruiken, terwijl de hoofdbrok van de plaatsing vermoedelijk thuis of in de nabijheid van thuis zal zijn, of op het werk. De bedoeling is dat deze oplaadpunten gelijkmatig over Vlaanderen verspreid zullen zijn en bij voorkeur gesitueerd zullen zijn op interessante en nuttige plaatsen. De palen moeten goed bereikbaar zijn en op plaatsen staan waar nogal wat verkeer passeert. Anders heeft het niet veel zin. We denken hierbij aan stations, toeristische trekpleisters, commerciële centra …
De distributienetbeheerders leggen op dit moment de laatste hand aan een zogenaamd ‘situeringsplan’. Ze zullen dat de komende weken voor de lokale besturen toelichten en het is de bedoeling dat steden en gemeenten nauw betrokken worden bij de plaatsing van deze basisinfrastructuur. Het hoeft geen betoog dat de steden, waar heel veel verkeer – straks liefst elektrisch verkeer – aankomt, daarin een uiterst belangrijke rol zullen spelen.
De verlenging van de ‘call laadpalen’, op voorstel van collega Muyters, kan naar verwachting een complementair effect hebben. In de eerste plaats worden bedrijven gestimuleerd oplaadinfrastructuur te plaatsen voor hun eigen vloot of voor hun werknemers. Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen de publieke laadpunten, die voor iedereen toegankelijk zijn en waarbij vooral overheden betrokken partij zijn, en de ecologiepremie die enkel voor bedrijven bedoeld is. We verwachten dat toename van zowel het aantal goed gelegen publiek toegankelijke oplaadpunten, als de oplaadpunten bij bedrijven en commerciële centra, ervoor zal zorgen dat een belangrijke belemmering voor heel wat mensen om zich een elektrisch voertuig aan te schaffen, de zogenaamde ‘range anxiety’, wordt verminderd. De rode, of eerder blauwe, draad in het Vlaams actieplan 'Clean power for transport' is dat we, om een boost te geven aan duurzame brandstoffen, samen moeten inzetten op de infrastructuur, de prijs of het prijsverschil van CPT-wagens, de communicatie enzovoort. De verlenging van de call laadpunten kan hierin een rol in spelen.
Daarnaast is de loutere toename van het aantal elektrische voertuigen, die we ook stimuleren met een zero emissie premie en vrijstelling van BIV en jaarlijkse verkeersbelasting, uiteraard een belangrijke stimulans voor bedrijven om te investeren in oplaadinfrastructuur op hun site voor hun eigen vloot, werknemers en bezoekers. Ik hoop dan ook dat heel wat bedrijven dit signaal oppikken en ik zie dat dat inderdaad gebeurt.
Het gebeurt ook volop in Nederland. Ik ben al een paar oplaadpunten gaan ‘openen’, in een netwerk met Duitsland en Nederland, zodat er een Europees netwerk van oplaadpunten ontstaat. Dat is nu vertrokken, maar we moeten daarover opnieuw heel veel communiceren, zodat iedereen er warm voor loopt.
Ik hoop dat burgers, maar ook bedrijven steeds meer gaan nadenken over een eigen energieproductie. De komende jaren zal het van belang zijn om de overstap te maken van een volledig gecentraliseerde energieproductie, naar gedecentraliseerde productiesystemen. Dat kan bij voorkeur met zonnepanalen en warmtekrachtkoppeling. Zo kun je de energie die je overdag opwekt, ’s nachts gebruiken om je elektrische voertuigen op te laden. Dat zal een heel belangrijk element zijn in de toekomstige energiepolitiek. Dat maakt de cirkel volledig rond en daarmee heb ik, mijnheer Gryffroy, op al uw vragen geantwoord.
De heer Gryffroy heeft het woord.
U hebt inderdaad op alle vragen geantwoord, minister, maar er komt bij mij een bezorgdheid naar boven. U zegt zelf dat de ecologiepremie bedoeld is voor de privégebruikers. Bekijk ik echter de lijst van wie aanvankelijk heeft ingetekend, dan vind ik heel weinig gebruikers en heel veel installateurs-leveranciers. Met 40 procent ondersteuning kom ik op een investeringskost van 10.000 euro per laadpaal. Dat is veel.
Als de DNB’s, de distributienetbeheerders, inderdaad een aanbesteding moeten doen, dan kunnen bedrijven die recht hebben op een ecologiepremie, daar theoretisch ook op inschrijven. De nieuwe bedrijven voor laadpalen, die vroeger niet hebben ingetekend, kunnen geen beroep doen op de ecologiepremie, want die geldt enkel voor wie in 2009 heeft ingetekend. Volgens mij geeft dat een vorm van concurrentievervalsing. Bedrijven die nu laadpalen willen aanbieden aan DNB’s, zitten met een duurder product dan de bedrijven die al ingetekend hebben en de laadpalen met een gesubsidieerde korting van 40 procent kunnen aanbieden. Daar maak ik mij zorgen over. Hebt u daar een antwoord op?
Van de DNB’s verneem ik ook dat men soms geneigd is eerder te gaan voor artikel 643. Ik wil hier toch nog eens duidelijk de bevestiging horen dat we in eerste instantie gaan voor artikel 642. Dat betekent dat installateurs-leveranciers een aanbieding moeten doen voor de installatie, het onderhoud en de commerciële uitbating. Ik voel ook dat de DNB’s eerder geneigd zijn zelf de investering te doen en enkel een partner te zoeken voor de commerciële uitbating en het onderhoud. Dat is volgens mij niet de geest van het besluit.
Er is ook nogal wat discussie over de kostprijs van de aansluiting. Naar elke laadpaal moet immers ook een kabel lopen, en daar bestaat vrij veel verwarring over.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik neem uw bekommernissen mee, mijnheer Gryffroy. Een dubbele ondersteuning is absoluut niet de bedoeling. Dat staat ook in het besluit van de Vlaamse Regering. U bent terecht bekommerd dat er op een andere manier gebruik van zou worden gemaakt. Ik zal dat eens nakijken, zodat ik helemaal zeker ben dat er geen sprake is van dubbele ondersteuning.
We gaan inderdaad voor een aanbesteding van het volledig pakket, volgens artikel 642, én installatie én uitbating én onderhoud, en niet alleen maar van de interessante delen.
Ik neem beide punten mee, onderzoek ze en breng u later op de hoogte.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil inderdaad graag de bevestiging krijgen dat we gaan voor het volledige pakket bij de leveranciers-installateurs en dat het niet kan dat wie heeft ingetekend op de ecologiepremie, nu plots een goedkopere laadpaal kan aanbieden aan DNB’s. Dat is vooral belangrijk omdat nieuwe spelers in 2009 niet konden intekenen, omdat ze nog niet bestonden, en ook nu niet kunnen intekenen, en er dus sprake is van concurrentievervalsing.
De vraag om uitleg is afgehandeld.