Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, in antwoord op een vraag om uitleg van mevrouw Segers op 17 maart 2016 over de hervorming van de filmkeuring gaf u aan dat Vlaanderen in het overleg met de andere overheden in dit land het voortouw neemt in de gesprekken die rond dit thema worden gevoerd.
U wees toen op het belang van coregulering en een uniform aanbevelend systeem voor het hele Belgische grondgebied dat in de mate van het mogelijke kan worden toegepast op de verschillende media. U gaf toen ook aan dat dat u, in het overleg met de andere overheden op 15 maart 2016, de optie voor een licentie op de bestaande Kijkwijzer hebt toegelicht.
Het resultaat van dat overleg was dat duidelijk bleek dat iedereen pleit voor een uniform systeem voor de cinema’s en coregulering en dat daarnaast ook de wens werd uitgedrukt om naast leeftijdsclassificaties ook meer inhoudelijke criteria mee te geven aan het publiek, onder meer in het kader van mediawijsheid. U was dan ook positief gestemd over het verkrijgen van een uniforme regeling voor films in de bioscopen voor heel het land. Wel moesten zeker nog een heel aantal andere punten verder worden besproken: uitbreiding naar andere media, wijze van klachtenbehandeling en controle, totstandkoming en inhoud van de classificatie en de uitzonderlijke situatie van de Duitstalige Gemeenschap.
Eind april zou u daarvoor opnieuw samenzitten met de andere overheden waarmee u in gesprek bent. Finaal gaf u zeer uitdrukkelijk aan dat het in Franstalig België in de eerste plaats de wens is om een regeling uit te werken voor bioscopen, maar nog niet voor het bredere kijkgedrag van de mensen. Wel was u gematigd positief gestemd over de uitwerking van het kijkwijzersysteem in de bioscopen in de komende maanden.
Minister, wat zijn de belangrijkste conclusies van het overleg van eind april met de andere overheden over de hervorming van de filmkeuring? Werden er concrete resultaten geboekt in het overleg aangaande de punten die nog besproken moesten worden – uitbreiding naar andere media, wijze van klachtenbehandeling en controle, totstandkoming en inhoud van de classificatie en de uitzonderlijke situatie van de Duitstalige Gemeenschap? Wat is de stand van zaken betreffende het invoeren van het kijkwijzersysteem in de bioscoopsector? Welke vooruitgang hoopt u in de zeer nabije toekomst te boeken? Welke datum voor implementatie hebt u voor ogen? Zult u kiezen voor de zogenaamde asymmetrische toepassing, met name technologieneutraal systeem in de Vlaamse Gemeenschap en kijkwijzersysteem enkel voor de bioscoop in de andere gemeenschappen? Acht u het haalbaar om het technologieneutraal systeem op korte termijn te implementeren in Vlaanderen?
Een ander aspect is de financiering van de kostprijs van het kijkwijzersysteem. Een belangrijke vraag daarbij is uiteraard ook de bijdrage van de audiovisuele sector aan het systeem. In hoeverre vond hierover reeds overleg plaats met de audiovisuele sector?
Minister Gatz heeft het woord.
Het klopt dat er op 25 april een overleg was gepland met alle betrokken overheden, de drie gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Het ontslag van mevrouw Milquet heeft enigszins roet in het eten gegooid. Op vraag van de Franse Gemeenschap werd het overleg uitgesteld. Met het oog op een uniform systeem in heel België is het essentieel dat alle betrokken partijen aan tafel zitten. De zaken die moeten worden besproken, zoals – u zegt het zelf – controle, klachtenbehandeling enzovoort, zijn enerzijds technisch, maar anderzijds ook politiek. Het had geen nut om met de andere overheden verder te overleggen, zonder de standpunten van de nieuwe minister van Cultuur van de Franse Gemeenschap, mevrouw Greoli, te kennen.
Ik heb haar intussen wel kunnen spreken en zij wenst de lijn van mevrouw Milquet op dat vlak door te trekken. De heel duidelijke positionering over het dan al dan niet over het hele land uitrollen van een technologieneutrale aanduiding van een filmkeuring dan wel of de Franse Gemeenschap zich zal beperken tot het systeem voor de bioscopen, is echter nog niet definitief ingenomen vanuit het kabinet van mijn collega. Met andere woorden, ik sluit een asymmetrische benadering, waarbij een regeling zoals Kijkwijzer in Vlaanderen toegepast wordt op de verschillende media, en in de rest van België enkel gebruikt wordt voor de bioscopen, niet uit.
De bescherming van minderjarigen tegen ongepaste audiovisuele content op de lineaire en niet-lineaire omroepen wordt op Vlaams niveau momenteel geregeld in het Mediadecreet. De introductie van een technologieneutraal systeem zou dus een wijziging van dit decreet vereisen, wat op zich niet problematisch hoeft te zijn. Voor de timing van deze wijziging en bijgevolg ook van de verdere implementatie van een technologieneutraal systeem in Vlaanderen, is de huidige herziening van de Europese richtlijn Audiovisuele Mediadiensten van belang.
Op Europees niveau wordt de bescherming van minderjarigen tegen audiovisuele content van de omroepen geregeld in de artikelen 12 en 27 van de richtlijn Audiovisuele Mediadiensten. In de ontwerptekst voor de herziening van de richtlijn die de Europese Commissie eind mei vrijgaf, werden onder andere deze bepalingen grondig gewijzigd. De voorgestelde wijzigingen lijken op het eerste gezicht niet strijdig met een systeem zoals Kijkwijzer. Mijn administratie onderzoekt dit momenteel grondiger.
Hoe dan ook moeten de onderhandelingen tussen de lidstaten en met het Europees Parlement over de richtlijn nog starten. Het is dan ook niet zeker dat de voorgestelde bepalingen over de bescherming van minderjarigen in de ontwerptekst van de Commissie behouden blijven. De uiteindelijke richtlijn zal omgezet moeten worden in het Mediadecreet. Het is logisch dat ik het technologieneutraal systeem afstem op de herziene richtlijn. Ik zal de introductie van het technologieneutraal systeem in het Mediadecreet meenemen als onderdeel van de omzetting van de richtlijn.
De verschillende timingen lopen niet volledig gelijk, ik moet nog bekijken hoe we dit het best kunnen aanpakken.
Hoewel een bijdrage vanuit de sector voor de financiering een mogelijkheid zou kunnen zijn, moet dit van naderbij worden bekeken. Ik ga na welke middelen daarvoor kunnen worden vrijgemaakt. Ik besef immers dat het werken met een systeem zoals Kijkwijzer al een inspanning vraagt van de sector. Het zijn immers hun werknemers die de content zullen classificeren.
Er zijn twee elementen waarvan ik de synchroniciteit niet volledig beheers: de definitieve positionering van onze Franstalige collega’s en de al dan niet synchrone invoering van ons nieuw systeem met betrekking tot de herziening van de Europese richtlijn.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik noteer dat de timing is gewijzigd door verschillende veranderingen op Europees niveau en door het ontslag van mevrouw Milquet. Mijn vragen kwamen voort uit de wens om vooruitgang te boeken in het dossier. Het is intussen meer dan anderhalf jaar geleden dat u zei dat de laatste keuring van een film op basis van het oude systeem was gebeurd. En nu de filmkeuring een bevoegdheid is van de gemeenschappen, hebben we de mogelijkheid om werk te maken van een technologieneutraal systeem waar de sector trouwens ook vragende partij voor is.
Ik wil er ook nog aan toevoegen dat ik denk dat we zelfs ambitieuzer mogen zijn en dat we moeten overwegen om het technologieneutrale systeem zo breed mogelijk toe te passen: lineaire of niet-lineaire omroeporganisaties, bioscopen, dvd’s, blu-ray. Maar daarmee bezorg ik u misschien weer hopen werk.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u de opening laat om te bekijken of we een deel van de middelen mee kunnen financieren voor de uitrol van de Kijkwijzer. We weten dat de gesprekken vastlopen op de financiële middelen die dit van de sector zou vergen. In het belang van de sector lijkt het me belangrijker dat het een cofinanciering wordt.
U zei dat we misschien moeten gaan voor een asymmetrische benadering. Als het niet anders kan, is dat misschien een goede start, maar het is natuurlijk niet de beste optie. Een film die eerst op federaal niveau op dezelfde manier wordt geregeld voor de drie gemeenschappen, zou een andere rating kunnen krijgen wanneer die op televisie wordt getoond. Dat zal ons voor een aantal bizarre situaties plaatsen.
Minister, anderhalf jaar later zijn we er nog niet. Dit toont aan, en dat is misschien vloeken in de kerk, dat er een aantal dossiers zijn waarvan we ons moeten afvragen of de regionalisering wel de beste oplossing is en of we niet de moed moeten hebben om een aantal zaken te herfederaliseren.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik ben gewoon sprakeloos door die laatste opmerking. (Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.