Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
De Vlaamse Gebarentaal (VGT) werd op 26 april 2006 door de Vlaamse overheid erkend als de taal die gebruikt wordt door dove en horende Vlaamse Gebarentaligen. Het decreet betreft de erkenning en zorgt ervoor dat de Vlaamse Gemeenschap de VGT erkent als een officiële taal. Het is voornamelijk een symbolische erkenning maar de toelichting stipuleerde al dat de erkenning “een aantal morele plichten met zich meebrengt die enerzijds verankerd moeten worden in decreten van het Vlaams Parlement of die anderzijds acties vragen aan het Vlaams Parlement”.
Het decreet voorziet wel in de oprichting van een adviescommissie, in subsidiemechanismen voor onderzoek over de VGT, meer bepaald de erkenning van het huidige Vlaams GebarentaalCentrum (VGTC), en in subsidiemogelijkheden voor projecten voor de maatschappelijke verankering van de VGT.
Op 26 april 2016 hebben Fevlado vzw (de Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties), Fevlado-Diversus vzw en de adviescommissie Vlaamse Gebarentaal een persconferentie gehouden in dit huis naar aanleiding van de tiende verjaardag van de erkenning van de VGT. In hun persmededeling wijzen de organisatoren erop dat ze nog steeds de maatschappij en de beleidsmakers moeten sensibiliseren over de taalkundige en culturele barrières waarmee Vlaamse Gebarentaligen geconfronteerd worden. Ze benoemen daarbij een viertal uitdagingen.
De meerwaarde van VGT moet vaker meegegeven worden aan horende ouders met dove kinderen. De ideale periode voor taalontwikkeling is immers tijdens de eerste levensjaren.
Dove kinderen genieten nog steeds geen gelijke onderwijskansen. Onderzoek toont aan dat nog geen enkele onderwijsvorm in Vlaanderen aan de noden en de rechten van dove kinderen tegemoetkomt.
De afstandstolkendienst VGT werd nog niet structureel verankerd. Het aantal tolkuren ligt onder het gewenste niveau en veel publieke diensten zijn niet toegankelijk voor doven.
Een inclusieve, interculturele televisie waarbij programma’s geproduceerd worden door dove Vlaamse Gebarentaligen bestaat nog niet. De media hebben nog steeds hun sensibiliserende rol te spelen in de beeldvorming rond de VGT.
Minister, deze uitdagingen zijn u bekend en enkele ervan nam u zelfs expliciet op in uw beleidsbrief Cultuur 2015-2016. Omdat het huidige decreet sterk focust op taal, de gemeenschap en de cultuur van doven, wilt u onderzoeken in welke mate ook andere aspecten, zoals het recht van dove kinderen en hun ouders op informatie over de VGT en het recht op VGT-onderwijs en -vorming, een plaats kunnen krijgen in het decreet. Ook vermeldt de beleidsbrief Cultuur dat u de beheersovereenkomst met het VGTC zult vernieuwen met ingang van januari 2016.
Volgens de beleidsbrief Cultuur zou het onderzoek naar de juridische status en de mogelijkheden voor de VGT eind januari 2016 ingediend worden. Werd het eindrapport al opgeleverd? Wat zijn de bevindingen van het onderzoek?
Minister, bent u op basis van dit onderzoek van oordeel dat decretale wijzigingen aan het huidige regelgevende kader nodig zijn? Waarom wel of eventueel waarom niet?
U hebt aangekondigd dat de beheersovereenkomst met het VGTC vernieuwd zou worden. Hoe evalueert u de uitwerking van de vijf doelen uit de beheersovereenkomst 2012-2015? Werd de beheersovereenkomst al hernieuwd? Zo ja, welke wijzigingen werden daarin aangebracht tegenover de vorige overeenkomst? Zo neen, waarom werd die beheersovereenkomst nog niet vernieuwd?
Minister Gatz heeft het woord.
In 2015 kreeg mevrouw Delphine le Maire, onder leiding van professor Stefan Sottiaux van de KU Leuven, de opdracht om een onderzoek uit te voeren naar de juridische status van en mogelijkheden voor de VGT. Op de laatste stuurgroepvergadering van 13 mei werd het onderzoeksrapport toegelicht en werd aan de onderzoekers gevraagd nog een aantal punten te verduidelijken en/of te corrigeren. De onderzoeksresultaten zullen na de zomer volledig opgeleverd en ontsloten worden. Ik kan u alvast het volgende meegeven over de resultaten.
Het onderzoek omvat volgende onderdelen: een stand van zaken van de huidige juridische status van de VGT op basis van internationaal recht, grondwettelijk recht, taalregelgeving en bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap; een vergelijkend onderzoek met een selectie van landen en regio’s, namelijk Finland, IJsland, Spanje en de Franse Gemeenschap; een analyse van de mogelijkheden om niet alleen de taal zelf te beschermen, waarop het huidige decreet focust, maar ook de positie van de Vlaamse Gebarentaligen te versterken en hun rechten beter te garanderen. Vlaamse Gebarentaligen zijn, volgens de definitie in het decreet “personen behorend tot de linguïstisch-culturele minderheidsgroep waarvoor de Vlaamse Gebarentaal een identificerende rol speelt”.
Deze mogelijkheden worden gezocht in een aantal door de adviescommissie VGT aangeduide prioritaire domeinen, voornamelijk met betrekking tot de rechten van dove kinderen: erkenning van de rechten van Vlaamse Gebarentaligen; het recht op aanleren van gebarentaal; het recht op onderwijs in gebarentaal; het recht op informatie voor ouders van dove kinderen (90 procent van de dove kinderen wordt geboren bij horende ouders); het recht op gebruik van gebarentaal in het contact met de publieke autoriteiten.
Aangezien de onderzoeksresultaten nog niet volledig opgeleverd en ontsloten zijn, is het nog net iets te vroeg om te oordelen of we wijzigingen moeten en kunnen aanbrengen aan het bestaande decretale kader. Als het onderzoeksrapport gefinaliseerd is, zal de adviescommissie VGT met de resultaten aan de slag gaan. Zij zal dan een plan van aanpak opmaken met vooropgestelde acties naar de verschillende betrokken ministers. Zo is met haar afgesproken.
De vier decretale opdrachten van het VGTC werden in de beheersovereenkomst 2012-2015 geconcretiseerd in vijf strategische doelstellingen. De eerste vier doelstellingen komen overeen met de vier opdrachten uit het decreet: bijdragen tot de kennis van de VGT door eigen wetenschappelijk onderzoek en door coördineren, stimuleren en ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek ter zake; bijdragen tot de verdere ontwikkeling van de VGT en die ontwikkeling ondersteunen; actief ontsluiten van het toegepast wetenschappelijk onderzoek en de kennis van de VGT voor de dovengemeenschap, de brede maatschappij en de academische wereld; aanspreek- en contactpunt zijn voor binnenlandse en buitenlandse betrokkenen en belangstellenden voor wat betreft de kennis van de VGT en het wetenschappelijk onderzoek naar de VGT.
De vijfde doelstelling betreft de optimalisatie van het personeels- en financieel beleid om op die manier tot een professionele vereniging te evolueren en een kwaliteitsvolle werking te garanderen.
De basisenveloppe voor de beleidsperiode 2012-2015 bedroeg 84.000 euro. Bij het begin van deze beleidsperiode werd afgesproken dat het VGTC gedurende vier jaar prioritair werk zou maken van de eerste opdracht, namelijk eigen wetenschappelijk onderzoek. In tweede instantie heeft het VGTC zijn rol als aanspreek- en contactpunt opgenomen en ingezet op de optimalisering van zijn personeels- en financieel beleid.
Het eigen wetenschappelijk onderzoek van het VGTC focust sinds 2012 op het grootschalig lexicografisch onderzoek. Aan de hand van dit onderzoek wil het VGTC de huidige gebarenschat van de Vlaamse Gebarentaal inventariseren en het bestaande woordenboek VGT/Nederlands-Nederlands/VGT uitbreiden. Voor het VGTC was het echter, met de beschikbare middelen en mensen, niet mogelijk om de taalkundige en technologische evoluties permanent op de voet te volgen. Het onderzoek is dan ook eind 2015 nog niet afgerond.
Het VGTC diende een nieuwe aanvraag tot erkenning in voor de beleidsperiode 2016-2019. Op basis van een evaluatie van de vorige beleidsperiode en de beoordeling van het beleidsplan 2016-2019 werd een nieuwe beheersovereenkomst gesloten met het VGTC voor de beleidsperiode 2016-2019. Omdat het VGTC de vijf doelstellingen in de beleidsperiode 2012-2015 niet volledig heeft kunnen realiseren, werden dezelfde doelstellingen overgenomen in de nieuwe en nu lopende beheersovereenkomst. De organisatie zal, met andere woorden, de komende vier jaar prioritair verder werken aan de doelstellingen met betrekking tot het eigen wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling van de VGT en de rol als informatiecentrum en aanspreekpunt.
In het beleidsplan zijn een aantal prioritaire acties geformuleerd: het lexicografisch onderzoek afronden; een centrale databank voor onderzoeksmateriaal ontwikkelen; een tool ontwikkelen om via crowdsourcing van de dovengemeenschap snel en efficiënt in te spelen op de ontwikkelingen van de VGT, wat binnenkort wordt gelanceerd onder de naam ‘VGTDrop’; werk maken van de bekendheid van het VGTC via een communicatieplan, een nieuwe website en versterkte aanwezigheid op de sociale media.
Om het centrum iets meer ademruimte te geven voor deze beleidsperiode, heb ik beslist om een deel van de beschikbare enveloppe voor projecten toe te voegen aan de structurele jaarlijkse subsidie-enveloppe van het centrum. De enveloppe werd voor de nieuwe beleidsperiode met 9000 euro verhoogd tot 93.000 euro.
De heer Meremans heeft het woord.
Dat laatste is natuurlijk interessant, dat er een verhoging is van het budget. Ik heb ook gehoord dat ik blijkbaar net iets te vroeg ben voor een aantal zaken. We moeten eerst nog de finalisatie van het onderzoek afwachten. Er komt alleszins een vervolg in het najaar.
Ik wil u zeker danken voor het antwoord. U stelt dat nog niet alle doelstellingen bereikt zijn en dat we in de huidige beheersovereenkomst verder borduren op de doelstellingen die eerder al waren geformuleerd, maar nog niet waren afgewerkt. Er is inderdaad progressie, maar we zijn er zeker nog niet. We zullen daar blijven over waken in deze commissie. Maar ik ben toch al tevreden. Ik ben ook tevreden dat u het budget verhoogd hebt, zodat men daar ook verder kan gaan met het wetenschappelijk en de lexicologische uitbreiding van het woordenboek.
Ik ben tevreden met het antwoord, maar ik ben natuurlijk wel benieuwd. Ik ga ervan uit dat we, als het onderzoek gefinaliseerd is, we dat hier kunnen bekijken en erover van gedachten wisselen.
Collega’s, ik wil nog meegeven dat we een informele afspraak hebben om te bekijken of we rond de toekomst van de Vlaamse gebarentaal vanuit deze commissie een aantal ontwikkelingen een duwtje kunnen geven via een voorstel van resolutie. Maar we zijn daar nog niet klaar mee. Misschien moeten we dit onderzoek ook nog wel even bekijken om een en ander in de juiste lijn te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.