Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer De Gucht heeft het woord.
Minister, uit cijfers die ik heb opgevraagd bij Kris Peeters, vicepremier en minister van Werk, Economie en Consumenten, blijkt dat alle artiesten, componisten, uitvoerende kunstenaars en auteurs, samen liefst 524 miljoen euro tegoed hebben van de collectieve beheersmaatschappijen. Veruit de grootste beheersmaatschappij daarbij is SABAM. Van 2013 tot 2015 was SABAM telkens goed voor 45 procent van alle geïnde bedragen.
Het belangrijkste knelpunt zit echter bij de uitbetaling van de geïnde bedragen. Over de periode 1998-2014 werd 73,02 procent van de geïnde bedragen uitbetaald aan de artiesten, componisten, uitvoerende kunstenaars en auteurs. Bovendien is het totaal verschuldigde bedrag de afgelopen jaren enkel verder gestegen, ondanks de aankondiging om deze historische achterstand weg te werken, van 466.520.905 miljoen euro eind 2011 tot 524.033.369 miljoen euro eind 2013. SABAM is tussen 2011 en 2013 telkens verantwoordelijk voor ongeveer 35 procent van de niet-uitbetaalde rechten.
Naast dit historisch gegroeide tekort, blijkt bovendien dat er vaak een grote tijdsspanne gaapt tussen inning en uitbetaling van de rechten. Federaal minister Peeters liet weten dat de beheersvennootschappen wettelijk verplicht zijn binnen de 24 maanden – u hoort het goed, twee jaar dus – de inning en de verdeling van de rechten te volbrengen. In werkelijkheid ligt dit gemiddelde op 19,7 maanden.
Uiteraard ligt de verantwoordelijkheid voor het historisch opgelopen tegoed en de lange termijn van verdeling niet noodzakelijk uitsluitend bij de beheersvennootschappen. De beheersvennootschappen kunnen slechts komen tot een herverdeling wanneer ze alle benodigde gegevensbronnen voorhanden hebben. Een belangrijke speler hierbij is de openbare omroep. De openbare omroep maakt immers vaak gebruik van de rechten van artiesten en heeft een voorbeeldrol te spelen bij het tijdig doorspelen van deze informatie aan beheersvennootschappen zodat die de artiesten tijdig kunnen uitbetalen.
Minister, kunt u duiding geven bij het beleid van de openbare omroep bij het doorspelen van informatie over het gebruik van rechten aan de collectieve beheersvennootschappen van artiesten, componisten, uitvoerende kunstenaars en auteurs? Is er binnen de openbare omroep een termijn afgesproken om deze informatie door te spelen? Kunt u een overzicht geven sinds 2010 van de rechten die de VRT heeft uitbetaald aan de verschillende collectieve beheersmaatschappijen? Kunt u deze cijfers opsplitsen per beheersmaatschappij? Kunt u ze opdelen per net? Bent u van plan in overleg te treden met uw collega-minister van de Franse Gemeenschap Marcourt en federaal minister Peeters om werk te maken van het wegwerken van de historisch opgebouwde achterstand van de verdeling van de rechten en om de termijn van uitbetaling in te korten?
Ik heb tegen federaal minister Peeters opgemerkt dat het belangrijk is dat de bedragen voor degenen die niet zijn uitbetaald, bij de beheersmaatschappijen zitten, die niet onder uw bevoegdheid vallen. Die maatschappijen hebben dat geld. Eigenlijk zou dat geld terecht moeten komen bij de mensen die er recht op hebben. Niet alleen het geld dat ze zouden moeten krijgen, maar doordat die achterstand oploopt, zouden de beheersmaatschappijen ook de rente moeten uitbetalen die ze daarop hebben verdiend in de tussenperiode voor de uitbetaling.
Is het ook niet mogelijk om naar een volledige digitalisering te gaan? Zodra een plaat wordt gespeeld, zou dat digitaal moeten worden doorgespeeld naar de beheersmaatschappijen zodat zij de rechten veel sneller kunnen berekenen en uitbetalen aan de artiest. Twee jaar is heel lang, die periode moet worden ingekort zodat artiesten sneller het geld zien van wat zij hebben geproduceerd.
Minister Gatz heeft het woord.
De VRT bezorgt de relevante auteursgegevens van de muziek die te horen is in haar programma’s aan de diverse beheersvennootschappen. Die gegevens zijn: de titel van het muzieknummer, de naam van de uitvoerder, de naam van de auteur en/of componist, het label waaronder het muzieknummer is uitgebracht en de gespeelde duurtijd van het muzieknummer. De VRT bezorgt die gegevens in de vorm van Exceltabellen.
In principe bezorgt de VRT iedere maand de informatie over de muziek die te horen is in haar televisie-uitzendingen aan de beheersvennootschappen. De laatst bezorgde gegevens hadden betrekking op de maand december 2015.
De VRT bezorgt de informatie over de muziek die te horen is op haar radionetten halfjaarlijks gegroepeerd aan de beheersvennootschappen. In de praktijk gebeurt dat in principe in de maanden september voor het eerste semester van het jaar en in maart voor het tweede semester van het voorgaande jaar. Zo bezorgde VRT Radio de auteursgegevens voor het tweede semester van 2015 aan de beheersvennootschappen op 21 maart 2016. De voorbije jaren heeft de VRT van de beheersvennootschappen nooit opmerkingen gehad dat de omroep de gevraagde gegevens te laat zou bezorgen.
De VRT kan de gevraagde informatie over de vergoedingen aan de beheersmaatschappijen niet meedelen. Redenen daarvoor zijn vertrouwelijkheidsverbintenissen die in de overeenkomsten met de beheersvennootschappen zijn ingeschreven alsook het gegeven dat het gaat om bedrijfsgevoelige concurrentiële informatie die de VRT niet publiek kan vrijgeven.
Wat de vergoedingen aan SABAM betreft, vermeldt het SABAM-jaarverslag van 2015 op pagina 21, onder de rubriek ‘Analyse per inningsgebruik’, de inning bij de openbare omroepen.
In 2015 werd voor een totaal bedrag van 12.574.690 euro aan rechten geïnd bij de openbare omroepen VRT, RTBF en BRF samen.
Het is, net zoals voor u, ook voor mij belangrijk dat artiesten, componisten, muzikanten en auteurs het bedrag dat ze tegoed hebben van beheersmaatschappijen, zo snel mogelijk uitbetaald krijgen. Het is echter de Federale Regering en in het bijzonder de minister van Economie, Kris Peeters, die in dezen bevoegd is. Er is regelmatig informeel contact tussen de Vlaamse administratie en de federale overheid. Deze problematiek kan alvast via deze weg worden aangekaart. De contacten met de administratie van de Franse Gemeenschap zijn beperkter maar ook zij kunnen in dit kader worden geraadpleegd. Dit kan een interessant agendapunt zijn voor de Interministeriële Conferentie voor Cultuur, waar uiteraard de drie ministers van Cultuur van de gemeenschappen onderling en afhankelijk van het onderwerp, met de federale overheid bijkomende agendapunten kunnen formuleren.
Ik deel uw uitgangspunt dat het mogelijk moet zijn om tot normale betalingstermijnen te komen. We zullen ons inzetten om dat mee mogelijk te maken.
De heer De Gucht heeft het woord.
Het doet me plezier dat u dat naar voren wilt brengen en dat uw collega van de Franse Gemeenschap mee aan die kar trekt om het federale niveau in beweging te krijgen. Het is absurd dat artiesten zo lang moeten wachten op te uitbetaling van hun rechten. Dat fnuikt bovendien het ondernemerschap binnen de culturele sector. De inkomsten komen immers met veel vertraging binnen.
Bovendien vind ik het ‘not done’ dat de beheersmaatschappijen de rente die ze krijgen op het geld dat bij hen op de rekening staat, voor zichzelf houden. Dat is niet de bedoeling van een beheersmaatschappij, de taak van een beheersmaatschappij is het vertegenwoordigen van die artiesten. Minister Peeters moet erop toezien dat dit in de toekomst veel nauwgezetter gebeurt en dat de rente op dat geld wordt uitbetaald aan de artiesten.
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat het bijzonder belangrijk is dat die middelen zo snel mogelijk naar de rechthebbenden stromen – het gaat vaak om een belangrijk deel van hun inkomsten – en zeker niet worden opgepot. We weten dat de ene rechtenbeheerder al meer oppot dan de andere, we kennen onze pappenheimers. Het is helaas een federale bevoegdheid maar er kan wel nog heel wat worden verfijnd. De heer De Gucht heeft een aantal verfijningen genoemd en ik noem er nog een: de stromen richting buitenland waar ook wat over te zeggen valt.
Mijnheer De Gucht, u focust op de openbare omroep en dat is onze bevoegdheid. Maar we krijgen weer het antwoord, minister, dat we al zo vaak hebben gekregen in andere dossiers, namelijk dat het bedrijfsgeheim is en dus niet kan worden meegedeeld. Dat is het antwoord dat we in het verleden van de omroep al meermaals hebben gekregen op dezelfde vraag. We krijgen geen gedetailleerde cijfers over de stroom aan rechten die vanuit de VRT naar anderen vloeien en de stroom aan rechten die door anderen aan de VRT worden betaald. Dat is een beetje jammer, maar we stellen dat opnieuw vast.
Namens mijn fractie sluit ik me aan bij de vraag van de heer De Gucht. Artiesten moeten op tijd en stond worden betaald. Ik kreeg vorige week een mailtje van een bepaalde beheersvennootschap over de afrekening van de rechten 2010-2012. Een ander mailtje over de eindafrekening van de rechten 2006-2009 is drie weken oud. Er is dus nog heel veel werk om de auteursrechten in dit land beter te beheren. Mijnheer De Gucht, ik weet alleen niet of de VRT de juiste partij is om te viseren. Het is aan de overkant dat u vragen moet stellen, zoals u in het verleden al hebt gedaan, over de beheersmaatschappijen en de controle daarop.
Ik sluit me ook aan bij de heer Vandaele dat ik niet begrijp wat hier concurrentieverstorend zou kunnen werken voor de VRT.
Ik viseer niet de VRT. Ik heb die vraag gesteld omdat de beheersmaatschappijen regelmatig beweren die periode nodig te hebben omdat ze de informatie van de verschillende spelers soms te laat krijgen. Wanneer het in dit geval van de openbare omroep afhangt, moet men zich daar al niet achter verschuilen. Dit is dus geen probleem voor een van de grootste spelers binnen het Vlaams medialandschap. Ik viseer helemaal niet de VRT maar de beheersmaatschappijen die niet doen wat ze moeten doen, namelijk hun klanten vertegenwoordigen in plaats van geld op te potten en daar rente op te verdienen.
Daar zijn we het alvast roerend over eens.
Minister Gatz heeft het woord.