Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over de economisch ontwrichte zones
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, op 1 mei 2015 werd de zone rond Ford Genk officieel erkend als steunzone. De bedoeling van deze maatregel was om de tewerkstelling aan te zwengelen na de sluiting van de Fordfabriek. Voor nieuwe personeelsleden die aangeworven zouden worden, zou binnen de eerste twee jaar in een korting op de bedrijfsvoorheffing van 25 procent worden voorzien, wat een loonkostvermindering van 4 tot 5 procent betekent.
– Robrecht Bothuyne treedt als voorzitter op.
Uit een enquête die VKW Limburg en UNIZO Limburg (Unie van Zelfstandige Ondernemers) samen hebben uitgevoerd bij 450 ondernemers en bedrijfsleiders, blijkt dat de fiscale steunmaatregel vooralsnog amper wordt gebruikt. De maatregel is nog te weinig gekend, en de onduidelijke procedure zorgt voor onzekerheid bij de aanvragers.
Concreet blijkt dat in 2015 slechts 4 procent van de lokale ondernemingen een dossier indiende. Dat zijn 57 dossiers met betrekking tot de steunzone rond Ford Genk. De belangrijkste reden voor de lage cijfers is dat een op vier bedrijven nog niet van de maatregel gehoord heeft. Een andere groep heeft de mogelijkheden voor het eigen bedrijf nog niet bekeken.
Bovendien zou er een probleem zijn qua rechtszekerheid en zijn er een aantal sectoren, vooral incubatoren, die niet in aanmerking komen voor de steun. De werkgeversorganisaties vragen dan ook een bijsturing. Er moet volgens hen absoluut vermeden worden dat ondernemers na een aantal jaar geconfronteerd worden met een terugvordering. Voor de rechtszekerheid is het belangrijk dat bedrijven op korte termijn weten of het dossier al dan niet definitief wordt goedgekeurd, want men zou bij de aanvraag geen inhoudelijke beoordeling krijgen.
Men vraagt dan ook meer transparantie en duidelijkheid, alsook een bijsturing van de lijst van Limburgse bedrijvenzones die in aanmerking komen opdat ook incubatoren in aanmerking zouden kunnen komen.
Minister, kunt u toelichting geven over de mate waarin al dan niet reeds gebruik werd gemaakt van de fiscale steunmaatregel in de steunzone rond Ford Genk? Een aantal elementen in de enquête druisen in tegen wat u vorig jaar in de commissie zei, met name dat de steunmaatregel voor de bedrijven alom bekend zou worden gemaakt. U zei zelfs in deze commissie op 2 april 2015: “Mensen zullen moeite moeten doen om hier niets over terug te vinden.” Uit deze cijfers blijkt dat dit nog niet meteen het geval is. Welke remediërende maatregelen kunnen nog worden genomen, onder andere op vlak van extra communicatie? Hoe kunnen de gesignaleerde problemen met betrekking tot rechtszekerheid en het niet in aanmerking komen van een aantal sectoren worden geremedieerd? Zijn er na de inwerkingtreding op 1 mei 2015 structurele contacten geweest tussen het Agentschap Ondernemen en de bevoegde federale diensten over de implementatie van de voorziene fiscale steunmaatregelen in de steunzone?
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over hetzelfde. Ik zal niet alles herhalen wat de heer Janssens al heeft gezegd. Hij heeft de situatie correct weergegeven. De ontwrichte zones zijn in het leven geroepen om na de zware collectieve ontslagen, de regio’s en bedrijven economisch te ondersteunen. Ik zal de bedoeling en de voorwaarden niet herhalen.
Uit een enquête van VKW Limburg en UNIZO Limburg blijkt dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden voor ondernemers in de ontwrichte zones. Er waren vier belangrijke bevindingen. Een daarvan is dat een aantal sectoren zoals incubatoren niet in aanmerking komen. Wat betreft dat laatste heb ik begrepen dat u hebt besloten om de ontwrichte zone in die zin uit te breiden. De huidige steunzones zouden worden uitgebreid met businesscenters, incubatoren, brownfieldprojecten met economische nabestemming en met gebieden van 500 meter ten opzichte van een bevaarbare waterweg binnen de twee steunzones. Kunt u bevestigen dat u daarmee die belangrijke drempel hebt weggewerkt?
Er zijn ook problemen met betrekking tot de communicatie en de bekendheid. Welke stappen werden reeds gezet om bedrijven die in aanmerking komen, te informeren en te ondersteunen om de mogelijkheden te bekijken? Op welke manier gebeurt dit? Voorziet u hiervoor nog bijkomende maatregelen? Als blijkt dat een op vier bedrijven gelegen in de steunzones niet op de hoogte is van de maatregel, dan is extra communicatie echt wel nodig.
Ook de rechtszekerheid vormt een drempel voor de bedrijven. Er is een heel grote bekommernis dat er binnen enkele jaren een terugvordering zal zijn. Op welke manier kan die zorg weggenomen worden? Pleegt u hierover overleg met uw federale collega? Zult u er extra op inzetten om de rechtszekerheid te versterken?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega’s, heel wat elementen zijn inderdaad federale materie. Ook de concrete cijfers moet u bij de FOD Financiën opvragen. We hebben de vereiste om een gewestelijke steunmaatregel te genieten om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing opgeheven om de zaak te vergemakkelijken. Bij het Agentschap Innoveren & Ondernemen hebben we nog maar beperkte gegevens in verband met deze fiscale maatregel. We weten wel dat er in totaal 54 bedrijven uit Limburg al een dossier indienden bij de FOD Financiën, maar hoever het daarmee staat, kan ik u niet meteen zeggen.
Wat de communicatie betreft, heb ik gedaan wat we afgesproken hadden. We hebben infosessies gehouden, in Genk en Turnhout. Die zijn georganiseerd bij de opstart van de maatregel. Dat was een gezamenlijke organisatie van de FOD Financiën en het toenmalige Agentschap Ondernemen. Er zijn vanuit het agentschap ook twee nieuwsbrieven uitgestuurd, waarin de maatregel prominent werd aangekondigd, evenals de infosessies. De maatregel werd op de website van het agentschap ook aangekondigd bij de subsidies, met een link naar de relevante webpagina van de FOD Financiën, want alleen de FOD Financiën kan geldige uitspraken doen over de regelgeving. De maatregel werd daarnaast ook nog opgenomen in de subsidiedatabank van het agentschap. En organisaties als de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), VKW Limburg en het Ondernemersplatform Limburg hebben ons ook altijd beloofd dat ze dat in hun bladen zouden opnemen en dat ze die informatie zouden uitdragen. Verder heb je nog Flanders Investment & Trade (FIT), als het gaat over het aantrekken van investeringen, en Locate in Limburg, die de maatregel meenemen bij mogelijke investeerders.
Het is wellicht nuttig om nog eens een actualisering te doen van die communicatie, zeker als we de uitbreiding van de steunzones hebben, waarmee we nu in volle voorbereiding zitten. Ik weet niet hoever het daar precies mee staat, maar die uitbreiding wordt nu besproken. Als die er is, lijkt mij dat een goed moment op opnieuw een communicatie te doen. De rol van het Vlaamse Gewest is inhoudelijk wel beperkt tot het bepalen van de steunzones.
Wat de rechtszekerheid betreft, kan uiteraard enkel het federale niveau uitspraken doen. Ik heb de bekommernis alleszins laten geworden aan mijn federale collega. Voor ondernemingen die voorafgaand maximale zekerheid zoeken, bestaat op federaal niveau in elk geval de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken. De bemerking die gegeven is, kan daardoor opgelost worden. Verder kan ik niets anders doen dan verwijzen naar mijn federale collega.
Er is uiteraard overleg geweest bij de opstart van de maatregel, ook omdat we een afspraak moesten maken rond de samenwerkingsovereenkomst die er tussen het Vlaamse Gewest en het federale niveau moest worden afgesloten. Het is ook dankzij het overleg tussen het Vlaamse en het federale niveau dat bijvoorbeeld de voorwaarde van de gewestelijke steun is geschrapt. Recent was er ook een overleg tussen het agentschap, de FOD Financiën, mijn kabinet en het federale kabinet, waarbij afspraken werden gemaakt over de uitbreiding van de zones en over het gebruik van de tool Geopunt en de adreslijsten. We blijven dus continu met elkaar in contact.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het blijft in dit parlement geregeld moeilijk om op een efficiënte manier aan informatie te komen, door die bevoegdheidsverdeling en -versnippering. Niettemin wil ik nog een aantal elementen geven als reactie op uw antwoord.
In het begin was de koppeling aan de gewestelijke steunvoorwaarde inderdaad een struikelblok. Die is eind vorig jaar dan geschrapt, waardoor men in principe minder reden zou hebben om niet van de maatregel gebruik te maken. Zo zou één struikelblok al weggewerkt worden. Toch blijkt dat vooral de bekendheid het grootste probleem is. Ondanks het feit dat er aangekondigd werd dat er volop communicatie of informatie over zou worden gegeven, blijkt dat niet meteen gelukt te zijn, vooral doordat kmo’s te weinig op de hoogte zijn van de maatregel, ondanks het feit dat zij de overgrote meerderheid van de ingediende dossier uitmaken. Volgens de enquête zouden er maar vijf dossiers ingediend zijn door grote bedrijven, en al de rest, dus de overgrote meerderheid, door kmo’s. Dat geeft ook aan dat zij wel willen, maar dat er ongetwijfeld een heel aantal bedrijven zijn die het nog niet doen, omdat ze nog niet van het bestaan van de maatregel op de hoogte zijn.
Ik ben er nochtans, ongetwijfeld samen met u en de andere collega’s, van overtuigd dat wij nood hebben aan een blijvende stimulans om bijkomend te investeren in Limburg en bijkomend personeel aan te werven, waarvoor deze stimulans zou moeten worden gebruikt.
U hebt een nieuwe communicatiecampagne aangekondigd. Ik wil geen sluikreclame maken, maar misschien is het een mogelijkheid om daarover een advertentie te plaatsen in Het Belang van Limburg. Iedereen in Limburg, ook de ondernemers, lezen Het Belang van Limburg. Zonder daarvoor reclame te willen maken, kunnen ze dan in elk geval niet meer zeggen dat ze niet op de hoogte zijn van deze fiscale steunmaatregel. Aangezien overheidsadvertenties al wel eens in kranten worden geplaatst, mag dit misschien een suggestie zijn om het element van het gebrek aan bekendheid van deze fiscale steunmaatregel de wereld uit te helpen.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Wie ben ik om er tegen te zijn dat er een advertentie wordt geplaatst in Het Belang van Limburg? Uiteraard kan ik dat alleen maar ondersteunen.
Ik ben tevreden dat er een continue bijsturing is sinds het bestaan van de mogelijkheid van de ontwrichte zones en de aanvragen. Er is al een bijsturing geweest in verband met de gewestelijke materie. U geeft aan dat er momenteel een uitbreiding van het aantal sectoren zal gebeuren. Het is heel belangrijk dat u daaraan een extra communicatieronde koppelt, op welke manier dan ook. Alle belangenbehartigers, zeker in Limburg, VKW, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) zullen dat zeker ondersteunen en daaraan meewerken. Die bijkomende investering in de regio Limburg is noodzakelijk. De mogelijkheden zijn er. Het is jammer dat het zo weinig gekend is. De extra communicatie die u aankondigt, is zeker nodig.
Wat betreft de rechtszekerheid, heb ik er al naar verwezen: dat is natuurlijk wel een bevoegdheid van uw federale collega, maar het is wel een zeer grote drempel. Ik denk dat u vanuit uw bevoegdheid op die nagel moet blijven kloppen zodat de federale collega de drempels daarvoor wegwerkt.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Ik moet mijn Limburgse collega’s bijtreden, maar ook een beetje tegenspreken. Ik vind het een beetje doemdenken dat de maatregel ontwrichte zone geen aarde aan de dijk heeft gezet. Het heeft namelijk wel iets opgebracht. Het is belangrijk voor de private tewerkstelling van onze Limburgse kmo’s, die de laatste tijd is gestegen. Limburg heeft de op één na hoogste stijging van vacatures. We doen het dus zeker niet slecht in Limburg.
De maatregel is gelanceerd in mei van vorig jaar. Ik heb toen ook bij u aangedrongen op een goede communicatie, minister. Ik spreek hier ook als ondernemer. Die goede communicatie is er geweest. Op het vlak van communicatie zijn de werkgeversorganisaties zeer actief geweest in Limburg, net zoals het Agentschap Ondernemen. Het is dus goed georganiseerd vanuit het kabinet. Er was wel wat weinig animo bij de kmo’s wegens de complexiteit. U hebt daar echter ook iets aan gedaan, minister. U hebt de link met de gewestelijke steun doorgeknipt en de zones uitgebreid. Er zijn positieve maatregelen geweest inzake deze steunmaatregel. Ik vind die zelf ook heel belangrijk.
Minister, ik heb één bijkomende vraag. Er wordt momenteel aan de Europese Commissie toestemming gevraagd om een specifieke overgangsmaatregel vast te leggen voor werkgevers die een investering hebben gedaan tussen 1 mei en 31 december, maar die hebben nagelaten een beroep te doen op die steunmaatregel omdat ze geen link hadden met de gewestelijke steun die nu is afgeschaft. Op voorwaarde dat die bedrijven de nodige formulieren kunnen voorleggen, zouden ze retroactief nog een beroep kunnen doen op de maatregel. De Europese Commissie zou hierover binnen de drie maanden een beslissing nemen. Kunt u samen met uw federale collega’s, met minister Van Overtveldt, bij de Europese Commissie informeren en er eventueel op aandringen dat deze werkgevers, die voor een belangrijke tewerkstelling hebben gezorgd, toch nog kunnen genieten van deze maatregel?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Remen, gewoonlijk moet je die procedure rustig laten lopen. Je moet dat informeel doen. Ik zal er dus niets over zeggen.
Collega’s uit Limburg, zoek het eens op. Misschien was het geen advertentie, maar ik ben er heel zeker van dat er in Het Belang van Limburg is verschenen dat een deel van de provincie Limburg is erkend als ontwrichte zone. Zoals ik zei, zullen we opnieuw gaan voor een uitbreiding van bestemmingen, industriezones en kmo-zones – en niet van sectoren, mevrouw Christiaens. Daardoor zullen wellicht incubatoren in aanmerking kunnen komen. Dat is een belangrijke nuance. Het is nog in bespreking. Er is nog niets beslist. Het moet nog worden voorgelegd op de ministerraad. Als die verandering en uitbreiding is goedgekeurd, lijkt die bijkomende communicatie mij wel zinvol en nuttig.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, de flexibiliteit naar andere sectoren en incubatoren zou inderdaad een goede zaak zijn. Ik hoop dat het op zijn pootjes terechtkomt en dat het inderdaad wordt ingevoerd.
Mevrouw Remen, ik wil niet doemdenken. Ik ben er net als u voorstander van dat deze fiscale steunmaatregel optimaal en zo veel mogelijk zou worden gebruikt. De cijfers zijn nu eenmaal wat ze zijn. Eén jaar na de invoering ervan blijkt er helaas enkel beperkte interesse voor te zijn, hoewel we in Limburg een aantal positieve elementen zien. Zo stijgt het aantal starters opnieuw en daalt de werkloosheid stilaan. Anderzijds zijn er negatieve elementen. Zo zegt Voka in de komende maanden opnieuw een conjuncturele krimp te verwachten. Ik wil niet doemdenken, maar er is evenmin reden om overdreven optimistisch of euforisch te zijn. Laat ons gewoon realistisch blijven en deze fiscale steunmaatregel verder aan bekendheid helpen, onder meer door hierover vragen te stellen in het parlement en daarover mogelijk zelfs verslaggeving te krijgen in de krant, zodat ondernemers daarvan op de hoogte kunnen geraken.
De elementen waarvoor u verwezen hebt naar het federale niveau, zal ik door de collega’s aldaar laten bevragen, onder meer over rechtszekerheid en dergelijke.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Ik wacht vol ongeduld op de goedkeuring. Ik heb er vertrouwen in dat die goedkeuring zal volgen en dat die beslissing op de uitbreiding er zal komen.
In verband met die extra communicatieronde geef ik u graag een tip die goedkoper is dan een advertentie. Licht de accountants in. Zij stellen ook veel vragen, omdat ze vaak niet precies weten hoe het allemaal in elkaar zit. Zij kunnen de bedrijven, de ondernemers, de kmo’s correct adviseren.
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Janssens, ik heb het al gezegd: het zijn niet de sectoren en de incubator waar uitbreiding is, maar het is de bestemming, de industriezone en de kmo-zone, waar uitbreiding is. U zei: “Bedankt dat u de sectoren gaat uitbreiden.” Ik heb dat niet gezegd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.