Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de oprichting van een cel EventFlanders
Vraag om uitleg over EventFlanders
Verslag
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op de ministerraad van 20 mei laatstleden werd beslist om over te gaan tot de oprichting van EventFlanders, een bureau dat een dubbel doel zal dienen: enerzijds het naar een hoger niveau tillen van evenementen die reeds in Vlaanderen plaatsvinden, en anderzijds het zoeken van geschikte evenementen die naar Vlaanderen gehaald kunnen worden. Als voorbeelden gaf u bijvoorbeeld wereldtentoonstellingen, kampioenschappen en culturele hoofdsteden.
Het bureau moet Vlaanderen de kans bieden om zich beter in de markt te zetten wat betreft evenementen van topniveau. De exposure die deze prestigieuze evenementen in het buitenland genieten, moeten ervoor zorgen dat Vlaanderen toeristisch aantrekkelijker wordt.
De opstart van een dergelijk bureau past in uw ambitie om Vlaanderen beter te positioneren wat betreft het MICE-toerisme (Meetings, Incentives, Conferences and Events). Die ambitie was reeds te lezen in het regeerakkoord en uw beleidsbrieven.
Minister, wanneer zal de werking van EventFlanders starten en hoe groot zal de personeelsbezetting zijn? Over welke middelen zal het bureau EventFlanders kunnen beschikken? Zal EventFlanders enkel mikken op events die aansluiting hebben bij de Vlaamse of Belgische cultuur – denk maar aan de wielersport, de gastronomie of mode – of zich richten op alle events, ook wanneer die geen tot weinig affiniteit hebben met onze regio? Zal Vlaanderen de pogingen om internationale events te organiseren, coördineren met Visit Brussels of Wallonie-Bruxelles Tourisme? Aangezien sommige events zich eerder verbinden aan een land in plaats van aan een stad, kan overleg tussen de deelstaten misschien wel aangewezen zijn.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, zowel in het regeerakkoord, de beleidsnota als de beleidsbrief wordt er verwezen naar de oprichting van EventFlanders om het topevenementenbeleid in Vlaanderen vorm te geven en uit te bouwen. Het is een uitloper van de visie over het topevenementenbeleid die in 2015 binnen het managementcomité Internationaal Cultuurbeleid en Culturele Diplomatie is uitgewerkt. Men wil de samenwerking tussen verschillende beleidsdomeinen verder in de verf zetten en EventFlanders moet proactief worden ingezet om grote internationale events naar Vlaanderen te halen.
EventFlanders zal zelf geen evenementen programmeren of organiseren maar brengt mogelijke topevenementen in kaart, biedt ondersteuning en helpt mee het nodige draagvlak creëren. Op de ministerraad van 20 mei stond een conceptnota aan de Vlaamse Regering geagendeerd over het internationaal evenementen- en topevenementenbeleid.
Minister, kunt u deze conceptnota ook voor ons kort toelichten? Hoe schat u het verdere verloop in van de oprichting van EventFlanders?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in mijn vraag heb ik in extenso het persbericht gezet zoals terug te vinden op de webstek van Toerisme Vlaanderen. Het heeft geen zin om het woordelijk af te lezen. De collega’s hebben trouwens al geschetst waarover EventFlanders gaat. Ze hebben verwezen naar het regeerakkoord en naar de beleidsnota.
We zijn het er allemaal over eens dat de toeristische sector een van de grootste slachtoffers was van de aanslagen van 22 maart. We hebben daar al verschillende keren over gedebatteerd en van gedachten gewisseld. Minister, u hebt toen een aantal initiatieven aangekondigd die pasten in een soort van herstelstrategie voor de toeristische sector. EventFlanders, alhoewel het nog in de kinderschoenen staat, kan perfect in deze strategie passen.
Ik heb een vraag ingediend in de commissie Algemeen Beleid, die maar niet wordt geagendeerd. Die vraag gaat over de federale imagocampagne Positive Belgium, waar blijkbaar ook de deelstaten aan zullen meewerken. Naast de Vlaamse en federale campagnes zit ook Brussel niet stil.
Minister, ik kreeg graag wat toelichting bij het concept EventFlanders. Mevrouw Coudyser heeft al gezegd dat het een beleidsoverschrijdend concept is. Hoe wordt dit concreet georganiseerd? Welke budgetten worden hiervoor vrijgemaakt? Komt het budget uit het beleidsdomein Toerisme of komt het uit de algemene middelen of wordt het gespreid over de beleidsdomeinen? Bent u als minister van Toerisme betrokken bij de federale imagocampagne Positive Belgium? Zo ja, op welke wijze? Hoe staat u tegenover dit initiatief?
In het verleden is met de kunststeden al de kritiek gegeven dat enerzijds een Vlaams beleid wordt gevoerd en anderzijds de steden ook een apart toeristische beleid voeren. Nu zijn er EventFlanders, Positive Belgium en een Brussels initiatief. Vindt u niet dat deze initiatieven elkaar doorkruisen en zelfs contraproductief en verwarrend werken? Hoe ziet u dit en welke initiatieven wilt u ter zake nemen?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega’s, ik geef toe dat het wat voeten in de aarde heeft gehad om het initiatief te realiseren. Op 20 mei keurde de Vlaamse Regering inderdaad de conceptnota goed.
De aanleiding was dat er nood is aan een Vlaams topevenementenbeleid. Echt grote topevenementen zijn bij ons eerder schaars, en als er een plaatsvindt, dan is de organisatie doorgaans in handen van een tijdelijk projectsecretariaat. Veel expertise gaat daardoor verloren. Door het gebrek aan een geïntegreerde aanpak, richten organisatoren zich tot diverse administratieve diensten en krijgen er diverse antwoorden en diverse vormen van ondersteuning. Bovendien wordt de hele cyclus van het marketingproces bij de voorbereiding van grote evenementen vaak onvolledig in kaart gebracht. Dit komt omdat de ontwikkeling van een event vanuit het aanbod vertrekt. De markttoets, waarbij de verwachtingen van de internationale bezoeker duidelijk worden, en het promotionele aspect komen te laat aan bod en gaan hierdoor deels verloren.
Het belang van topevenementen kan nauwelijks overschat worden. Ze hebben een belangrijk spillovereffect op economie en maatschappij en een grote economische, symbolische en maatschappelijke meerwaarde voor Vlaanderen. Ze brengen een internationale bezoekersstroom op gang met de bijhorende bestedingen. Ze genereren investeringen omdat het effect vaak langer doorwerkt door een gunstige beïnvloeding van de reputatie van de bestemming en zorgen voor een langetermijneffect. Ze dragen bij tot de kwalitatieve internationale uitstraling van Vlaanderen. In die zin maakt de oprichting van EventFlanders mee deel uit van de bredere herstelstrategie, maar het staat er los van, want ik heb het voornemen al opgenomen in mijn beleidsnota. Het staat ook los van de ‘Share our Smile’-campagne die we eerstdaags gaan lanceren.
Onze trein is dus vertrokken. Wij hebben kort op de bal gespeeld. In de week van de aanslagen heb ik al met Toerisme Vlaanderen samengezeten. In de wetenschap dat er misschien wel her en der campagnes als paddenstoelen uit de grond zouden schieten en om er wat lijn in te brengen, heeft Toerisme Vlaanderen onmiddellijk verschillende toeristische spelers samengebracht: hoteliers uit Vlaanderen en Brussel, ook Visit Brussels, de Waalse dienst, provincies. Als de luchthaven van Zaventem volledig hersteld is, is er het kantelmoment om een draai te maken en de positieve campagne gestalte te geven.
Maatschappelijk zorgen ze voor een bijzondere dynamiek binnen een specifieke sector door de toegenomen aandacht. Als er bijvoorbeeld het wereldkampioenschap badminton wordt georganiseerd, dan heeft dat een effect op de interesse voor badminton.
De internationale contacten en samenwerking brengen nieuwe contacten, inzichten, ontwikkelingen en innovaties met zich mee.
De cel EventFlanders zal dit topevenementenbeleid vormgeven, niet door zelf evenementen te organiseren, wel door een nieuwe laag voor topevenementen toe te voegen aan de bestaande, door evenementen via internationale bidding binnen te halen, dus door een bod te doen aan organisatoren – als jij je event in Vlaanderen wilt organiseren, dan hebben wij dit te bieden en daarover kunnen we onderhandelen, dat is het internationale biddingsysteem – of door bestaande evenementen te ondersteunen zodat ze kunnen uitgroeien tot een topevenement. Dat laatste is ook een opdracht.
Hoe gaan we dat doen? Door tijdig en proactief een internationale topevenementenkalender op te stellen, zodat we kunnen nagaan waar we een bid kunnen doen, gelet op het thema of de range of de omvang van het evenement. Op die manier kunnen we tijdig aan de voorbereiding beginnen en afstemmen over inhoud en financiering en kunnen we de hele cyclus van het marketingproces doorlopen. Door verschillende beleidsdomeinen te overkoepelen in één cel en met één aanspreekpunt, door het bijeenbrengen van de specifieke expertise uit de betrokken administraties van de verschillende sectoren, zijnde het Departement internationaal Vlaanderen, het Departement Cultuur, Jeugd en Media en Sport Vlaanderen, waardoor ook de communicatie naar de cruciale doelgroepen naar een hoger niveau wordt getild.
De opdracht van EventFlanders is te fungeren als aanspreekpunt binnen de Vlaamse overheid voor topevenementen met internationale uitstraling en te fungeren als loket voor organisatoren. Het zal de evenementen ondersteunen die de Vlaamse Regering als topevenement kwalificeert. EventFlanders zal op basis van een proactieve scan van het evenementenveld, een aanbod doen dat ik zal agenderen op de ministerraad. Ik zal dan een voorstel doen om een concreet bod te doen op deze of gene internationale evenementen, om te trachten die topevenementen binnen te halen.
Ook op basis van het screeningsdossier zal EventFlanders mogelijke topevenementen voorstellen aan een aansturingscomité, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken ministers en leidend ambtenaren. Dat aansturingscomité zal beslissen welke evenementen aan de Vlaamse Regering via mij zullen worden voorgesteld. Vervolgens is het hun opdracht om biddossiers op te stellen of te begeleiden voor de internationale topevenementen. Tot slot heeft de cel ook een belangrijke rol inzake het opbouwen van kennis in verband met internationale topevenementen.
Wat zijn nu de kenmerken van deze topevenementen? Wat is het criterium om te bepalen wat het target wel of niet is? We focussen in de eerste plaats op cultureel/historische, sportieve of culinaire evenement met een aantoonbaar internationaal deelnemers- of bezoekerspotentieel. Op zich moet dat een reden kunnen zijn, zoals men in het jargon zegt: a reason to come. Het event zelf moet een reden kunnen zijn voor mensen uit het buitenland om naar Vlaanderen te komen.
Het evenement vindt plaats in Vlaanderen en wordt door Vlaamse actoren georganiseerd, of is een gebeuren dat regelmatig op een andere locatie wordt georganiseerd maar zinvol is om een editie in Vlaanderen te laten plaatsvinden. Het is zo dat evenementen meestal in een stad of regio plaatsvinden, maar soms kan er al eens sprake zijn van evenementen die een grensoverschrijdende samenwerking vereisen. Alleszins bekijken we dat geval per geval.
Een ander criterium is een hoog kwaliteitsniveau. Er wordt ook bekeken of er overeenstemming is met het internationaal merkbeleid van Vlaanderen en met het DNA van de stad of regio. De wielersport kan hier inderdaad een mooi voorbeeld van zijn.
Hoe gaat we praktisch tewerk? Er is een coördinator aangeduid binnen Toerisme Vlaanderen. Die zal administratief worden ondersteund door een medewerker, eveneens van Toerisme Vlaanderen en inhoudelijk door een team van experts. Voor de opstartfase wordt ook een beroep gedaan op een externe expert om een goede start te kunnen hebben, iemand die inzake topevenementencel of topevenementenbeleid enige bekwaamheid heeft kunnen etaleren.
Het Departement Cultuur, Jeugd en Media, het Departement internationaal Vlaanderen en Sport Vlaanderen zullen elk iemand aanduiden om het team mee te ondersteunen. Zij vormen samen EventFlanders en krijgen de opdracht het geheel uit te bouwen.
Het beleidsdomeinoverschrijdend karakter wordt niet enkel weerspiegeld in de samenstelling van het team, maar ook in het aansturingscomité. Het bestaat uit leidend ambtenaren en vertegenwoordigers van de betrokken ministers.
Voor de timing hebben we drie fases. De opstartfase: het samenstellen van het team van de cel, inclusief externe expertise en een shortlist van potentiële topevenementen opstellen waaruit het aansturingscomité een selectie zal maken. In 2017-2018 volgt de pilootfase: het screenen van topevenementen, een concrete methodologie en begeleiding op poten zetten met als ambitie minstens drie kandidaat-topevenementen te begeleiden in deze fase.
Budgettair was er een discussie over het ter beschikking stellen van mensen en middelen. Ik heb het kortste strootje getrokken. Toerisme Vlaanderen zal de opstartkosten voor zijn rekening nemen. De eerste jaren is dat per jaar een goede 200.000 euro voor de opmaak van studies en biddings, juridische ondersteuning, representatiekosten en famtrips, en bijna nog eens zoveel voor werkingsmiddelen specifiek voor externe expertise. In 2016 zal dat maximum de helft van de vernoemde bedragen zijn. Dit bedrag omvat de kosten voor de werking van de cel EventFlanders, exclusief personeelskosten.
Wat een eventuele financiële ondersteuning betreft van een evenement dat als topevenement wordt bestempeld, is het de bedoeling dat EventFlanders per evenement de mogelijkheden in kaart brengt op basis van het screeningsdossier. Uiteraard wordt daarbij in de eerste plaats gekeken naar de bestaande subsidiemechanismen om een en ander te bundelen om zo een totaalvoorstel te kunnen doen aan organisatoren. Na afloop van de pilootfase zullen we de financiering uiteraard mee opnemen in de evaluatie.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
We nemen er nota van dat Toerisme Vlaanderen zo goed als voor alles mag opdraaien, zeker in het begin. Het zou leuk zijn dat andere departementen die daarin actief zijn, ook een bijdrage leveren op termijn.
Ik heb begrepen dat het veel voeten in de aarde heeft gehad om zo’n instantie op te richten. Dat juichen we zeker toe. Minister, u zegt dat er een blijvende instantie is voor het topevenementenbeleid, die kan zorgen voor een meer gecoördineerde aanpak en dat was meer dan nodig.
U spreekt over het aanbod, maar ook over de markttoets. Wie gaat die verzorgen? Is daarvoor voldoende personeel om daar werk van te maken? Het is belangrijk dat er niet alleen een aanbod is, maar dat we ook weten wat de markt precies wil.
Het is goed dat er op deze wijze een langetermijnvisie komt en dat er een bredere herstelstrategie bestaat. Misschien is het nuttig om te weten of er in die bredere herstelstrategie ook nog andere elementen zitten, of u denkt aan andere zaken om zo Vlaanderen nog meer te promoten in het buitenland?
Het zou nuttig zijn dat we, gezien de oprichting van de cel EventFlanders, in deze commissie op termijn een soort voortgangsrapport mogen kennen, zodat we kunnen volgen welke resultaten worden geboekt, welke topevenementen er allemaal in aanmerking komen om door de cel te worden beoordeeld. Het zou goed zijn dat het parlement hiervan op de hoogte wordt gehouden. In elk geval is het bijzonder positief dat die cel wordt opgericht omdat er meer coördinatie zal gebeuren en dat er ook een langetermijnvisie zal zijn om Vlaanderen te blijven promoten in het buitenland.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Het heeft inderdaad wat voeten in de aarde gehad, maar de oprichting en de opstartfase duren blijkbaar enkele jaren om de processen in kaart te brengen. We hadden nood aan een gecoördineerd topevenementenbeleid. Wil je internationale topevenementen naar Vlaanderen halen, dan moet je daar gecoördineerd mee aan de slag gaan. Het is ook belangrijk dat we de expertise die we opbouwen, verder kunnen delen. Ik geloof echt wel in de oprichting van EventFlanders als platform. Ik begrijp dat er nu een cel, een aanspreekpunt is, waarin de verschillende departementen, zowel de administratie als de verschillende kabinetten, met een team aan tafel zitten om het op te starten. Dit jaar nog willen ze een topevenementenkalender samenstellen om in 2017-2018 drie topevenementen te begeleiden, daaruit conclusies te trekken voor de methodologie en de financiering, om dat definitief uit te rollen na een evaluatie.
Wat de budgetten betreft, heb ik begrepen dat Toerisme Vlaanderen de opstartkosten zal dragen en daarvoor rekent op 200.000 euro voor promotie, biddings enzovoort, en een bijkomend bedrag voor de komende werkingskosten. Voor het subsidiëren van het begeleiden van een topevenement, zal men eerst kijken naar de bestaande subsidiestromen, die heel versnipperd waren. Voor een bepaalde organisatie ging men bij Toerisme Vlaanderen aankloppen voor het toeristische aspect, en bij Cultuur als er ook een culturele poot was. Kon men nog elders subsidies opvragen, dan deed men dat.
Het feit dat men nu de subsidielijnen stroomlijnt, transparanter maakt en zorgt dat men daardoor de administratieve lasten van het aanvragen van subsidies vergemakkelijkt, is op zich al een efficiëntiewinst en een besparing. In deze budgettair krappe tijden is het goed dat we op die manier nadenken om optimalisaties door te voeren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Ik kan de oprichting van EventFlanders alleen maar toejuichen, al was het maar om het coördinerend karakter. Minister, u hebt 100 procent gelijk, ik heb het vroeger ook al gezegd over andere projecten: we stellen een projectleider aan en de expertise gaat verloren, want als het project eenmaal is afgelopen, verdwijnt de expertise. Nu zal dat structureel worden opgebouwd.
Het opmaken van de topevenementenkalender zal niet zo eenvoudig zijn. U zegt dat u een extern iemand zult aantrekken met ervaring. Wat voor de ene persoon een topevenement is, is dat misschien niet voor de andere. Het zal dus wat zoeken zijn. Ik heb begrepen dat u zowel het culturele aspect als de sport daarin wilt betrekken. We hebben ooit een minister gehad die de Olympische Spelen naar Vlaanderen wilde halen. Misschien kunt u dat eens proberen. Na gisteren zal het EK naar hier halen, al niet meer lukken. Het zal niet vanzelfsprekend zijn om een topevenement naar hier te halen.
Het is niet correct dat in het begin het beleidsdomein Toerisme moet opdraaien voor de kosten, vooral omdat het over een beleidsdomeinoverschrijdend dossier gaat. Ik weet niet hoe dat precies in elkaar zit met die internationale bidding, maar als u een topevenement naar Vlaanderen wilt halen, zegt u dat u dat organisatorisch wilt ondersteunen, maar daar zal ook wel wat geld mee gemoeid zijn. Je haalt niet zomaar een topevenement naar Vlaanderen door via de bidding te zeggen dat we het organisatorisch zullen ondersteunen en zorgen dat alles op wieltjes loopt. Daar zijn ook grote budgetten mee gemoeid. Ik twijfel dan waar we in tijden van budgettaire krapte het geld gaan halen. We spreken nu over twee, drie jaar verder, tegen het begin van de volgende legislatuur dus dat we een topevenement naar Vlaanderen kunnen halen.
Ik denk dat dit een beetje het objectief is, misschien voor u wat vroeger, voor mij ook liever. Maar natuurlijk, waar zullen we het budget halen om dergelijke topevenementen naar Vlaanderen te halen? In ieder geval ondersteun ik dit, en ik ondersteun ook de vraag van collega De Meulemeester om hier op regelmatige basis een soort voortgangsrapportage te brengen, net zoals we doen met 100 jaar Groote Oorlog.
De heer De Croo heeft het woord.
Ik ben altijd vol emoties wanneer ik over zulke interessante initiatieven hoor. Ik heb altijd dezelfde slogan: ‘savoir faire et faire savoir’. Dat is iets wat in de politiek ook de slogan zou moeten zijn, maar ik zie toch soms dingen die geen geld kosten en die opbrengen. Tomorrowland is een concept geworden dat we niet alleen hier als een van de meest aantrekkelijke van dergelijke evenementen zien ontwikkelen, maar die we ook geëxporteerd hebben, als een soort Blandick. Ik lees wat ik lees, ik zie dat wij de Schuermansen van deze wereld mogen feliciteren voor al de festivals die ze aangebracht hebben en die van Vlaanderen bijna de festivalweide van de wereld maakt, als ik het zo mag zeggen. Als ik de Adeles zie die de laatste tijd naar Antwerpen komen, heb ik toch enkele bijkomende vragen.
Minister, men moet wellicht kunnen zeggen dat we een aantal grote evenementen gemist hebben. Als wij dit instituut hadden, dan zouden we die binnengekregen hebben. Het zou me plezier doen mocht u mij kunnen zeggen dat, indien wij een dergelijke structuur hadden gekend, we dat en dat evenement niet gemist zouden hebben, dat we het dan hadden binnengebracht.
Men verwijt ons soms de ‘herberging’ om dergelijke evenementen te houden. Wij zijn te klein. Degenen die meegegaan zijn naar een van de salons in Keulen, of een landbouwsalon, weten dat dit zeventien keer de locatie is van Gent. En die locatie is dan nog aan De Croo te wijten, want het was het vliegveld dat we in die tijd aan de stad verkocht hebben, met veel protest tegen het verdwijnen van dat vliegveld.
De locatie is te klein, zelfs onze Heizel is te klein qua oppervlakte, zelfs indien men er nog een paar stadions, een paar Ghelamco’tjes bijzet. Wij hebben niet de locatie die we nodig hebben, fysisch gezien. We hebben wel de ligging, maar die is anders dan de locatie.
Minister, ik zou graag hebben dat u mij zegt of uw diensten u gezegd hebben dat, indien wij dat zouden hebben gehad, in illo tempore, dan zouden we dat, en dat, en dat, niet hebben gemist. Ik zie enorm veel dingen die geld opbrengen en geen geld kosten. Ik ben altijd een beetje bezorgd wanneer men ambtelijk een soort magneet naar voren moet brengen. Dat is een beetje – ik mag u daarvan niet verdenken, dat ligt niet in uw karakter – het Frans cultureel imperialisme. Frankrijk heeft die ziekte, en die ziekte maakt deel uit van het gebruiken van de staat om een Versailles te maken, dat vroeger een ‘dortoir de luxe’ was, de versailles-isering van Vlaanderen. Dat is iets dat mij niet zodanig enthousiasmeert, maar waarschijnlijk zult u mij overtuigen, dus ik luister naar u.
De heer Verstreken heeft het woord.
Mocht ik nu organisator zijn van Tomorrowland, na wat ik heb gehoord, zou ik meteen Herman De Croo uitnodigen als dj Herman, samen met Like Mike en Dimitri Vegas. Het zou gegarandeerd een succes zijn, ik denk dat hij dat goed zou doen, met een gimmick erbij.
Het is goed dat dit punt hier nog even aan bod komt, want het is uiteindelijk een belangrijk punt uit het regeerakkoord. Ik herinner mij nog, minister, dat wij indertijd op het kabinet van uw voorganger, de vorige minister van Toerisme samenzaten toen die tekst geschreven werd, en dat we aan hetzelfde touw trokken. We hebben gezegd dat het in het regeerakkoord moest, en budgettair is volgens mij daarna afgesproken dat er een verdeelsleutel zou komen tussen Sport, Cultuur en Toerisme. Kwatongen zouden nu kunnen zeggen dat het niet veel goeds belooft aangezien het zo’n moeilijke opstart kent. Welnu, ik heb hoop, en ik denk dat er wel mogelijkheden zijn. We moeten het natuurlijk verder bekijken en evalueren, maar het is van belang dat de andere departementen ook samenwerken en dat daarmee een langetermijnvisie wordt uitgetekend.
De heer Caron heeft het woord.
Het is vreemd genoeg de heer De Croo die mij ertoe aangespoord heeft mijn vinger op te steken.
Minister, ik ben voorstander van die aanpak. Ik heb een verleden als coördinator van Brugge 2002 en we hebben dan grote evenementen gehad. We hebben in die tijd ook nauw samengewerkt met het voorgeborchte van het evenementenbeleid van Toerisme Vlaanderen. Er was toen een sterrensysteem en dat werkte wel heel goed. Ik moet ook bekennen dat we daar zeker op het internationale promotievlak toen veel aan gehad hebben en ook een paar miljoen buitenlanders naar Brugge gekregen hebben dat jaar. Ik ben er dus voor dat het werkt.
Ik ben ook een ex-kabinetsmedewerker en we hebben vroeger, bijna tien jaar geleden, een poging gedaan om iets gelijkaardigs te doen als wat u nu opzet, en dat is toen jammer genoeg niet echt gelukt. We bleven zeer functioneel, elk op ons eigen eiland werken en er kwam zeer weinig interactie op het terrein. Dus meer dan in de politiek, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik bepleit dus een heel goede samenwerking met de vakministers in dat verband, dat vind ik heel belangrijk. Een goede samenwerking met de vakministers is ook belangrijk op het vlak van de selectie, waar ook een aantal inhoudelijke criteria moeten gelden, en ik denk dat dan de experten en het engagement van de vakminister er toe doen. Als we over cultuur praten, denk ik dat er ook een kwalitatieve toetsing moet zijn van wat we evenementsgewijs in de lijst zullen opnemen, wat we zullen ondersteunen, wat we in het buitenland zullen promoten, en ook graag organisatorisch, want er is een grote gevoeligheid in de cultuursector om geïnstrumentaliseerd te worden voor andere doeleinden. U kent die gevoeligheid, laat ons die proberen te ontmijnen in de loop van het proces.
Ik pleit dus voor een geïntegreerde aanpak, sector- en grensoverschrijdend in de figuurlijke betekenis van het woord, vakoverschrijdend en maak vooral die inhoudelijke beweging daarbij sterk. Van mij mogen er ook populaire dingen bij, ik wil niet zeggen dat het niet populair mag zijn. Ik hoop dat er ook effectief op het terrein een samenwerking komt en dat die heel transparant zal zijn. Ik zou dat pleidooi willen houden. Ik heb gemerkt dat in de beleidsbrieven, nota’s indertijd van u en van minister Gatz, ongeveer dezelfde zinsneden zijn opgenomen, wat al een goede aanzet is. Ik hoop dat dit op het terrein ook voluit gaat, maar het gaat ook voor Sport en het zal ook wel voor andere sectoren gelden.
Mijnheer De Croo, we hebben natuurlijk een fantastisch Tomorrowland geëxporteerd, maar we hebben natuurlijk nog veel andere dingen waarvoor we ook mensen naar Vlaanderen willen krijgen. Ik denk dat we hier voornamelijk op het incoming toerisme moeten mikken en het in de verf zetten van onze kwaliteiten.
Voorzitter, aangezien bruikleningen van kunstwerken internationaal steeds moeilijker worden, biedt zich hier de komende jaren een bijzondere gelegenheid aan om buitenlanders naar Vlaanderen te halen. Ik herhaal het: ons sterke merk is cultuur en kunst in Vlaanderen, zowel moderne als oude kunst, zowel ons erfgoed als onze levende artiesten van vandaag, van het type Anne Teresa De Keersmaeker, Wim Vandekeybus, whatever. Ik denk dat we daar dus volop moeten op inzetten. Als u dat doet, wil ik u met veel plezier steunen.
Minister Weyts heeft het woord.
Enkele korte elementen inzake opvolging, want men kan immers niet en cours de route vermelden in welke bedding we vervat zijn. Het zal u misschien verbazen, maar Tomorrowland koesteren wij evenzeer. Wij ondersteunen dat toeristisch, wij zorgen dat er een toeristisch aanbod wordt geformuleerd, dat daaromtrent toeristische promotie wordt gemaakt. We koesteren dat dus wel, zowel voor de organisatie in het binnenland als in het buitenland. We hebben zelfs al een stand meegestuurd naar Tomorrowland Brazilië en Noord-Amerika, om de link te maken dat men het effectief associeert met Vlaanderen, en dat men zegt: je kunt ook de real thing en het ruime decorum van dat evenement beleven. Voor sommige zaken zijn we inderdaad te klein en hebben we de infrastructuur niet. Maar daarover gaat het net, het maken van verstandige keuzes om te zien welke events we naar Vlaanderen kunnen halen of op welk vlak we een goed bod kunnen formuleren.
Voor alle duidelijkheid: er is een samenwerking tussen minister Gatz, minister Muyters en de minister-president. Zij stellen ook via hun administratie mensen ter beschikking. Ik ben blij dat we daaromtrent een consensus hebben gevonden en dat we nu effectief aan het werk kunnen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.