Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, terwijl het Europees Kampioenschap voetbal in Frankrijk met rasse schreden nadert, is het nu al uitkijken naar het volgende EK, dat van 2020. Dat EK zal in het teken staan van het zestigjarige bestaan van de Europese Unie. Voor het eerst in de geschiedenis van het EK zal het grootste Europese voetbaltoernooi over heel Europa plaatsvinden. Brussel mag daar als Europese hoofdstad uiteraard niet bij ontbreken.
Het Koning Boudewijnstadion voldoet echter niet aan de voorwaarden, en zo ontstond de saga rond het Eurostadion. Tegen 2020 zou het Koning Boudewijnstadion afgebroken worden. Ik zeg ‘zou’, want in sommige plannen van NEO staat het erop, in andere plannen van NEO verdwijnt het. Het plan van NEO is nu overigens zelf ook een slag toegebracht voor de Raad van State.
Toch heeft deze vraag haar waarde, want het stadion is niet enkel de thuishaven van de Rode Duivels, maar ook van het grootste atletiekevenement in ons land, de Memorial Ivo Van Damme. Om op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de toekomst van de Memorial, riepen de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur en Brussels schepen van Sport Alain Courtois samen met de organisatoren van de Memorial Ivo Van Damme vorig jaar een taskforce in het leven. In september vorig jaar heb ik u al een vraag gesteld over de invulling van die taskforce, of u daarbij uitgenodigd was en wat er besproken werd. U zei toen dat u nog niets had gekregen. U was daar een beetje verontwaardigd over. U zei dat u wel wou meedoen, maar dat u dan eerst een uitnodiging moest krijgen. We zijn intussen een heel eind verder. De deadline nadert op verschillende vlakken. En dus is de vraag of u intussen wel al een uitnodiging gekregen hebt.
Het Eurostadiondossier, dat daar – voor mij ten onrechte – aan gekoppeld wordt, heeft een vervaldatum, waarna Brussel, België en Vlaanderen in heel Europa een belachelijk figuur slaan, niet alleen door onze afwezigheid als gaststad op het EK, dat in het teken staat van de Europese samenwerking, maar ook omdat we de parel van de internationale atletiek uit handen dreigen te geven als er geen duidelijkheid bestaat over het voortbestaan van het Koning Boudewijnstadion.
Minister, heeft de taskforce Van Damme intussen al plaatsgevonden? Zo ja, kunt u meedelen wanneer die bijeenkomsten plaatsvonden en wat er besproken werd? Welk standpunt hebt u zelf ingenomen of zult u innemen op de taskforce? Wat kunt en zult u ondernemen om ervoor te zorgen dat de Memorial in onze hoofdstad blijft? Wat is de stand van zaken van het overleg met de Franse en Duitstalige Gemeenschap over samenwerking rond een eventueel gezamenlijk standpunt voor de toekomst van de Memorial?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Poschet, ik ben een beetje verbaasd. U verwijst naar uw eerdere vragen, maar in de commissievergadering van 25 februari heb ik al een antwoord gegeven op een gelijkaardige vraag van de heer Sintobin, vraag om uitleg nummer 1054, over de houding en de betrokkenheid van de Vlaamse Regering in de werkgroep rond de toekomst van de Memorial. Maar ik begrijp dat dit voor het parlement, en overigens ook voor mij, een belangrijk onderwerp is, en in de aanloop naar het EK en met de berichtgeving in de pers van de voorbije maanden en zelfs dagen wil ik de evoluties nog eens meegeven. Maar ik heb de indruk dat u er even een hebt gemist.
Zoals ik dus eerder al in deze commissie heb gezegd, is er een werkgroep bijeengebracht waarin alle actoren zitten. Binnen die werkgroep is een taskforce opgericht die de werkzaamheden trekt en die regelmatig terugkoppelt naar de ruimere overleggroep, waar ook mensen van mijn kabinet in zitten.
De werkgroep heeft als doelstelling een oplossing te zoeken voor de Memorial. De Memorialorganisatie maakte ondertussen een lastenboek op met de technische vereisten waaraan een stadion voor de Memorial moet voldoen. Dat gaat verder dan concrete sporttechnische elementen. Het gaat bijvoorbeeld ook over de vereisten om een goede verslaggeving te kunnen verzorgen. De werkgroep kwam sinds oktober verschillende keren samen, maar een concrete oplossing of resultaten zijn er nog niet.
Wat de standpuntbepaling betreft, houd ik mij uiteraard aan de lijn die de Vlaamse Regering en ikzelf in dit dossier altijd hebben gevolgd. Het is belangrijk dat er een oplossing voor de Memorial wordt gevonden, vandaar ook dat we de werkzaamheden van de werkgroep volgen en mogelijke oplossingen steunen. Dat houdt echter geen enkel engagement van Vlaanderen in om, als er een technische oplossing zou worden gevonden, mee in te staan voor de financiering. Dat standpunt is al door de vorige regering ingenomen en wij blijven dat bewaren. Het is opnieuw bevestigd door deze regering.
Ik blijf de werkzaamheden van de overleggroep en de ruimere context van het dossier nauwgezet volgen, maar zoals u weet, past het niet binnen mijn bevoegdheden, noch binnen de middelen voor de Vlaamse sportinfrastructuur, om zelf in Brussel in een oplossing te voorzien.
Er is ook in dit dossier een afstemming geweest met de verschillende gemeenschappen. Wij komen geregeld samen met de drie ministers van de verschillende gemeenschappen. In september heb ik samen met de beide collega’s een gezamenlijke brief geschreven aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de stad Brussel. Daarin hebben we onze bezorgdheid geuit over het voorbestaan van de Memorial en vroegen we om alle betrokken partijen bijeen te brengen om alle mogelijke scenario’s, inclusief de renovatie van het Koning Boudewijnstadion, te onderzoeken. De werkgroep die vervolgens werd bijeengebracht, wordt door de gemeenschappen dan ook vanuit die optiek gevolgd.
De werkzaamheden draaien. Er is een werkgroep, er is een taskforce. Het is belangrijk dat we weten wat een stadion voor de toekomst moet inhouden, zowel sporttechnisch als wat de rest betreft. Maar een oplossing hebben we vandaag niet. De lijn die de Vlaamse Regering al voor de tweede legislatuur op rij volgt, is dat wij graag willen meewerken en bekijken wat kan en hoe dat kan, maar dat we daar vandaag geen financiële middelen voor hebben uitgetrokken. Die lijn blijf ik volgen.
De heer Poschet heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik heb toch nog een aantal vragen. Ik heb niet gehoord welke pistes momenteel mogelijk zouden zijn als plan B, als het Koning Boudewijnstadion zou worden afgebroken. Kunt u daar iets over zeggen?
Ik heb ook niet gehoord welke positie de andere gemeenschappen innemen. Zijn die posities nog altijd dezelfde? Ondertussen heeft de Franse Gemeenschap een andere minister van Sport gekregen, na het ontslag van Joëlle Milquet. Het ministerschap is ook naar een andere partij gegaan, van CdH naar PS. Heeft dat een invloed gehad op de positie van de Franse Gemeenschap, of is die nog altijd dezelfde?
U zegt dat nog niet bepaald is welke invulling het stadion zou moeten hebben. Wordt het dan niet tijd om vanuit de gemeenschappen, die toch bevoegd zijn voor Sport, eens te bepalen wat daar in het ideale geval aanwezig zou kunnen zijn als mogelijkheden voor sportbeleving?
De heer Wynants heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord, maar ik moet ook de heer Poschet bedanken dat hij zeker de Memorial Van Damme wil behouden, wat wij in februari ook al duidelijk gezegd hebben. Ik kan hem wel volgen dat op dit moment niemand van iets weet. We weten alleen wat we dagelijks lezen, namelijk dat er zowel juridisch gebied, op MER-gebied als op financieel gebied nog niets in orde is. De heer Gheysens van Ghelamco zegt wel dat de maquette klaar ligt.
Waarom krijgen wij geen renovatieplan met een prijskaartje en met 100 procent zekerheid dat de Memorial Van Damme daar blijft? Met het systeem Ghelamco zal er nooit een Memorial Van Damme zijn. Het is een wereldevenement. Men zal verstomd zijn hoeveel uitzendingen daaraan worden besteed. Ook voor de atletiek is het heel belangrijk.
Als men na twee jaar nog niet weet hoe men een nieuw stadion zal bouwen, zou men toch minstens een idee moeten hebben hoe een renovatie er zou kunnen uitzien, met behoud van de Memorial Van Damme.
Ik sluit me aan namens mijn fractie. Ik wil de verantwoordelijkheid niet helemaal op de schouders van de minister leggen, want dat is niet juist, denk ik. Het is een project dat niet van de Vlaamse overheid komt, en de Memorial wordt niet bedreigd door de Vlaamse overheid. Maar ik begrijp wel dat de Memorial straks de memorial van de Memorial zal zijn. Hij zal langzaam maar zeker verdwijnen. Ik zie geen andere oplossing. In Antwerpen hebben ze niet de ambitie om een groot stadion te bouwen. Ik zeg dit met enig cynisme, maar ik begrijp dat de Memorial gewoon wordt opgeofferd aan commerciële belangen – dat is wat ik vaststel – van winkelcentra en aan de lobby van de voetbalbond/RSCAnderlecht. Ik praat nog niet eens over de ruimtelijkeordeningfacetten die u veel beter kent dan ik.
Ik sluit me aan bij de collega’s die zeggen dat het eigenlijk niet kan dat er een nieuw voetbalstadion komt voor één wedstrijd die ook mondiaal zal worden uitgezonden, als ze de openingswedstrijd van het EK zouden hebben, maar die nadien even snel in de vergetelheid zal verdwijnen. Ik vind het ook niet kunnen dat er niet één oplossing wordt gevonden waarbij topsportevenementen in onze hoofdstad kunnen worden gedeeld, al is het technisch complex. Dit kan een oplossing zijn voor het bestaande stadion of een nieuw stadion: dit moet echt wel kunnen. Ik denk bij mezelf: in welk apenland leven wij?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Poschet, op 4 mei is er nog een laatste vergadering geweest van de Memorialwerkgroep. Het was de eerste keer dat ook het kabinet-Madrane aanwezig was. Zo’n eerste vergadering is altijd moeilijk. Ik wil er dan ook geen commentaar op geven. De enige opmerking die het kabinet-Madrane heeft gegeven, is dat we het best ook het kabinet-Furlan betrekken omdat hij bevoegd is voor sportinfrastructuur.
U vraagt naar een plan B. Dat is moeilijk, want alles wordt onderzocht. Er zijn altijd opties die naar voren worden gebracht. Een piste van het BOIC – en ik hoop dat ik ze daarmee niet hypothekeer – is een European Sports Academy starten, maar er wordt niet gezegd waar. Alle plan B’s komen wel eens aan bod. Voor één sportmanifestatie per jaar bouw je geen stadion. Dat moet multifunctioneel zijn enzovoort.
Collega Wynants, er is een oefening over de renovatie van het Koning Boudewijnstadion gebeurd.
Ik hoop dat ik niets verkeerds zeg, maar voor zover ik het nu begrijp, is er tot nu toe geen enkel voorstel geweest dat kan samengaan met het NEO-plan van de commercie. Dat NEO-plan wordt gesteund door Brussel, dat eigenaar is van het Koning Boudewijnstadion. Dat maakt het niet gemakkelijk.
Als je dat allemaal op een rijtje zet, blijkt dat dit een zwaar dossier is. Sommigen zeggen: ‘Vlaanderen, als je het zo graag hebt, bouw het dan maar, dat stadion.’ Maar zeg mij dan wat ik niet moet doen. Stoppen we dan met de bovenlokale zwembaden om één keer per jaar een Memorial Van Damme te organiseren? Daar hebben we het niet over.
Dit is een moeilijk dossier. Of Parking C nu kan worden gerealiseerd met een nieuw stadion of niet, daarover wil ik mij niet uitspreken, want dat gaat niet over sport. Dat gaat over mobiliteit, ruimtelijke ordening, vergunningen, het tijdig krijgen van vergunningen en al de rest.
Mijnheer Poschet, dit is een moeilijke aangelegenheid. Ik behoud het standpunt dat de Vlaamse Regering heeft ingenomen, al in de vorige legislatuur. Ik denk nog altijd dat dat een juist standpunt is. Wij proberen constructief mee na te denken. Onze bedoeling is ook dat de Memorial zou kunnen blijven plaatsvinden.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, dank u. Het blijft allemaal nog een beetje mistig. Ik ga u dat niet persoonlijk verwijten. Ik zou u ook niet graag kwaad maken vandaag – andere dagen ook niet, trouwens. Maar het punt blijft wel dat die werkgroep het forum is dat een vogelperspectief kan bieden om de zaak eens te bekijken vanuit verschillende beleidsniveaus.
We weten dat het aan Franstalige kant ingewikkeld is. Ze maken daar een onderscheid tussen een sportinfrastructuur, die bij een gewestminister zit, en dan het sportbeleid, dat bij een gemeenschapsminister zit. Zelfs al zijn ze van dezelfde partij: dat is dan nog ‘bizarder’ dan men zou kunnen denken. Maar als het niet op die werkgroep wordt uitgeklaard, waar gebeurt dat dan wel? Moet het dan naar het Overlegcomité gebracht worden? Voor mij is het ideale scenario op langere termijn dat we het Koning Boudewijnstadion zouden kunnen renoveren tot een multisportstadion met – waarom niet? – daaraan een Blosocentrum gekoppeld. Ik weet dat daar binnen de huidige middelen absoluut geen ruimte voor is.
Dit is ook geen pleidooi om alle lokale sportinfrastructuurprojecten waarin men in Vlaanderen investeert op te offeren voor één megalomaan project in de hoofdstad. Maar we moeten er toch eens over nadenken dat het op de langere termijn vreemd lijkt dat één van de 589 Belgische gemeenten verantwoordelijk is voor de enige sportinfrastructuur die internationale atletiek kan aanbieden, terwijl Sport een gemeenschapsbevoegdheid is en terwijl we ook vanuit Vlaanderen in Brussel in sportinfrastructuur mogen investeren.
Los daarvan kan nog altijd het Eurostadion ontwikkeld worden, liefst met privégelden, zoals het oorspronkelijke opzet is. Ik hoop dat dat ook zoveel mogelijk zo zal blijven. Ik heb nooit gezegd dat we het Eurostadion moeten bouwen voor één match. Dat zou veel meer gebruikt moeten worden, bijvoorbeeld zoals de Arena in Amsterdam, als park & ride. Je parkeert daar onder, om vervolgens met het openbaar vervoer Brussel binnen te rijden. Er blijft dus nog veel mist. Ik zal proberen om op de een of andere manier die mist te helpen wegblazen. Dan zal ik zien of ik opnieuw een vraag zal stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.