Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister-president, de Europese staalfabrikanten kreunen momenteel onder de Chinese staalindustrie. In 2001 trad China toe tot de Wereldhandelsorganisatie, maar kreeg nog niet de status van markteconomie. Sindsdien heeft de ruwstaalproductie in China een immens stijgende evolutie ondergaan. Op 15 jaar tijd hebben de Chinezen de wereldwijde ruwstaalproductie ingehaald.
De Europese staalfabrikanten, samen met VS, beschuldigen China ervan massaal overtollig staal te dumpen, voornamelijk op de Europese markt. Dat komt omdat de binnenlandse vraag fors daalt. Het overtollige staal – men spreekt van 700 miljoen ton – dumpen ze dan maar, met als gevolg een inzakking van de marktprijzen. Overcapaciteit, strengere milieunormen en dumping van goedkoop Chinees staal bezorgen de Europese staalindustrie behoorlijk wat kopzorgen. Vorige week stemde het Europees Parlement tegen de erkenning van China als markteconomie. Dat is een krachtig signaal, maar het gaat om een niet-bindende resolutie aan de Europese Commissie, want China voldoet niet aan de vijf voorwaarden die zijn opgelegd.
Het is ontegensprekelijk dat er maatregelen getroffen moeten worden. Vlaanderen kent een milieuvriendelijke, kwaliteitsvolle en innovatieve staalproductie. Op het gebied van kwaliteit valt er absoluut te concurreren met de Aziaten. Helaas haalt de kwantiteit – zeg maar de prijs – nog steeds vaker de bovenhand. Ik denk bijvoorbeeld aan de sluizen in IJmuiden die in Zuid-Korea gemaakt worden, terwijl de Vlaamse industrie perfect werk kan leveren.
Niet enkel de oneerlijke concurrentie speelt mee. Denk ook aan de immense CO2-uitstoot die gepaard gaat met de Chinese import. De vijftien grootste vrachtschepen stoten evenveel CO2 uit als alle personenwagens ter wereld samen. Ook dat kan tellen.
Is er nog verdere informatie beschikbaar over de impactanalyse die is opgestart door eurocommissaris Malmström? Hoe staat u tegenover het voorstel om meer Vlaamse bedrijven in te zetten in overheidsopdrachten en infrastructuurwerken? Hoe kunnen we vanuit Vlaanderen de staalsector, maar ook andere sectoren, beschermen tegen de massale dumping vanuit China?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Dames en heren, bij het bezoek van mevrouw Malmström aan het Vlaams Parlement had ik achteraf een apart onderhoud met de eurocommissaris. Ik heb toen heel duidelijk mijn bezorgheden geuit over de markteconomische status voor China en de gevolgen voor de Vlaamse economie. Ik heb ook gevraagd om met de Verenigde Staten en Japan te coördineren teneinde, zo mogelijk, tot een gezamenlijk standpunt te komen.
Ik heb al meegedeeld dat de Europese Commissie momenteel een doorgedreven impactanalyse uitvoert van de mogelijke gevolgen van de toekenning van de markteconomische status op Europees niveau. De analyse zou tegen de zomer beschikbaar zijn. Op basis van de analyse en een bijkomend voorstel van de Europese Commissie zal het dossier na de zomer in de Raad van de Europese Unie worden besproken.
Via de gebruikelijke DGE-coördinatievergaderingen (directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie) zullen we ook het Vlaamse standpunt inbrengen dat ik ook rechtstreeks tijdens mijn contacten met Europese beleidsmakers verdedig. Ondertussen wijs ik op een resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2016 waarin de markteconomische status voor China verworpen wordt. Verder is er sindsdien geen evolutie.
Wat betreft uw vraag over de overheidsopdrachten zijn alle lidstaten gebonden door de Europese richtlijn met betrekking tot de overheidsopdrachten. We kunnen geen enkele geprivilegieerde behandeling geven aan Vlaamse bedrijven in de Vlaamse en Europese aanbestedingen. Wel is het zo dat we de lat hoog leggen voor wat betreft duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Vlaamse bedrijven scoren hier over het algemeen goed en hebben op deze manier vaak een beetje voorsprong. De Vlaamse overheid zet ook actief de lokale overheden aan om dezelfde strenge criteria in verband met duurzaamheid en MVO te hanteren.
Voor de derde landen is er een offensief belang voor Vlaanderen om die markten te openen. Dat is een van discussiepunten bij TTIP en dergelijke meer. We willen met onze aannemers, onze dienstenleveranciers en onze baggeraars ook op die markten binnen kunnen. Het is vaak zo dat er barrières zijn, zowel tarifaire als niet-tarifaire. Daarom steunt Vlaanderen de basisidee van het recente nieuwe voorstel van de Europese Commissie om hefbomen te creëren zodat derde handelspartners van de EU hun overheidsopdrachten meer zouden openstellen via het ‘international procurement instrument’ voor Europese bedrijven. Dit voorstel wordt momenteel in de Raad van de Europese Unie besproken. Ook dit wordt opgevolgd in de DGE-coördinatievergaderingen.
U vroeg hoe we de staalsector kunnen beschermen. Ik heb het daar al uitvoerig over gehad naar aanleiding van een vraag om uitleg van mevrouw Türan op 26 januari. Vanuit Vlaanderen kunnen wij de Europese industrie beschermen door het initiatief van de Europese Commissie voor de modernisering van de Europese handelsverdedigingsinstrumenten te ondersteunen. Het is voor de lidstaten duidelijk geworden dat de Europese handels-verdedigingsinstrumenten, daterend van 1995, verouderd zijn en niet voldoende adequaat zijn om verstoringen op de internationale handelsorde van anno 2016 aan te pakken. Ik deel u de krachtlijnen mee van de recente Staalcommunicatie van Europese Commissie die de Vlaamse Regering volmondig heeft gesteund: bescherming tegen oneerlijke handelspraktijken, oorzaken van de wereldwijde overcapaciteit aanpakken, investeren in de oplossingen en technologieën van de toekomst om het concurrentievermogen van de bedrijfstak te versterken, de staalindustrie moderniseren door in mensen te investeren, en gerichte beleidsmaatregelen nemen op gebieden als concurrentie, energie, emissiehandel en de circulaire economie.
Ter uitwerking van die staalcommunicatie stelt de Commissie voor om de EU-handelsverdedigingsprocedures te versnellen en de dumpingheffingen te verhogen. Een meer effectief en efficiënt Europees handelsbeschermingsbeleid betekent natuurlijk ook het verkorten van de onderzoeksprocedures. We zien bijvoorbeeld bij de behandeling van de klachten van de staalindustrie dat het ontzettend lang duurt vooraleer de Commissie met resultaten komt over onderzoeksprocedures. Korter op de bal spelen zou onze industrie ook veel beter beschermen. Dit zijn allemaal middelen om ervoor te zorgen dat er internationaal een eerlijkere concurrentie is.
De modernisering van de handelsverdedigingsinstrumenten is al enige tijd geblokkeerd omdat een aantal lidstaten posities innam die ertoe leidden dat de nieuwe instrumenten geen doorgang vonden, maar ik verneem nu dat na een gezamenlijke actie van Duitsland en Frankrijk een snelle deblokkering mogelijk zou worden.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister-president, ik ben heel tevreden dat u deze problematiek nauwgezet opvolgt. We moeten dit vanuit Vlaanderen inderdaad goed aanpakken. Daarom is het tegengaan van de economische en sociale dumping waarmee onze bedrijven oneerlijk beconcurreerd worden zeer belangrijk. Het debat over de overheidsopdrachten hangt nauw samen met die dumpingpolitiek, maar dat is hoofdzakelijk een federale materie. Vanuit Vlaams oogpunt kunnen we wel verder timmeren aan de sensibilisering van de lokale besturen en de regionale overheden. Offerten eerder laten toekomen aan de kmo’s in Vlaanderen, is in dezen ook zeer belangrijk.
Wat betreft de marktstatus van China zal de Europese Commissie eind dit jaar een knoop moeten doorhakken. Ik hoop dat Europa een gepaste strategie achter de hand heeft. De beslissing zal gevolgen hebben voor onze Europese markt, of ze nu automatisch die status zullen krijgen, zoals China beweert, of niet. Hopelijk houdt men in Europa binnen die strategie ook rekening met eventuele Chinese tegenmaatregelen. Europa is voor China een heel belangrijke markt en ik hoop dat Europa zich krachtdadig en sterk zal opstellen. Ik stel voor dat ze als gelijkwaardige partners aan tafel gaan zitten. Kan Europa, als gewichtige economische speler, niet vragen aan China om zijn staalcapaciteit sneller af te bouwen? Dat klinkt misschien idyllisch, maar waarom zou het niet kunnen? Europa zou bijvoorbeeld ook samen met de Chinese regering maatregelen kunnen nemen tegen bedrijven die momenteel zorgen voor die 150 miljoen ton verlieslatende productiecapaciteit, of de sociale omstandigheden in China onder de loep nemen.
Als we weten hoe in China wordt geproduceerd, zonder sociale rechten en zonder werkloosheidsuitkeringen en als we ons gezond verstand gebruiken is het niet te verantwoorden dat de Chinezen ons in die omstandigheden mogen beconcurreren op onze eigen markt. China is per slot van rekening geen democratisch land.
Mevrouw Turan heeft het woord.
We hebben deze discussie over hoe marktconform China is al eerder gevoerd. Ik vrees dat het inderdaad nog lang niet het geval is. De arbeidsvoorwaarden daar zijn niet wat we in Europa gewend zijn. Door automatisch die markteconomie erkenning te geven, laten we niet alleen onze kmo’s beconcurreren, maar laten we ook onze arbeidsplaatsen bedreigen.
Minister-president, in uw antwoord op een vorige vraag van mij had u gezegd dat u dat van nabij zou bekijken. Er is inderdaad een impactanalyse besteld op Europees niveau, maar er zou ook een juridische analyse komen over de vraag of de erkenning automatisch moet zijn of niet. Het Europees Parlement heeft daar niet op zitten wachten en gaf in een resolutie al het signaal mee dat ze het op deze manier niet willen hebben.
Weet u intussen hoe het zit met die juridische analyse?
Minister-president, ik ken China bijzonder goed en dat weet u, maar mijn vraag gaat niet over China zelf. Bestaat de mogelijkheid dat we hier in de commissie Buitenland een meeting hebben met experts die ons zouden kunnen uitleggen wat concurrentieverstoring is? Ik geef een stout voorbeeld: het zou mij verbazen mochten we hier met zijn allen in deze zaal niet minstens een aantal kledingstukken dragen die onder onvoorstelbare omstandigheden zijn geproduceerd. Het zou mij ook verbazen mochten er binnen Europa niet een aantal gunstmaatregelen bestaan van financiering en ondersteuning van bepaalde industriële activiteiten die de vergelijking met de zogenaamde oneerlijke concurrentie uit andere landen evenmin zouden doorstaan. We moeten het debat dus objectiveren. Het debat is nu immers toegespitst op de vraag of je voor of tegen het TTIP of het CETA, of voor of tegen protectionisme bent. Met andere woorden: het is een debat geworden waarin de feiten ondergesneeuwd worden door de sentimenten.
Kortom: kunt u ons bijstaan om dit debat te objectiveren?
Het gaat ook om het sensibiliseren van de consument.
Dat is onder meer ook een punt. Je zou ervan versteld staan welke maatregelen binnen Europa, of binnen de VS, zoals met de ‘Buy American Act’, objectief gezien, uitstekende voorbeelden zijn van deloyale concurrentie.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw Turan, er is inderdaad beloofd om een juridische analyse te maken. Ik kijk daarnaar uit. Mijn verwachting is dat de Europese Commissie zal zeggen dat de clausule die gesloten is binnen de Wereldhandelsorganisatie duidelijk is, maar dat gezocht wordt naar het inbouwen van beperkende maatregelen waar het gaat over oneerlijke concurrentie of wanneer er geen level playing field is. Dat is de hele discussie die gevoerd wordt.
Als ik me goed herinner – ik zeg het uit het hoofd – is er een overproductie in China van 340 miljoen ton staal per jaar, terwijl de totale Europese productie 150 miljoen ton bedraagt. Die 340 miljoen ton staal wordt op de markt gebracht aan prijzen die lager zijn dan de onze. Dit is een enorme bedreiging voor tienduizenden jobs. Sommigen spreken van een paar miljoen jobs. Die impactanalyse zal dat duidelijk moeten maken. De EU is op dat vlak verdeeld. Mevrouw Remen zei het al: er zijn ook landen met offensieve belangen bij China die er het zwijgen toe doen.
Dit is ook uit ecologisch oogpunt een zeer grote bedreiging. Opnieuw uit het hoofd: ArcelorMittal heeft een CO2-uitstoot van 1,7 per miljoen ton, terwijl het wereldgemiddelde 2,6 bedraagt per ton staal. In China is dat een twee- of zelfs een drievoud daarvan. Als die productie wordt verplaatst, krijg je ook nog dat probleem op het vlak van de strijd tegen de klimaatopwarming.
Voorzitter, het staat natuurlijk het parlement vrij om in te gaan op uw suggestie. Maar als je de DG Trade en DG Growth zou uitnodigen, zoals we ook de heer Engels hebben uitgenodigd met betrekking tot het hervormingsprogramma, zou het interessant zijn om eens een brede gedachtewisseling te hebben over tal van aspecten daaromtrent. Een aantal zaken die u aanhaalt, zijn ook zorgen voor de Vlaamse Regering. Wij zetten in op een duurzame keten. Wij proberen bedrijven ertoe te bewegen om met labeling te werken, om te garanderen dat de hele productieketen op ethische gronden gebaseerd is. Mevrouw Remen heeft daar al een paar keren vragen over gesteld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.