Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op vrijdag 29 april heeft de commissie Landbouw een interessant bezoek gebracht aan de Floraliën in Gent. We konden genieten van heel wat prachtige variëteiten van bloemen en planten en we konden ook inspiratietuinen en florale kunstinstallaties bewonderen. De Floraliën zijn telkens een hoogtepunt voor onze Vlaamse sierteeltsector. De aanwezige collega’s kunnen daarvan getuigen.
Ook de sierteeltsector ontsnapt niet aan de economische laagconjunctuur en moet de gevolgen dragen van de lage prijzen die de consument slechts wil betalen en van het wegvallen van bepaalde afzetmarkten. De Tijd heeft er mede naar aanleiding van de Floraliën een artikel aan gewijd en verwoordde het als volgt: “Terwijl het bloemenfestival in Gent van start gaat, heeft de Vlaamse sierteeltsector het moeilijk. Mensen geven steeds minder uit aan planten en het aantal bloemenbedrijven slinkt zienderogen.”
De Tijd liet ook enkele siertelers aan het woord. Volgens hen stellen kwekers zich te weinig de vraag hoe ze zich kunnen onderscheiden voor de consument. Ik citeer een kweker: “Alle Vlaamse kwekers moeten inzetten op schaalvergroting en specialiseren in niches met meer toegevoegde waarde.” Supermarkten en grote tuincentra zijn steeds belangrijker en die willen grote leveringen in één keer. Als kleine speler kom je er dan niet meer aan te pas.
Daarnaast onderschrijven ze de belangrijke rol van marketing. Maar ook de internationale markt speelt een belangrijke rol. De sierteelt is immers een sterk exportgerichte sector. Ik citeer een chrysantenproducent: “Enkel dankzij onze internationale aanwezigheid kunnen we jaarlijks met 3 tot 6 procent groeien terwijl hier de markt afkalft.”
Opvallend is de dubbele beweging waarbij tegelijk wordt ingezet op schaalvergroting en op nichemarkten. Naar aanleiding van de Floraliën had ik een aantal interessante gesprekken met mensen uit de sierteeltsector. In de denktank Sierteeltstrategie 2020, opgericht op vraag van een van uw voorgangers, werken dertien Vlaamse sierteeltbedrijven samen rond thema’s die de sector aanbelangen en rond het onderzoeken van niches.
De Vlaamse sierteeltsector zal de komende decennia grondige wijzigingen ondergaan en belangrijke inspanningen moeten leveren om zijn positie op de Europese markt te versterken. Innovatie dient te worden beschouwd als een continu proces en een drijvende kracht in elke sector, dus ook in de sierteeltsector. De sector heeft nood aan zowel fundamenteel als toegepast wetenschappelijk en praktijkonderzoek. Ook de Floraliën zetten dit jaar de hoogtechnologische en duurzame innovaties binnen de Vlaamse sierteelt in de kijker.
Minister, op welke wijze kunt u een ondersteunend en stimulerend beleid voeren voor de sierteeltsector? Ik denk daarbij onder andere aan de beschikbaarheid van ruimte en een mogelijke clustering van bedrijven. De toegang tot kapitaal is blijkbaar ook een heel grote zorg. Er is ook de zeer specifieke problematiek van bedrijfsovernames in deze zeer kapitaalsintensieve sector, en er is de concurrentiepositie, in de eerste plaats ten opzichte van Nederland.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer De Meyer, ik dank u voor uw vraag. Ik denk dat we bijna allemaal hebben kunnen vaststellen dat er naar aanleiding van de Floraliën inderdaad toch wel weer heel mooie projecten zijn neergezet, en dat er ook een heel mooie promotie was voor de sector.
Hoe ondersteunen we nu heel specifiek die sierteeltsector? Eerst en vooral is er natuurlijk het onderzoek, maar ook het vertalen van de onderzoeksresultaten naar de praktijk. Dat gebeurt in het Proefcentrum voor Sierteelt, dat daarvoor een werkingssubsidie krijgt van 450.000 euro per jaar. Binnenkort starten zij met de bouw van een nieuw centrum. Ook een groot deel van de serres zal worden vernieuwd. Op die manier zijn ze ook een voorbeeld voor de sector zelf: er zal immers ook heel sterk worden ingezet op duurzaamheid en klimaatneutraliteit. Het centrum speelt dus echt wel een trekkersrol. Het krijgt daarvoor trouwens ook een investeringssteun van ongeveer 2,8 miljoen euro uit de landbouwbegroting.
Natuurlijk is er ook het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO). Dat verricht ook wetenschappelijk onderzoek, vooral met betrekking tot resistentieveredeling en de beheersing van ziekten en plagen. In het kader van het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) zijn er ook vier demonstratieprojecten ten behoeve van de sierteelt. Elk van die projecten ontvangt ongeveer 100.000 euro. Het gaat dan over geïntegreerde gewasbescherming, beredeneerd bemesten, het aanpakken van de erosieproblematiek en het onderbouwen van bedrijfsbeslissingen met correct cijfermateriaal.
Er worden ook maatschappelijke eisen gesteld op het vlak van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Men doet heel zware inspanningen om ecologisch duurzamer te produceren. De Vlaamse overheid helpt de telers ook daarbij, via de erkenning en de financiële ondersteuning van de vzw Vlaams Milieuplan Sierteelt (VMS), als centrum ter bevordering van meer duurzame landbouwproductiemethoden in de sierteelt. Ik heb ook met heel wat mensen gepraat, en dat wordt als bijzonder waardevol beschouwd in de sierteeltsector. We hebben die betoelaging recent verdubbeld, tot 190.000 euro per jaar, omdat we echt wel vinden dat we moeten investeren in duurzaamheid.
Er is natuurlijk ook het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), dat zowel op binnenlandse als op buitenlandse markten heel wat initiatieven neemt met betrekking tot sierteeltproducten. Er zijn er ook een aantal officieel erkend, zoals dat van de Gentse azalea, maar u kent ook allemaal de lopende campagnes ‘Groen van bij ons’, ‘Tuinaannemer’ en ‘Openbaar groen’, of de promotiecampagnes voor onze streekproducten.
Het belang van groen in de stad en in onze leefomgeving neemt natuurlijk ook toe. Er is dus ook een mooie samenwerking tussen het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) en de sierteeltsector. Ter zake kun je immers heel mooie kruisbestuivingen realiseren. Er is inderdaad ook de denkgroep Sierteeltstrategie 2020. Daar zijn ook al gesprekken mee geweest. Zij denken ook na over de toekomst. Dat gaat dan over groen in de ruimte, onderwijs en personeel, innovatie en marktwerking. Door hun pioniersrol kunnen die bedrijven ook heel wat bijbrengen. De beschikbaarheid van ruimte en de clustering van glastuinbouwbedrijven zijn ook elementen die aan bod komen in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), dat hopelijk binnenkort naar de Vlaamse Regering kan.
Wat de toegang tot kapitaal en bedrijfsovernames betreft, heb je natuurlijk het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF), die ook voor deze sector in aanmerking komt. Zeker met de bijsturing van het VLIF kan de sierteeltsector dat ook volop gebruiken, aangezien die duurzaamheid toch ook wel een van de belangrijke pijlers binnen dat VLIF is.
U ziet dat het gaat om een hele reeks maatregelen. We geloven in de sierteeltsector en moeten die ook verder ondersteunen. Eigenlijk speelt ook hier enigszins dezelfde kwestie als in andere deelsectoren van de landbouw- en tuinbouwsector: je moet zoeken hoe je kunt differentiëren, hoe je je kunt onderscheiden van de rest. In deze sector is dat niet anders dan in andere sectoren, met natuurlijk hier en daar wel een aantal andere accenten. Ik denk dan natuurlijk aan de ruimte die deze sector ook specifiek nodig heeft.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw interessante en uitgebreide antwoord, waaruit blijkt dat u zeker en vast belangstelling hebt voor deze sector, die u ook letterlijk nabij is. Ik onthoud onder andere het belang van het proefcentrum op het vlak van onderzoek. In dat centrum wordt sterk geïnvesteerd. Met betrekking tot het wetenschappelijk onderzoek is er ook het ILVO, en er zijn de bijkomende duurzaamheidsprojecten in het kader van het plattelandsbeleid. Er zijn de projecten van het VLAM voor de afzet.
Ik wil nog even stilstaan bij die Sierteeltstrategie 2020, dat ongeveer alle thema’s behandelt: ruimte, kapitaal, opleiding, onderzoek, afzet enzovoort. Ik denk dat het interessant zou zijn, mocht daar wat meer dynamiek komen, een nieuwe stimulans voor die werkgroep. De sector is daar heel nauw bij betrokken. Zoals ik al zei, is dit een initiatief van een van uw voorgangers. Dit gebeurt in heel nauw overleg met de sector, ook door uw administratie. Dat zijn mensen die toch wel heel veel kennis hebben van de specifieke problemen in de sector.
Ik heb tijdens ons bezoek van onze begeleider geleerd dat er een hoog verwachtingspatroon is ten aanzien van de nieuwe minister.
De heer De Croo heeft het woord.
Minister, ik zou met een woordenspel willen zeggen dat dit een teelt is die u siert. U kent de streek goed. Het doet me genoegen dat de heer De Meyer en uzelf daar positief op hebben gereageerd.
De dag voor ons zeer goede bezoek was er op 28 april in de lokalen van de Floraliën de voorstelling van het economisch rapport Oost-Vlaanderen. Alexander Vercamer, gedeputeerde voor Landbouw en Sierteelt, heeft er een uitstekend exposé gegeven over de sierteelt. Als dit technisch mogelijk is, voorzitter, durf ik te suggereren om zijn speech rond te mailen naar de leden. Ik ken de heer Vercamer goed. Het is een bewogen man, die aantoont dat de provincies ergens nog een toegevoegde waarde kunnen hebben. Het was een interessante speech, en mijn wetenschap heeft er bij gewonnen.
Er zijn vele nieuwe initiatieven. Er komen meer tuinen en groene muren. Zo hebben we de groenemuurtechnologie gezien tijdens ons bezoek. Er is misschien minder ruimte voor siertuinen, maar ze zijn beter versierd dan ooit tevoren. We moeten inspelen op die opportuniteiten. De sierteelt is geconcentreerd in ons bisdom, de provincie Oost-Vlaanderen. We mogen en moeten dat uitspelen. Ik was hier toen zelf nog niet, maar er is me gezegd dat onze commissievoorzitter twee jaar geleden in Zoetermeer in Nederland een sierteeltbedrijf heeft bezocht. Hij heeft er gezien hoe er wordt ingespeeld op specialisaties.
Zijn er nog bij VLAM bedragen beschikbaar voor buitenlandse acties? Zullen we buiten de klassieke Europese markten ook deelnemen aan de Gardenia in Polen bijvoorbeeld? Dat oriënteert zich ook op landen zoals Servië. We moeten een beetje verder gaan, weliswaar op vervoersafstand. Ik geloof dat de sierteelt een kans blijft maken door onze specialisatie, traditie, vakkennis en promotie. De tweejaarlijkse tuindagen in Beervelde, Ooidonk en Leeuwergem bijvoorbeeld zorgen ervoor dat onze siertelers zich kunnen tonen. Dit is het aanmoedigen waard. We moeten naar best vermogen alle steun en ondersteuning geven aan de sierteelt.
De secretaris heeft genoteerd contact op te nemen met het kabinet van gedeputeerde Vercamer om zijn speech op te vragen.
Als een liberaal een CD&V-gedeputeerde aanprijst, dan mag dat toch genoteerd worden.
Dat is genoteerd.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer De Croo, ik heb akte genomen van uw amendement om de provincies voortaan bisdommen te noemen. We zullen dat met plezier ondersteunen. (Gelach)
De regio rond het Gentse is bijzonder actief in de sierteelt, en ik geloof daar ook in. De Floraliën hebben getoond dat dit een sector is die wendbaar is en kan inzetten op vernieuwing. Het was geen gemakkelijke keuze om de Floraliën op een andere, nieuwe manier echt in de stad te brengen, maar het is wel gelukt. Dat pad moeten we verder bewandelen. Er is meer dan ooit nood aan groen in de stad. Er kan een heel mooie samenwerking met de sector van de sierteelt verder worden uitgewerkt. De opdracht om daar nog meer op in te zetten, is aan onze verschillende diensten gegeven. Groen in de stad wordt getrokken vanuit het Agentschap voor Natuur en Bos, maar de samenwerking met landbouw en specifiek de tuinbouw moet nog veel meer gebeuren. Dat wordt momenteel uitgewerkt, en we hopen daar binnenkort meer duidelijkheid over te krijgen.
Mijnheer De Meyer, Sierteelt 2020 is inderdaad een heel waardevol project. Ik wil daar gerust de banden nog wat meer aanhalen. Er zijn al gesprekken geweest. Ik stel wel vast dat de sierteeltsector zelf graag trekker is. Dat is destijds op hun vraag ook zo beslist. Vaak kijkt men naar het beleid als er plots een probleem opduikt. Misschien moeten we dat een beetje anders doen en elkaar ook zien als het goed gaat. Ik neem uw suggestie mee om wat proactiever contacten te leggen.
Mijnheer De Croo, u had een vraag over VLAM en de exportmogelijkheden. Er zijn beurzen in onder andere Essen, Berlijn en Poznan die zullen worden bezocht. Men is ook bezig met een contactdag in Servië en een communicatie in verschillende vakbladen via specifieke journalistenreizen om ook hen mee te hebben in de rest van de wereld en Europa. Er zijn ook acties specifiek voor de azalea, naar de Franse groothandel, Italië en Zweden.
Zoals u weet, is de sector ook zelf vertegenwoordigd in VLAM. Ik hoor wel dat men in de sierteeltpoot van VLAM niet altijd op dezelfde lijn zit. Vaak zijn er wel wat conflicten binnen de sierteelt zelf. Misschien moeten we eens kijken of het daar wat beter kan verlopen, maar daar hebben wij natuurlijk niet direct iets aan te zeggen. De sector moet misschien zelf er wat beter aan werken om tot een consensus te komen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, dank u voor uw engagement ten aanzien van de werkgroep Sierteelt 2020. Ik zal het hun ook melden. Als we een interessant bezoek brengen, dan is uw kabinetschef altijd welkom. (Opmerkingen van minister Joke Schauvliege)
We weten dat u op vrijdag een drukke agenda hebt, vandaar dat het iets moeilijker is voor u om u dan vrij te maken, veronderstel ik.
Mijnheer De Croo, ik zal de gedeputeerde uw grote waardering voor zijn werk en voor zijn speech melden. Hij zal dat graag horen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.