Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Elektrische voertuigen of voertuigen aangedreven door waterstof die via een autodeelsysteem beschikbaar worden gesteld van verschillende bestuurders komen op dit moment niet in aanmerking voor de premie voor elektrische voertuigen, voor energiezuinige voertuigen die de regering een tijdje geleden heeft ingevoerd. Dat staat heel duidelijk in artikel 7.8.1 van het Energiebesluit. Die interpretatie werd bevestigd door voormalig minister Turtelboom in haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 172.
Op dit moment zijn er verschillende soorten van autodeelsystemen in opmars, en dat is een bijzonder positieve evolutie. Zo zijn er systemen waar een particulier op elk moment kan beslissen om toe te treden tot het systeem en zijn auto beschikbaar te stellen voor anderen, maar even snel kan diezelfde automobilist weer uit het systeem stappen. Dat betekent dat een chauffeur na aankoop van een elektrische wagen en het verkrijgen van de premie alsnog kan beslissen om toe te treden tot het autodeelsysteem. Als we die redenering doortrekken, dan zou diezelfde chauffeur de premie moeten terugbetalen en ze opnieuw moeten aanvragen wanneer hij beslist om opnieuw uit het autodeelsysteem te stappen.
Zoals ik al zei in mijn schriftelijke vraag heeft het delen van voertuigen meerdere en erg uiteenlopende voordelen. Er is een voordeel op het vlak van mobiliteit omdat het delen van wagens ervoor zorgt dat er in totaal minder voertuigen zullen zijn. Een vlottere mobiliteit is dan weer positief voor de economie.
Minder auto’s brengt dan weer een ecologisch voordeel met zich mee omdat de totale uitstoot door transport vermindert. Dat is de grootste uitdaging wanneer we het hebben over de klimaatproblematiek in Vlaanderen. Alle initiatieven om daar iets aan te doen, zijn van harte welkom. Autodelen, liefst dan nog met energiezuinige auto’s, vormt daar een belangrijk onderdeel in.
Als je dan weet dat één elektrische wagen in een autodeelsysteem meer dan waarschijnlijk verschillende wagens met een conventionele brandstof vervangt, heeft een elektrische wagen in een autodeelsysteem mogelijk zelfs een soort multiplicatoreffect op de vermindering van de uitstoot. Bovendien zorgt een autodeelsysteem ervoor dat, door het delen van de kosten, elektrische wagens haalbaar worden voor een bredere groep van de bevolking. Om al die redenen samen is het dan ook spijtig dat de subsidie die deze regering heeft ingevoerd, niet wordt toegekend aan wagens in het kader van die autodeelsystemen.
In het antwoord van de minister werd wel gesteld dat particuliere maar ook andere deelsystemen aan bod zullen komen als het werkpakket ‘nichevloten’ uit het Vlaamse actieplan ‘Clean Power for Transport’, op snelheid komt.
Dat riep bij mij een aantal vragen op. Wat is de stand van zaken van de uitwerking van het werkpakket ‘nichevloten’? Op welke manier zullen de deelsystemen daarin aan bod komen? Lijkt het u toch niet wenselijk om de premie ook open te stellen voor de voertuigen van particulieren in deelsystemen? Welke redenen ziet u om dat eventueel niet te doen? Maar ik hoop dat u uiteraard wel redenen ziet om het te doen. Voluntarisme is belangrijk. Zullen particulieren die reeds een premie hebben gekregen die moeten terugbetalen wanneer ze met hun wagen in een deelsysteem instappen? Hoe kunt u als minister voor Energie energiezuinige autodeelsystemen stimuleren, bijvoorbeeld in een stedelijke context? Kunnen daarvoor fiscale stimuli ingezet worden?
Minister Tommelein heeft het woord.
Na de goedkeuring van het Vlaams actieplan ‘Clean Power for Transport’ is in eerste instantie werk gemaakt van de werkpakketten ‘Infrastructuur, Financiële stimuli en Coördinatie’. Het werkpakket ‘nichevloten’ zal ook dit jaar gestart worden. Op dit ogenblik worden wel reeds – ook deels Europese – middelen gezocht, die de uitwerking en uitrol zouden kunnen versnellen. Zoals vermeld in het actieplan zullen autodeelsystemen hier deel van uitmaken en specifieke aandacht krijgen.
Het is duidelijk de bedoeling van de regering geweest om elk commercieel initiatief buiten het toepassingsgebied van de premieregeling te laten. Het Energiebesluit stelt momenteel zeer duidelijk dat voertuigen die door de houder ervan bestendig of gewoonlijk ter beschikking worden gesteld van een derde door verhuur, leasing of een andere overeenkomst, niet in aanmerking komen voor deze premie. Er is zodoende geopteerd om de premie te reserveren voor particulieren in de strikte zin van het woord. Er wordt momenteel dan ook niet in een premie voorzien voor formele deelsystemen. De reden daarvoor is dat het toekennen van een premie voor commerciële organisaties onderhevig is aan de Europese staatssteunregels en dat daarvoor een aanmelding bij de Europese Commissie noodzakelijk is. Daar is toch wel wat tijd voor nodig en we willen daar niet op wachten.
Indien echter meerdere personen samen een auto gebruiken, dan wordt dit niet steeds beschouwd als een dergelijk deelsysteem. Een standaard voorbeeld hiervan is een echtpaar, of een vader en diens zoon, een moeder en haar dochter enzovoort. Ook twee vrienden die samen een auto aanschaffen en die bij beurtrol gebruiken, zullen niet worden geviseerd. Wanneer die particuliere auto echter in een formeel georganiseerd deelsysteem wordt ingebracht, dan valt men wel onder de uitsluiting van het Energiebesluit. Het is duidelijk: particulieren worden daarin gestimuleerd, mensen die dat commercieel organiseren, niet.
Er is dus voor geopteerd om in eerste instantie de premie voor zero-emissievoertuigen niet open te stellen voor particulieren in deelsystemen. Er zijn veel verschillende soorten deelsystemen, particulier en minder particulier – het is niet altijd een zwart-witverhaal – die het best eerst in kaart worden gebracht vooraleer specifieke maatregelen naar voren te schuiven. Dat kan eventueel bij de uitvoering van het werkpakket.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het is duidelijk nog ‘work in progress’. Er is nog heel wat werk te doen omdat er een heel groot potentieel uitgaat van de autodeelsystemen. U ziet dat een aantal steden daar volop op inzetten. In het buitenland is Kopenhagen een heel mooi voorbeeld: vierhonderd elektrische BMW’s worden er vrij ter beschikking gesteld van iedereen die in het systeem stapt. Ik merk dat bijvoorbeeld ook op de gemeenteraad in Gent een actieplan over autodeelsystemen is goedgekeurd, waarbij elektrisch autodelen een belangrijk speerpunt wordt van het stadsbestuur. Vanuit de Vlaamse overheid moeten we daarop inspelen en dergelijke initiatieven ondersteunen, financieel met een premie, op het vlak van infrastructuur, onder andere de netinfrastructuur zoals laadpalen, en eventueel ook met fiscale stimuli.
Er schuilt een groot potentieel in voor ons energiesysteem, voor onze mobiliteit en voor onze economie. We weten bijvoorbeeld dat we met Audi en Volvo twee constructeurs op ons grondgebied hebben die allen werken aan de uitbouw van een elektrische vloot, een aanbod van modellen die daarin zouden kunnen passen. Het zou een heel interessant experiment zijn om met die constructeurs het gesprek aan te gaan en het elektrisch autodeelsysteem, bijvoorbeeld in Gent, Antwerpen of Brussel, uit te werken en uit te bouwen. We hebben daarin mee een rol als koploper te vervullen. Ik moedig u dan ook van harte aan om daar werk van te maken. Dit wordt ongetwijfeld vervolgd.
De heer Schiltz heeft het woord.
De vraag van collega Bothuyne is zeer interessant, maar past natuurlijk in een bredere maatschappelijke en economische evolutie: de transitie van meer producteigendom naar diensten. In die zin merken we dat het niet zo evident is om daar alle regels op aan te passen. Het debat rond Airbnb, rond Uber en dergelijke meer tonen aan hoe moeilijk het is om bestaande regelgeving te kopiëren of er al dan niet van toepassing op te laten verklaren. Onze fractie heeft in diverse regeringen al duidelijk gesteld dat we die transitie ten volle steunen, maar dat het ook niet de bedoeling is om een fiscaal paradijs te creëren waarin plots niemand nog belastingen moet betalen.
We ondersteunen het onderscheid dat de minister aangeeft tussen spontane groeperingen, burgers die hun goederen met elkaar willen delen en beter willen verzilveren, die wel onder de premieregeling vallen, en de supergeorganiseerde systemen, die er niet onder vallen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we van ‘pick corporate’ naar ‘pick platform’ evolueren en dat die platformen dan onder allerlei premies en vrijstellingsregimes vallen. Ik kan het onderscheid dat de minister probeert te maken dus ten volle onderschrijven, eventueel met die nuancering dat we er natuurlijk alles aan moeten doen om dat soort systemen op termijn zo aantrekkelijk mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat ze, zeker in onze steden, massaal doorbreken. We kijken dus uit naar de voortgang van de werkgroep ‘nichevloten’ en dan zien we wel welk resultaat daaruit komt.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik ben het eens met beide collega’s. Er is potentieel. We zien inderdaad hoe vandaag een aantal voorbeelden in het buitenland actief zijn. Ik vind het inderdaad belangrijk om dat met de constructeurs te bespreken. Ik ga vrijdag voor een werkbezoek naar Volvo Gent. Ik zal het daar al op tafel leggen en kijken op welke manier de Vlaamse constructeur, de enige die nog in Vlaanderen gevestigd is, daartegenover staat. Ik ben alleszins van plan om daar samen met jullie verder voor te ijveren.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik ben blij met de voluntaristische benadering om effectief de koe bij de horens te vatten. Ik denk dat autodelen een bijzonder groot potentieel heeft en dat het redelijk onlogisch is om particulieren premies te geven om individueel elektrische auto’s aan te schaffen, waarbij we dan autodeelsystemen, die een veel groter effect hebben op ecologie en mobiliteit, dan weer niet financieel ondersteunen. Ik denk dat we daar werk van moeten maken, liefst op korte termijn en liefst op een slimme manier zodat we niet tot toestanden komen die collega’s Schiltz zonet heeft vermeld. Ik reken erop dat u daar werk van maakt en ik ben ervan overtuigd dat u daar binnenkort resultaat van zult kunnen voorleggen, waarvoor dank.
De vraag om uitleg is afgehandeld.