Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
De mobiliteitsbarometer van de Vlaamse Automobilistenbond (VAB) onderzoekt de tevredenheid van de Vlamingen over de kwaliteit van de wegen. In totaal namen 2000 respondenten deel waarvan de helft Nederlandstalige automobilisten en de andere helft Franstalige landgenoten. In vergelijking met de vorige bevraging uit 2013 zijn er enkele veranderingen zichtbaar geworden.
Zo is de Vlaming positiever over het rijcomfort van de autosnelwegen. U en uw voorganger hebben daar heel veel in geïnvesteerd. In 2013 was er een tevredenheid van 54 procent, in 2016 is dat 65 procent.
De Vlaming is wel minder tevreden over de zichtbaarheid, zowel bij regenweer als ’s nachts. In 2013 bedroeg de tevredenheid 55 procent, in 2016 is dat 50 procent bij regenweer en 47 procent ’s nachts.
De Vlaming is ook iets minder tevreden over de veiligheid op autosnelwegen. In 2013 was dat 68 procent, in 2016 is dat 62 procent.
Tot slot is de Vlaming ook een heel pak minder positief over de kwaliteit van het rijcomfort op de secundaire wegen. Daar zakt het percentage van 74 procent in 2013 naar nog slechts 52 procent in 2016. Voor de uitrusting van de gewestwegen moet nog een flinke tand bij worden gestoken.
Deze cijfers tonen dat de aandacht voor investeringen in de autosnelwegen door uzelf en uw voorganger, minister Crevits, lonen en dat de Vlaming een beter rijcomfort ervaart. Men oogst met andere woorden wat men zaait. Eenzelfde beweging zal echter ook moeten gebeuren op de secundaire wegen, maar dat hebt u eerder al aangekondigd. De VAB merkt verder op dat het rijcomfort ook gehinderd wordt door de vele verkeersplateaus, rijstrookversmallingen en asverschuivingen en niet enkel door de staat van het wegdek.
Vooral op het vlak van zichtbaarheid is er nog werk aan de winkel volgens de VAB. Enerzijds komt dit omdat er ’s nachts minder verlichting is op de autosnelwegen – een beslissing waar dit parlement kamerbreed achter stond –, anderzijds is de belijning soms minder zichtbaar, vooral bij regenweer en ’s nachts.
De toestand van de wegmarkeringen op autosnelwegen wordt gecontroleerd met behulp van steekproeven en is al onderwerp geweest van een eerdere discussie in deze commissie. Daaruit bleek dat de situatie verbeterd was. Volgens de VAB-mobiliteitsbarometer blijft de zichtbaarheid van de wegmarkeringen onder de verwachtingen van de automobilisten en zorgt dit voor een verhoogd onveiligheidsgevoel.
Minister, wat het doven van de verlichting langs autosnelwegen betreft, vraagt de VAB zich af of de besparing die men realiseert – 1,2 miljoen euro – opweegt tegen het effect op de veiligheid ’s nachts. Werd dit al onderzocht, en wat zijn dan de resultaten van dat eventuele onderzoek?
Wat de belijning betreft, stelt de VAB dat we kunnen leren van Nederland, waar men een betere drainage heeft op het wegdek, waardoor de belijning bij regenweer beter zichtbaar blijft. Waarom slagen we in Vlaanderen er niet in om te zorgen voor blijvende belijning die te allen tijde zichtbaar is? Kunnen deze oorzaken aangepakt worden op korte termijn? We hebben daarover gesproken toen we het hadden over de staat van de wegen. Ik heb toen de vergelijking gemaakt met de staat van de wegen in Nederland. U had het over breed- of grofgekorreld tarmac.
U hebt een jaar geleden maatregelen aangekondigd voor een betere en zichtbare belijning, dit onder andere door te focussen op resultaat bij onderhoudscontracten die het Agentschap Wegen en Verkeer aangaat. Bent u tevreden met de vooruitgang of is er nog bijsturing nodig?
Minister Weyts heeft het woord.
De lichten op de autosnelwegen zijn midden 2011 gedoofd. Mijn voorganger, minister Crevits, heeft daar zelf nog een evaluatie over gehouden en heeft daar op 13 januari 2014 een uitgebreide toelichting over gegeven. Op basis van de evaluatie werd duidelijk dat er geen significant effect werd waargenomen van het doven van de lichten op de autosnelwegen.
Sinds een aantal jaren hanteren we gestructureerde wegmarkeringen. Daardoor kunnen we de zichtbaarheid ’s nachts en vooral op een nat wegdek bevorderen. Het markeringsproduct wordt niet gelijkmatig aangebracht maar via een soort van spetterpatroon.
Dat heeft als concreet gevolg dat men met een niveauverschil zit. Bij nat of glad wegdek meandert het water langs die spetters of dots. De glasparels die bovenop het basisproduct liggen, blijven daardoor altijd zichtbaar, en reflecteren correct. Dat is het grote verschil tussen een gladde en een korrelige markering. Bij een gladde markering en nat wegdek is de weerkaatsing vooruit in plaats van terug naar de lichtbron. Bij een korrelstructuur en nat wegdek blijven de glasparels altijd boven het water uitsteken; ze zorgen dan voor een reflectie naar de lichtbron. Bij vlakke wegmarkeringen veroorzaakt de waterfilm een spiegelreflectie op het volledige natte wegoppervlak. De lichtstralen van de koplampen worden naar voren teruggekaatst in plaats van naar de lichtbron en zo wordt de markering de facto quasi onzichtbaar. De gestructureerde markeringen geven betere resultaten dan vlakke. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) gaat op die werkwijze absoluut door en gebruikt voortaan niets anders dan dat.
U vraagt of ik tevreden ben met de vooruitgang inzake de onderhoudscontracten en/of bijsturing. Er wordt inderdaad meer en meer overgeschakeld op een resultaatsverbintenis. Dat laat ons toe om in geval van niet-naleving op te treden. Dat wil zeggen dat we eisen stellen aan de effectieve zichtbaarheid van de wegmarkeringen, eerder dan op te leggen welke wegmarkeringen er precies gebruikt moeten worden. We laten daar enige vrijheid, maar we leggen de doelstellingen contractueel vast. Er wordt gefocust op resultaat. De wegmarkeringen moeten gedurende een bepaalde periode voldoen aan de reflectievereisten.
Ik verneem van AWV dat men ook in de toekomst wil blijven inzetten op resultaatsverbintenis voor alle onderhoudscontracten voor autosnelwegen. Dat levert eenvoudigweg betere resultaten op en beter controleerbare gegevens.
De heer Keulen heeft het woord.
U gaf eerst de technische antwoorden met betrekking tot de belijning. Ik vind dat goed, minister. Ieder van ons is ambtshalve een druk weggebruiker, we appreciëren die goede belijning en de correcte reflectie. Er is een procedé ontdekt dat ons vooruithelpt. De begeleiding van de weggebruiker wordt verbeterd via technische aanpassingen.
Ik vind het interessant dat u kiest voor het concept van de resultaatsverbintenis. Vanuit het oogpunt van overheidsmanagement, naar Mobiliteit en Openbare Werken en ook breder, is dat een zeer interessante piste. Steeds meer lokale besturen gaan steeds meer aanwerven op basis van profiel in plaats van diploma. Bij infrastructuurwerken staat het resultaat nu voorop. De potentiële leveranciers krijgen te horen wat ik verwacht als resultaat. Als zij met hun ervaring en kunde die ze in huis hebben als ondernemer en vooral in de sector waar we hier over spreken, dat resultaat kunnen leveren, is mij dat dierbaarder dan een aantal modaliteiten. Ik vind dat mentale flexibiliteit die de dienstverlening en verkeersveiligheid kan bevorderen. Ik vind dat goed en moedig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.