Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Minister, er beweegt wat bij steden en gemeenten als gevolg van een aantal nieuwe methodes die ervoor zorgen dat steden en gemeenten nadenken over hun toekomst door de beleids- en beheercyclus (BBC), de fusie, het samengaan van OCMW en gemeente enzovoort. Er beweegt allerlei.
Er groeit ook wat beleid op maat. Er is dan ook een kader nodig om de mensen een visie te geven waar het Vlaamse beleid naartoe wil. Er is nood aan een soort van aangepaste visie op korte en middellange termijn. Ik voel dat die wil er is.
Wat is de timing in de voorbereiding? Het mag noch te snel noch te traag gaan, het moet een beetje tussen microgolf en ijskast zijn. Welke stappen worden er gezet? Hoe dicht zit het OCMW bij de gemeenten?
Minister Homans heeft het woord.
Uw laatste vraag is een legitieme vraag. Een van de belangrijkste aspecten van het decreet Lokaal Bestuur is nu eenmaal de integratie van het OCMW in de gemeenten. Ik zal de stand van zaken nog eens schetsen.
Wat de integratie van het OCMW in de stad of gemeente betreft, is er een conceptnota goedgekeurd in januari 2015, dus ruim een jaar geleden. Er is ook een wijziging van de federale OCMW-wet nodig. U weet welke artikelen moeten worden aangepast.
De federale ministerraad heeft op 26 februari 2016 op voorstel van federaal minister Borsus een voorontwerp van wet goedgekeurd tot wijziging van de OCMW-wet. Dat wetsvoorstel is voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Het is de algemene vergadering van de Raad van State die het dossier momenteel behandelt. Het advies kan nog in de loop van deze maand worden verwacht. Hoe sneller, hoe liever natuurlijk, want ik word het wachten stilaan beu.
Afhankelijk van het advies van de Raad van State – we zijn afhankelijk van de federale wetswijziging – zullen we moeten nagaan in welk kader of in welke vorm die integratie van gemeenten en OCMW zal kunnen worden geregeld. Ik kan wel al zeggen, en dat heb ik ook gedaan tijdens vorige debatten en gesprekken over dit onderwerp, dat er sowieso een integratie komt. Hoever we daarin kunnen gaan, hangt af van onze federale collega’s en van het advies van de Raad van State. Misschien kan het door een aanpassing van de federale wet. Zo niet, zullen we binnen ons eigen legistiek kader een aantal zaken moeten doen.
We hebben geen dag meer te verliezen om duidelijkheid te verschaffen aan de lokale besturen. Er is een bevraging geweest van de burgemeesters door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Ook op de trefdag van de VVSG kwam als een van de belangrijkste bezorgdheden naar boven dat er eindelijk duidelijkheid moet komen. Ik zal niet nalaten om mijn federale collega’s op hun verantwoordelijkheid te wijzen: liever met het federale niveau, mijnheer Doomst, maar als het niet anders kan, dan zal het zonder zijn.
Zowel mijn kabinet als de administratie heeft niet stilgezeten wat het decreet Lokaal Bestuur betreft. De integratie van het OCMW maakt daar een groot deel van uit, maar het is niet het enige onderwerp. Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) is volop bezig met de voorbereidingen. We hebben ook een aantal opties voor het geval het op federaal vlak niet zou lukken, maar ik ga ervan uit dat dit wel zal lukken.
Ook andere werkzaamheden zijn onverwijld doorgegaan, zoals het werk in de paritaire commissie. We hebben daarnet een decreet besproken dat het resultaat is van het werk in deze commissie. Ik heb bij de toelichting gezegd dat het eigenlijk een voorafname was op het decreet Lokaal Bestuur. Daarnaast was er de evaluatie van het decreet intergemeentelijke samenwerking door ABB en de VVSG. Twee weken geleden is dat goedgekeurd in de plenaire vergadering.
Er is ook een apart forum met de VVSG en de andere stakeholders waar evaluatie en voorstellen tot bijsturing komen van de BBC, wat toch ook wel goed is voor de lokale besturen. Er is ook een schriftelijke bevraging gebeurd van de VVSG over bepaalde belangrijke wijzigingen aan het Gemeentedecreet, waaronder de wijziging over toezicht. Er was ook een bevraging van de VVSG over de grote strategische hoofdlijnen en de verwachtingen ten aanzien van het decreet Lokaal Bestuur, waarop de VVSG al een omvattend antwoord heeft geformuleerd.
Concreet hoop ik dat u ziet dat we niet stilgezeten hebben. Mijn geduld is wel behoorlijk opgeraakt, maar ondertussen werken we ook wel verder. Eerstdaags zullen aan mijn collega’s in de Vlaamse Regering een aantal conceptnota’s worden voorgelegd, bijvoorbeeld de conceptnota rond de vereenvoudiging van toezicht, ook de conceptnota over de aanpassing van de BBC. De conceptnota over de integratie van de OCMW’s in de gemeenten is al in 2015 goedgekeurd, met alle gevolgen van dien: we zijn nog steeds aan het wachten.
Mijnheer Doomst, ik deel uw bekommernis dat binnen afzienbare termijn en zeker onverwijld echt duidelijkheid gecreëerd moet worden ten aanzien van de lokale besturen.
De heer Doomst heeft het woord.
Het is dus duidelijk dat dit de achilleshiel is, dat we inderdaad moeten weten waar we met het OCMW naartoe moeten, omdat we er anders met het decreet Lokaal Bestuur niet uit geraken. We merken duidelijk dat er federaal een weg is, maar geen wil. Vlaanderen heeft een wil, maar zoekt de weg. Wat doen we nu in geval we in geen van beide sporen op weg geraken?
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik ben een beetje ontgoocheld over uw antwoord, omdat u het decreet Lokaal Bestuur opeens sterk verengt en de hoofdbrok zult wijden aan de integratie van de OCMW’s in de gemeenten. Ik heb hier, onder andere bij de bespreking van de beleidsnota en de beleidsbrief, nog gezegd dat we met de sp.a daarin een stuk ambitieuzer willen zijn, dat we willen nagaan hoe we de participatieve democratie kunnen versterken en meenemen in het decreet Lokaal Bestuur.
Inderdaad, de passage uit het regeerakkoord over de inkanteling van OCMW’s in de gemeenten is geen eenvoudige oefening. U zegt dat u deze maand nieuws verwacht van de Raad van State. Behoudt u dan de timing om nog dit voorjaar klaar te zijn met het decreet Lokaal Bestuur? U hebt bij de bespreking van de beleidsbrief al gezegd dat we in blessuretijd zitten wat de inkanteling van OCMW’s in de gemeenten betreft. Uiteraard komen we dan ook in blessuretijd wat het decreet Lokaal Bestuur betreft. Het laatste wat lokale besturen, zowel de OCMW’s als de gemeenten kunnen gebruiken, is kunst- en vliegwerk, collega Doomst. Dat kunnen we lokaal ongelooflijk missen als kiespijn. Vandaar mijn pleidooi, minister, om de lokale besturen voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden, zodat ze in de nieuwe bestuursperiode degelijk beleid kunnen voeren dat getuigt van goed bestuur. Wat ik tot nu toe merk, is absoluut geen goed bestuur, het lijkt meer op kunst- en vliegwerk in blessuretijd. Welke deadline stelt u zelf voorop?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Doomst, u sloot af met de woorden ‘wil’ en ‘weg’. Bij mijn collega’s in de Vlaamse Regering is er wel degelijk een wil en zeker ook een weg. Ondertussen beseffen we ook wel dat er bij de federale collega’s misschien wel een weg is, maar weinig wil, en dat we niet stilgezeten hebben. Ik wacht nu op het advies van de Raad van State, en dan zullen we wel zien. Dat betekent echter niet dat mijn kabinet en mijn administratie ondertussen niets gedaan hebben. U weet dat het gevaarlijk is vanuit de Vlaamse Regering uw vertrouwen volop in de Federale Regering te stellen. We wachten dus op het advies van de Raad van State, maar wanneer we het krijgen, moeten we niet van nul beginnen, we kunnen dan redelijk snel gaan. Ik deel absoluut de bekommernis dat we zo snel mogelijk duidelijkheid moeten geven aan de lokale besturen.
De heer Doomst heeft het woord.
Ik vind het heel belangrijk dat we vóór de zomer de beuk erin zetten, en desnoods vanuit Vlaanderen initiatief nemen, met de risico’s van dien, maar dat we toch het lot in eigen handen nemen en beweging krijgen in dit dossier. Anders denk ik dat men lokaal toch wel erg zenuwachtig zal worden.
Voorzitter, ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag. Minister, welke deadline stelt u voorop om …
Mijnheer De Loor, de minister antwoordt zoals zij wenst, en het staat u vrij een aanvullende vraag te stellen in een volgende commissievergadering.
Ik heb geen nieuwe deadline, ik ben toch duidelijk geweest!
De vraag om uitleg is afgehandeld.