Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Deze vraag en mijn volgende vloeien voort uit de rondetafelgesprekken die ik heb gevoerd met de schooldirecties.
We hebben het daarnet al over beweging en sportactiviteiten gehad. Aangezien er niet in elke stad of gemeente een zwembad is, moeten heel wat scholen uitwijken naar een andere stad of gemeente in de buurt. Dat is de afgelopen jaren nog toegenomen, want heel wat kleinere steden en gemeenten die in de jaren 70 een zwembad hebben gebouwd, beslissen nu om het voor renovatie te sluiten of het niet meer te renoveren en gewoon definitief te sluiten. Daardoor zijn er minder zwembaden en worden heel wat scholen dus geconfronteerd met overbevolkte zwembaden.
In veel scholen is er ook nog altijd een probleem met het busvervoer naar en van het zwembad. In een commissievergadering heb ik ook al aangehaald dat een verdere verplaatsing niet alleen knabbelt aan de lestijden, maar ook voor bijkomende kosten zorgt. Dat betekent een hap uit de maximumfactuur waarvoor geen compensatie bestaat. Opnieuw zijn het scholen van kleinere gemeenten die erdoor getroffen worden. De overheid bepaalt welke middelen ze aan scholen geeft en voor welke taken die middelen bestemd zijn. Door te werken met niet-gekleurde middelen krijgt de overheid de kans haar verantwoordelijkheid door te schuiven en haar handen in onschuld te wassen.
Wij zijn van oordeel dat het de taak is van de overheid dit probleem aan te pakken en vinden dat voor zwemlessen – we zijn wettelijk verplicht de eindtermen op dat punt te halen – gekleurde middelen en extra centen moeten worden uitgetrokken, zodat de scholen voldoende zwemlessen kunnen aanbieden en de eindtermen voor lichamelijke opvoeding kunnen halen.
Veel scholen denken dat elk leerjaar verschillende uren per week moet gaan zwemmen om de eindtermen te halen, maar dat is niet zo. Bepaalde klassen moeten dat doen om op het einde van het zesde leerjaar de eindtermen te halen.
Mijn voorstel is dat de overheid aan de scholen gekleurde middelen toekent en bepaalt voor hoeveel uren zwemmen die moeten worden gebruikt. En dat budget moet voldoende zijn om de eindtermen te kunnen halen.
Erkent u, minister, de hierboven geschetste problematiek van het ontbreken of de overbevolking van zwembaden en het behalen van de eindtermen?
Wat vindt u van mijn voorstel en bent u bereid het in overweging te nemen? Vooral ook omdat de scholen de eindtermen moeten halen, maar met al te veel problemen worden geconfronteerd. Als de overheid niet helpt, neemt ze eigenlijk haar verantwoordelijkheid niet.
Minister Crevits heeft het woord.
Sinds het schooljaar 2000-2001 heeft elk kind in het lager onderwijs recht op een jaar lang gratis schoolzwemmen om de eindtermen te kunnen halen. Voor scholen die verder verwijderd liggen van een zwembad, is het logistiek uiteraard niet eenvoudig om dat te organiseren. Voor het schoolzwemmen is meer zwemwater van groot belang. Door meer zwembaden te bouwen zorgen we ervoor dat de afstand tussen school en zwembad een beetje verkleint.
De Vlaamse Regering heeft prioritair aandacht voor de zwembadproblematiek. Daarom ook heeft collega Muyters in december 2015 voor de renovatie en de nieuwbouw van zwembaden 10 miljoen euro toegekend. Ook dit voorjaar is er een oproep gedaan voor nog eens 10 miljoen euro subsidiëring. Samen met collega Muyters werk ik ook aan een project om extra te investeren in schoolsportinfrastructuur en het multifunctionele gebruik ervan.
Het gaat hier om een unieke samenwerking tussen de beleidsdomeinen Onderwijs en Sport, in samenwerking met de onderwijsnetten. De oproep met een budget van ongeveer 2,4 miljoen euro voor Onderwijs en Sport samen komt nog dit voorjaar op de tafel van de Vlaamse Regering.
Zoals net al aangegeven, moet het schoolbestuur voor elke leerling van het lager onderwijs gedurende één schooljaar de kosten voor het vervoer naar en van het zwembad en de kosten van de toegangsprijs tot het zwembad dragen. Toen dat werd ingevoerd, hebben mijn voorgangers de werkingsmiddelen opgetrokken. Het klopt wel dat scholen de autonomie hebben om de toegekende werkingsmiddelen doelgericht en efficiënt in te zetten. Er is geen gekleurd deel voor schoolzwemmen, maar er is ooit wel extra geld voor uitgetrokken.
Voor mij is het heel moeilijk om nu extra geld voor schoolzwemmen uit te trekken. Wel hebben we samen met de onderwijskoepels zeer actief gezocht naar goedkoper vervoer naar en van het zwembad. Zo werd er bij het begin van de legislatuur op mijn kabinet overlegd met de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemingen om de kostprijs van het vervoer zwaar te drukken. De suggesties die daaruit voortkwamen, zijn zeker bruikbaar in de lastenboeken als nieuwe busritten worden aanbesteed. Zo kan er bijvoorbeeld in het lastenboek worden opgenomen dat er het eerste en laatste lesuur niet wordt gezwommen, aangezien er op dat moment minder bussen beschikbaar zijn. Zwemlessen moeten dus een beetje goed worden ingepland en niet op ogenblikken dat de bussen nodig zijn voor het vervoer van en naar de school. Daarnaast wordt er ook gevraagd om bij het aanvragen van offertes te werken met scholengroepen in de plaats van met individuele scholen.
Ik stel ook vast – en juich dat zeer sterk toe – dat steeds meer scholen de fiets kiezen voor het vervoer van en naar het zwembad, maar daarmee zijn we er nog niet, en ik deel uw bezorgdheid, mijnheer Vandenberghe. Ik heb echter niet zomaar een buideltje met extra middelen te geef en vergeet ook niet dat toen we beslisten dat scholen een jaar lang gratis zwemlessen moesten geven, we ook de werkingsmiddelen hebben verhoogd. Ik sta uiteraard open voor alle constructieve suggesties en initiatieven om de infrastructuur en het vervoer te verbeteren.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Dat er een jaar schoolzwemmen moet worden georganiseerd, is inderdaad een stap in de goede richting, maar de problemen blijven natuurlijk. De scholen moeten de eindtermen halen, en ik stel vast dat heel veel scholen daarmee in de praktijk worstelen, dat ze er niet altijd geraken en dat het moeilijk is zwemlessen te organiseren. De inspectie controleert echter wel of de eindtermen op het einde van het zesde leerjaar zijn bereikt en houdt geen rekening met de problemen van vervoer en lange afstanden die moeten worden afgelegd. Dat kan trouwens ook niet altijd met de fiets.
Dat er geen extra middelen kunnen worden uitgetrokken, had ik als antwoord ook wel verwacht, maar het zou wel eens nuttig zijn dat de inspectie duidelijk communiceert. Scholen weten vaak niet precies wat er moet gebeuren om de eindtermen te halen. Ze zouden dat moeten weten, maar veel scholen denken vandaag nog altijd dat ze met alle zes de leerjaren moeten gaan zwemmen, één keer per week, per twee weken of per maand. Eigenlijk hoeft dat niet. Het kan met een paar klassen per jaar. Misschien kan de inspectie die informatie duidelijk aan de scholen doorgeven en hen zo ondersteunen. Nieuwe zwembaden zullen er ook niet van vandaag op morgen komen en het zal altijd een probleem blijven.
U wijst er inderdaad op dat het belangrijk is dat de scholen de eindtermen kennen, mijnheer Vandenberghe, en blijkbaar is dat niet altijd het geval.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik heb een korte vraag, echt uit interesse. Het Gemeenschapsonderwijs heeft eigen bussen. Ik merk dat die soms op de speelplaats geparkeerd staan, terwijl de vrije school of de gemeenteschool drie straten verder op zoek moet naar een bus om naar het zwembad te rijden. Ik weet niet of de overheid dat per se moet regelen, maar is er geen manier te bedenken om die bus breder in te zetten, uiteraard tegen betaling, om de vervoersproblemen op te lossen? Het is een open vraag, ik ken het antwoord niet, maar misschien een punt dat we kunnen meenemen.
Ik moet dat eens bekijken. Daar kan ik nu niet op antwoorden.
Ik weet vanuit de praktijk dat dit zeer moeilijk is. De vraag is in het verleden al meermaals gesteld, en het antwoord was steevast negatief. Blijkbaar is dat niet vanzelfsprekend.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
De vraag is goed, maar het is moeilijk te realiseren. Die bussen worden ook opgevorderd om schoolreizen en andere uitstappen mogelijk te maken. Het is al erg moeilijk om alles binnen één scholengroep te organiseren, laat staan om dat netoverschrijdend aan te pakken. Dit zal altijd een discussiepunt blijven. Maar uw antwoord volstaat voor mij, minister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.