Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Onlangs publiceerde het Rekenhof een rapport waaruit blijkt dat belastingaangiftes van erfenissen nauwelijks worden gecontroleerd. Slechts in één op de 2000 overlijdens gaat de belastingdienst dieper in op de zaak. In 2014 werden 111.000 aangiftes gedaan. Slechts 58 daarvan werden onderzocht op onregelmatigheden. Mogelijk is Vlaanderen zo heel wat inkomsten misgelopen.
In het verleden werden de belastingen geïnd door de federale diensten. Sinds 1 januari 2015 is Vlaanderen echter volledig bevoegd voor de erfbelasting, en dus ook voor de inning ervan. Voor ons vormt dit een goede gelegenheid om niet alleen de erfbelasting aan te pakken, maar eveneens om vanuit Vlaanderen de controle op de aangiftes aan te scherpen.
Minister, welke maatregelen zult u nemen om de aangifte van erfenissen beter te controleren? Wat zijn de mogelijkheden en drempels?
Minister Tommelein heeft het woord.
De erfbelasting wordt in principe berekend op zicht van de aangifte van nalatenschap die bij de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) moet worden ingediend. Dat betekent dat de berekening is gebaseerd op de door de aangevers opgesomde en geraamde activa en passiva. VLABEL verzorgt de berekening binnen een termijn van veertien dagen na de indiening van de aangifte of na het einde van de indieningstermijn.
Een eerste onmiddellijke controle is voorlopig beperkt tot het nazicht van de inhoudelijke en de vormelijke vereisten van een aangifte. Ten eerste: werd deze tijdig ingediend? Ten tweede: werden alle nodige gegevens in de aangifte vermeld, zoals bijvoorbeeld identiteit, laatste woonplaats van de overledene, de devolutie van de nalatenschap en de identiteit van de erfopvolgers, actief en passief van de nalatenschap? Ten laatste: draagt de aangifte alle vereiste handtekeningen?
Dan volgt een tweede controle ten gronde, nadat de eerste controle voorbij is. In de loop van de daaropvolgende weken en maanden volgt dan een grondiger inhoudelijk nazicht van de aangifte. Deze controle wordt uitgevoerd aan de hand van de gegevens die de Vlaamse Belastingdienst uit verschillende bronnen kan ophalen. Zo wordt reeds gecontroleerd of niet verzuimd werd activa aan te geven. Dat kan blijken na raadpleging van de federale gegevens over het onroerend bezit of na vergelijking met de gegevens die door de banken en verzekeringsmaatschappijen worden bezorgd in verband met de financiële activa op naam van een overledene. Ook de devolutie, dus de afkomst, wordt geverifieerd aan de hand van informatie over huwelijkscontracten, testamenten en giften tussen echtgenoten. Er wordt ook nagegaan of er aanleiding bestaat tot toepassing van de zogenaamde fictiebepalingen, zoals bijvoorbeeld bij levensverzekeringen of niet-geregistreerde schenkingen binnen drie jaar voor het overlijden. Ook wordt de door de aangevers opgegeven venale of verkoopwaarde nagekeken. Een selectie wordt gemaakt van de dossiers, waar deze meer in detail worden onderzocht en desgevallend wordt een tekortschatting vastgesteld. VLABEL beschikt over een team van experts die dit nazicht uitvoeren. Het is de bedoeling dat deze tweede grondige controle voor iedere aangifte systematisch wordt uitgevoerd. Het is dus hoegenaamd geen uitzonderlijk nazicht. Zo veel mogelijk wordt deze grondige controle afgewerkt binnen een termijn van tien maanden na het overlijden. Deze controles werden pas sedert dit jaar aangevat. Dit was gepland en wordt ook zo uitgevoerd.
Over de toegangen tot de gegevensbanken, zoals de vergelijkingspunten en de roerende activa, moet wel nog worden overlegd met de Federale Patrimoniumdocumentatie. Deze grondige controles worden nu dus volop uitgevoerd.
Wat als de erfgenamen geen aangifte indienen? Wanneer de Vlaamse Belastingdienst vaststelt dat de nalatenschap belastbare activa bevat en de erfgenamen toch nalaten een aangifte in te dienen, kan deze dienst overgaan tot de ambtshalve berekening. VLABEL zal van deze mogelijkheid gebruik maken wanneer tien maanden zijn verstreken sedert het overlijden en er nog steeds geen aangifte werd ingediend. De verkoopwaarde van het belastbaar actief zal dan door VLABEL zelf worden geraamd en de erfbelasting wordt op deze waarde berekend.
Er komt ook een bijkomende doorgedreven controle. Dus voor de meeste aangiften zal een normale, tweede controleronde bestaan, maar voor sommige nalatenschappen en aangiften kan de administratie ook bijkomende middelen inzetten. Zo kan de Vlaamse Belastingdienst een bankonderzoek opstarten. Dit laat banken en andere derden toe alle nodige inlichtingen op te vragen. Dat is geen standaardprocedure. Het is de bedoeling dit instrument, dat zowel voor de bevraagde derde als voor de Vlaamse Belastingdienst zelf een aanzienlijke werklast genereert, enkel in te zetten wanneer daartoe een aanleiding bestaat. We zullen dit instrument dus doelgericht en doeltreffend inzetten.
Zoals gesuggereerd door het Rekenhof, zal VLABEL criteria en methodes ontwikkelen om een selectie te maken van de nalatenschappen waarvoor dan ook dergelijk onderzoek is aangewezen. We kennen vanuit de bankensector de knipperlichtensituatie waarbij knipperlichten opduiken wanneer een dergelijk onderzoek aangewezen is.
Samenvattend zal VLABEL iedere ingediende aangifte na een eerste de visu controle onderwerpen aan een tweede, grondige controle. Voor sommige nalatenschappen zal een derde, meer doorgedreven onderzoek nodig zijn. Om deze controles efficiënt te kunnen uitvoeren heeft VLABEL, in samenspraak met de Federale Patrimoniumdocumentatie, al diverse instrumenten uitgewerkt. Eerder is in deze commissie al gesproken over Consult-Immo voor het nazicht van onroerend actief, de webservice van de vergelijkingspunten en het samenwerkingsprotocol met de Definitief Belaste Inkomsten (DBI), die ondertussen is ondertekend. Dat zijn stuk voor stuk instrumenten gericht op een efficiënte gegevensuitwisseling, onontbeerlijk voor een deugdelijk en betrouwbaar controlebeleid.
Dank u wel, minister, voor uw heel duidelijk antwoord. Ik begrijp daaruit dat nu Vlaanderen ook volledig bevoegd is voor de inning, ook werk wordt gemaakt van een goed controlesysteem, en dat moet natuurlijk het sluitstuk zijn. Samen zorgen voor een rechtvaardig systeem van belasting is één zaak, maar nadien ook voor de inning en de controle, dat vormt inderdaad het sluitstuk.
U zegt dat VLABEL werk maakt van een systeem, dat er nog nood is aan gegevensuitwisseling, dat er verder ook nog een systeem van knipperlichten moet worden ontwikkeld om na te gaan wanneer die tweede controle moet worden uitgevoerd omdat een aantal elementen nog vragen doen rijzen. Ik ben tevreden dat VLABEL er de voorbije periode al werk van heeft gemaakt. Uw antwoorden geven mee aanleiding tot verdere vragen, want ik neem aan dat er verdere implementatie zal komen. We zullen dat in deze commissie ongetwijfeld verder opvolgen.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben gedeeltelijk tevreden met uw antwoord, want we moeten vandaag de lat een beetje hoger leggen.
Ik ben wel iets gelukkiger dan enige maanden geleden. Ik verwijs naar het verslag van deze commissie van 26 januari 2016. Dat was een commissievergadering waarop David Van Herreweghe aanwezig was. Hij heeft toen uitgelegd dat de controles op dat ogenblik zouden worden aangevat, zonder dat hij zich wilde vastpinnen op een bepaalde termijn. De inning van de belastingen is zeker een voordeel voor een rechtvaardig systeem, maar is ook heel belangrijk om de Vlaamse financiën gezond te houden.
26 januari 2016 is geen toevallig gekozen datum. U weet dat de gelden die binnenkwamen tot en met 15 maart 2016 nog telden bij de inkomsten van 2015. Op dat ogenblik was het nog redelijk onduidelijk.
De tweede commissievergadering waarnaar ik wil verwijzen, is die van 19 april, drie weken geleden, toen mevrouw Turtelboom nog op uw stoel zat. Zij heeft toen een antwoord gegeven waarbij zij geen enkele indicatie wilde geven over timing, over procedure, maar ook niet over aantallen. Op dat ogenblik was er sprake van 1300 brieven die uitgegaan waren om de registratierechten te controleren. Ik heb haar toen gevraagd naar het aantal controles die uitgingen over de erfbelasting. Zij sprak met geen woord over aantallen of bedragen, maar ook niet over timing. Zij zei toen: “Voor de erfbelasting is VLABEL gestart met controles op de ingediende aangiftes.” Ze zei echter niet in welke aantallen. Minister, hoe zit het met die aantallen? Hoe zit het met de bedragen die u verwacht te kunnen innen naar aanleiding van die controles?
Toen moest men nog beginnen, in 2016, voor aangiftes die binnenkwamen vanaf 1 januari 2015. Mijn vraag was dan: hoe groot zijn de controles op die aangiftes? Zij zei daarop: “Voor de controles in de erfbelasting beschikt VLABEL binnenkort over een aantal mogelijkheden zoals informatie over de huwelijkscontracten, testamenten, de giften tussen echtgenoten en roerende bezittingen.” U hebt er daarnet naar verwezen. Op 19 april zei ze “binnenkort”. Verder zei ze: “Met de FOD Financiën en met het notariaat wordt bovendien samengewerkt om onder meer attesten en akten over erfopvolging uit te wisselen.” Ze sprak echter niet over timing.
Ik wil vanzelfsprekend niet meteen vandaag beginnen met moeilijke vragen te stellen zonder dat u de mogelijkheid hebt om erover te overleggen. De minister zei: “Binnenkort beschikken we over die mogelijkheden.” Dat was toen echter alweer drie maanden na de eerste commissievergadering die over die controles ging. Mijn vraag is dus: wanneer is dat, ‘binnenkort’? Is dat al rond? Wat is de stand van zaken?
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, de doelstelling is een deugdelijk en betrouwbaar controlebeleid. Dat moet het sluitstuk zijn van een rechtvaardige fiscaliteit.
Ik sluit mij aan bij de vragen die gesteld zijn door de vorige sprekers. We hebben er inderdaad al een aantal keer discussie over gevoerd. Ik hoor nu ook dat de minister zegt dat de tweede controle ten gronde later zal gebeuren. Het doel is dat het systematisch en voor iedere aangifte zal gebeuren. Zal dat dan gebeuren voor elke aangifte die komt? Of zal het ook gebeuren voor de aangiftes die het afgelopen anderhalf jaar zijn gedaan binnen VLABEL? Daarover krijgen we effectief geen of nauwelijks gegevens.
Hetzelfde geldt voor het overleg dat loopt met de FOD Financiën, onder meer patrimoniumdocumentatie. We horen nu al meer dan een jaar dat het overleg bezig is en dat de resultaten zouden moeten komen. De concretisering van die resultaten laat echter wat op zich wachten.
Ik heb nog een vraag met betrekking tot de derde intensere controle. U zegt dat er, indien er aanleiding toe bestaat, een knipperlichtprocedure zou worden opgestart. Minister, zijn er al knipperlichten ontwikkeld voor die derde controle? Zal die enkel gelden voor toekomstige aangiften, of ook voor de aangiften vanaf het moment dat VLABEL de bevoegdheid effectief heeft overgenomen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, u bent allemaal zeer driftig en enthousiast om instant resultaten te krijgen. (Opmerkingen)
U verwacht dat een nieuw instrument, dat een bevoegdheid die recent is overgedragen, al onmiddellijk leidt tot een volledig nieuwe operationele administratie. Dat lijkt me een beetje optimistisch. Ik denk dat de indicaties en de voortgang die wordt gerapporteerd door de vorige minister en de huidige minister van Begroting en Financiën voldoende scherp zijn.
Het samenwerkingsprotocol dat werd ondertekend door VLABEL en de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) zal ongetwijfeld zeer snel tot resultaten leiden. Je kunt moeilijk verwachten dat de minister dag na dag een soort live monitoring van de voortgang van elke medewerker van VLABEL op zijn bureau of computer heeft staan. Wat de minister heeft gezegd, is pertinent. De heer Lantmeeters heeft de vragen die vandaag zijn gesteld ook vorige maand al gesteld. Hij was toen ook al zeer driftig. Laat ons niet vergeten dat het over cijfers van 2014 gaat, die toen nog in handen waren van de federale overheid. Er is in de commissie al vaker gesproken over de moeilijke informatieoverdracht met de federale overheid. Ook dat probleem is geremedieerd. Er is een eigen controlemogelijkheid geïnstalleerd door VLABEL. Die treedt nu in werking. Ik heb er alle vertrouwen in dat de minister het werk zal voortzetten om tot een eerlijke fiscaliteit te komen. Het is evident dat ook voor mijn fractie een correcte en eerlijke fiscaliteit en een sterke fraudeaanpak alleen maar dienstig kan zijn en een verdere lastenverlaging kan betekenen voor diegenen die wel hun belastingen betalen.
Zijn er nog collega’s die driftig willen aansluiten?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Lantmeeters, ik zal even moeten nakijken wat er is gebeurd in de periode dat ik even weg was, toen ik even was gedetacheerd naar het federale niveau met een A1-formulier. U zult het mij ongetwijfeld niet kwalijk nemen dat ik niet met cijfers en aantallen begin te goochelen. Zo zit ik trouwens niet in elkaar.
U hebt wellicht zelf gezien of gelezen dat ik het akkoord met de federale overheid en de samenwerking met de BBI dit weekend wel degelijk heb ondertekend. Minister Van Overtveldt en ikzelf hebben de vaste wil om daarin volop samen te werken. Ik had een afspraak met minister Van Overtveldt over de samenwerking tussen sociale en fiscale fraudebestrijding. Ik heb die afspraak jammer genoeg moeten afzeggen. Ik heb echter onmiddellijk een nieuwe afspraak gemaakt om te kijken op welke manier we de fiscale fraude tussen het federale en het Vlaamse niveau optimaal kunnen aanpakken.
Er zijn een aantal nieuwe elementen sinds de vergaderingen die u vernoemde. Ik heb die ook aangehaald in mijn antwoord. Er is de webservice, die nog maar een goede maand operationeel is. Er zijn de vergelijkingspunten en er is het akkoord met de BBI.
Er zijn nog een aantal problemen, zoals het opvragen van die eigendomstitels. Uiteraard hebben we een aantal knipperlichten die nogal evident zijn. Als een paar zaken overduidelijk niet correct zijn of te laat zijn of helemaal niet stroken met de realiteit, dan beginnen die knipperlichten te branden. Het moet verder worden verfijnd en uitgewerkt. Ik ben ervan overtuigd dat we in de komende periode resultaten zullen boeken. Ik stel voor dat u mij wat vragen stelt, schriftelijk of mondeling, zodat we gaandeweg kunnen zien dat het wel degelijk wordt opgebouwd.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, we zullen zeker ingaan op die laatste suggestie.
Het zal wellicht vanuit verschillende kanten van deze commissie gebeuren. Zoals door meerdere collega’s is gezegd, is een goede controle en inning het sluitstuk van een rechtvaardige fiscaliteit. Natuurlijk moeten mensen weten dat er correct wordt gecontroleerd. Denken dat er niet wordt gecontroleerd, is bijna een oproep om het niet correct te doen.
Het vraagt opvolging, ook in verband met de termijnen waarover u het hebt. U zegt dat men de controle binnen de tien maanden probeert te doen. Als het gaat over elke aangifte – wat wij een goede doelstelling vinden – zullen die termijnen op een goede manier worden bewaakt. Ook dat verwachten mensen, dat ze binnen redelijke termijnen antwoorden, aanslagen of controles krijgen. We volgen het zeker op.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bertels, ik heb uw vraag niet beantwoord. We hebben natuurlijk de bedoeling om alles te doen, ook die uit het verleden. We zijn die achterstand aan het inhalen. Het streefdoel is dat alle aangiftes gecontroleerd zijn binnen tien maanden na het overlijden. We geven de achterstand toe, maar we halen hem in en de dossiers uit het verleden worden opgepakt. Binnenkort zullen alle aangiften binnen de tien maanden gecontroleerd zijn, toch in twee fasen. Een derde fase is een uitzonderlijke bijkomende fase.
De vraag om uitleg is afgehandeld.