Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de opmerkingen van de Privacycommissie bij de toekomstige handhaving van lage-emissiezones (LEZ)
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Eind vorig jaar werd het decreet omtrent de lage-emissiezones zo goed als unaniem goedgekeurd door het Vlaams Parlement. De stad Antwerpen was al langer voorstander en werd geselecteerd als pilootstad om een lage-emissiezone (LEZ) in te voeren.
De doelstelling was om op 1 februari 2017 een lage-emissiezone in werking te laten treden, maar de Privacycommissie maakt zich zorgen over de software die de stad gebruikt om de auto’s uit de stad te bannen.
Met camera’s die opgehangen worden om nummerplaten te herkennen, is niets mis. Het gaat echter om de informatie die in de databank wordt bijgehouden. Antwerpen kiest om de gegevens bij te houden van de propere wagens, een zogezegde witte lijst, in plaats van de vervuilende wagens. Volgens de Privacycommissie is het veel logischer om een zwarte lijst op te stellen. Deze lijst zou amper 10 procent van de wagens bevatten en veel kleiner zijn dan de overgrote meerderheid van de wagens die wel toegelaten zijn. De overheid houdt volgens hen veel meer gegevens bij dan noodzakelijk.
Graag had ik hieromtrent enkele vragen gesteld. Ingevolge de opmerkingen van de Privacycommissie zal de invoering van de lage-emissiezone in de stad Antwerpen vertraging oplopen. Hoe schat u de timing in, minister? Hoe zal het dossier evolueren?
Volgens de Privacycommissie is het veel logischer om de gegevens te baseren op de zwarte lijst. Is dit noodzakelijk om de privacy te garanderen?
Welke principes worden hieromtrent gevolgd in het buitenland? Hoe wordt daar gewerkt?
De heer Van Campenhout heeft het woord.
Vanaf 1 maart 2016 kunnen gemeenten in Vlaanderen lage-emissiezones vastleggen. Antwerpen is hier een pionier.
De Vlaamse Regering heeft gekozen om gebruik te maken van nummerplaatcontrole om te verifiëren of voertuigen de LEZ mogen binnenrijden. Om efficiënt gebruik te maken van ANPR-technologie (Automatic Numberplate Recognition), zal de Vlaamse overheid een nieuwe Vlaamse databank oprichten die gevoed zal worden met informatie vanuit de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen (DIV) en overige bestaande databanken.
Deze informatie zal volstaan om de meeste voertuigen te registreren en zo de administratieve overlast voor de bestuurders tot een minimum te beperken. Enkel in uitzonderlijke gevallen moet er nog een aparte registratie bij een gemeente met LEZ gebeuren. De lokale overheid zal dan de data ter beschikking stellen van een Vlaamse centrale databank, zodat deze info beschikbaar is voor alle gemeenten met een lage-emissiezone.
De ANPR-technologie zal de geregistreerde nummerplaten vergelijken met witte lijsten. Indien er geen match wordt gevonden, zal een overtreding worden vastgesteld. Er werd geopteerd voor deze manier van werken omwille van de effectiviteit en het meer eerlijke principe van ‘de vervuiler betaalt’.
Naar aanleiding van de invoering van een LEZ in Antwerpen op 1 februari 2017, konden we onlangs vernemen dat de Privacycommissie toch de nodige bezwaren aantekende tegen een dergelijke manier van werken. Zij stellen voor te werken op basis van een zwarte lijst, waardoor enkel een lijst van voertuigen moet worden vrijgegeven die niet toegelaten zijn tot de LEZ. Dit voorstel heeft diverse technische implicaties, waardoor niet alleen de startdatum van de lage-emissiezone vertraagd zal worden, maar ook bijkomende kosten worden veroorzaakt.
In dat kader heb ik volgende vragen aan de minister. Welke gevolgen hebben de bezwaren van de Privacycommissie voor de uitbouw van een Vlaamse databank en het aanleveren van witte lijsten door de Vlaamse overheid? Heeft de minister reeds overleg gehad met de federale staatssecretaris voor Privacy om ervoor te zorgen dat de invoering van de LEZ in Antwerpen geen vertraging oploopt?
Nederland heeft reeds de nodige data doorgestuurd voor de opmaak van witte lijsten voor Nederlandse voertuigen, die Antwerpen gelukkig geregeld frequenteren. Hun privacywetgeving is gebaseerd op dezelfde Europese richtlijnen als de Belgische wetgeving.
Wat zijn op dit moment de belangrijkste bezwaren van de Privacycommissie? Wat is de motivatie van het Nederlandse College Bescherming Personengegevens (CBP) om deze data wel beschikbaar te stellen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik ben grote voorstander van lage-emissiezones. We hebben er dan ook alles aan gedaan om daarvoor een uitstekend kader uit te werken. Er werd veelvuldig overlegd gepleegd en het kader werd snel goedgekeurd.
Het sectoraal comité van de federale overheid heeft op 7 april de machtigingsaanvraag die samen met de stad Antwerpen werd opgesteld, negatief geadviseerd. Op 19 april werden mijn diensten op de hoogte gebracht van de beraadslaging van het comité. De machtigingsaanvraag werd geweigerd.
In zijn beraadslaging heeft het Comité A verklaard dat de verwerking van de gegevens conform het proportionaliteitsbeginsel moet gebeuren en dat de verwerkte gegevens heel nauwkeurig moeten zijn. Het comité is van oordeel dat het ingediende projectvoorstel deze principes schendt.
Het belangrijkste bezwaar is dat wordt gewerkt met de ‘white list’, terwijl het technisch mogelijk is te werken met een ‘black list’. Het comité is van oordeel dat het proportionaliteitsbeginsel wordt geschonden, omdat het mogelijk is om met minder gegevens hetzelfde doel te bereiken.
Ook de vaststelling dat de stad Antwerpen gedurende zes maanden systematisch een kopie wil bewaren van die ‘white list’, terwijl die informatie op elk ogenblik opnieuw kan worden opgevraagd, acht het comité niet in verhouding.
Het comité stelt ook vragen bij de nood aan de jaarlijkse kwaliteitscheck die wordt vooropgesteld om te controleren of alle gegevens in die databank nog steeds in overeenstemming zijn met de gegevens van de DIV-databank.
Onze diensten hebben contact opgenomen met het secretariaat van het comité. Tegen 4 mei zal een aangepast projectvoorstel worden ingediend, waarbij maximaal wordt tegemoetgekomen aan de bezwaren van het comité. Het comité zal dit op 12 mei opnieuw behandelen. Als het aangepaste projectvoorstel de goedkeuring kan wegdragen, zal er een nieuwe machtigingsaanvraag worden ingediend. Ten vroegste eind juni zal duidelijk worden of beide daarmee akkoord kunnen gaan. Uiteraard heeft dat gevolgen voor de timing. De gunningsprocedure die liep over de ontwikkeling van de databank, is stopgezet. Het bestek zal dus worden aangepast. Wij denken dat er mogelijk drie tot vier maanden vertraging zal zijn.
Er is contact genomen met de staatssecretaris voor het privacybeleid – dat was collega Tommelein, maar dat is gebeurd net voor de wissel, dus dat is niet echt kunnen doorgaan. De Privacycommissie is natuurlijk wel een onafhankelijk orgaan, waar ook niet echt in kan worden tussengekomen. Die boodschap hebben wij wel gekregen van de bevoegde staatssecretaris. De staatssecretaris, collega Tommelein, ging die adviezen ook wel laten bekijken door het kabinet. Ik heb dat ook in de pers gelezen. Ik veronderstel dat zijn opvolger dat ook wel zal doen. We willen gerust opnieuw contact opnemen, maar met de wissel was dat niet zo evident.
De lage-emissiezonedatabank zal geen identiteitsgegevens van de eigenaar bevatten. De lage-emissiezonedatabank bevat alleen nummerplaten en technische gegevens van de voertuigen die verbonden zijn aan de nummerplaten. De koppeling met andere databanken gebeurt slechts op het ogenblik van de beboeting. Het rijksregisternummer of het nummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO-nummer) van de overtreder wordt dan door de stad Antwerpen rechtstreeks bij de DIV opgevraagd. Met die gegevens kan de stad vervolgens de naam- en adresgegevens van de overtreder opvragen bij het Rijksregister en de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Voor wat de te volgen procedures betreft, wordt, in vergelijking met het buitenland, alleen in België de nummerplaat als persoonsgegeven omschreven en is er toestemming nodig van het gebruik daarvan in het kader van de privacywetgeving. In België is de nummerplaat gekoppeld aan de titularis van het voertuig. In alle andere Europese landen blijft de nummerplaat gekoppeld aan het voertuig en wordt die informatie dan ook niet als een persoonsgegeven beschouwd. Dat is dus een verschil. Dit heeft als gevolg dat bijvoorbeeld in Nederland de voertuiggegevens die bij een bepaalde nummerplaat horen, zelfs via een open databank kunnen worden geraadpleegd, zonder tussenkomst van het Nederlandse college bescherming van persoonsgegevens, terwijl de uitwisseling van nummerplaatgegevens bij ons wel onder de toepassing van de privacywetgeving valt. Dat is dus een heel ander systeem. U ziet dat we heel snel actie hebben ondernomen, dat we contact hebben genomen met de Privacycommissie om te kijken hoe we dat snel kunnen remediëren.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Ik heb begrepen dat het projectvoorstel niet werd goedgekeurd door het sectorale comité en dat er de komende weken een aangepast voorstel zal worden ingediend. Dat dient dan op zijn beurt te worden behandeld door het comité. U hebt in uw antwoord duidelijk gemaakt dat we een antwoord mogen verwachten van het sectoraal comité tegen eind juni. Nog even wachten dus.
Ik wou vanuit onze fractie ook nog eens benadrukken dat wij u gesteund hebben in het decreet Lage-emissiezones, want met heel veel collega’s in het parlement zijn we er nog altijd van overtuigd dat de invoering van die lage-emissiezones een goede zaak is om de luchtkwaliteit aan te pakken in de stad. Het is ook een goede zaak voor het klimaat. Het is dan ook jammer dat door de beslissing het dossier voor de stad Antwerpen zal opschuiven. U spreekt over een vermoedelijke vertraging van drie tot vier maanden. De stad Antwerpen wou de lage-emissiezone invoeren op 1 februari 2017. Dat zal dan waarschijnlijk de zomer van 2017 worden.
Ik had nog een bijkomende vraag. We weten allemaal dat de stad Antwerpen de eerste stad is die heel concreet werk maakt van zo’n lage-emissiezone. Ik wou gewoon eens polsen of u weet hebt van andere steden of gemeenten die eraan denken een lage-emissiezone in te voeren.
De heer Van Campenhout heeft het woord.
In Antwerpen zijn wij echt vragende partij voor de invoering van die lage-emissiezone. Ik zou willen vragen dat het mogelijke tijdverlies absoluut wordt beperkt. Iedereen is er nu klaar voor in Antwerpen. De zwarte lijst, witte lijst, … persoonlijk vind ik dat er weinig technische argumenten of privacyargumenten zijn om daar een verschil te maken. Maar goed, de Privacycommissie is onafhankelijk, dus we zullen dat moeten respecteren.
U hebt het verschil met Nederland uitgelegd, waar de nummerplaat aan het voertuig is gekoppeld. Dat kan ik begrijpen, want we hebben effectief al de gegevens van de Nederlandse voertuigen. Net als collega Taeldeman heb ik de vraag of de bezwaren van de Privacycommissie nu generiek zijn weerlegd als de lage-emissiezone in Antwerpen kan worden ingevoerd. Hebben we dan een generiek proces om een lage-emissiezone in te voeren?
Minister Schauvliege heeft het woord.
We doen er alles aan en alles gebeurt in samenspraak met de stad Antwerpen om dat snel in de praktijk te starten, want we staan er achter. We hebben dat altijd laten blijken en hebben er alles aan gedaan om dat tot een goed einde te brengen. We zullen dat verder doen. Dat is een project dat zeker zou moeten lukken.
Als dit in Antwerpen met de Privacycommissie is geregeld, is het ook voor andere steden geregeld. Ik heb geen gegevens over andere steden die op dit moment een aanvraag hebben ingediend of van start zouden willen gaan met de lage-emissiezones.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.