Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, dames en heren, sta me toe nog één keer terug te komen op de door de Federale Regering aangekondigde maatregelen van eind vorig jaar tegen terreur en het overleg daarover met de deelstaten. De aangelegenheid kwam al eerder aan bod naar aanleiding van vragen van mij in januari en april. Het debat is nog niet uitgeput, omdat u in de recentste commissievergadering nog niet over alle informatie beschikte.
U hebt naar aanleiding van de federaal aangekondigde maatregelen zelf al voorstellen gedaan. U opperde de mogelijkheid om voorwaarden te koppelen aan de erkenning en subsidiëring van imams met betrekking tot opleidingen. U zou suggereren aan de Federale Regering om daarover een studie te laten uitvoeren. U liet me op 12 april weten dat het Interfederaal Platform Radicalisering daags nadien – op woensdag 13 april – zou samenkomen. Daar zou die studie worden besproken.
In de commissievergadering van 12 april vroeg ik u eveneens naar de stand van zaken met betrekking tot de door de premier aangekondigde “onmiddellijke en algemene screening van alle predikers die aanwezig zijn op ons grondgebied”. Ook de screening van de predikers en de niet-erkende gebedsplaatsen zou worden geagendeerd op het Interfederaal Platform Radicalisering van 13 april.
Zal de aangekondigde studie rond het koppelen van voorwaarden aan de erkenning en financiering van imams worden uitgevoerd door de Federale Regering? Is de Vlaamse Regering op de hoogte van de effectieve uitvoering van de aangekondigde screening van predikers hier aanwezig en de maatregel in verband met de ontmanteling van niet-erkende, vaak clandestiene gebedsplaatsen?
Kunt u toelichting geven over aangelegenheden die ter sprake kwamen op de vergadering van het Interfederaal Platform Radicalisering van 13 april? Tot welke conclusies, resultaten, eventuele nieuwe projecten en politieke maatregelen heeft de overlegvergadering van het platform geleid?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik kan u meegeven dat de studie ondertussen is aanbesteed door het kabinet van premier Michel. Ik zal daar een schriftelijke bevestiging van krijgen.
Wat de screening betreft van predikers is federaal minister van Justitie Geens bevoegd. Zijn kabinet maakt een voorbereidende analyse vooraleer over te gaan tot wetgevende initiatieven. Tegelijkertijd is op initiatief van federaal staatssecretaris Francken binnen de Dienst Vreemdelingenzaken een aparte Cel Radicalisme opgericht. De medewerkers van deze nieuwe dienst zullen zich onder andere toeleggen op de opvolging en screening van de dossiers van Syriëstrijders en haatpredikers. Op die manier worden de inspanningen om dergelijke personen te verwijderen van ons grondgebied nog verder versterkt.
Het identificeren en ontmantelen van gebedsplaatsen waar haat gepredikt wordt of jihadistische ideologie wordt verspreid, blijft een absolute prioriteit voor de veiligheidsdiensten. Op het Interfederaal Platform Radicalisering gaf men aan dat de noodzakelijke maatregelen in voorbereiding zijn.
Zoals daarnet werd toegelicht, en ook tijdens de vorige commissievergadering werd aangegeven, is de stand van zaken omtrent de bestelling van de studie, de aangekondigde screening van predikers en de ontmanteling van gebedsplaatsen op de agenda geplaatst en besproken. Daarnaast stond de problematiek van het beroepsgeheim op de agenda van het overleg. Zoals u weet, willen wij vanuit Vlaanderen een actieve bijdrage leveren aan de opvolging van de Lokale Integrale Veiligheidscel (LIVC). Om de LIVC’s optimaal te laten functioneren en om een vlotte informatiedoorstroom mogelijk te maken, is een aanpassing van de regeling van het beroepsgeheim noodzakelijk. Het kabinet-Geens werkt momenteel een voorstel uit om artikel 458 en 458bis van de strafwet aan te passen.
Recent heeft het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) een presentatie gegeven op het Interfederaal Platform Radicalisering. Wegens de vertrouwelijkheid van de informatie kan ik hier niet verder op ingaan.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, u hebt nu geantwoord op de meeste vragen die ik heb gesteld in de afgelopen drie vergaderingen.
Ik heb nog een bijkomende vraag: zal de studie intern of extern worden uitgevoerd? Wanneer mogen we de resultaten verwachten?
Hopelijk zet de Federale Regering een beetje spoed achter de voorbereidende analyse met betrekking tot de screening van eventuele haatpredikers op ons grondgebied. Het lijkt me nogal evident dat we geen tijd te verliezen hebben, als het gaat om imams die antidemocratische of antiwesterse opvattingen verdedigen. Uiteraard moeten ze het land worden uitgezet, of alleszins het land niet kunnen binnenkomen als dat nog niet het geval is.
Ten slotte, in eerdere vergaderingen hebt u zelf verwezen naar het opheffen van het beroepsgeheim voor hulpverleners die kennis zouden hebben of krijgen van terroristische misdrijven of plannen in die richting. U hebt destijds voorgesteld dat men dat beroepsgeheim voor zulke hulpverleners zou moeten opheffen, of in elk geval bekijken of en hoe dat kan worden opgeheven. Kunt u daarover iets vertellen? Is de Federale Regering ook daarmee bezig?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Op de studie heb ik nog geen zicht. Ik veronderstel dat het een externe studie zal zijn. Het kan ook zijn dat men interne knowhow heeft. Het is in elk geval bevestigd dat de studie wordt uitgevoerd. Ik zal daarover schriftelijke informatie krijgen.
Het kabinet-Geens is bezig met een studie over het onderzoek van artikelen 458 en 458bis van het strafwetboek over het beroepsgeheim.
De vraag om uitleg is afgehandeld.