Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, recentelijk publiceerde UNICEF een nieuw rapport over de oorlog in Jemen en de gevolgen daarvan voor kinderen. Dat verslag hebben we allemaal gekregen of kunnen consulteren op het internet.
Sinds maart 2015 worden elke dag naar schatting zes kinderen ernstig verwond of gedood. Een derde van de slachtoffers van het conflict zijn kinderen. Maar ook de kinderen die de kogels en bommen overleven, worden getroffen door het conflict.
Op dit moment leeft de helft van de Jemenieten onder de armoedegrens en 21,2 miljoen mensen, 82 procent van de bevolking, hebben dringend nood aan humanitaire hulp. De oorlog zorgt ervoor dat Jemen bijna compleet is afgesneden van de rest van de wereld. In normale omstandigheden komt 90 procent van de voedselvoorraden uit import, maar door het conflict is Jemen volledig afgesneden van de buitenlandse importeurs. Volgens het UNICEF-rapport lijden vandaag 32.000 kinderen aan ernstige ondervoeding.
Zeer verontrustend nog is dat het aantal kinderen dat wordt gerekruteerd als kindsoldaat, exponentieel stijgt. De VN heeft al 848 gevallen geteld, maar dat is waarschijnlijk ver onder het reële cijfer. Daarnaast zijn ook heel veel kinderen op de vlucht, de helft van alle ontheemden in Jemen zijn kinderen.
De gevolgen van het conflict zijn niet te overzien. Ook op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs zijn de cijfers hallucinant. 600 zorginstellingen hebben hun deuren moeten sluiten, meer dan 10.000 kinderen zijn het afgelopen jaar bezweken aan ziektes die hadden kunnen worden vermeden indien die instellingen wel open zouden zijn. Zowat 3600 scholen hebben de poorten moeten sluiten, 52 scholen werden aangevallen, 387.000 kinderen gaan niet langer naar school.
Het Unicef-programma heeft op dit moment een tekort van 20 miljoen dollar. Als deze tekortkoming niet opgelost raakt, zullen 12.500 huishoudens in Sana’a en Taiz vanaf mei 2016 zonder steun vallen. Allemaal cijfers en feiten die niemand wil negeren.
Minister-president, wat doen we daaraan vanuit Vlaanderen? Heeft Vlaanderen de voorbije jaren hulp gegeven aan mensen in nood in Jemen? Zo ja, onder welke vorm en voor welk budget? Voor welke organisaties? Ook voor Unicef? Kan Vlaanderen ingaan op het verzoek van Unicef om aan die dringende nood tegemoet te komen? Zo ja, onder welke vorm en voor welk budget? Kan Vlaanderen op diplomatiek niveau bijdragen in een oplossing van het conflict aldaar? Kan de vertegenwoordiger van de Vlaamse Regering in Genève op diplomatiek niveau stappen zetten? Onze vertegenwoordiging in Genève is nu versterkt. Hoe kunnen we bijdragen tot een oplossing?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de Bethune, vorig jaar kreeg ik daarover een vraag om uitleg van Tine Soens. Ik heb toen meegedeeld dat ik 150.000 euro aan het Rode Kruis ter beschikking heb gesteld voor noodhulp. Het project loopt in 2015 en 2016, en in oktober volgt er een eindrapport. Ik verwijs daarvoor naar het verslag van de bespreking in de commissie. De projectomschrijving is beschikbaar op de ODA-databank (official development assistance) van het Departement internationaal Vlaanderen.
Bijkomende budgetten? Het noodhulpbudget is bijna helemaal uitgeput. Na die laatste 100.000 euro heb ik nog 100.000 euro ter beschikking. Ik heb geen bijkomende vraag gekregen. Ik hou die dus nog even in petto voor het geval er nieuwe rampen gebeuren. Je kunt een euro maar één keer uitgeven.
Per jaar geven we 600.000 euro aan het CERF. We steunen ook UNICEF, dat een belangrijke actor is op het terrein. Daarnaast hebben we nog een restbudget noodhulp dat met 150.000 euro is geholpen.
Ik weet dat de noden in Jemen enorm hoog zijn, maar ik ga ervan uit dat UNICEF dit jaar opnieuw een beroep zal doen op de kredieten van het CERF, die structureel ter beschikking zijn, en waaraan wij 600.000 euro structureel bijdragen.
Onze diplomatieke mogelijkheden zijn bijzonder klein. Ik heb daar al op geantwoord op een vraag om uitleg van u over de seksuele reproductieve rechten van de vrouw in Iran. Ik heb toen gezegd dat dat in de eerste plaats een zaak is van de federale diplomatie. Wij kunnen geen harde diplomatieke middelen inzetten. Wij hebben inderdaad een vertegenwoordiger in Genève bij de relevante instellingen, onder meer de Verenigde Naties, de Mensenrechtenraad, de VN-instelling voor de vluchtelingen. We volgen dat intensief op en participeren aan de vergaderingen waaraan we kunnen deelnemen.
Die multilaterale Geneefse instellingen botsen op dit moment op politieke limieten. De mensenrechtenraad zou een International Commission of Inquiry moeten oprichten om schendingen van het internationaal recht te onderzoeken in Jemen. Een voorstel van resolutie is in september 2015 niet goedgekeurd. Sommige van die internationale instellingen botsen op bepaalde grenzen zodat ze voorgenomen zaken desgevallend niet kunnen uitvoeren.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, de vraag om uitleg van mevrouw Soens was me ontgaan. Excuus daarvoor. Daarmee is de verwijzing naar het plan 2015-2016 in herinnering gebracht. De inspanningen van Vlaanderen kunnen rekenen op een draagvlak in Vlaanderen. De bevolking kan echt wel akkoord gaan met de middelen die we besteden aan dit soort hulp. Die enveloppe is noodzakelijk en goed besteed. De noden zijn nog veel groter. We moeten dus nagaan hoe we de middelen voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp kunnen laten groeien. Nu gebeurt dat niet, in Vlaanderen noch federaal. Ik weet hoe moeilijk de budgettaire inspanningen zijn. Er zijn landen in de Raad van Europa die erin slagen die enveloppes wel hoger te houden. Wij maken die politieke keuze niet. Ik behoor ook tot de meerderheid, maar we moeten ons die vraag blijven stellen en onze inspanningen moeten verhogen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.