Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, ondertussen bijna dag op dag een jaar geleden stuurde Klimaatzaak een dagvaarding naar de gerechtsdeurwaarder, op basis van het feit dat de antwoorden van de vier regeringen op haar vragen niet toereikend waren. Ze heeft daar spijtig genoeg ook aan toegevoegd dat dat in het bijzonder voor de Vlaamse Regering gold. Dat waren vragen naar aanleiding van een ingebrekestelling van december 2014. Nadat de regeringen de dagvaarding hadden ontvangen, ging de rechtsprocedure officieel van start. Nu is het ongeveer een jaar later, en de knoop blijkt nog altijd bij de taalwetgeving te liggen. We hebben daarover in het verleden ook al een paar keer van gedachten gewisseld. Het is een zeer eigenaardige situatie. De taalwetgeving, daar kan Klimaatzaak voor alle duidelijkheid niets aan doen. Het is de politiek die tot die wetgeving heeft beslist.
Het Waalse Gewest is eigenlijk de enige overheid die niet in een juridisch taalneutraal gebied is gevestigd. Daar komt het eigenlijk op neer. Dat is de kern van de zaak als het over taal gaat. Het proces moet dus in het Frans worden gevoerd. Het Vlaamse Gewest wil zich daar, ondanks die taalwetgeving, niet bij neerleggen. Minister, het Vlaamse Gewest, dat bent u dan. U hebt dan geprobeerd om de taal van de procedure aan te passen, met de argumentatie dat u zich in een uitzonderingspositie bevindt om zo’n taalwijziging te kunnen vragen.
Die vraag werd in eerste aanleg verworpen door een rechtbank, op 25 september van vorig jaar, dus al een tijdje geleden. U vocht dan die beslissing aan, via een speciale procedure bij de arrondissementsrechtbank. Voor alle duidelijkheid: er was sprake van een college van zowel Franstalige als Nederlandstalige rechters die zich over de vraag tot taalwijziging hebben kunnen uitspreken. Ook dat rechtscollege was bijzonder duidelijk: het heeft eigenlijk de uitspraak in eerste aanleg bevestigd, op 8 februari van dit jaar.
Minister, ik stel deze vraag omdat u in theorie de zaak nog kunt rekken. U kunt in principe naar Cassatie gaan. Ik denk niet dat dat veel zoden aan de dijk zal brengen. Het zal gewoon extra tijd winnen van uw kant zijn. U hebt echter die mogelijkheid. Zult u naar Cassatie gaan? Wilt u verder tijd winnen, ondanks het feit dat er al twee rechtbanken zijn geweest die een duidelijke uitspraak hebben gedaan? In dat geval, op basis van welke overwegingen wilt u naar Cassatie stappen?
Een tweede vraag, meer ten gronde, betreft de eventuele impact van een uitspraak op het klimaatbeleid. U weet dat de Nederlandse rijksoverheid door de rechter werd opgelegd dat minstens 25 procent minder CO2 moet worden uitgestoten tegen 2020. Dat is dus een verscherping van de ambitie. De Nederlandse overheid gaat daartegen in beroep. Desalniettemin onderzoekt ze hoe ze die reductie van minstens 25 procent tegen 2020 toch kan halen voor Nederland. Ze neemt dat wel au sérieux. Mijn vraag is of u hetzelfde wilt doen: wilt u ten minste een berekening maken, een scenario berekenen over wat het nu eigenlijk betekent om in Vlaanderen 25 procent minder CO2 uit te stoten tegen 2020, hetgeen Klimaatzaak op basis van de klimaatwetenschap vraagt.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik denk dat u misschien opzettelijk in uw historisch overzicht toch wel een belangrijk aspect bent vergeten te vermelden, namelijk dat de Vlaamse overheid op 20 april 2015 aan de vzw Klimaatzaak heeft laten weten dat ze bereid was om vrijwillig voor de rechtbank te verschijnen, zodat er geen dagvaarding nodig was. Dat is door de vzw Klimaatzaak genegeerd en dus zijn we gedagvaard voor een Franstalige rechtbank. Aangezien 90 procent van de mede-eisers Vlamingen zijn, vinden wij het op basis van de taalwet normaal dat deze zaak wordt behandeld voor een Nederlandstalige rechtbank. We hebben daar inderdaad de middelen uitgeput. De Vlaamse Regering heeft ondertussen beslist om in cassatieberoep te gaan. De opdracht is gegeven aan de advocaten. Er is trouwens tijd tot 8 mei om het beroep in te dienen. De opdracht is volledig gebaseerd op de taalwet.
U vraagt ook wat wij willen realiseren tegen 2020. U weet dat we een akkoord hebben gesloten tussen de verschillende Belgische ministers die bevoegd zijn voor het klimaat. Dat gaat over de verdeling, de ‘burden sharing’ en wie welke inspanningen moet doen. Daar is voor ons afgesproken dat wij die 15,7 procent ten opzichte van het referentiejaar 2005 willen en zullen realiseren. Dat past ook in de klimaattop die vorige week heeft plaatsgevonden. De verwachte klimaatdoelstellingen richting 2030 liggen nog niet vast. Dat moet nog verdeeld worden op Europees vlak, maar uiteraard bereiden we ons nu al voor met extra maatregelen om ook die doelstellingen te halen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik wil kort ingaan op uw antwoord op mijn tweede vraag. U bereidt zich duidelijk niet voor op een eventuele uitspraak in de zin van min 25 procent. U spreekt over min 15,7 procent in het intra-Belgisch akkoord. Dat weten we natuurlijk. U bereidt zich niet voor op het scenario dat Klimaatzaak vraagt. Dat is duidelijk.
Wat het eerste betreft, is het eigenlijk ook heel duidelijk. U zegt dat u in cassatie gaat. Ik begrijp dat oprecht niet. Meer nog, ik ga de grote woorden niet schuwen, u lijkt echt te kwader trouw te zijn, want het gaat hier alleen over de taalwetgeving. U vraagt zich af hoe het nu mogelijk is dat de procedure niet in het Nederlands kan worden gevoerd. Dat is uw stelling, maar dat is de taalwetgeving! Dat is wat politici hebben beslist. Daar heeft Klimaatzaak toch helemaal niets mee te maken. Dat heeft te maken met het feit dat vier regeringen worden gedagvaard en dat de Waalse Regering gevestigd is in Namen. Daarom moet dat in het Frans gebeuren. Dat is de taalwetgeving! Daar heeft Klimaatzaak niets mee te maken. Stel nu dat de Vlaamse Regering niet in Brussel zou zijn gehuisvest, maar in Antwerpen, Gent, of desnoods in Den Haan of in Evergem, dan zou het Nederlands wel juridisch de voertaal zijn. Maar dat is niet het geval. Het is zuiver de taalwetgeving. Ik kan er alleen maar uit opmaken dat dit een moedwillige poging is om een uitputtingsslag te organiseren. U wilt gewoon de zaak rekken. In Nederland is de uitspraak al geruime tijd geleden gemaakt. Hier zijn we alleen nog maar over de taal bezig. Ons land wordt communautair lamgelegd. Er wordt misbruik van gemaakt vanuit de politiek. Dat is eigenlijk nog het strafste.
U verwijst terecht naar de intussen meer dan tienduizend mede-eisers. Dat zijn er zo ongeveer veertig keer meer dan er aanwezig waren op de klimaattop. Ik wil maar zeggen dat dat een behoorlijke groep mensen is. U lacht die mensen gewoon uit in hun gezicht. Het is laf, we verliezen tijd, en het kost ook geld.
Dat is mijn bijkomende vraag. U stapt naar Cassatie. Ik heb begrepen dat cassatieprocedures heel duur zijn. Hoeveel kost dat dan aan de Vlaamse overheid? Hoeveel geld moet u vrijmaken om die juridische stap naar Cassatie te doen?
Wat ik me ook afvraag: stapt u of de hele Vlaamse Regering naar Cassatie? Bent u geruggensteund door de hele Vlaamse Regering om deze juridische uitputtingsslag te organiseren? In alle eerlijkheid, de minister-president klonk erg voluntaristisch tijdens de klimaattop. Dat moet hem nagegeven worden, maar als een week later de Vlaamse Regering onder leiding van de minister-president beslist om naar Cassatie te stappen, dan bestaat daar een woord voor: dat is hypocrisie.
De heer Vandaele heeft het woord.
Toch harde woorden van de heer Sanctorum. Hij lijkt het blijkbaar een doodnormale zaak te vinden dat de Vlaamse overheid voor een Franstalige rechter wordt gedaagd. Hij zegt dat dit allemaal volgens de taalwet is. Blijkbaar zijn er inderdaad mensen die dat zo interpreteren, dat kan. Los daarvan, zou ik het toch waanzin vinden als de Vlaamse Regering zich daar niet met hand en tand zou tegen verzetten. Dit is toch gek! Mijnheer Sanctorum, ik begrijp uw redenering niet zo goed als u dat hypocriet vindt. Ik vind dat niet. Ik vind het een normale zaak dat men eerst kijkt hoever men kan raken in die procedure om de principiële grenzen te trekken. Maar goed, u hebt waarschijnlijk een andere kijk op die zaken dan wij.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik vind het een vreemde vraagstelling en ook een vreemde manier van werken vanuit de vzw Klimaatzaak om de Vlaamse Regering voor een Franstalige rechtbank te dagen. De heer Sanctorum heeft het daarnet in zijn laatste vraag over onnodige kosten. Wel, dat zijn onnodige kosten: heel de vertaalslag die op die manier moet worden georganiseerd, waarbij een heel proces in het Frans moet worden gevoerd en waarbij de Vlaamse overheid uiteraard heel de vertaling moet doen. Ook ten aanzien van de tienduizend eisers in die zaak vind ik het van heel weinig respect getuigen – de tienduizend eisers zijn voor meer dan negentig procent Nederlandstalig – vanwege het bestuur van die vzw door per se een proces in het Frans te willen voeren, daar waar de Vlaamse overheid zelf heeft aangeboden, bijna een jaar geleden, om op vrijwillige basis voor de rechtbank te verschijnen en de zaak te bepleiten. Ik vind het een heel vreemde redenering vanuit die vzw en een al even vreemde vraag van uwentwege, collega Sanctorum.
Hiermee wordt het klimaat zeker niet vooruitgeholpen, wetende dat we ondertussen in het kader van de klimaattop, maar ook in het kader van de Klimaatcommissie hier in het parlement, vanuit een potentieelbenadering proberen te onderzoeken hoe we op korte, middellange en lange termijn die noodzakelijke omwenteling kunnen vormgeven – een omwenteling die niet door een rechtbank is opgelegd, maar vanuit het draagvlak die de politiek kan bieden, vanuit het draagvlak die het middenveld kan bieden en die we in die oefening betrekken. Die potentieelbenadering is veel waardevoller dan procedureslagen die sommigen wensen te voeren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik vraag me wel af waarom u blijft zwijgen over het feit dat de Vlaamse Regering akkoord ging om vrijwillig te verschijnen, wat veel minder zou kosten aan de vzw, die ons voor de rechtbank wou dagvaarden. Was Klimaatzaak daar een jaar geleden mee akkoord gegaan, dan was er misschien al een uitspraak. Ons nu verwijten dat we vertragingsmanoeuvres doen, vind ik totaal uit de lucht gegrepen. Er was blijkbaar geen bereidheid om in te gaan op het aanbod dat we graag vrijwillig wilden verschijnen, op een correcte manier, voor een Nederlandstalige rechtbank, omdat dat maar de normaalste zaak van de wereld is.
Ik vind het bijzonder eigenaardig dat u dit blijft negeren en hier een show opvoert om te doen alsof de overheid iets beslist wat totaal uit de lucht is gegrepen. We hebben meer dan onze goede wil getoond door op 20 april uitdrukkelijk aan te geven dat we bereid waren vrijwillig te verschijnen voor de rechtbank. Dat is met het akkoord van de voltallige Vlaamse Regering. Wat het ons zal kosten, zullen we pas weten aan het einde van de procedure.
Minister, collega’s, ik stel vast dat we het kostenplaatje nog niet kennen. Ik vind het echt bijzonder laag dat jullie Klimaatzaak zelf verwijten dat ze het Frans kiezen als voertaal.
Het bestuur van de vzw Klimaatzaak, niet de eisers: dat is een heel belangrijk verschil. Ik heb heel veel respect voor de kiezers en de eisers, maar het bestuur speelt spelletjes die het klimaat niet helpen.
Of het bestuur namens de eisers. Mijnheer Bothuyne, ik vind het bijzonder laag dat u laat uitschijnen dat Klimaatzaak, het bestuur van Klimaatzaak …
Denkt u nu echt dat die mede-eisers, die meer dan 10.000 mensen, inzitten met de juridische voertaal?
Mijnheer Sanctorum, gelieve uw vraag niet te stellen aan de heer Bothuyne. U hebt een slotbemerking, en die is gericht aan de minister. Oké? Een vraag stellen waarvan u weet dat er geen antwoord op zal komen, is niet aangenaam.
Voorzitter, in mijn slotpleidooi zeg ik wat ik wil. U moet me daar niet in corrigeren. Als ik me richt tot de heer Bothuyne, dan is dat mijn vrijheid als parlementslid.
Voor de derde keer: ik vind het bijzonder laag dat hier verwijten worden gemaakt ten aanzien van Klimaatzaak. Het is geen bewuste keuze van hen om Frans te kiezen als taal voor de procedure. Wat wel hun keuze is, is dat de vier regeringen tegelijk worden geconfronteerd. Dat is hun keuze.
Minister, collega’s, beeld u in dat er verschillende uitspraken zouden zijn in dit complexe land. Het zou verdorie nog gecompliceerder worden. Dus inderdaad, er moet een gezamenlijke uitspraak gebeuren. Als de taalwetgeving zegt dat dat in het Frans moet gebeuren zolang we in Brussel zijn gevestigd, dan moet dat ook maar zo zijn, tenzij we de taalwetgeving veranderen.
Mijnheer Vandaele van de N-VA, als u de taalwetgeving wilt veranderen op het federale niveau, u bent de grootste partij, ook op dat federale niveau, u zit daar in de regering, u zwaait er de plak, wel, verander dan de wetgeving. Zo eenvoudig is dat. Maar stop met die laaghartige verwijten ten aanzien van deze organisatie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.