Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, het is misschien een technisch vraagje, maar het is een vraagje dat een belangrijke doelgroep aanbelangt. Voor mij is ook belangrijk dat het te maken heeft met de uitvoering van de zesde staatshervorming waarbij het Vlaamse niveau extra bevoegdheden krijgt. Het is goed voor de geloofwaardigheid van ons beleidsniveau dat daar de zaken vooruitgaan en op de juiste manier worden ingevuld.
Het kwaliteitscharter voor schattingsverslagen van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) legt een verplichting op aan landmeters-experten om bij hun schattingsverslag zogenaamde vergelijkingspunten te voegen. Ik denk dat dat heel normaal is. Dat wil zeggen dat ze bij een schatting hun argumentatie moeten opbouwen door vergelijkbare aankopen of verkopen in de omgeving te kunnen duiden. Een dergelijk schattingsverslag is nodig bij verschillende verkopen, aankopen en bij het bepalen van de successierechten. Zoals u weet, zijn ook lokale besturen daar betrokken partij in geworden, nadat de lokale besturen de toelating hebben gekregen om niet exclusief bij de ontvanger van de registratie of bij het aankoopcomité langs te gaan.
De bevoegdheid om deze vergelijkingspunten aan te bieden aan landmeters-experten ligt sinds de zesde staatshervorming bij de Vlaamse Belastingdienst. Er zijn wat problemen bij de overheveling en de gegevensoverdracht van federaal naar Vlaams niveau. Collega Kennes heeft daar ook al op gewezen. Er was ook het probleem rond de privacy en vooral de bescherming van privacy, maar dat is door de herinterpretatie in het kader van de Coördinatiestructuur voor patrimoniuminformatie (CSPI) opgelost sinds enkele maanden.
Toch kunnen landmeters-experten nog steeds geen beroep doen op die vergelijkingspunten sinds de overdracht van die gegevens. Dat wil zeggen dat landmeters-experten sinds 2013 geen actualisatie hebben gekregen van vergelijkingspunten, wat natuurlijk de situatie bij het opmaken van schattingsverslagen anno 2016 moeilijker maakt en waarbij enige objectiviteit steeds meer zoek is omdat men niet beschikt over actuele gegevens. Daarom ontstaat er bij de landmeters toch wat ongerustheid omdat op deze manier de kwaliteit van de schattingsverslagen niet altijd kan worden gegarandeerd.
Het is nu een bevoegdheid van Vlaanderen. Het is absoluut nodig om hier onze verantwoordelijkheid op te nemen en de nodige informatie te bezorgen zodat opnieuw door de landmeters-experten kwaliteitsvolle schattingsverslagen kunnen worden gemaakt.
Minister, welke moeilijkheden staan deze dienstverlening van VLABEL nog in de weg? Wat is de oplossing? Kunt u een timing geven om dit probleem uit de wereld te helpen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Het zogenaamde kwaliteitscharter voor schattingsverslagen besteedt, zoals u terecht aanhaalt, veel aandacht aan de vergelijkingspunten. Het charter legt immers expliciet een vergelijkende schattingsmethode op. Enkel per uitzondering en voor specifieke eigendommen waarvoor geen directe vergelijkingspunten beschikbaar zijn, geeft de landmeter-expert de wijze weer waarop de waarde dan wel wordt bepaald. Voor alle duidelijkheid, met vergelijkingspunten bedoelen we hier gegevens, in het bijzonder de recente verkoopprijzen, van goederen die in mindere of meerdere mate vergelijkbaar zijn met het onroerend goed waarvan de expert de verkoopwaarde zal ramen. De vergelijkingspunten die de deskundige opgeeft, moeten gedetailleerd worden beschreven en geanalyseerd, de relevantie ervan voor het te waarderen goed moet worden verduidelijkt en er moet een gedetailleerde en afzonderlijke afweging worden gemaakt van het opgegeven vergelijkingspunt ten opzichte van het te waarderen goed. Momenteel worden vergelijkingspunten via een webservice uitgewisseld tussen de federale Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie enerzijds en VLABEL anderzijds.
VLABEL wil de landmeters-experten eveneens de toegang tot de databank van de vergelijkingspunten aanbieden om hun opdracht tijdig en naar behoren te kunnen uitvoeren. De belastingdienst heeft hierover zeer recent nog overlegd met een vertegenwoordiging van de landmeters-experten. Maar voorafgaandelijk moeten alle technische, juridische en organisatorische aspecten grondig worden uitgeklaard.
Een formele machtigingsaanvraag voor gegevensdeling zal daartoe worden ingediend bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de Privacycommissie. Aan de machtiging zullen wellicht voorwaarden verbonden zijn waaraan de landmeter-expert zich strikt moet houden. Hij zal daartoe een voorafgaande verbintenis moeten onderschrijven en die zal als annex worden toegevoegd bij het kwaliteitscharter dat de deskundige heeft onderschreven. Het is vervolgens aan de Privacycommissie om te oordelen of een machtiging kan worden uitgereikt, en dat is uiteraard een conditio sine qua non.
Er is een passende technische omkadering nodig. De gegevens dienen via een streng beveiligd kanaal te worden uitgewisseld. Er zal ook toezicht worden uitgeoefend op de verleende toegangen en het gebruik ervan. De Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie (CSPI) werd opgezet om de uitwisseling van patrimoniuminformatie, waaronder ook de vergelijkingspunten, tussen de federale overheid en de gewesten te organiseren. Deze structuur is momenteel nog in opbouw. Ik kan geen termijn vooropstellen waarbinnen de beoogde toegang en de gegevensuitwisseling kunnen worden gefinaliseerd. De nodige contacten werden ondertussen gelegd om tot praktische afspraken en afstemming te komen. Het is de vaste wil om de juridische, technische en privacyaspecten te regelen.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat er werk van gemaakt wordt. Ik zou willen oproepen om dat snel te doen. De zesde staatshervorming vergt natuurlijk een beetje tijd om geconsumeerd en ingevoerd te worden, maar ik dring aan op snelheid omdat we anders tot bizarre situaties komen.
Momenteel krijgen de Franstalige landmeters-experten nog wel toegang. Als men een schattingsverslag vraagt voor een appartement aan zee aan een Franstalige landmeter-expert, kan die actuele vergelijkingspunten gebruiken, terwijl de Vlaamse landmeter-expert dat niet kan. Deze situatie moeten we uit de wereld helpen. Ook voor de geloofwaardigheid van het Vlaamse beleid is dat nodig. We moeten op een performante en daadkrachtige manier kunnen besturen. Ik ben ervan overtuigd dat we een aantal kwaliteitsnormen moeten kunnen garanderen. De privacy moet worden gerespecteerd. Minister, ik roep u nogmaals op om daar op korte termijn werk van te maken. U hebt trouwens aangegeven dat dit de bedoeling is.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, u spreekt over het kwaliteitscharter dat u bent aangegaan en dat werd ondertekend met de landmeters-experten. Ik neem aan dat wat u voor ogen hebt, alleen betrekking heeft op de landmeters-experten en niet op de vastgoedexperten. Klopt dat?
U hebt onlangs in deze commissie, in oktober denk ik, gezegd dat u bezig was met de opmaak van een database voor de landmeters-experten. Hoever staat u met die database? Komt die dan ter beschikking van de landmeters-experten? Wanneer?
Ik ben het met u eens, mijnheer Van den Heuvel: we moeten daar snel werk van maken. De reden waarom Brussel en Wallonië nog toegang hebben, is omdat zij de dienst nog niet hebben overgenomen. Zij werken nog altijd via de federale overheid. Zij kijken met grote ogen naar ons en zullen veel opsteken van de lessen die wij als voorloper leren.
We moeten snel te werk gaan. Dat is de reden waarom we twee weken geleden nog een overleg hadden met de landmeters zodat zij weten wanneer het rond zal zijn. Er is ook al informeel contact geweest met de Privacycommissie om te weten in welke richting haar advies zal gaan en opdat we daar al op kunnen anticiperen.
Het klopt, het gaat alleen over de landmeters-experten.
De ontwikkeling van een database met voldoende referentiepunten duurt toch wel twee jaar. De samenwerking met de landmeters-experten is zeker voor twee jaar, ook nog in de loop van dit jaar. In het najaar moeten we evalueren of we de samenwerking en het kwaliteitscharter met hen willen voortzetten, of dat de database stabiel genoeg is om het zelf te doen. Op dit ogenblik is er nog geen indicatie om het over te nemen. We hebben trouwens nog een engagement met hen tot eind van dit jaar. We gaan dat bekijken, maar een verlenging is perfect mogelijk. De overname kan pas plaatsvinden als de database genoeg vergelijkingspunten heeft.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik heb mijn conclusie al geformuleerd. Het is al enkele maanden aan de gang. De Vlaamse landmeters moeten eens uitkijken naar de vergelijkingspunten zodat ze op basis van recente gegevens kunnen werken en de concurrentie kunnen aangaan met de Franstalige collega’s, niet alleen aan de kust, maar in het hele land.
De vraag om uitleg is afgehandeld.