Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, er zijn al cijfers binnen over de opbrengsten van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeerstelling (BIV), waaruit we al een aantal beperkte conclusies kunnen trekken. In de begroting was verwacht dat die ongeveer 45 miljoen euro aan meerontvangsten zou opleveren, waarvan 35 miljoen euro uit de BIV. Er zijn nog een aantal elementen rond de hervorming van de verkeersbelasting die nog hangende zijn, waaronder de vergroening voor de verkeersbelasting voor lichte vrachtwagens, de onderhandelingen met de andere gewesten over een samenwerkingsakkoord over leasing, en de opvolging van de ontwikkeling van de ontvangsten van de hervormde verkeersbelastingen.
Minister, hoe beoordeelt u de ontvangsten uit de verkeersbelastingen? Zijn de meerontvangsten voor 2016 haalbaar? Hoever staan de hangende punten, die ik zonet aangehaald heb?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Vooreerst moet ik erop wijzen dat de weergegeven cijfers de geboekte ontvangsten in de maanden januari en februari betreffen. Die vormen evenwel geen goede maatstaf voor het beoordelen van het effect van de vergroening, omdat veel ontvangsten van het begin van het jaar nog betrekking hebben op bedragen die werden ingekohierd in het vorige aanslagjaar. Met andere woorden: voor de ontvangst van begin 2016 betreft het vaak nog ontvangsten met betrekking tot aanslagbiljetten aan de niet-vergroende tarieven.
Begin tot medio maart werden de eerste ingekohierde bedragen aan de verkeersbelasting en de BIV van de maanden januari en februari 2016 vergeleken met de inkohieringen in dezelfde periode in 2015. Daaruit blijkt een beperkte verhoging van de ontvangsten. Ik moet wel zeggen dat het nog te vroeg is om te beoordelen of zij in de lijn liggen van de middelenbegroting, omdat ook de inschrijvingsvolumes verschillen ten opzichte van 2015. We hebben onze aangepaste tarievenstructuur, maar we moeten natuurlijk ook kijken naar het aantal verkochte wagens. Dat heeft vooral een effect op de BIV, die normaal gezien ongeveer 200 miljoen euro uitmaakt van de inkomsten voor de verkeersbelasting.
Anderzijds is wel heel duidelijk gebleken dat de maatregelen wel het effect hebben dat we beoogden. Meer mensen kiezen voor een milieuvriendelijke wagen in de plaats van voor een dieselwagen. De sturende fiscaliteit werkt dus effectief.
U vraagt of de totale opbrengsten in 2016 zullen worden behaald, maar op basis van die heel korte analyseperiode kunnen we daar nog niet heel veel over zeggen. Dit zal ook een belangrijke invloed hebben op het aantal wagens dat verkocht wordt en het bedrag van de verkeersfiscaliteit.
Wat de vergroening van de lichte vrachtwagens betreft, zit het onderzoek nog in de beginfase. We hebben alle relevante cijfers wel al verzameld. Het percentage dieselwagens is daar nog vele malen hoger dan bij de personenwagens. Er is ook nog overleg nodig met de verschillende stakeholders. En het is uiteraard ook een andere categorie, omdat de belastingplichtigen vaak ondernemers zijn. Het aanbod op de markt voor de zwaarste modellen is bovendien veel beperkter. Bij de personenwagens heb je in alle merken een veelheid aan aanbod. Bij de lichte vrachtwagens zit je met bepaalde modellen waar maar één versie met één brandstoftype voorhanden is, waardoor we totaal anders moeten omgaan met onze vergroening. Dat blijkt na de eerste analyse van de data. We kunnen niet zomaar copy-paste doen van wat we bij de personenwagens hebben gedaan.
In verband met de leasing zijn de onderhandelingen met de andere gewesten over een samenwerkingsakkoord lopende. In uitvoering van de beslissing van het Overlegcomité van 27 januari 2016, hebben sindsdien reeds drie vergaderingen plaatsgevonden tussen de drie gewestelijke kabinetten. De overige gewesten hebben de voorkeur uitgedrukt voor een samenwerkingsakkoord met eenzelfde regeling voor de drie gewesten, om fiscale concurrentie te vermijden. Zij hebben dus geen voorkeur voor een samenwerkingsakkoord waarbij de gewesten elkaar de eigen fiscale autonomie gunnen om de vergroening van deze categorie te regelen. Dat is een extra moeilijkheidsfactor, aangezien elk gewest een andere voorgeschiedenis heeft inzake vergroening, en ook een andere invalshoek.
Momenteel is het vooral wachten op de afstemmende beleidsvisie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Die wordt half mei verwacht. Het Waalse Gewest stelt daarnaast vragen bij het lokalisatiecriterium van de leasinginkomsten. Het is uiteraard ook zo dat wij, door nu ook een vergroening te doen van onze jaarlijkse verkeersbelasting, een stuk verder gaan en op dit ogenblik ook verder staan in de vergroening van de verkeersfiscaliteit dan de andere gewesten. Maar we hebben het geagendeerd op het Overlegcomité op 27 januari, omdat de vijftien jaar daarvoor van veel informele vergaderingen tot niets hebben geleid. Op deze manier zal het toch met de regelmaat van een klok terugkomen op het Overlegcomité. Hopelijk kunnen we op een bepaald moment voor een doorbraak zorgen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik ben het met u eens dat het nog te vroeg is om te oordelen, als ik hoor dat de inkohieringen nog voor vorig jaar zijn. We zullen het verder blijven opvolgen. Het is vooreerst een goede zaak dat de vergroening werkt, maar dat wisten we al. Vanuit budgettair oogpunt is het voor ons ook belangrijk dat de inkomsten die ingeschreven zijn in de begrotingsopmaak en de begrotingscontrole, ook waargemaakt worden. Anders worden we geconfronteerd met besparingen elders. Ik noteer ook dat bij de begrotingscontrole de verwachte inkomsten nog een beetje verhoogd zijn voor dit aspect.
Ik hoop dat de hangende dossiers tot een goed einde kunnen worden gebracht. Ik begrijp dat er nog bezorgdheden zijn over de lichte vrachtwagens. Ik heb nog meer begrip voor het feit dat dat samenwerkingsakkoord er niet vanzelf komt, maar ik hoop dat we stappen vooruit kunnen zetten, zodat we de doelstellingen die we ons op het vlak van de inkomsten gesteld hebben in de begrotingscontrole, dit jaar kunnen waarmaken.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik wil even inpikken op dat laatste. De heer Van Rompuy zegt dat we bij de begrotingscontrole hebben gezien dat de inkomsten van de verkeersbelasting met 15 miljoen euro zijn verhoogd ten opzichte van de begrotingsopmaak. Ik neem aan dat er toch parameters zijn die als onderbouw dienen om die verhoging te doen, want ik hoor u nu zeggen, minister, dat het eigenlijk te vroeg is om te zeggen dat dat gehaald zal worden. In de begrotingscontrole – toch op basis van de cijfers die wij gekregen hebben – komt daar 15 miljoen euro bij, specifiek voor de verkeersbelasting, maar blijkbaar op basis van parameters die u nu nog niet kunt delen met dit parlement.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik wil collega Van Rompuy en vooral collega Bertels bijtreden op dat laatste punt. De begrotingscontrole geeft daar inderdaad iets heel anders aan. Hoe komt u dan tot die verhoging? Als u hier zegt dat het moeilijk is om dat nu in te schatten, vind ik het merkwaardig dat er in een begrotingscontrole inderdaad 15 miljoen euro bij komt.
Minister Turtelboom heeft het woord.
De reden waarom er bij de begrotingscontrole 15 miljoen euro bij is ten opzichte van de begrotingsopmaak, is dat de cijfers bij de begrotingsopmaak gemaakt waren op basis van het wagenpark in september 2015 en dat de begrotingscontrole is gebeurd op basis van het wagenpark in december 2015. We hebben gezien dat er tussen september en december een aangroei was. Op basis daarvan is er gewoon een herberekening gebeurd.
Dan gaan we uiteraard moeten bekijken of dat zich effectief voordoet in 2016. Stel dat je op een bepaald moment een daling zou hebben van het wagenpark, waarvoor ik nu geen indicaties heb. Dan zul je natuurlijk opnieuw herberekeningen moeten maken. Dat is het verschil van die 15 miljoen euro. De begrotingsopmaak was op basis van het wagenpark in september 2015, de begrotingscontrole op basis van het wagenpark in december 2015, en dat was gewoon groter.
Die twee zaken speelden vóór de fase van de vergroening van de verkeersfiscaliteit . Het is logisch dat je die bijstelling doet als je wagenpark is aangepast. Het effect van de vergroening kunnen we echter niet afleiden uit die cijfers.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Nu, als het aantal wagens zou zijn toegenomen, zouden we dat misschien kunnen zien in de inkohieringen die gebeurd zijn in januari en februari. Ik heb dat nog niet gemerkt.
Het is te vroeg om te oordelen, maar we zullen het verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.