Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Confederatie Bouw heeft haar bezorgdheid geuit over de haalbaarheid van de doelstelling van een lager E-peil, conform het Renovatiepact richting 2050. De confederatie pleitte voor een renovatieverplichting bij de aankoop van een woning. In de plenaire vergadering van vorige week was er een algemene consensus dat het voorstel van de Vlaamse Confederatie Bouw voor een renovatieverplichting bij de aankoop van de woning niet wenselijk was. Ik denk dat we het daar kamerbreed over eens waren. Een dergelijke verplichting betekent immers een nog grotere drempel voor de aankoop van een woning. Kopers leveren op dat moment een grote financiële inspanning en het bijkomend opleggen van zo’n financiële verplichting zal niet de ideale manier zijn om de kwaliteit van de Vlaamse woningen te verbeteren.
Dat neemt niet weg dat aandacht voor de kwaliteit en energiezuinigheid van woningen wel degelijk aangewezen is. Uit het Grote Woononderzoek blijkt dat op de private huurmarkt 47 procent, bijna de helft, van de woningen nog steeds van ontoereikende kwaliteit is. Power-Link, het energiekennisplatform van de Universiteit Gent, merkt op dat huurwoningen beduidend slechter geïsoleerd zijn dan woningen die door de eigenaar zelf bewoond worden. Dat lijkt een evidentie, en het wordt nu ook door de cijfers bewezen. Dat is volgens hen te verklaren door het feit dat de verhuurder er momenteel jammer genoeg geen enkele baat bij heeft om te investeren in isolatie en het halen van energienormen, omdat de winsten in de vorm van een lagere energiefactuur naar de huurder gaan. En aangezien de vraag nog altijd groter is dan het aanbod, is er voor de private huurders weinig stimulans om te renoveren.
Power-Link stelt voor om de slechtst presterende huurwoningen te belasten gebaseerd op de energiescore. Dat diverse instanties pleiten voor een energiezuinige en kwalitatieve woon- en huurmarkt toont aan dat dit een blijvend aandachtspunt is voor het Vlaamse woonbeleid. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn.
Minister, welke maatregelen ziet u om kandidaat-kopers optimaal duidelijkheid te verschaffen over de kosten verbonden aan de renovatie van een aangekochte woning? Dat is een probleem. We zijn het erover eens dat het voorstel van de VCB echt wel verregaande gevolgen heeft. Meent u dat de woningpas daartoe voldoende informatie kan geven? Wat moet er allemaal worden opgenomen in die woningpas?
Ermee rekening houdend dat bijna 50 procent van de woningen op de private huurmarkt van ontoereikende kwaliteit is, ermee rekening houdend dat de studie van Power-Link heeft bewezen dat verhuurders niet renoveren omdat ze daar geen enkele baat bij hebben, denken wij dat het echt toch wel een goede stimulans kan zijn om, zoals bij de sociale verhuurkantoren, ook aan verhuurders op de private huurmarkt een renovatiepremie toe te kennen indien ze zich ertoe engageren om die woning dan voor een minimale duur te verhuren. Ik heb dat voorstel nog al eens aan u voorgelegd, maar dat komt nu weer naar voren.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Christiaens, wat uw eerste vraag betreft: daarnet ben ik eigenlijk ook al ruim ingegaan op het concept van de werkgroepen. Ik verwijs dus naar de werkgroepen waarin momenteel het Renovatiepact 2050 wordt voorbereid. Zowel het renovatieadvies als het concept van de woningpas wordt momenteel verder uitgewerkt in die werkgroepen. Wel is het al duidelijk dat de woningpas niet een zoveelste nieuw, bijkomend attest mag worden. Niet alleen ik stel dat, maar ook collega Schauvliege, en ook collega Turtelboom, als ik me niet vergis. Ik denk dat we er allemaal een voorstander van zijn om het aantal attesten te beperken. Die woningpas moet een uniek integraal digitaal dossier van iedere woning worden. Dat zou een nuttig instrument kunnen zijn, zeker ook in het kader van de algemene woonkwaliteit, die vanuit het oogpunt van mijn bevoegdheid Wonen toch nog altijd zeer belangrijk is. Ook de energieprestatie, het renovatieadvies en de overige gebouweigenschappen kunnen op deze manier in beeld worden gebracht. Ik ben dus van mening dat deze woningpas een belangrijk instrument zou kunnen worden in functie van de renovatiedoelstellingen van 2050. Het lijkt me dus goed dat dit nu samen met het renovatieadvies wordt onderzocht en voorbereid in de diverse werkgroepen.
Wat uw tweede punt betreft: het is inderdaad niet de eerste keer dat dat hier aan bod komt. De heer Engelbosch heeft daar vroeger ook al een vraag over gesteld. Het zal u niet verbazen dat mijn antwoord nu ook niet zoveel zal afwijken van mijn vorige antwoorden. U hebt in uw vraagstelling zelf ook gerefereerd aan het Grote Woononderzoek, dat een aantal belangrijke cijfers heeft gegeven. Een van de conclusies van het Grote Woononderzoek is inderdaad dat op de private huurmarkt voor 47 procent van de woningen een beoordeling ‘onvoldoende kwaliteit’ kan worden gegeven. Dat is natuurlijk niet weinig. Er wordt echter ook gesteld dat van al die woningen met de beoordeling ‘onvoldoende kwaliteit’, dus van die 47 procent, 65 procent via zeer eenvoudige aanpassingen kan worden hersteld. Dat lijkt me goed. Voor die groep woningen lijkt sensibilisering van de eigenaars me aangewezen, veeleer dan een uitbreiding van de renovatiepremie.
Dan rest er natuurlijk nog 35 procent van die 47 procent. Die woningen zijn wel op een of meerdere punten ongeschikt of onbewoonbaar en behoeven een grondige renovatie. Een uitbreiding van de renovatiepremie zou een stimulans kunnen zijn om de woning in orde te brengen. Ik erken dat ook. U weet echter ook dat het eigenlijk gewoon een budgettair vraagstuk is. U weet wat de financiële gevolgen zijn geweest van de hervorming van de renovatiepremie en dergelijke meer. Ook vorig jaar hebben we nog eens 54 miljoen euro extra moeten inpompen. Ook bij de begrotingscontrole van 2016 hebben we nog eens geld extra bijgestopt. Ik zeg natuurlijk niet neen: vanuit mijn bevoegdheid Wonen ben ik er absoluut een voorstander van om dat te doen, niet voor alle gevallen, maar wel voor die 35 procent waarvan de kwaliteit en dergelijke meer echt totaal onvoldoende toereikend zijn. Als je echter overweegt om dat te doen, dan moet je natuurlijk ook met andere elementen rekening houden, zoals de huurprijzen. Dat lijkt me toch ook wel heel belangrijk. Ook is er de duurtijd van de contracten. Ook is er de vraag of we bepaalde doelgroepen willen helpen. Zoals u zegt, zijn er inderdaad weinig verhuurders die bereid zijn om renovatiewerken te doen, aangezien de opbrengst van renovatiewerken, zeker als dat energiebesparende maatregelen zijn, natuurlijk de huurders ten goede komt. Als coördinator qua armoedebestrijding vind ik het dan natuurlijk niet zo slecht mocht dat bepaalde doelgroepen ten goede komen, zodat ze op de private huurmarkt een minder hoge energierekening moeten betalen.
Zou ik dat dus een goed idee vinden? Ja. Is dit een budgettair vraagstuk? Absoluut. Als de coalitiepartners mijn collega-ministers echter kunnen overtuigen van het nut van deze maatregel, zodat er meer geld komt, dan zal ik jullie heel dankbaar zijn. Ik wil er afsluitend wel op wijzen dat, als een private verhuurder bereid is zijn woning te verhuren via een sociaal verhuurkantoor, hij wel aanspraak kan maken op die volledige renovatiepremie van 10.000 euro.
We hebben nu cijfers over de SVK’s gekregen, maar het zou ons te ver brengen in het kader van deze vraag. Ik zal de juiste cijfers nog wel communiceren, maar ze zijn alleszins enorm gestegen. Een van de redenen is dat wij alsmaar meer aandacht hebben gegeven aan de voordelen van het verhuren van een privéwoning aan een SVK, dat doorverhuurt tegen sociale huurprijzen.
Kortom, ik ben absoluut voorstander en vragende partij. Ik zie allerlei voordelen voor bepaalde doelgroepen, maar momenteel is er in de Vlaamse begroting jammer genoeg geen ruimte tot uitbreiding. Als u mijn collega’s kunt overtuigen, ben ik u dankbaar, zoals ik al heb gezegd.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Wat de woningpas betreft, die ik met de heer Engelbosch meer in detail zal bespreken, heb ik begrepen dat er in werkgroepen aan wordt gewerkt en dat u de voordelen inziet van dit instrument. We kunnen het op bepaalde termijn verwachten, zonder dat het een zoveelste verzwaring inhoudt.
Minister, met betrekking tot de renovatiepremie en -stimulansen verklaarde u dat het in 65 procent van de 47 procent van de kwalitatief onvoldoende woningen gaat om kleine ingrepen en dat we meer resultaat kunnen bereiken door sensibilisering van de eigenaars. Hebt u ter zake al concrete plannen? Hoe wilt u daarop actief inzetten?
Beschikt u over cijfers in verband met het echt problematisch segment, dus die 35 procent van 47 procent, zijnde de woningen in slechte staat? Dat dit budgettaire gevolgen heeft, lijkt evident te zijn, maar is er ter zake al onderzoek gedaan? Bestaat er een raming? Hebt u een idee over de omvang van het bedrag? Of moet u daartoe nog de opdracht geven? Als we dit laten becijferen, weten we waarover we spreken.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Enige tijd geleden kreeg ik antwoord op een schriftelijke vraag inzake de cijfers van de VAP, de verbeterings- en aanpassingspremie. Minister, u antwoordde aan collega Engelbosch ook al dat de voorbije vijf jaar 55.000 VAP-premies werden toegekend. Het valt op dat in 2015 beduidend minder VAP-premies werden toegekend.
In de commissie hebt u verklaard dat het in de bedoeling ligt om de renovatiepremie, de VAP en de drie grote stelsels die vanuit Wonen-Vlaanderen worden aangestuurd, via een campagne grotere bekendheid te geven. Is die lopende of wanneer wordt ze in het vooruitzicht gesteld?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Taelman, u vraagt zich af of de drie grote premies niet meer bekend moeten worden gemaakt. Dinsdag in de commissie Bestuurszaken heb ik een vraag beantwoord over allerlei websteks van de Vlaamse overheid en over het infonummer 1700. Daar staat de renopremie op één. Ik denk dan ook dat de renovatiepremie echt wel voldoende bekend is. Door de commotie over de aanpassingen in de media en de aandacht in dit parlement is deze premie bekender dan ooit.
Mevrouw Christiaens, u wenst bijkomend te weten hoe er kan worden gesensibiliseerd. Bij het al dan niet afleveren van een conformiteitsattest wordt door de inspecteurs gewezen op de gebreken. Zij leggen uit dat een kleine ingreep, die niet erg veel geld hoeft te kosten, kan volstaan.
Op het exacte budget kan ik geen cijfer kleven, want dat is afhankelijk van de criteria. In de bestaande renovatiepremie zijn allerlei categorieën opgenomen. Blijven die behouden voor de verhuurders? Dit moet worden onderzocht.
De administratie onderzoekt op mijn verzoek de noden bij de uitbreiding van de renovatiepremie naar de verhuurders. Welke werken worden toegelaten en welke financiële impact zou dat hebben? Het blijft echter een raming, want we weten niet hoeveel verhuurders aanspraak zullen maken op die premie.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik ben benieuwd naar de resultaten van dat onderzoek. Dan kunnen we afwegen welke werken nodig zijn en welke de financiële consequenties zijn. Wat zal het resultaat zijn? Uiteindelijk is het doel de kwaliteit te verhogen, zodat we niet meer worden geconfronteerd met die 47 procent. Daarop moeten we inzetten. We moeten overwegen wat wel en wat niet kan. Dan meen ik dat u ook budgettair op onze steun kunt rekenen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.