Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer De Potter heeft het woord.
Minister, de problematiek van de ontvangsten uit gewestbelastingen kwam de jongste maanden al een aantal keren aan bod in deze commissie. Ik verwijs naar de vergaderingen van 16 juni 2015, 13 oktober 2015, 26 januari 2016 en 23 februari 2016. Ondertussen zijn ook de kasontvangsten tot midden maart 2016 bekend. Ik heb daarover een aantal vragen.
Wat zijn uiteindelijke ESR-ontvangsten uit de gewestbelastingen van 2015? Hoe wijken die af van de voorlopige uitvoeringscijfers van 15 februari 2016? Wat is de verklaring voor de eventuele afwijking? In welke mate wordt er nog een ontvangstenoverdracht van 2015 naar 2016 verwacht?
Volgens de Nationale Bank van België zou de vertraagde inning van de successierechten in 2015 een positief effect gehad hebben op de ontvangsten, met 225 miljoen euro in vergelijking met 2014. Aan de andere kant hebben wij altijd van u en van de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) gehoord dat er gesproken wordt over tegenvallende ontvangsten in 2015. Hoe kunnen die twee gegevens met elkaar worden verzoend?
In uw antwoord op schriftelijke vraag nummer 190 van Peter Van Rompuy met betrekking tot de ontvangsten van 2015 uit erfbelasting wordt gesteld dat het tijdelijk misgelopen bedrag ten gevolge van late betalers wordt geraamd op bijna 115 miljoen euro. Wordt die raming gehandhaafd in het licht van de recente kasontvangsten?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Momenteel wordt uitgegaan van volgende ESR-ontvangsten voor 2015 met betrekking tot registratie- en erfbelastingen. Voor de registratie is de effectieve uitvoering, in duizend euro, 2.499.252. De voorlopige uitvoering is 2.476.556. Voor de erfbelasting is de effectieve uitvoering 1.346.674 en de voorlopige uitvoering 1.347.920. Ook die bedragen zijn in duizend euro.
De afwijkingen voor erf- en registratiebelastingen tussen de effectieve uitvoeringscijfers en de voorlopige uitvoeringscijfers per 15 februari 2016 zijn te wijten aan het feit dat er voor de voorlopige uitvoeringscijfers werd uitgegaan van gegevens tot en met begin februari 2016. Op dat moment konden nog één maand ontvangsten geïnd worden voor erfbelastingen en anderhalve maand voor de registratiebelastingen. Voor erfbelastingen is het uiteindelijke verschil veeleer beperkt, bij registratiebelastingen is het iets groter. Het verschil bij registratiebelastingen is te wijten aan een onvoorziene opstoot van registraties gedurende de eindejaarsperiode, met een hoog aantal vastgoedtransacties.
De Vlaamse Belastingdienst heeft de achterstand met betrekking tot de registratierechten en erfbelastingen volledig weggewerkt binnen de ESR-aanrekenbare periode 2015. Voor de registratiebelastingen, waar er gemiddeld binnen de week na uitsturing van het aanslagbiljet betaald wordt, wordt er dan ook niet meer in een ontvangstenoverdracht voorzien. Voor erfbelastingen is er nog een beperkte ontvangstenoverdracht te wijten aan late betalers. Bij de begrotingsopmaak werd een ontvangstenoverdracht geraamd, omdat er toen werd uitgegaan van een aanrekening op basis van de inkohieringen van januari tot en met december 2015. Daarbij werd uitgegaan van het feit dat VLABEL tegen eind 2015 niet alle akten verwerkt zou krijgen.
Begin november 2015 deelde het INR echter mee dat de aanrekening zou gebeuren op basis van de effectieve kasontvangsten van 2015, met een ESR-correctie van twee maanden voor erfbelastingen en tweeënhalve maanden voor registratiebelastingen. Vooral bij registratiebelastingen heeft die correctieperiode ervoor gezorgd dat VLABEL de nodige tijd had om ingestroomde akten te verwerken en de bijhorende kasontvangsten te realiseren.
Met betrekking tot het door de Nationale Bank van België geraamde positieve effect van 225 miljoen euro in 2015 ten opzichte van 2014, kan ik meegeven dat de Nationale Bank raamt dat de overname van de erfbelastingen een negatief effect heeft gehad op de ontvangsten van 2014 ten belope van 150 miljoen euro. Dat ligt in lijn met het antwoord op schriftelijke vraag 175. Het scenario in het verslag van de Nationale Bank gaat ervan uit dat de vertraging van 2015 partieel wordt ingehaald. Dat zou tot 225 miljoen euro extra inkomsten geleid hebben in 2015 ten opzichte van 2014. Dat is inderdaad een eenmalige meevaller, die zich evenwel niet volledig vertaalt in de realisaties uit de erfbelastingen in 2015. Die liggen namelijk maar 86 miljoen euro hoger dan in 2014.
Daar zijn meerdere oorzaken voor. Er is een andere werkwijze naar aanleiding van de overdracht, waardoor er een breuk is geweest in het inningspatroon van deze gewestbelastingen en de vergelijkbaarheid van de cijfers sowieso wordt bemoeilijkt. Zo wordt er nu gewerkt met inkohieringen die leiden tot vorderingen, waarop vervolgens een betaaltermijn van twee maanden van toepassing is. Ook de andere gewesten kenden in 2014 terugvallende ontvangsten uit erfbelastingen ten aanzien van 2013. Mogelijk zijn er dus maatschappelijke evoluties gaande, die verder onderzoek vergen om die mogelijke trends in kaart te brengen.
Het antwoord op schriftelijke vraag 190 is gebaseerd op de gegevens die ook gebruikt werden om het voorlopige uitvoeringsresultaat voor de erfbelastingen te berekenen. Zoals zonet aangegeven, wijkt dat niet zo veel af van de uiteindelijke realisatie. Er is dan ook geen reden om de raming uit schriftelijke vraag 190 te herzien. Mogelijk kan een deel van het tijdelijk misgelopen bedrag in 2016 worden ingelopen, maar gelet op de complexiteit die met erfenisdossiers gepaard gaat, zal in 2016 en vooral in de komende jaren geëvalueerd moeten worden tegen welk tempo de kasontvangsten ten aanzien van de kohieren gerealiseerd worden, en dit op basis van een versterkte opvolging van de betaalverrichtingen.
De heer De Potter heeft het woord.
Minister, de cijfers die u hebt geciteerd, zal ik nalezen in het Woordelijk Verslag, want ik heb ze niet allemaal kunnen noteren. Ik heb wel goed begrepen dat VLABEL haar achterstand bijna volledig heeft weggewerkt, en dat er verschillende maatschappelijke trends zijn die u zult moeten opvolgen om uit te zoeken of er geen structurele veranderingen in ontvangsten kunnen worden gerealiseerd. U hebt gezegd dat u dat zult monitoren. Het is belangrijk om de vinger aan de pols te houden en, in voorkomend geval, doortastend te handelen. De cijfers lijken in de lijn te liggen van wat was vooropgesteld. Ik zal ze verder bekijken nadat ik het Woordelijk Verslag heb kunnen raadplegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.