Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Als gevolg van het verstrengd Europees begrotingstoezicht is de consolidatieperimeter van de Vlaamse overheid sterk uitgebreid waardoor een aanzienlijk aantal instellingen bijkomend in de begroting dienen te worden opgenomen. Tevens heeft het verstrengd toezicht geleid tot de herklassering van heel wat projecten van pps en alternatieve financiering. Het verstrengd Europees begrotingstoezicht heeft op die manier een aanzienlijke impact op het ESR-vorderingensaldo (Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen) en op de geconsolideerde schuld van de Vlaamse overheid.
Tegelijkertijd biedt de consolidatie van instellingen en alternatieve financieringsprojecten de opportuniteit om het kas- en schuldbeheer van de Vlaamse overheid te optimaliseren. We kunnen dit op twee manieren aanpakken. De bruto geconsolideerde schuld van de Vlaamse overheid kan gedrukt worden doordat de ESR-geconsolideerde instellingen hun eventuele overschotten kunnen beleggen in Vlaams schuldpapier. Dit zorgt uiteraard voor een intrestoptimalisatie. Het grootste voordeel kan gehaald worden uit een rechtstreekse financiering van de instellingen van de Vlaamse overheid door de Vlaamse overheid zelf. Ze neemt dan een lening op om haar onderliggende instellingen te financieren. Aangezien de Vlaamse overheid voordeliger kan lenen dan de onderliggende entiteiten, zou dit op jaarbasis een rentebesparing van 20 tot 30 basispunten kunnen opleveren.
Het optimaliseren van het schuldbeheer vormt een belangrijke ambitie uit het Vlaamse regeerakkoord. In 2015 hebben we daar al een eerste debatje over gevoerd, en heeft de minister ook al de eerste stappen gezet: rechtstreekse financiering van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), van het Vlaams Woningfonds (VWF) en van welzijnsvoorzieningen. Tot slot heeft de regering op 18 december van vorig jaar beslist om de langetermijnfinanciering in het kader van de Scholen van Morgen over te nemen van de private partner en op die manier heeft ze de totaalkosten van het project kunnen drukken.
Een belangrijk aspect daarbij is evenwel het al dan niet verkrijgen van een vrijstelling voor roerende voorheffing op de inkomsten die de Vlaamse Regering verkrijgt uit leningen en die ze vervolgens doorgeeft aan haar geconsolideerde instellingen. Uiteraard, als roerende voorheffing moet worden betaald, is het grootste deel van het rentevoordeel dat kan worden behaald, weg.
Als antwoord op eerdere vragen heeft de minister aangegeven dat ze juridisch advies zou inwinnen. Op basis van dat juridisch advies zou blijken dat op basis van de bestaande regelgeving inderdaad een vrijstelling voor de roerende voorheffing kan worden bekomen. Het was nog wachten op het standpunt van de FOD Financiën en de federale overheid.
Gelet op de aanzienlijke mogelijke besparingen die gerealiseerd kunnen worden door de Vlaamse overheid, heb ik de volgende vragen. In eerdere antwoorden gaf u aan dat u advies heeft ingewonnen. Wat zijn de argumenten die daar naar voren kwamen en die u hebt kunnen overmaken aan de federale overheid? Heeft ze geantwoord? Wat is de stand van zaken? Waar staan we in dit dossier? Welke timing verwacht u verder? Wanneer kan het standpunt verwacht worden, als het er nog niet zou zijn? Kan het interessant zijn om een jaarlijkse rapportage uit te werken die dit voordeel jaar per jaar in kaart kan brengen zodat we ons schuldbeheer actief en dynamisch kunnen blijven opvolgen en organiseren?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Over de stand van zaken van het dossier kan ik intussen het goede nieuws melden dat we eind februari een positieve ruling hebben verkregen met betrekking tot de specifieke uitgifte van obligaties door de NV Schoolinvest in het kader van de rechtstreekse financiering van de DBFM-operatie (Design, Build, Finance, Maintain) Scholen van Morgen. De rulingdienst heeft daarbij bevestigd dat de Vlaamse overheid geen roerende voorheffing verschuldigd is als verkrijger van de inkomsten van obligaties.
Hiertoe dienen de obligaties wel aan twee voorwaarden te voldoen: ze moeten worden uitgegeven door rechtspersonen die deel uitmaken van de sector overheid in het Europees stelsel van nationale en regionale rekeningen (ESR) 2010, bijvoorbeeld de NV Schoolinvest of de NV Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM). Anderzijds moeten ze worden opgenomen op de X-rekening van het X/N-stelsel. De inkomsten moeten ook nadien geen belastingheffing ten gevolge van de rechtspersonenbelasting ondergaan en de rulingdienst heeft daarbij onze argumentatie aanvaard, die onder meer gebaseerd was op het feit dat de wet van 6 augustus 1993 betreffende transacties met bepaalde effecten als lex specialis, uitdrukkelijk afwijkt van het Wetboek der Inkomstenbelastingen (WIB) 92 en er uiteraard voorrang op heeft.
Een uitbreiding van de ruling voor soortgelijke uitgiften, zoals bijvoorbeeld in het geval van de rechtstreekse financiering van BAM door het Vlaamse Gewest kan via een eenvoudig avenant worden bekomen. De bekomen ruling van de dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken geeft uitvoering aan het Vlaamse regeerakkoord en maakt met andere woorden rechtstreekse financiering van ESR te consolideren instellingen mogelijk zonder dat roerende voorheffing verschuldigd zijn. Deze ruling is uiteraard van belang in het kader van de optimalisatie van het actief schuldbeheer.
Voor welke dossiers is deze ruling nu belangrijk? In casu gaat het over: de rechtstreekse financiering van de DBFM Scholen van Morgen – waarvan de overname van de financiering door de NV Schoolinvest trouwens vorige vrijdag definitief ondertekend is en die direct van toepassing wordt; de rechtstreekse financiering van BAM in het kader van de bouw van de Oosterweelverbinding, waar ik naar aanleiding van een vraag van collega Vanbesien straks nog op terugkom.
Wat zijn nu concreet de voordelen verbonden aan actief schuldbeheer? Als we een eerste round-up maken van de resultaten die we tot op heden kunnen voorleggen inzake optimalisatie van het actief schuldbeheer, dan komen we reeds tot de volgende aanpassingen die telkenmale een besparing op de intrest – of met andere woorden overheidsuitgaven – genereren: in 2015 werd gestart met de centrale financiering van de VMSW en het VWF op basis van het verstrekken van renteloze leningen. Hierdoor kan worden afgestapt van de gewaarborgde opnames door zowel de VMSW en het VWF, wat volgens de laatste ramingen een minderuitgave naar rato van 20 tot 30 basispunten genereert. Rekening houdende met een lagere kost van 23 basispunten, wordt op die manier tegen het einde van de legislatuur jaarlijks ongeveer 13 miljoen euro uitgespaard. Bij een op termijn volledige financiering van de schuld die eind 2016 bij VMSW en VWF uitstaat, is er een jaarlijkse besparing van 26,4 miljoen euro die op die manier kan worden gegenereerd. In 2015 werd er tevens een grote operatie uitgevoerd voor het vervroegd terugbetalen van subsidies in het kader van het alternatieve financieringsschema bij het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) voor ziekenhuizen en verzorgingscentra. Via deze operatie konden dure intrestsubsidies vervangen worden door een goedkope rechtstreekse financiering. Op die manier wordt doorheen deze legislatuur gemiddeld 9 miljoen euro per jaar aan intresten uitgespaard. Wat betreft de herfinanciering van de DBFM Scholen van Morgen is het moeilijker om een raming van de lagere kost te maken, maar indien we vertrekken van een lagere kost van 40 basispunten ten aanzien van een private financiering, dan bekomen we een lagere kost op kruissnelheid van jaarlijks 6 miljoen euro, gelet op het verwachte uitstaande kapitaal van 1,5 miljard euro. Dat zijn de ramingen op dit moment.
Tot slot is er de beslissing van het politieke stuurcomité om BAM rechtstreeks te financieren. Afhankelijk van de vergelijking die gemaakt wordt, zouden we kunnen uitgaan van een besparing van dertig basispunten, hetzij 2 procent van de rentekost. Dit verschil in opbrengst is toe te schrijven aan de diverse mogelijkheden die zijn uitgewerkt in eerdere financieringsconstructies. Indien uitgegaan wordt van gewaarborgde leningen zoals die uitgegeven door BAM, zou kunnen worden uitgegaan van een bijkomende marge van ongeveer dertig basispunten ten opzichte van de directe financiering. Als we uitgaan van een volledige projectfinanciering zonder waarborg, dient normaliter rekening te worden gehouden met een bijkomende marge van minstens ongeveer 2 procent op basis van de ramingen op dit moment. Dus afhankelijk van het vergelijkingspunt zal de rechtstreekse financiering van BAM jaarlijks tussen 10 en 70 miljoen euro opbrengen op het moment dat de volledige bouw is gerealiseerd.
Samengevat kunnen we op basis van de huidige directe financieringen en besliste financieringen uitgaan van een jaarlijkse besparing tussen 50 en 110 miljoen euro. Uiteraard moeten we daarbij rekening houden met de volatiliteit van de financiële markten inzake rentevoeten en marges. We moeten dus altijd voorzichtig zijn met deze ramingen. Daarom spreek ik van een vork tussen 50 en 110 miljoen euro.
Wat uw vraag betreft over de specifieke rapportering inzake het jaarlijks voordeel lijkt het mij aangewezen naar aanleiding van de werkelijke opnames van de kredieten in het kader van de DBFM Scholen van Morgen en BAM een nieuwe evaluatie te maken op basis van de werkelijke marges die verkregen worden bij de toekomstige uitgiftes.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dat is goed nieuws, minister.
Collega’s, ik denk dat op die manier inderdaad een actief en dynamisch schuldbeheer van en door de Vlaamse overheid gerealiseerd wordt. Uit de samenvatting heb ik opgevangen dat jaarlijks tussen 50 en 100 miljoen euro bespaard kan worden. Dat is niet oninteressant. Op die manier halen we toch nog een beetje voordeel uit die vaak vervloekte ESR-consolidatie.
Wat de rapportering betreft, denk ik dat het inderdaad nuttig is om na deze eerste operatie even te kijken wat het effectief verkregen voordeel dan zal zijn ten opzichte van de ramingen. Ik denk dat u dat de komende jaren uiteraard ook zult meenemen bij de begrotingsopmaak en -controle. Ik ben hoe dan ook erg tevreden dat op die manier een belangrijk punt uit het Vlaamse regeerakkoord wordt uitgevoerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.