Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
We zijn allen erg benieuwd naar wat Vlaanderen zal doen met zijn bevoegdheid over de kinderbijslag.
Ik heb daarover drie vragen.
Minister, er was wat onduidelijkheid over het al dan niet indexeren van die kinderbijslagen. Het lijkt er nu sterk op dat die index er erg binnenkort zal zijn. Vandaag nog heeft uw collega van Begroting gezegd dat het geld voor die indexering is uitgetrokken. Ik neem aan dat u zult kunnen antwoorden dat dat klopt, dat het geld er is en dat de kinderbijslagen zullen worden geïndexeerd. Minister Turtelboom heeft dat vandaag alvast zo meegedeeld aan de heer Bertels. Dat zou goed nieuws zijn. Als het leven duurder wordt, wordt het hebben en het grootbrengen van kinderen natuurlijk ook duurder. Het is dus logisch dat de kinderbijslagen die gestegen levensduurte volgen.
Minister, samen met uw collega, minister Crevits, kondigde u aan de schooltoelagen in de kinderbijslag te willen integreren. Is dat een principe dat werd goedgekeurd door de hele regering of zit het nog in het stadium van een voorstel? Hoe ziet u dat concreet? Met welke manier om het inkomen te meten zal er daarvoor bijvoorbeeld worden gewerkt? Hebt u ook cijfers over eventuele verschuivingen in rechten daardoor? Wie zal rechten openen en wie zal eventueel rechten verliezen? Of bent u nog niet zover? Als u daar wat zicht op hebt, zou het fijn zijn indien de commissie de simulaties daarover zal kunnen ontvangen.
Ten slotte, hoeveel tijd heeft uw administratie nodig om, zodra het nieuwe decreet definitief zou zijn goedgekeurd, volledig operationeel te zijn om ervoor te zorgen dat iedereen die recht heeft op de kinderbijslag, die ook daadwerkelijk ontvangt?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, de besprekingen in verband met het nieuwe, Vlaamse kinderbijslagsysteem vinden op dit ogenblik plaats in de schoot van de Vlaamse Regering. Een beslissing over het al dan niet indexeren van de kinderbijslag maakt deel uit van die besprekingen. Er is over dit systeem nog geen beslissing genomen door de Vlaamse Regering. Maar het moet alvast duidelijk zijn dat de vorige indexatie die op federaal niveau algemeen is beslist, in ieder geval terugkomt in het systeem van de Vlaamse kinderbijslag. Dat hebt u waarschijnlijk ook gelezen in dat interview.
Het is juist dat collega Crevits en ik ervan overtuigd zijn dat we van dit moment gebruik moeten maken om stappen te zetten naar een meer geïntegreerd gezinsbeleid. Dit moment moet daarvoor worden gebruikt. Het is hét moment om te bekijken hoe we afstemmingen kunnen realiseren tussen onder meer de gezinsbijslagen en de school- en studietoelagen. Die afstemming moet er uiteraard voor zorgen dat kwetsbare gezinnen niet uit de boot vallen. Er wordt ook gekeken of die afstemming ons efficiëntiewinsten, meer mogelijkheden van automatische rechtentoekenning, hergebruik van gegevens enzovoort kan opleveren. Ook dat is een deel van de bespreking over de hervorming van de Vlaamse kinderbijslag binnen de Vlaamse Regering.
Aangezien er nog geen akkoord is over het decreet, is het ook moeilijk te zeggen hoe de timing daarvoor zal lopen. Het is nogal evident – ik denk dat dat uw bezorgdheid was – dat de manier waarop het nieuwe systeem moet worden ingevoerd, grote zorgzaamheid veronderstelt. Dat zal betekenen dat hoe dan ook bij het operationaliseren van dat systeem gekeken wordt naar én de samenwerkingsakkoorden én de budgettaire ruimte én ICT én de partners die nodig zijn om het systeem operationeel te maken. Dat is jammer genoeg ook deel van het overleg dat nu plaatsvindt.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, begrijp ik het goed, als ik het antwoord van mevrouw Turtelboom en dat van u samenleg, dat er in geld is voorzien voor de indexering, maar dat u nog niet weet of u het krijgt? Minister Turtelboom zegt dat het geld is ingeschreven en ze noemde de bedragen. Het zou mij onheus lijken dat ze daaraan zou toevoegen dat ze niet weet of u dat geld kunt gebruiken. Ik krijg de indruk dat de minister van Begroting heeft beslist dat u het geld pas krijgt als er voordien een akkoord is over de hervorming van de kinderbijslagen. Dat die hervorming nog niet goedgekeurd is, wijst er wellicht op dat de standpunten nog steeds uit elkaar liggen en dat u niet van plan bent om het hoofd te buigen. Ik dank u en feliciteer u daarvoor. Toch had ik graag enige duidelijkheid over die indexering.
Begrijpelijkerwijs kunt u maar weinig zeggen over mijn volgende vragen, omdat u nog geen duidelijkheid heeft over het systeem dat er zal komen. Hebt u een timing voor ogen? Wanneer denkt u dat akkoord te zullen sluiten? Ik neem aan dat u een akkoord wil vóór er moet worden beslist over die indexering, zo niet is er een de-factobeslissing.
Ik begrijp ook dat wanneer u niet beslist om niet te indexeren, er automatisch wel zal worden geïndexeerd. Dat is de informatie die ik regelgevend krijg. Kunt u daarover een beetje uitleg geven?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Mevrouw Van den Bossche is heel beleefd over haar vermoeden dat er nog wat onenigheid is binnen de regering. Ik vind het onheus. Kinderbijslag is iets wat heel veel mensen raakt. Minister, net zoals ik, krijgt u daar ongetwijfeld veel vragen over. De regeringspartners komen om de beurt met hun ideeën over de kinderbijslag, die niet binnen de regering zijn besproken. Als de minister van Welzijn een voorstel doet, gaat men ervan uit dat hij dat zal uitvoeren. Ik vond het al onheus dat uw coalitiepartners met ideeën kwamen die nog niet afgetoetst waren. Voor u, als bevoegd minister, neem ik aan dat het moeilijk is als er zoveel verwarring wordt gecreëerd. Mensen hebben recht om zicht te hebben op wat het zal worden. Ook over de timing is er onduidelijkheid. In de kranten werd gezegd dat het voor Pasen zou lukken. U hebt dat in het parlement nooit willen bevestigen. Intussen tikt de klok. Welke knelpunten zijn er nog? Tegen wanneer kunnen we een conceptnota rond de nieuwe kinderbijslag verwachten, zodat dit maatschappelijk debat gevoerd kan worden? Vanaf morgen zijn er hoorzittingen over het deelaspect van de leeftijdstoeslag. Wellicht moeten er nog meer hoorzittingen volgen. Ik ben bereid om vanuit de oppositie voorstellen in te dienen, maar ik vraag mij nu vooral af wanneer de meerderheid haar huiswerk af zal hebben.
De heer Bertels heeft het woord.
Ik ben er altijd van uitgegaan dat de regering één en ondeelbaar is, en dat als de regering een communicatie doet aan het parlement, dat op zijn minst dezelfde communicatie moet zijn. Deze namiddag, naar aanleiding van een vraag van collega Van Rompuy aan minister Turtelboom over de impact van de overschrijding van de spilindex op de Vlaamse begroting 2016, heb ik daar de vraag aan toegevoegd of in het geld voorzien is voor de indexering van de kinderbijslag. Minster Turtelboom antwoordde daarop, als minister van Begroting van deze regering, dat er 136 miljoen euro uitgetrokken is en dat er een potentiële discussie is over 62,4 miljoen euro naar aanleiding van de eventuele vervroeging van een indexhypothese die anders is dan de indexhypothese die gold bij de opmaak van de begrotingscontrole. Ze zei uitdrukkelijk dat dit een brutobedrag is en dat de indexering van de kinderbijslag erin zit en uitgevoerd kan worden. Hier, nu twee uur later, hoor ik de bevoegde minister zeggen dat dit nog in discussie is. Dat is toch vreemd als communicatie. Het zou goed zijn indien de regering minstens over de indexering van de kinderbijslag op één lijn zou geraken. Zoals de regelgeving nu is, neem ik aan dat u de indexering vanaf juni gaat toepassen als de spilindex in mei wordt overschreden. Of betwist u dat ook en gaat u dat geld tijdelijk inhouden?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s van de oppositie, ik begrijp uw vragen. Ik kan daar helaas maar over zeggen wat ik al gezegd heb. Het is duidelijk dat die discussie draait rond de vraag of we een nieuw Vlaams kinderbijslagsysteem op de rails krijgen. Dat is uiteraard een zeer complex debat, waar we op het niveau van de regering een eensgezind standpunt over moeten bereiken. Die onderhandelingen zijn bezig.
De indexsprong van 2015 zal in ieder geval aangewend worden en weer in het budget van de kinderbijslag gestoken worden. Het zal duidelijk zijn hoe we dat gaan aanpakken op het moment dat er een akkoord is. U kent de regels en procedures.
Op dit ogenblik probeer ik te onderhandelen over een akkoord. Daarover onderhandelen we nu intens. Over het aspect van de school- en studietoelage merk ik toch dat er geen grote tegenstand is tegen het principe om de bevoegdheidsoverdracht van de kinderbijslag naar Vlaanderen te gebruiken om dat aspect te integreren in het bredere Vlaamse gezinsbeleid en de beleidsondersteuning van gezinnen. Anders zou dat een absoluut gemiste kans zijn. In die zin is het logisch dat we in die oefening kijken naar efficiëntiewinst: hergebruik van data, automatische rechtentoekenningen enzovoort. Die opening heeft mijn collega van Onderwijs alleszins willen bevestigen.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik begrijp dat u op sommige van mijn vragen niet kunt antwoorden. De eerste is: klopt het dat u zelf een regelgevend initiatief van begroting moet nemen, u of uw collega, om te verhinderen dat ze worden geïndexeerd? Met andere woorden: het vergt een actieve beslissing om niet te indexeren, dus zolang er geen akkoord is, wordt er automatisch geïndexeerd, tenzij u akkoord gaat om niet te indexeren vooraleer er een akkoord is over de rest. En dat moet u nooit doen, minister. Het is toch heel belangrijk om dat te onderstrepen. U zit in een comfortabele positie, onthoud dat. We zullen af en toe nog eens een vraag stellen om u daaraan te blijven herinneren, een hart onder de riem te steken.
Een tweede zaak die u misschien nog kunt doen, is antwoorden op mijn vraag of bij de simulaties en studies die zijn gemaakt, u weet wat de impact zou zijn van eventuele pistes tot veranderingen, want ik weet dat er geen definitieve keuze is gemaakt. Kan de commissie die ontvangen, eventueel met een beetje toelichting bij? Dat mag, maar dat hoeft niet. Het zou toch aangenaam zijn als wij ons zouden kunnen voorbereiden op inhoudelijke, pertinente discussies. Daarom mijn vraag naar, zeg maar, openbaarheid van bestuur.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Van de Bossche, u bent een gehaaid en doorgewinterd politica. U weet wat er is gebeurd bij de vorige indexsprong. Diezelfde procedures en regels moeten worden toegepast. Dat is toch geen staatsgeheim, neem ik aan.
Ten tweede, als wij een concept hebben, zullen alle berekeningen en simulaties die daarmee te maken hebben, uiteraard openbaar zijn. Hoe zou dat anders het onderwerp van een tegensprekelijk debat kunnen vormen?
Ik heb niet gevraagd om de simulaties van datgene wat misschien ooit zal worden beslist te krijgen, maar om de simulaties te kunnen inkijken zoals ze gemaakt worden ter voorbereiding van de beslissing, want u neemt de beslissing niet blind.
Voorzitter, is dat niet mijn recht?
Ik zou graag de analyses zien die de sp.a-fractie maakt over de manier waarop de oppositie moet worden gevoerd.
Dan kunnen we misschien gelijk oversteken, minister. (Gelach)
De vraag wordt formeel gesteld: is er materiaal dat we ter beschikking kunnen stellen?
Ik zou niet weten wat. Natuurlijk moeten er simulaties worden gemaakt. Op het ogenblik dat de studie wordt afgerond en de regering een beslissing neemt, zullen alle documenten die nuttig zijn om die beslissing te onderbouwen, voorwerp zijn van openbaarheid van bestuur. Zolang dat niet het geval is, zijn dat voorbereidende documenten en zijn de gewone regels van toepassing. Daar is niets speciaals aan.
Goed. De vraag is gesteld en er is een antwoord bezorgd. Mevrouw Van den Bossche, we zullen er ongetwijfeld op terugkomen, zoals u dat zelf ook aanhaalt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.