Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Pira heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, na de aanslag op de luchthaven van Zaventem namen de regionale luchthavens van Antwerpen, Oostende, Luik en Charleroi veel afgeleide vluchten voor hun rekening. Ze hebben alle zeilen bijgezet en hebben met succes de luchthaven van Zaventem geholpen. Alle stakeholders hebben dat ontzettend gewaardeerd. De Antwerpse luchthaven kreeg op bepaalde momenten te maken met een verdrievoudiging van het aantal passagiers. Dat zorgde uiteraard voor opmerkelijk meer lawaai en kerosinegeur voor omwonenden, maar de omwonenden hielden rekening met de bijzondere situatie en hadden na het menselijke drama op de Brusselse luchthaven begrip voor de solidariteit onder luchthavens. Iedereen heeft op dat vlak de sereniteit bewaard, wat niet meer dan normaal is.
Nu de situatie stilaan is genormaliseerd, komt er bij de omwonenden bezorgdheid naar boven. Die bezorgdheid is het gevolg van enkele opmerkelijke uitspraken van het management en de directie in de media. Zo heeft de CEO van de Antwerpse luchthaven, de heer Buelens, gesuggereerd dat de reizigers in de toekomst gemakkelijker hun weg naar regionale luchthavens voor Europese vluchten zouden kunnen vinden. Luchtvaartspecialist Luk De Wilde stelt dat de gebeurtenissen ten koste gaan van Brussels Airport. Veel mensen zullen volgens hem meer vluchten via regionale luchthavens nemen.
Zoals de voorzitter vroeg, houd ik het kort en stel ik mijn vragen. In krantenartikels wordt gesproken van een evaluatie van de omleiding van de vluchten. Gebeurt deze evaluatie voor alle regionale luchthavens die Brussels Airport geholpen hebben? Welke instanties zijn betrokken bij de evaluatie? Worden omwonenden hier ook bij betrokken? Onderschrijft u de uitspraak van de CEO dat reizigers in de toekomst makkelijker hun weg zullen vinden naar regionale luchthavens voor Europese vluchten, terwijl Zaventem dan vooral voor transatlantische vluchten zal zorgen? Dat zou mogelijks leiden tot een spreiding van vluchten, en in de plaats komen van de complementariteit van de regionale luchthavens aan de Brusselse luchthaven. In het verlengde van die vraag put ik uit uw persmededeling van 27 april 2014, toen u het volgende zei, naar aanleiding van de start van de nieuwe beheersvorm LOM-LEM: “De Vlaamse regionale luchthavens spelen in op de gediversifieerde markt die eigen is aan de luchtvaart. Elk voor zich richten ze zich op een ander marktsegment, dat complementair is met de activiteiten die op de luchthaven van Zaventem plaatsvinden. De luchthaven van Antwerpen richt zich op de Antwerpse zakenwereld, meer specifiek op de diamantsector en de industrie.”
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, collega's, vooraleer in te gaan op uw vragen moet ik mijn oprechte dank uitspreken voor alle mensen die na de vreselijke aanslag met succes de luchthaven van Zaventem geholpen hebben. De Luchthaven Antwerpen heeft bijkomende vluchten geaccommodeerd – voornamelijk van Brussels Airlines –, voor zover de capaciteit van de luchthaven – met name van de passagiersterminal – dit toeliet. Door Brussels Airlines werden op 16 dagen tijd 440 bewegingen uitgevoerd en ongeveer 20.000 passagiers verscheept.
Het aantal passagiers dat in maart 2016 gebruikmaakte van de Luchthaven Antwerpen steeg fors. In maart 2015 maakten 10.951 passagiers gebruik van de luchthaven, in maart 2016 liep dit aantal op tot 31.201. Het aantal bewegingen nam evenwel niet toe, want de bijkomende trafiek, afgeleid vanuit Brussels Airport, werd gecompenseerd door een daling van het aantal trainingsvluchten. In maart 2015 werden 3927 bewegingen uitgevoerd, in maart 2016 daarentegen slechts 3512, wat goed is voor een daling met 10 procent. Wel is het zo dat het gebruik van iets grotere vliegtuigen – AVRO-toestellen – zorgde voor wat extra hinder voor de omgeving, al denk ik dat het allemaal nog best meeviel.
Een evaluatie van de situatie sinds 22 maart 2016 gebeurt op verschillende niveaus. Allereerst vindt een interne evaluatie plaats. De LEM organiseert daartoe een evaluatieronde met de stakeholders en de partners, zoals de luchthaveninspectie, de luchthavenbrandweer, de navigatie, Aviapartner en Brussels Airlines. Daarnaast wordt op het vlak van de specifieke beveiligingsmaatregelen en hun effecten een vergadering gepland van het Lokaal Veiligheidscomité (LOVECO). Bovendien wordt sinds kort op regelmatige basis overlegd tussen de luchthavenontwikkelingsmaatschappij LOM, de luchthavenexploitatiemaatschappij LEM, de provincie Antwerpen en de lokale besturen in een hiertoe opgerichte werkgroep. De vertegenwoordigers van de lokale besturen in deze werkgroep werden in de dagen na 22 maart dagelijks gebriefd over de activiteiten op de luchthaven.
De Luchthaven Antwerpen heeft in deze noodsituatie dus zeer goed gewerkt. Men heeft de capaciteit van de luchthaven maximaal kunnen gebruiken, al waren er daarbij uiteraard limieten. Zo waren er bijvoorbeeld beperkingen op het vlak van de passagiersterminal in Antwerpen.
Ik wil benadrukken dat dit geen wijziging met zich meebrengt met betrekking tot de strategie en de relatie ten opzichte van Zaventem. Het is duidelijk zo dat de regionale luchthavens niet concurreren met Brussels Airport, maar als complementair aan de nationale luchthaven worden beschouwd. Wij gaan voort op de strategische visie die de Vlaamse Regering in 2008 heeft vastgelegd.
Ik denk dat er een goede communicatie was vanuit de luchthaven van Antwerpen en trouwens ook vanuit Brussels Airlines. Er zijn heel duidelijke signalen van dankbaarheid gegeven aan de omwonenden en de buurtbewoners voor hun begripvolle houding.
Dat zijn woorden waarbij ik mij alleen maar kan aansluiten. Ik denk dat iedereen die mening wel is toegedaan.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, het belangrijkste element, behalve het feit dat de sereniteit in deze uitzonderlijke periode bewaard is gebleven, is dat u, ondanks een aantal uitspraken, toch zegt dat er geen wijziging van de strategie is. Regionale luchthavens blijven dus als complementair beschouwd worden ten opzichte van de luchthaven van Zaventem.
Ik ga van de gelegenheid gebruikmaken om u een bijkomende vraag te stellen. Gisteren is er uit een inspectieverslag van de Europese Commissie naar voren gekomen dat er specifieke problemen waren rond het veiligheidsaspect, ook van de regionale luchthavens. De veiligheid laat daar blijkbaar te wensen over. Wat is uw reactie daarop? Uit dat inspectieverslag blijkt bijvoorbeeld dat de luchthaven van Antwerpen sinds 2010 niet meer is doorgelicht op het vlak van veiligheid. Hebt u daar een specifieke reactie op? Zult u zich daarmee bezighouden? Of zegt u dat dat een federale materie is? Ik dacht dat in de specifieke LEM-LOM-afspraak de LEM voor een deel van de veiligheid instaat. Wat is uw reactie daarop?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb mijn administratie om een nota gevraagd met betrekking tot die problematiek en de doorlichting van de Europese Commissie, met de vraag of het Vlaamse niveau daarin is gevat. Het is best mogelijk dat dat niet het geval was en dat de communicatie enkel naar het federale niveau is gegaan. Ik heb de administratie alleszins de opdracht gegeven om dat na te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.