Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, in juni 2013 startte het project Logistieke Consulenten op dat kaderde in het ViA-programma (Vlaanderen in Actie) en twee doeleinden vooropstelde. Het eerste was het verbeteren van de logistieke processen en aan kostenbesparing doen. Het tweede had tot doel minder CO2 uit te stoten.
In uw beleidsnota kunnen we lezen dat u wilde inzetten op innovatieve en duurzame concepten binnen de logistieke sector in al zijn aspecten. Bovendien wenste u de kennis bij bedrijven en kennisinstellingen met betrekking tot de logistieke sectoren ten volle te benutten.
Het inzetten van logistieke consulenten om Vlaamse bedrijven te steunen bij het optimaliseren op logistiek vlak paste perfect in deze theorie. De inzet van deze consulenten werd eerder al geëvalueerd. Na een periode van twee jaar bleek dat 300 adviezen werden verleend aan 600 bezochte bedrijven. Deze adviezen waren samen goed voor een besparing van om en bij 12,5 miljoen euro en een gezamenlijke vermindering van de CO2-uitstoot met 7500 ton.
Ter vervanging van de logistieke consulenten kondigde u de oprichting van een multimodaal promotiebureau aan. Naar aanleiding van de beslissing tot de stopzetting, die, als ik goed ben ingelicht, inging op 15 april jongstleden, heb ik enkele vragen.
Het lijkt erop dat de beslissing nog vrij abrupt werd genomen, ondanks de eerdere aankondiging. Hebt u voor deze definitieve beslissing overleg gepleegd met de stakeholders en de klankbordgroep? Zo ja, wanneer en met wie? Indien dat niet gebeurde, waarom niet?
Hoever staat u met de oprichting van het multimodaal promotiebureau? Wat is de concrete timing? Wat zal de precieze opdracht zijn van dit bureau?
Hoe zult u daarnaast proberen de vooropgestelde doelstelling van de optimalisering van de logistieke processen in Vlaanderen te realiseren? We zijn het er toch allen over eens dat de doelstelling van uw beleid ertoe moet strekken Vlaanderen als logistieke topregio te behouden en nog te verbeteren.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik stel vast dat er heel wat logistieke transportkennis bij de bedrijven en de kennisinstellingen is en dat het van belang is die te bundelen, te consolideren en te laten doorstromen naar zoveel mogelijk bedrijven in Vlaanderen.
De opstart dateert van 2013. De voorgaande tijdelijke verlenging is aanvaard onder voorbehoud van een evaluatie. Daartoe werd input geleverd door beroepsorganisaties en leden van de stuurgroep, maar de evaluatie was wat mij betreft niet van die aard om over te gaan tot een extra verlenging. Vooral de prestatie-indicatoren hebben me niet overtuigd.
Bij de opstart van het project waren vier senior consulenten actief, bijgestaan door twee juniors einde 2015. Dat project heeft 2,5 miljoen euro gekost. De consulenten hebben 684 gesprekken met bedrijven gehad die hebben geleid tot 318 adviezen, wat neerkomt op 7400 euro per advies. Dat is toch wel een aanzienlijke som.
Daarnaast stelden we vast dat de adviezen zich meestal richtten op transportplanning en magazijnanalyse, wat eerder gaat om bedrijfsoptimalisatie dan om een logistieke of mobiliteitsbenadering. Bovendien bleek dat 56 procent van de adviezen effectief werden geïmplementeerd. Die implementatiegraad, afgezet tegen het besparingspotentieel, komt veel lager uit. Daarnaast gaat het om een eenmalig advies.
Wat mij opviel, was dat de adviezen vooral monomodaal zijn, eerder gefocust op de bestaande vervoersmodi en logistieke processen. Dat lijkt me een pijnpunt.
Diverse overheids- en andere spelers doen hetzelfde, maar veeleer gefocust op één modus. De waterwegbeheerders hebben hun transportdeskundigen, zowel Waterwegen en Zeekanaal als De Scheepvaart. Ook het Agentschap Innoveren en Ondernemen biedt ondersteuning. Er is de vzw Promotie Binnenvaart Vlaanderen en er zijn de VIL, het Vlaams Instituut voor de Logistiek, en de VIM, het Vlaams Instituut voor Mobiliteit, enzovoort. Die doen niet allemaal iets gelijkaardigs, maar voeren op zijn minst toch een deel van die opdracht uit, al is het dan, zoals gezegd, gefocust op een specifieke vervoersmodus.
Ik heb gevraagd dit alles te inventariseren. Wie doet wat? Zodoende kunnen we het beleid focussen en dubbelop vermijden. Momenteel voer ik ook gesprekken met het VIL om een multimodaal transportplatform in hun schoot vorm te laten krijgen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Ik begrijp wel dat u wilt inventariseren en dubbelop vermijden. Dat u daarbij in de eerste plaats aan het VIL denkt, lijkt me correct. De expertise die het de jongste jaren heeft opgebouwd en hun aantrekkingskracht waardoor meer bedrijven erbij aansluiten, wijzen erop dat het wel gewaardeerd wordt. Ik kan het dus eens zijn met de optie die u in dat verband neemt.
Desalniettemin heb ik nog enkele vragen. In december hebt u aangekondigd een multimodaal promotiebureau te willen realiseren. Kunt u meer details geven? Wanneer zal dat effectief gelanceerd worden en operationeel zijn? Welke concrete resultaten verwacht u daarvan? Ook al kunnen er vragen worden gesteld bij de effectief behaalde resultaten, toch bleek bij de consulenten duidelijk dat er deels kan worden gekwantificeerd. Bent u van plan ter zake criteria op te leggen?
U hebt in uw antwoord ook verwezen naar een aantal Vlaamse instellingen enerzijds, maar bijvoorbeeld ook naar Promotie Binnenvaart, en ik denk anderzijds ook aan Shortsea Shipping. Zijn dat dan bijvoorbeeld ook organen die daar volgens u mee in moeten opgaan of die hun expertise met hen kunnen delen?
Tot slot nog een laatste vraag. U verwijst heel hard naar logistiek en mobiliteit en de multimodale aanpak van mobiliteit. Ik denk dat op dat vlak nog veel kan worden verbeterd. Als we Vlaanderen willen behouden als logistieke topregio, denk ik dat we ook moeten blijven inzetten op duurzame en innovatieve concepten en technologieën en dat we daarin ook wel wat expertise hebben. Ik hoop dan ook dat we daarin verder kunnen investeren. Bent u van plan om daarop verder in te zetten en een aantal initiatieven te nemen?
Minister Weyts heeft het woord.
De multimodale benadering is alleszins belangrijk, en ik denk dat op dat vlak echt nog een promotioneel veld open ligt, namelijk de promotie van de binnenvaart. In dat kader wil ik het momentum gebruiken van de fusie van Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart om de binnenvaart en heel de waterweg te promoten, vanuit de wetenschap dat 80 procent van de ondernemingen in Vlaanderen op een afstand van tien kilometer of minder van een bevaarbare waterloop ligt. In de plaats van de focus te leggen op de file aan de voordeur zouden de bedrijven ook eens moeten kijken naar de boulevard aan ruimte aan hun achterdeur. Daarop zal dus ook een focus worden gelegd wanneer het gaat over het nieuwe project dat het VIL inzake logistieke consulentie zou kunnen vervullen. Wat de timing betreft, ga ik ervan uit dat de gesprekken binnen enkele maanden afgerond zullen zijn en dat we snel tot de uitrol kunnen overgaan. Het zal wel iets moeilijker zijn om te bekijken hoe we mensen en/of middelen desgevallend kunnen verschuiven. Als ik wil komen tot een bundeling van een en ander, zal dat misschien ook het gevolg zijn, maar het zal in concreto misschien wel iets langer duren.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik heb nog drie puntjes. U verwijst zelf naar het verschuiven van de middelen.
In uw eerste antwoord hebt u gezegd dat het project van de logistieke consulenten 2,5 miljoen euro heeft gekost. Betekent dit dan ook dat we die middelen zien verschuiven naar het VIL, of waar kunnen we die terugvinden?
Een ander element dat me nog niet helemaal duidelijk is, is de relatie tot Promotie Binnenvaart en het nieuw op te richten promotiebureau.
Tot slot zou ik willen zeggen dat u in onze fractie ongetwijfeld een heel grote medestander vindt in het verder promoten en het verbeteren van de binnenvaart. We zullen u heel graag steunen in alle initiatieven die we daarin kunnen nemen of zelf in de toekomst een aantal suggesties doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.