Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Kort geleden verschenen cijfers over het aantal openstaande vacatures in Vlaanderen. Eind februari 2016 waren er 27.957 openstaande vacatures. Dit zijn er 1700 meer dan in januari 2016 en 3000 meer dan in december 2015.
Is dit een conjunctureel fenomeen, doordat de economie aantrekt en het invullen van die jobs nog moet volgen, of is het veeleer een structureel probleem?
Het verbaast mij dat een aantal types van vacatures, die normaal snel zouden moeten ingevuld raken, zoals voor schoonmakers, onderhoudspersoneel en horecapersoneel toch blijven openstaan. Het gaat ook over vacatures voor bouwvakkers. We hebben het daarnet gehad over de detachering en ergens is dit logisch, maar soms ook niet.
Is dit een gevolg van de mismatch op de Vlaamse arbeidsmarkt? Welke bijkomende maatregelen kunt u nemen om het aantal openstaande vacatures sneller in te vullen?
Minister Muyters heeft het woord.
Het hoog aantal openstaande vacatures is op zich geen indicatie van het aantal moeilijk of niet in te vullen vacatures. Het geeft enkel een beeld van de evoluerende vraag naar werknemers op de arbeidsmarkt, die sterk conjunctuurgebonden is. De afgelopen maanden heeft de VDAB steeds meer vacatures ontvangen, en dus zijn er uiteraard ook meer openstaande vacatures. Het vraagt tijd om een vacature te publiceren, kandidaten te selecteren, uit te nodigen, gesprekken te voeren en ten slotte de vacature af te handelen en af te sluiten.
Om de mismatch op onze arbeidsmarkt te beoordelen, dient men niet naar het aantal openstaande vacatures te kijken, maar naar hoe lang het duurt om de vacature in te vullen. Wanneer we naar de mediaan vervullingstijd kijken, blijkt die gestegen van 41 dagen in 2014 naar 44 dagen in 2015. Een vervullingstijd van 44 dagen is bijgevolg niet dramatisch, maar de stijgende trend wijst wel degelijk op groeiende moeilijkheden om vacatures vlot in te vullen.
Vooral een beperkt aantal jobs in knelpuntberoepen blijft echter wel erg lang open staan. De kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt speelt hier: sommige competenties zijn schaars op onze arbeidsmarkt, ook sommige diploma’s zijn veelgevraagd, zoals bijvoorbeeld van verplegend personeel. U duidde zelf drie beroepen aan, waarvan u wellicht denkt dat er mensen te vinden zijn met die competenties of die ze snel kunnen aanleren. Er zijn ook nog andere elementen. Voor schoonmaakpersoneel bijvoorbeeld is niet iedereen bereid om vóór of lang na de gewone werkuren aan de slag te gaan. De arbeidsomstandigheden kunnen van die aard zijn dat daarom een knelpunt ontstaat. Het kan ook zijn dat werkgevers onrealistische eisen stellen aan de kandidaten. Het potentieel aan oudere werkzoekenden wordt nog onvoldoende aangeboord.
Hoe lossen we dat op? Daar is geen pasklare oplossing voor, het is maatwerk. De arbeidsmarkt is behoorlijk ingewikkeld geworden. Voor het invullen van jobs kun je niet reageren met eenheidsworst: er zijn veel verschillende beroepen in heel uiteenlopende contexten en mensen hebben de meest diverse profielen. Heel mijn competentiebeleid is erop gericht te kijken naar wat iemand kent en kan. Het terugdringen van de vervullingstijd en het invullen van knelpuntvacatures blijft een prioriteit. We zetten permanent verder in op competentiegerichte online-matching voor een betere matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Steeds meer werkgevers werken daaraan mee.
Maximale afstemming van beroepsopleidingen op de knelpuntberoepen kan ook een oplossing bieden. Samen met mijn collega Crevits werken we aan een goed werkend stelsel van duaal leren en werken. De eerste zeven proefprojecten starten volgens schooljaar. We moeten ook een vraaggerichte dienstverlening bieden, met andere woorden, gericht op de behoeften van de arbeidsmarkt. Sectorale bemiddeling, met als voordeel meer gespecialiseerde kennis over jobs en hun soms specifieke arbeidsomstandigheden, over bedrijven, over de nodige skills en opleidingen, instapvoorwaarden is daarvoor aangewezen.
Kortom, het is een continu proces van verbetering van wat we doen. Het sleutelwoord is maatwerk en daar werken we aan, elke dag opnieuw.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, ik volg u grotendeels. De stijging van de openstaande vacatures is een conjunctureel fenomeen. U zegt dat de duurtijd om een vacature in te vullen, is gestegen met drie dagen op een jaar tijd. Dat is eigenlijk niet zoveel. Daar zit de conjunctuur voor iets tussen. Het is nog niet structureel. Misschien moet het over een langere periode worden bekeken, maar dan nog.
Wat betreft de sanctionering, zeker voor jobs die een minder hoge opleiding vereisen, hebt u nieuwe bevoegdheden. Het is belangrijk dat we die goed invullen en goed opvolgen. We moeten een beter zicht krijgen op wat de redenen zijn waarom mensen geschorst worden en waar ze daarna naartoe gaan. We kunnen dat nu veel beter opvolgen dan vroeger en we moeten daar werk van maken. We zijn hieraan begonnen sinds 1 januari 2016. Volgens mij zit daar nog veel progressiemarge in voor de Vlaamse arbeidsmarkt.
U zegt dat er veel oudere werklozen zijn bijgekomen die geactiveerd moeten worden. Ik herhaal mijn pleidooi. Als u extra budgettaire ruimte zult hebben, dan moeten we de 55-plussers in de doelgroepkorting als prioriteit labelen. Hun arbeidskost moet drastisch zakken om ze op een effectieve manier terug kansen te geven op de arbeidsmarkt.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Minister, ik heb nog enkele bijkomende vragen. U hebt deels al het antwoord gegeven, maar ik zal toch een poging wagen om nog iets meer te vernemen.
De vacaturegraad in Vlaanderen ligt nog altijd iets te hoog en is hoger dan het Europese gemiddelde. Op de arbeidsmarkt heerst een ‘war on talent’. De conjunctuur draait bij en dat zijn allemaal redenen die dit probleem veroorzaken. U zegt dat we elk talent kunnen gebruiken, uitgaande van de competenties. U voert zo’n beleid en dat is erg belangrijk.
We vergeten wel één groep in het debat, namelijk de jongeren met een lichte arbeidsbeperking. Ik heb al een schriftelijke vraag gesteld over die OV3-jongeren. Hoe ziet u het om hen sneller op de arbeidsmarkt te positioneren? De werkloosheidsgraad bij die jongeren is nog erg groot. Na één jaar heeft bijna de helft nog geen werk. Ik denk aan een vorm van inclusief ondernemen waarbij werkgevers en de VDAB worden aangespoord om daar meer aandacht voor te hebben.
De VDAB voert momenteel een zeer goede campagne ‘Ervaring werkt’. Ze gaan daarbij de baan op en bezoeken Vlaamse bedrijven om meer werkervaringskansen te geven aan werkzoekenden. Ook het onderwijs speelt in deze een zeer grote rol om de mismatch tussen arbeidsmarkt en scholing weg te werken. In hoeverre wordt er samengewerkt met het departement Onderwijs? Wat is er al voelbaar in de praktijk? Wat zijn de eventuele plannen in de nabije toekomst?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, de doelgroepkorting is net voor de paasvakantie vastgelegd in de ministerraad, ook voor de ouderen. Als we de RSZ-korting voor mensen van boven 55 of 60 behouden, dan is dat al duidelijk een loonkostverlaging. De Vlaamse Regering zet daar echt op in en dat is ook nodig. Meer mag altijd, maar budgettair is dat niet eenvoudig.
Mevrouw Remen, u spreekt over jongeren met een lichte handicap. We zetten daar al redelijk wat op in. De samenwerking met minister Crevits inzake duaal leren kan daar misschien ook wat hulp bieden. We zetten echt in op die jongeren die ongekwalificeerd of laaggekwalificeerd op de arbeidsmarkt komen. Als je bekijkt hoe de WIJ!-projecten (Werkinleving voor Jongeren) op maat van elk individu gebeuren, dan creëren we de juiste instrumenten. We hebben ook zeer veel oog voor jongeren die misschien niet in aanmerking komen voor duaal leren en werken. Via een traject Onderwijs-Welzijn kunnen we hen misschien meenemen om een betere afstemming te doen. Het beleid dat we voeren, komt voor 100 procent tegemoet aan de vragen die u stelt. Duaal leren en werken voer je niet zomaar in.
Met al onze maatregelen realiseren we een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.